Call for proposals Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

2019 2de ronde

Den Haag/Utrecht, februari 2019

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Inhoud

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

2

 

1.3

Geldigheidsduur call for proposals

2

2

Doel

2

3

Richtlijnen voor aanvragers

3

 

3.1

Wie kan aanvragen

3

 

3.2

Wat kan worden aangevraagd

3

 

3.3

Wanneer kan worden aangevraagd

5

 

3.4

Het opstellen van de aanvraag

5

 

3.5

Subsidievoorwaarden

5

 

3.6

Het indienen van een aanvraag

7

4

Beoordelingsprocedure

7

 

4.1

Procedure

7

 

4.2

Criteria

8

 

4.3

Commissie

8

5

Contact en overige informatie

9

 

5.1

Contact

9

6

Bijlage(n)

9

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

In opdracht van de Stichting tot Steun VCVGZ (Vereniging tot Christelijke Verzorging van Geestes- en Zenuwzieken) is in 2014 aan de Universiteit van Amsterdam een studie verricht naar de behoefte aan onderzoek naar de maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met een autismespectrumstoornis en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen. Deze studie had als doel om te bepalen of een onderzoeksprogramma dergelijk onderzoek moet stimuleren, en zo ja, welke onderzoeksgebieden de meeste prioriteit verdienen. De onderzoekers (Scheeren & Geurts) hebben een systematisch literatuuronderzoek verricht en hebben een inventarisatie gemaakt van onderzoeksonderwerpen en – vragen die volgens onderzoekers/clinici en mensen met een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen van belang zijn. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in een rapport (zie hoofdstuk 6, bijlage).

Op basis van het systematische literatuuronderzoek zijn aanzienlijke lacunes gevonden in het onderzoek naar de twee doelgroepen.

  • Er is een dringende behoefte aan onderzoek naar de woonomstandigheden, woonbehoeften en de effectiviteit van verschillende vormen van huisvesting voor beide groepen.

  • Er is nog weinig onderzoek verricht naar de vrije tijdsbesteding van deze doelgroepen of naar effectieve methoden om dit te verbeteren.

  • Er is nog onvoldoende bekend wat de beeldvorming in de Nederlandse samenleving is betreffende mensen met een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen en wat effectieve programma’s zijn om mogelijke stigmatisering tegen te gaan.

Tot slot is een uitwisseling van kennis tussen o.a. onderzoekers en clinici met expertise op het gebied van autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen waardevol voor toekomstig onderzoek.

Mensen met stoornissen in het autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen ervaren vaak ernstige beperkingen in maatschappelijk functioneren. Men heeft doorgaans specifieke woonbehoeften waarbij structuur, voorspelbaarheid en het voorkomen van overprikkeling een belangrijke rol kunnen spelen. Daarnaast geldt dat de behoefte aan sociale relaties en ook de aard van dagbesteding een specifiek karakter kunnen hebben. Tot slot kunnen deze mensen onder invloed van hun symptomen, gedrag vertonen dat ze gevoeliger maakt voor stigmatisering en uitsluiting, ook door hun directe (woon)omgeving.

De Stichting tot Steun VCVGZ heeft daarom in samenwerking met NWO besloten het onderzoeksprogramma ‘Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose’ op te zetten met als hoofddoel het stimuleren van innovatief onderzoek naar interventies op het gebied van a) wonen, en b) vrije tijdsbesteding, en c) beeldvorming over mensen uit beide doelgroepen. Daarnaast dienen studies die in aanmerking komen voor subsidie bij te dragen aan de maatschappelijke integratie en/of kwaliteit van leven van mensen met een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen.

Onder autismespectrumstoornissen vallen de DSM-IV classificaties autistische stoornis, stoornis van Asperger, desintegratiestoornis van de kinderleeftijd, stoornis van Rett, en pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven (PDD- NOS) alsook de overkoepelende DSM-5 diagnose autismespectrumstoornis. Onder schizofreniespectrum en/of andere psychotische stoornissen vallen de DSM-IV diagnoses schizofrenie, schizofreniforme stoornis, schizo affectieve stoornis, waanstoornis, kortdurende psychotische stoornis, gedeelde psychotische stoornis, psychotische stoornis als gevolg van middelengebruik, psychotische stoornis door een lichamelijke aandoening, psychotische stoornis niet anderszins omschreven, alsook de DSM-5 diagnoses schizotypische persoonlijkheidsstoornis, andere gespecificeerde schizofreniespectrumstoornis (of andere psychotische stoornis) en ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis (of andere psychotische stoornis).

1.2 Beschikbaar budget

Het beschikbare budget voor het gehele programma is 3,8 miljoen euro en is beschikbaar gesteld door de Stichting Tot Steun CVGZ. Voor deze tweede ronde is een bedrag van 1,8 miljoen euro beschikbaar. Per project kan max. 350.000 euro worden aangevraagd.

1.3 Geldigheidsduur call for proposals

De deadline voor het indienen van aanvragen is 6 juni 2019, om 14:00 uur CE(S)T.

2 Doel

Het hoofddoel van het onderzoeksprogramma ‘Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose’ is het bevorderen van kwalitatief hoogstaand onderzoek naar interventies op gebied van a) wonen, b) vrije tijdsbesteding en c) beeldvorming van mensen met autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen.

Onderzoek met een sterke relevantie voor en toepasbaarheid in de praktijk wordt in deze tweede ronde nadrukkelijk aangemoedigd en dient een solide theoretische of wetenschappelijke basis te hebben. Van indieners wordt verwacht dat zij daarbij gebruikmaken van bestaande databases en informatie van kenniscentra om te onderbouwen (bijvoorbeeld Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Nederlands Jeugdinstituut).

Doelgroep

Onderzoek dat in aanmerking komt voor subsidie dient gericht te zijn op adolescenten (12 jaar of ouder) of volwassenen (gehele volwassen levensduur) met een klinische diagnose van een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen. Het onderzoeksprogramma is uitdrukkelijk niet gericht op kinderen jonger dan 12 jaar.

Het onderzoeksprogramma stimuleert nadrukkelijk onderzoek dat bijdraagt aan de maatschappelijke integratie of kwaliteit van leven van beide doelgroepen.

De subsidieaanvragen dienen uitsluitend betrekking te hebben op de ontwikkeling, implementatie en effectiviteitstoetsing van interventies op gebied van wonen, vrije tijd, of beeldvorming over mensen met een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen.

Voorbeelden van relevante onderzoeksvragen zijn:

  • Hoe is de afstemming tussen woonbehoeften en woonaanbod voor (een van) beide doelgroepen?

  • Welke invloed heeft begeleid wonen op de kwaliteit van leven en zelfstandige vaardigheden van mensen van (een van) beide doelgroepen?

  • Welke behoeften hebben mensen met autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen op het gebied van vrije tijdsbesteding?

  • Op welke wijze kunnen mensen met een autismespectrum stoornis en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen het beste geholpen worden om eigen regie te houden over ondersteuning (op het gebied van wonen en vrije tijdsbesteding)?

  • Wat is het effect van een interventie gericht op vrije tijdsbesteding op (de tevredenheid van) mensen met een autismespectrum stoornis en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen?

  • Wat is de beeldvorming door relevante derden (bijvoorbeeld buurtbewoners, hulpverleners) over mensen met een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen?

  • Wat is de effectiviteit van programma’s die de beeldvorming of stigmatisering van mensen met een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen proberen te beïnvloeden?

3 Richtlijnen voor aanvragers

3.1 Wie kan aanvragen

Hoogleraren, universitair (hoofd)docenten en andere onderzoekers1 met een vergelijkbare aanstelling kunnen een aanvraag indienen als zij:

  • in dienst zijn (i.e. een bezoldigde aanstelling hebben) bij één van de onderstaande organisaties:

    • o Nederlandse universiteiten

    • o KNAW- en NWO-instituten;

    • o het Nederlands Kanker Instituut;

    • o het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;

    • o onderzoekers van de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;

    • o NCB Naturalis;

    • o Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);

    • o Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie.

  • én een dienstverband (aanstellingsduur) hebben voor ten minste de looptijd van het onderzoek waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Personeel met een 0-uren aanstelling is uitgesloten van indiening.

Een aanvraag kan worden ingediend door een hoogleraar of een gepromoveerde onderzoeker die is verbonden aan een Nederlandse universiteit, dan wel een NWO- of een KNAW-instituut of NWO-erkende instelling.

Aanvragers dienen gedurende de periode waarover subsidie wordt gevraagd effectief betrokken te zijn bij het project waarop de aanvraag betrekking heeft. De instelling dient de aanvragers in de gelegenheid te stellen om gedurende de looptijd van het onderzoek voor een adequate begeleiding van het onderzoek zorg te dragen.

Een hoofdaanvrager kan slechts één voorstel indienen en kan niet ook medeaanvrager zijn bij een ander voorstel. Een medeaanvrager kan slechts één keer medeaanvrager zijn. De hoofdaanvrager is verantwoordelijk voor zowel de wetenschappelijke samenhang en de resultaten, als voor de financiële verantwoording.

De projectvoorstellen dienen ingediend en uitgevoerd te worden in samenwerking met een (of meerdere) instelling(en) waar mensen met autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen begeleid en/of behandeld worden. Deze voorwaarde geldt niet voor het onderzoek naar beeldvorming.

3.2 Wat kan worden aangevraagd

Modules

Bij het opstellen van een aanvraag maakt de aanvrager gebruik van zgn. modules. Deze bouwstenen, waarmee een aanvraag kan worden opgebouwd, zijn NWO-breed gestandaardiseerd:

  • Het domeinbestuur bepaalt de beschikbare modules, hun omvang en het aantal keer dat een module mag worden gestapeld, afhankelijk van de doelstelling van het instrument en de behoeften van het onderzoeksveld en eventuele stakeholders waarmee wordt samengewerkt.

  • De onderzoeker kiest vervolgens binnen dat kader welke combinatie van modules hij/zij nodig heeft om de onderzoeksvraag te beantwoorden, en in welke omvang.

Voor een aanvraag binnen deze ronde zijn de volgende modules beschikbaar.

Er is geen limiet op het aantal keren dat elke (sub)module mag worden aangevraagd, behoudens de beperkingen die geformuleerd zijn in de module teksten zelf.

  • Module 1a Promovendus/promovenda/PDEng/MD-PhD

De richtlijn is dat 1,0 fte promovendus voor 48 maanden of 0,8 fte voor 60 maanden aangevraagd kan worden. Indien voor de uitvoering van het voorgestelde onderzoek een afwijkende aanstellingsduur gewenst wordt, kan, mits goed gemotiveerd, van de richtlijn worden afgeweken (bijvoorbeeld PDEng 2 jaar of MD- PhD langer dan 4 jaar).

De salariskosten worden vergoed volgens de afspraken in het akkoord ‘Bekostiging wetenschappelijk onderzoek’ met de VSNU en zijn gebaseerd op de CAO van de Nederlandse universiteiten. De kosten zijn inclusief een eenmalige persoonsgebonden benchfee (k€ 5) ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker (onder meer de promotiekosten). Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn te vinden op http://www.nwo.nl/akkoordbekostigingen http://www.nwo.nl/salaristabellen.

  • Module 1b Postdoc

De richtlijn is dat voor de aanstelling van een postdoc gekozen kan worden voor een looptijd tussen 12 en 48 maanden met een minimale omvang van 0,5 fte. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte voor 12 maanden. Deze inzet kan wel over een langere of kortere periode gespreid worden, bijvoorbeeld over de gehele looptijd van het project.

Indien men een expertise gedurende kortere tijd wenst in te zetten staat hiervoor het materieel krediet ter beschikking.

De salariskosten worden vergoed volgens de afspraken in het akkoord ‘Bekostiging wetenschappelijk onderzoek’ met de VSNU en zijn gebaseerd op de cao van de Nederlandse universiteiten.

De door NWO gefinancierde projectmedewerker ontvangt bovenop de salariskosten een eenmalige persoonsgebonden benchfee (k€ 5) ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker. Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn te vinden op http://www.nwo.nl/akkoordbekostigingen http://www.nwo.nl/salaristabellen.

  • Module 1c Niet-wetenschappelijk Personeel (NWP)

NB Deze module kan alleen aangevraagd worden in combinatie met modules 1a en/of 1b.

Voor de aanstelling van niet-wetenschappelijk personeel, specifiek noodzakelijk voor het aangevraagde onderzoeksproject, kan in deze module maximaal € 100.000 aangevraagd worden. Het kan hier gaan om bijvoorbeeld student-assistenten, programmeurs, technisch assistenten, analisten etc. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte gedurende 12 maanden. De minimale aanstelling kan over een langere periode gespreid worden. Indien men een expertise gedurende kortere tijd wenst in te zetten staat hiervoor het materieel krediet ter beschikking.

De salariskosten zijn afhankelijk van het niveau en worden vergoed volgens de afspraken in het meest recente akkoord ‘Bekostiging wetenschappelijk onderzoek’ met de VSNU en zijn gebaseerd op de CAO van de Nederlandse universiteiten. Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn te vinden op http://www.nwo.nl/akkoordbekostigingen http://www.nwo.nl/salaristabellen.

  • Module 1f Overig WP

Budget voor overig wetenschappelijk personeel, zoals drs., ir., AIOS (arts in opleiding tot specialist), ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist), dat noodzakelijk is voor het aangevraagd onderzoeksproject. Deze module kan alleen aangevraagd worden in combinatie met module 1a en/of 1b. De aanstelling bij 1,0 fte is maximaal 48 maanden en bij deeltijd maximaal 60 maanden. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte gedurende 12 maanden. Deze inzet kan wel over een langere of kortere periode uitgesmeerd worden, bijvoorbeeld over de gehele looptijd van het project.

  • Module 2 Materieel

Aan materieel krediet kan maximaal € 15.000 per jaar per project worden aangevraagd, gespecificeerd naar de onderstaande drie categorieën:

Projectgebonden goederen/diensten
  • verbruiksgoederen (glaswerk, chemicaliën, cryogene vloeistoffen, etc.)

  • apparatuur en/of software (bijv. lasers, specialistische computers of computerprogramma's, etc.)

    Voor deze kleine apparatuur en/of software geldt dat het bedrag per aanvraag niet meer dan € 160.000 mag bedragen.

  • meet- en rekentijd (bijv. supercomputertoegang, etc.),

  • kosten voor aanschaf of gebruik van dataverzamelingen (bijv. CBS)

  • toegang tot grote (inter)nationale faciliteiten (bijv., cleanrooms, synchrotrons, datasets, etc.)

  • werk door derden (bijv. laboratoriumanalyses, dataverzameling, etc.)

  • personele kosten voor een kleinere omvang dan aangeboden in module 1.

Reis- en verblijfskosten (voor de medewerkers die in module 1 worden aangevraagd)
  • reis- en verblijfskosten (nationaal en internationaal)

  • congresbezoek (maximaal 2 per jaar)

  • veldwerk

  • werkbezoek

Uitvoeringskosten
  • zelf te organiseren binnenlands symposium/conferentie/workshop

  • kosten Open Access publiceren

  • kosten datamanagement

  • kosten werving (incl. advertentiekosten)

  • kosten voor vergunningaanvragen (bijv. dierproeven)

Niet aangevraagd kunnen worden:

  • Basisvoorzieningen binnen de instelling (bijvoorbeeld laptops, bureaus etc.)

  • Onderhouds- en verzekeringskosten

Indien het maximumbedrag van € 15.000 per jaar per fte wetenschappelijke positie niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden. Het maximumbedrag voor kleine apparatuur (€ 160.000) is hierop een uitzondering.

