Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 15 februari 2019, nr. VO/1452915, houdende wijziging van de Regeling aanvullende bekostiging technisch vmbo 2018–2019 en de Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2023 in verband met het openstellen van de regeling voor voortgezet speciaal onderwijs en enkele technische wijzigingen

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 75a, 85a en 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikelen 127e, 155 en 157 van de Wet voortgezet onderwijs BES, artikelen 113 en 117 van de Wet op de expertisecentra en artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanvullende bekostiging technisch vmbo 2018–2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van ‘bevoegd gezag’ komt te luiden:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra of artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES;.

2. De begripsbepaling van ‘leerling’ komt te luiden:

leerling:

leerling als bedoeld in artikel 7 van het Bekostigingsbesluit WVO, artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC of artikel 2.1.2, onderdeel g, van het Uitvoeringsbesluit WEB, die op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de aanvullende bekostiging wordt verstrekt, als werkelijk schoolgaand op een school stond ingeschreven;.

3. De begripsbepaling van ‘school’ komt te luiden:

school:

school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 1 van Wet op de expertisecentra, artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES of een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;.

4. De begripsbepaling van ‘vmbo’ komt te luiden:

vmbo:

voorbereidend beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 10a van de Wet op het voortgezet onderwijs, middelbaar algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs, voorbereidend beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 17 van de Wet voortgezet onderwijs BES of middelbaar algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 15 van de Wet voortgezet onderwijs BES.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid vervalt ‘ambtshalve’.

2. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De Minister verstrekt de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, ambtshalve aan het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES of een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

  • 4. De Minister verstrekt de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, op aanvraag, aan het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van Wet op de expertisecentra. Het bevoegd gezag dient op uiterlijk 1 mei 2019 een aanvraag voor aanvullende bekostiging voor de kalenderjaren 2018 en 2019 in met gebruikmaking van het daarvoor beschikbaar gestelde formulier op de website www.duo.nl. Aanvragen ontvangen na 1 mei 2019 worden afgewezen.

C

Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onder b, wordt ‘$ 62.449,16 (USD)’ vervangen door ‘$ 54.212,91 (USD)’.

2. In het derde lid, onder c, wordt ‘$ 54.212,91 (USD)’ vervangen door ‘$ 62.449,16 (USD)’.

D

Artikel 7 komt te luiden:

  • 1. De Minister stelt de aanvullende bekostiging direct vast en betaalt het bedrag van de aanvullende bekostiging aan scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES of een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs ineens:

    • a. voor het kalenderjaar 2018: uiterlijk in september 2018; en

    • b. voor het kalenderjaar 2019: in maart 2019.

  • 2. De Minister stelt de aanvullende bekostiging direct vast binnen 4 maanden na ontvangst van de aanvraag en betaalt het bedrag van de aanvullende bekostiging aan een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, voor de kalenderjaren 2018 en 2019 uiterlijk in september 2019.

E

In artikel 8 wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, wat als volgt luidt:

  • 3. De ontvanger van de bekostiging toont op verzoek van de minister aan dat het aantal leerlingen op basis waarvan de bekostiging is ontvangen overeenkomt met het aantal leerlingen dat onderwijs heeft gevolgd in het technisch vmbo.

F

In artikel 9, derde lid, wordt na ‘de Wet voortgezet onderwijs BES’ ingevoegd ‘, alsmede op de artikelen 113 en 117 van de Wet op de expertisecentra’.

ARTIKEL II

Artikel 2.3, tweede lid, van de Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2023 komt te luiden:

  • 2. Het subsidiebedrag per leerling voor zover het de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg betreft, is € 15.895,-, en voor zover het de gemengde leerweg betreft, € 7.947,50 per leerling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Door middel van deze wijzigingsregeling ontvangen ook scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) aanvullende bekostiging ter verbetering van het technisch onderwijs. Hiervoor gelden dezelfde argumenten als voor het reguliere vmbo: scholen hebben middelen nodig om de benodigde inventaris aan te schaffen en/of docenten aan te nemen. Het gaat er uiteindelijk om dat schoolbesturen de basale benodigdheden voor het technisch vmbo kunnen blijven bekostigen, ook in tijden van snelle technologische ontwikkelingen, verscherpte eisen rondom veiligheid en milieu en leerlingendaling.

Vso-scholen komen in aanmerking voor aanvullende bekostiging op basis van het aantal leerlingen dat onderwijs volgt in het uitstroomprofiel vervolgonderwijs binnen het vmbo op één van de drie technische profielen (Produceren, Installeren en Energie; Bouwen, Wonen en Interieur; Mobiliteit en Transport). Omdat deze gegevens niet eenduidig herleidbaar zijn uit BRON, is het nodig dat vso-scholen deze aantallen leerlingen afzonderlijk melden aan DUO. Om die reden is ervoor gekozen om deze aanvullende bekostiging niet ambtshalve toe te kennen, maar op basis van een aanvraag vanuit de school met het aantal technische leerlingen.

Wat betreft de bedragen voor het vso zijn deze gelijk aan de bedragen die gehanteerd worden voor de reguliere vmbo-scholen. De aanvullende bekostiging is in 2018 al toegekend aan de reguliere vmbo scholen. De vso-scholen ontvangen deze alsnog in 2019.

Naast de toevoeging van het voortgezet speciaal onderwijs wordt er met deze wijzigingsregeling nog twee andere wijzigingen doorgevoerd:

  • 1. De bedragen voor de Gwendoline van Putten School en de Saba Comprehensive School voor 2019 zijn abusievelijk verwisseld. Dit wordt met deze wijzigingsregeling hersteld.

  • 2. In de Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020-2023 wordt verduidelijkt dat voor de berekening van het maximale subsidiebedrag dat een regio kan aanvragen, het aantal techniekleerlingen in de gemengde leerweg van het vmbo voor de helft van het bedrag meetelt dat voor de techniekleerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg wordt gehanteerd.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven