Besluit van de directeur Divisie Individuele Zaken van 12 februari 2019, nr. 2500288, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de onder de directeur Divisie Individuele Zaken ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2019)

De directeur Divisie Individuele Zaken,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid;

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1, onder b, van het Mandaatbesluit plv hoofddirecteur DJI 2015 aan de directeur Divisie Individuele Zaken verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die de Divisie Individuele Zaken betreffen, ondermandaat verleend aan:

de managers van de Divisie Individuele Zaken voor de werkprocessen:

  • Internationale Overdracht Strafvonnissen;

  • Verblijf Buiten de Inrichting;

  • Eerste Plaatsing;

  • Doorplaatsing;

  • Bezwaar en Beroep;

  • Verlenging;

  • Front office.

Artikel 2

Aan de directeur Divisie Individuele Zaken is voorbehouden:

  • a. het verlenen van ondermandaat van het krachtens dit besluit verleende ondermandaat, met uitzondering van het verlenen van ondermandaat betreffende het nemen van beslissingen:

    • 1. in het werkproces Verblijf buiten de inrichting, op grond van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Penitentiaire beginselenwet, artikel 77j van het Wetboek van strafrecht en artikel 570b van het Wetboek van strafvordering;

    • 2. in het Werkproces Doorplaatsing, op grond van artikel 39 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES juncto artikel 31 en 34 Huishoudelijk reglement penitentiaire inrichtingen BES, artikel 2 tot en met 9 van de Verlofregeling BES en op grond van artikel 38 Wet beginselen gevangeniswezen BES;

    • 3. in de werkprocessen Eerste Plaatsing, Doorplaatsing en Bezwaar en Beroep op grond van artikelen 15, 15a, 17, 18, 25, 35, 52, 72 en 75 Penitentiaire beginselenwet;

  • b. de beslissing tot beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;

  • c. de beslissing tot beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders;

  • d. de beslissing tot beëindiging van de maatregel terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.

Artikel 3

Het Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De directeur Divisie Individuele Zaken, A.J.F.M. Warffemius

TOELICHTING

Met het Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2015, is door de directeur van de Divisie Individuele Zaken DJI aan de midden managers en operationeel managers binnen de Divisie Individuele Zaken de bevoegdheid verleend om namens de Minister of de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen (ondermandaat). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen het mandaat van de midden managers en de operationeel managers, in die zin dat de operationeel managers geen bevoegdheden hebben gekregen voor de werkprocessen Verblijf buiten de inrichting en Internationale overdracht strafvonnissen.

Op het voorbehoud voor het verlenen van ondermandaat zijn in het Mandaatbesluit van 17 mei 2016 uitzonderingen gecreëerd betreffende het nemen van beslissingen in het werkproces Verblijf buiten de inrichting op grond van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Penitentiaire beginselenwet, artikel 77j van het Wetboek van strafrecht en artikel 570b van het Wetboek van strafvordering. In dit Mandaatbesluit is tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om de beslissing tot beëindiging van de ISD-maatregel, onder de aan de directeur van de Divisie Individuele Zaken voorbehouden beslissingen te brengen. Door een andere verdeling van de werkprocessen onder het management binnen de Divisie Individuele Zaken, is het onderscheid tussen het mandaat van midden managers en operationeel managers opgeheven. Op 1 februari 2018 is het Mandaatbesluit hierop aangepast waarmee het onderscheid in bevoegdheid tussen midden manager en operationeel manager is komen te vervallen. Thans wordt alleen nog de term ‘manager’ gebruikt.

In het Mandaatbesluit van 1 februari 2018 is tevens voor het werkproces ‘Doorplaatsing’ inzake de BES-eilanden de mogelijkheid van verlening van ondermandaat gecreëerd voor de volgende beslissingen:

  • tijdelijk verlaten van het gesticht, zoals geregeld in artikel 39 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES, in samenhang met artikel 31 en 34 van het Huishoudelijk reglement penitentiaire inrichtingen BES en de artikelen 2 tot en met 9 van de Verlofregeling BES;

  • onderbreking van de straf zoals geregeld in artikel 38 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES.

Met inwerkingtreding van de Wet forensische zorg op 1 januari 2019 zijn de geattribueerde bevoegdheden van de selectiefunctionaris in de Penitentiaire beginselenwet komen te vervallen en toegewezen aan de Minister van Justitie en Veiligheid. In dit nieuwe Mandaatbesluit worden de uitzonderingen op het voorbehoud voor het verlenen van ondermandaat van het krachtens dit besluit verleende ondermandaat uitgebreid met deze voormalige bevoegdheden van de selectiefunctionaris in de Penitentiaire beginselenwet. Voortaan is ondermandaat door de managers van de desbetreffende werkprocessen ook mogelijk met betrekking tot de voormalige geattribueerde bevoegdheden van de selectiefunctionaris in de Penitentiaire beginselenwet.

Dit mandaatbesluit heeft geen betrekking op de thans geattribueerde bevoegdheden van de selectiefunctionarissen op grond van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.

De directeur Divisie Individuele Zaken, A.J.F.M. Warffemius

Naar boven