  • Module 3 Kennisbenutting

Het doel van deze module is het bevorderen van de benutting van de uit het onderzoek voortkomende kennis. De aangevraagde bijdrage mag niet hoger zijn dan € 25.000. Het aangevraagde bedrag moet gespecificeerd zijn.

3.3 Wanneer kan worden aangevraagd

De deadline voor het indienen van aanvragen is 6 juni 2019, om 14:00 uur CE(S)T.

Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste een paar dagen vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline wordeningediend, worden niet in behandeling genomen.

3.4 Het opstellen van de aanvraag

Aanvragen dienen in het Engels te worden opgesteld en worden alleen geaccepteerd wanneer het aanvraagformulier is gebruikt.

  • Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de webpagina van het betreffende financieringsinstrument).

  • Vul het aanvraagformulier in.

  • Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC.

  • Download het begrotingsformat en vul het in. Sla het format op als pdf en upload het in ISAAC (rubriek Overig).

3.5 Subsidievoorwaarden

Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2018 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.

Doelgroep

Onderzoek dat in aanmerking komt voor subsidie dient gericht te zijn op adolescenten (12 jaar of ouder) of volwassenen (gehele volwassen levensduur) met een klinische diagnose van een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen. Het onderzoeksprogramma is uitdrukkelijk niet gericht op kinderen jonger dan 12 jaar.

Samenwerking

Onderzoek dat in aanmerking komt voor een subsidie dient te voldoen aan minimaal twee van de onderstaande vormen van samenwerking:

  • 1. Samenwerking met ervaringsdeskundigen

    Aanvragers worden aangemoedigd om in hun subsidieaanvraag te laten zien of, en op welke manier, zij de ideeën en behoeften peilen van mensen met een diagnose van autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen in de verschillende fases van het onderzoek van hypothesevorming tot de interpretatie van onderzoeksresultaten. Als ervaringsdeskundigen actief betrokken worden in de totstandkoming, implementatie en interpretatie van wetenschappelijk onderzoek, dienen hiervoor financiële middelen te worden begroot in het budget. Dit geldt ook voor het opnemen van patiëntenverenigingen.

  • 2. Samenwerking met instelling of organisatie

    Studies naar wonen of vrije tijdsbesteding dienen ingebed te zijn -in of in hechte samenwerking plaats te vinden met- een instelling, school of organisatie waar mensen met een autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen begeleid en/of behandeld worden. Studies naar beeldvorming bij de beide doelgroepen hoeven niet noodzakelijk ingebed te zijn in een behandelsetting, omdat in deze studies doorgaans het beeld van de algemene bevolking onderzocht wordt.

  • 3. Samenwerking met ander onderzoeksveld

    Aanvragers wordt daarnaast gestimuleerd in hun subsidieaanvraag bevindingen of ideeën uit het andere onderzoeksveld, te weten autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen te raadplegen en te rapporteren. Dit is gebaseerd op de gedachte dat kruisbestuiving van kennis tussen onderzoeksvelden leidt tot meer vruchtbare onderzoekideeën.

Specifieke aanvullende voorwaarden
  • Reguliere zorgkosten vallen niet onder de subsidiemogelijkheden.

  • De hoofdaanvrager dient (als eerste, tweede of laatste auteur) twee (refereed) internationale artikelen op het desbetreffende onderzoeksterrein te hebben gepubliceerd in 2016, 2017 of 2018.

Open Access

Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk te zijn (Open Access). Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om Open Access te publiceren. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u op www.nwo.nl/openscience.

Datamanagement

Bij goed onderzoek hoort verantwoord datamanagement. NWO wil dat onderzoeksdata die voortkomen uit met publieke middelen gefinancierd onderzoek zo veel mogelijk ‘vrij’ en duurzaam beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO wil bovendien het bewustzijn bij onderzoekers over het belang van verantwoord datamanagement vergroten. Aanvragen dienen daarom te voldoen aan het datamanagementprotocol van NWO. Dit protocol bestaat uit twee stappen:

  • 1. Datamanagementparagraaf

    De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers dienen vier vragen te beantwoorden over datamanagement binnen hun beoogde onderzoeksproject. Hij of zij wordt dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al bij het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Onderzoekers kunnen zelf aangeven welke onderzoeksdata zij voor opslag en hergebruik relevant achten.

