Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 11 februari 2019, nr. 1370462, tot wijziging van de Subsidieregeling curriculumontwikkeling leraren en schoolleiders po en vo in verband met het verlengen van de subsidieperiode

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling curriculumontwikkeling leraren en schoolleiders po en vo wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘28 februari 2019’ vervangen door ‘1 augustus 2019’, en wordt een zin toegevoegd luidende: ‘De minister kan bepalen dat de activiteiten uiterlijk worden uitgevoerd voor 17 oktober 2019; dit leidt niet tot wijziging van de hoogte van de subsidiebedragen.’

B

In artikel 4 wordt ‘€ 4,2 miljoen’ vervangen door ‘4,2 miljoen in 2018 en € 3,536 miljoen in 2019’.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt ‘het subsidiebedrag’ telkens vervangen door ‘het subsidiebedrag voor het vervangen van een leraar of schoolleider tot 1 februari 2019’.

2. Na het tweede lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Per individu van een ontwikkelteam bedraagt het subsidiebedrag vanaf 1 februari 2019:

    Leraar primair onderwijs

    € 9.243

    Schoolleider primair onderwijs

    € 11.344

    Leraar voortgezet onderwijs

    € 11.217

    Schoolleider voortgezet onderwijs

    € 12.941

  • 4. Per ontwikkelschool per leergebied bedraagt het subsidiebedrag vanaf 1 februari 2019:

    Primair onderwijs

    € 22.797

    Voortgezet onderwijs

    € 27.352

D

Artikel 9 komt te luiden:

  • 1. De subsidie voor het vervangen van een leraar of schoolleider tot 1 februari 2019 wordt direct vastgesteld en in één keer betaald voor 1 juli 2018.

  • 2. De subsidie voor het vervangen van een leraar of schoolleider voor de vervanging vanaf 1 februari 2019 wordt direct vastgesteld en in één keer betaald voor 1 mei 2019.

  • 3. Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichting is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

E

Na artikel 9 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a. Overgang bevoegd gezag

  • 1. Indien een leraar of schoolleider, die activiteiten verricht als bedoeld in artikel 2, uit dienst treedt van het bevoegd gezag dat de subsidie heeft ontvangen en in dienst treedt van een ander bevoegd gezag, kan de minister de subsidie vanaf 1 februari 2019 verstrekken aan dat andere bevoegd gezag, voor zover:

    • a. het bevoegd gezag waar de leraar of schoolleider uit dienst is getreden, melding maakt dat de leraar of schoolleider niet langer in dienst is;

    • b. het bevoegd gezag waar de leraar of schoolleider in dienst is getreden hiervan een verzoek doet; en

    • c. de leraar of schoolleider de activiteiten blijft uitvoeren.

  • 2. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing op de aanvraag van het bevoegd gezag waar de leraar of schoolleider in dienst is getreden.

F

In artikel 12, tweede lid, wordt ‘1 augustus 2019’ vervangen door ‘1 augustus 2020’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

De mogelijkheid om subsidie te krijgen voor het vervangen van een leraar of schoolleider op grond van de Subsidieregeling curriculumontwikkeling leraren en schoolleiders po en vo (hierna: de regeling) wordt verlengd tot 1 augustus 2019 (de minister kan bepalen dat de activiteiten uiterlijk worden uitgevoerd voor 17 oktober 2019; dit leidt niet tot wijziging van de hoogte van de subsidiebedragen). De bedragen voor de verlengingsperiode in 2019 zijn tot stand gekomen door de gemiddelde tarieven te hanteren van de regelingen gemiddelde personeelslasten po en vo 2018 -2019 en deze te vermenigvuldigen met het aantal verwachte uren per individu in een ontwikkelteam.

Sinds begin 2018 buigen 125 leraren, 18 schoolleiders en ruim 80 scholen zich over de vraag wat leerlingen in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo) moeten kennen en kunnen. Met de opbrengst van dit ontwikkelproces wordt het curriculum in het funderend onderwijs vernieuwd. Het beleidsdoel is om te komen tot een herijking van de kerndoelen en eindtermen voor het primair en voortgezet onderwijs, die meer houvast voor leraren en scholen in de onderwijspraktijk bieden.

De deelnemers aan deze curriculumherziening worden gedeeltelijk vrijgesteld en vervangen. Hiervoor is de regeling ingesteld. Een bevoegd gezag wordt financieel gecompenseerd voor deelname van een leraar of schoolleider aan een ontwikkelteam of voor deelname van een school als ontwikkelschool ten behoeve van de landelijke curriculumherziening in po en vo.

De opbrengsten van de ontwikkelteams per leergebied worden in het voorjaar van 2019 afgerond en openbaar gemaakt. Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat er vervolgens tijd wordt genomen om het geheel aan opbrengsten met het onderwijsveld te bespreken, ook om daarmee de bekendheid en betrokkenheid te vergroten. Tevens kunnen de ontwikkelteams in deze periode de samenhang tussen de leergebieden versterken en waar nodig de bouwstenen verder aanscherpen. De ontwikkelteams en ontwikkelscholen vervullen hier een essentiële rol. In de toelichting van de huidige subsidieregeling is opgenomen dat de gesubsidieerde activiteiten tot en met januari 2019 verricht moeten worden. Daarom wordt de Subsidieregeling curriculumontwikkeling po en vo verlengd.

Omdat de subsidiebeschikkingen voor vervanging van een leraar of schoolleider tot 1 februari 2019 op grond van artikel 9 al zijn vastgesteld, krijgen alle subsidieontvangers een gewijzigde vaststellingsbeschikking. Hierover zijn zij vooraf geïnformeerd. De betaling van het resterende bedrag voor de periode vanaf 1 februari 2019 geschiedt eveneens ineens.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven