Besluit van de manager Divisie Individuele Zaken van 12 februari 2019 nr. 2501286, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de onder de manager ressorterende senior selectiefunctionarissen (Mandaatbesluit manager Divisie Individuele Zaken 2019)

De manager van de Divisie Individuele Zaken,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid;

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1, onder a, van het Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2019 aan de managers verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de senior selectiefunctionarissen, ten aanzien van de aangelegenheden die de Divisie Individuele Zaken betreffen, voor het nemen van beslissingen aangaande:

• a. machtigingen voor verlof en machtigingen voor een scholings- en trainingsprogramma op grond van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, en strafonderbreking op grond van artikel 77j van het Wetboek van Strafrecht;

• b. verlof op grond van de Penitentiaire beginselenwet en strafonderbreking op grond van artikel 570b van het Wetboek van Strafvordering;

• c. het tijdelijk verlaten van de inrichting op grond van artikel 39 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES juncto artikel 31 en 34 Huishoudelijk reglement penitentiaire inrichtingen BES en artikel 2 tot en met 9 van de Verlofregeling BES;

• d. strafonderbreking op grond van artikel 38 Wet beginselen gevangeniswezen BES.

Artikel 2

Van het ingevolge artikel 1, onder a, van het Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2019 aan de managers verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de selectiefunctionarissen, ten aanzien van de aangelegenheden die de Divisie Individuele Zaken betreffen, voor het nemen van beslissingen aangaande:

• a. plaatsing en overplaatsing op grond van artikelen 15 en 15a Penitentiaire beginselenwet;

• b. de bezwaar- en verzoekschriftprocedure op grond van artikelen 17 en 18 Penitentiaire beginselenwet;

• c. ordemaatregelen op grond van artikel 25 Penitentiaire beginselenwet;

• d. controle en geweldgebruik op grond van artikel 35 Penitentiaire beginselenwet;

• e. disciplinaire straffen op grond van artikel 52 Penitentiaire beginselenwet;

• f. beroep inzake plaatsing, overplaatsing en deelname aan een penitentiair programma op grond van artikel 72 Penitentiaire beginselenwet;

• g. vertegenwoordiging op grond van artikel 75 Penitentiaire beginselenwet.

Artikel 3

Van het krachtens dit besluit verleende ondermandaat, wordt geen ondermandaat verleend.

Artikel 4

Het Mandaatbesluit manager Divisie Individuele Zaken 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit manager Divisie Individuele Zaken 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De manager Divisie Individuele Zaken, A.M. Nijstad

TOELICHTING

Met het Mandaatbesluit midden manager Divisie Individuele Zaken 2016 is door de midden manager aan de senior selectiefunctionarissen van de Divisie Individuele Zaken al de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen die kunnen leiden tot een verblijf buiten de inrichting van gedetineerden of jeugdigen (ondermandaat).

Het gaat hierbij om beslissingen over machtigingen voor verlof en machtigingen voor een scholings- en trainingsprogramma op grond van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en beslissingen over strafonderbreking op grond van het Wetboek van Strafrecht, en beslissingen over verlof op grond van de Penitentiaire beginselenwet en strafonderbreking op grond van het Wetboek van Strafvordering. In 2018 is het Mandaatbesluit aangepast omdat het onderscheid tussen de midden manager en de operationeel manager is vervallen, en er nog slechts sprake was van de manager Divisie Individuele Zaken. In dat mandaatbesluit is tevens de bevoegdheid verleend aan de senior selectiefunctionarissen voor het werkproces ‘Doorplaatsing’ inzake de BES-eilanden, tot het nemen van beslissingen over het tijdelijk verlaten van de inrichting en strafonderbreking.

Indien sprake is van mogelijk gevoelige zaken, pleegt de senior selectiefunctionaris afstemming met de manager en wordt desgewenst de bewindspersoon geïnformeerd voordat een beslissing wordt genomen.

De senior selectiefunctionarissen zijn niet bevoegd verder ondermandaat te verlenen.

Beslissingen tot beëindiging van de maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (artikel 5, Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994,) beëindiging van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met het oog op repatriëring van een vreemdeling naar het land van herkomst (artikel 38la, Wetboek van Strafrecht) en beëindiging van de ISD-maatregel (artikel 38u, Wetboek van Strafrecht) zijn voorbehouden aan de directeur van de Divisie Individuele Zaken.

Met inwerkingtreding van de Wet forensische zorg op 1 januari 2019 zijn de geattribueerde bevoegdheden van de selectiefunctionaris in de Penitentiaire beginselenwet komen te vervallen en toegewezen aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Door dit nieuwe mandaatbesluit heeft dit geen gevolgen voor de feitelijke werkzaamheden van de selectiefunctionaris. De selectiefunctionaris oefent zijn werkzaamheden voortaan uit op basis van mandaat in plaats van attributie.

De selectiefunctionarissen zijn niet bevoegd verder ondermandaat te verlenen.

Dit mandaatbesluit heeft geen betrekking op de thans geattribueerde bevoegdheden van de selectiefunctionarissen op grond van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.

De manager Divisie Individuele Zaken, A.M. Nijstad