  • 2. Datamanagementplan

    Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Het datamanagementplan is een concrete uitwerking van de datamanagementparagraaf. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.

Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op:www.nwo.nl/datamanagement.

Nagoya Protocol

Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

3.6 Het indienen van een aanvraag

Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC- account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.

4 Beoordelingsprocedure

4.1 Procedure

Voor deze ronde wordt een aparte beoordelingscommissie samengesteld die de voorstellen zal beoordelen en advies zal uitbrengen aan de programmacommissie. De beoordelingscommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de criteria die in deze call zijn opgenomen, de beoordelingsrapporten van de referenten en het weerwoord van de aanvrager(s).

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO-code belangenverstrengeling van toepassing. Zie ook: www.nwo.nl/gedragscode.

De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden alle voorwaarden toegepast zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals. Alleen aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, zijn ontvankelijk en worden door NWO in behandeling genomen. Het bureau toetst de ontvankelijkheid van de aanvragen.

Voorselectie vindt alléén plaats indien het aantal aanvragen minimaal vier keer zo hoog is als het aantal te honoreren aanvragen. De reden voor voorselectie is dat bij een grote aanvraagdruk het aantal te raadplegen referenten te omvangrijk is en de kans van slagen voor veel kandidaten zeer gering is. Voorselectie gebeurt op basis van de vier selectiecriteria (zie paragraaf 4.2).

Bij voorselectie beoordeelt de beoordelingscommissie alle aanvragen en prioriteert deze naar kansrijkheid, zonder gebruik te maken van externe referenten. De minst kansrijke kandidaten krijgen bericht dat de commissie hen niet beoogt te selecteren voor verdere behandeling. Indien geen voorselectie plaatsvindt, worden alle aanvragen, mits ontvankelijk, naar twee externe referenten gestuurd. De referenten stellen een beoordelingsrapport op basis van de in deze call genoemde criteria op.

De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld op deze commentaren te reageren middels een weerwoord. De beoordelingscommissie stelt voor ieder van de aanvragen een beoordeling op, welke zal zijn gebaseerd op de aanvraag, de referentrapporten en het weerwoord. Daarnaast stelt de beoordelingscommissie een prioriteitsvolgorde op, welke een weerslag is van de beoordeling en waardering van ieder van de aanvragen. De beoordelingen en prioritering worden als advies aangeboden aan de programmacommissie. De programmacommissie toetst de gehanteerde procedure en neemt kennis van de resultaten van de procedure, mede in relatie tot het beschikbare budget. De programmacommissie legt vervolgens de beoordelingen en prioritering, met eventuele eigen bevindingen omtrent procedure, resultaat en budget, ter besluitvorming voor aan het domeinbestuur SGW. Het domeinbestuur SGW ten slotte besluit tot toekenning en afwijzing van de aanvragen.

NWO voorziet alle aanvragen van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekendgemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering. Om voor financiering in aanmerking te komen, dient een aanvraag ten minste de kwalificatie excellent/zeer goed/goed te krijgen.

Voor meer informatie over de kwalificaties zie: http://www.nwo.nl/kwalificaties.

Tijdpad

Het tijdpad ziet er als volgt uit:

6 juni 2019

Deadline indiening voorstellen Circa juli/augustus 2019 Raadplegen referenten

Circa september 2019

Inwinnen wederhoor indieners

Circa oktober 2019

Vergadering beoordelingscommissie

Circa november 2019

Advies beoordelingscommissie aan de programmacommissie

November 2019

Advies van programmacommissie aan domeinbestuur SGW Besluit door domeinbestuur SGW

December 2019

NWO informeert de indieners over het besluit

4.2 Criteria

  • 1. Aansluiting op het programma ‘Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose’ (telt mee voor 35%)

    • Belang van het onderzoek voor het programma.

    • Relevantie voor en aansluiting op de behoeften in de praktijk.

    • Meerwaarde voor de desbetreffende doelgroepen.

    • Samenwerking met de desbetreffende patiënten doelgroep/ patiëntenvereniging (geldt niet voor beeldvormingsonderzoek).

  • 2. Wetenschappelijke kwaliteit (telt mee voor 35%)

    • Heldere probleemstelling en heldere onderzoeksvragen.

    • Bijdrage aan nieuwe theorievorming en/of onderzoeksmethoden.

    • Toegevoegde waarde voor de begeleiding van mensen met autismespectrum en/of schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen op de terreinen van wonen en vrije tijdsbesteding, dan wel tot een aanpak of methode die stigmatisering van mensen met deze psychiatrische problematiek vermindert.

    • Doeltreffendheid van de aanpak.

    • Kwaliteit van het onderzoeksteam.

  • 3. Kennisbenutting (telt mee voor 20%)

    A. Toegevoegde waarde van de kennisbenutting

    • Is het beoogde doel van de kennisbenutting voldoende helder?

    • Wat is de kwaliteit en de toegevoegde waarde van de samenwerking – bijvoorbeeld, kwaliteit van de bestaande samenwerking, de mate waarin stakeholders worden betrokken, expertise, lange termijn perspectief van nieuwe samenwerkingsverbanden.

    • Op welke wijze is voortzetting van de valorisatie van kennis in de waardeketen geborgd.

    B. Doeltreffendheid en haalbaarheid van de aanpak

    • Welke stappen worden gezet om de kennis bruikbaar te maken voor derden?

    • Worden activiteiten ontplooid om de doelgroep te bereiken?

    • Is de voorgestelde aanpak adequaat?

    • Wordt het potentieel van het consortium optimaal benut?

    • Tot welke opbrengsten zullen de specifieke acties leiden?

    • Is de activiteit of het product geschikt voor en bruikbaar voor het gestelde doel en de doelgroep?

    Voor voorbeelden van kennisbenutting, zie www.nwo.nl/kennisbenutting.

  • 4. Budget (telt mee voor 10%)

    • Het aangevraagde bedrag moet redelijk zijn voor de uitvoering van het voorgestelde onderzoek. Verdeling over de personele en materiële posten moet zodanig zijn dat het onderzoek goed kan worden uitgevoerd.

    • Er moet ruimte in het budget zijn voor de samenwerkingen met ervaringsdeskundigen en/of met patiëntenverenigingen.

Prioritering

Aanvragen die gezien hun kwalificatie voor financiering in aanmerking komen, worden geprioriteerd als binnen het beschikbare budget niet al deze voorstellen kunnen worden gehonoreerd. De prioritering geschiedt binnen het kader van de hierboven genoemde beoordelingscriteria.

4.3 Commissie

De programmacommissie ‘Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose’ bestaat uit de volgende leden:

  • prof. dr. J.J.M. van Dijk (em. UvT)

  • prof. dr. H.M. Geurts (UvA)

  • prof. dr. E. van Leeuwen (em.RU)

  • prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen (UvT)

  • prof. dr. H. Nijman (RU)

  • prof. dr. W. van Tilburg (em. VU), voorzitter

5 Contact en overige informatie

5.1 Contact

5.1.1 Inhoudelijke vragen

Voor inhoudelijke vragen over ‘Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose’ en deze call for proposals neemt u contact op met:

  • Cécile Raat,

  • c.raat@nwo.nl,

  • tel. +31 (0)70 344 09 08.

5.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

6 Bijlage(n)

Het vooronderzoek dat is verricht door dr. Anke M. Scheeren en prof. dr. Hilde M. Geurts is als bijlage bij deze call for proposals gevoegd. www.nwo.nl/documents/magw/rapport-hilde-geurts


X Noot
1

In deze Call for Proposals worden met ‘onderzoekers’ zowel vrouwen als mannen aangeduid.

Naar boven