Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 februari 2018, nr. WJZ /16056394, houdende regels met betrekking tot subsidiëring van de kosten van sloop en ombouw nertsenhouderijen (Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 3, tweede en derde lid, 7, tweede en derde lid, 11, 14, eerste lid, en 15, van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij, en op de artikelen 19 en 50 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definitie

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij;

grote onderneming:

onderneming als bedoeld in artikel 2, punt 26, van verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L193);

vierkante meter:

oppervlakte van een vierkante meter waarop en waaronder de sloopwerkzaamheden worden verricht.

HOOFDSTUK 2. SLOOP

Artikel 2 Subsidie voor sloop

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, is:

    • a. € 6 per vierkante meter voor de sloop van een gebouw of bouwwerk, indien het gebouw of bouwwerk geen staalconstructie bevat;

    • b. € 2 per vierkante meter voor de sloop van een gebouw of bouwwerk, indien het gebouw of bouwwerk een staalconstructie bevat;

    • c. € 1,50 per vierkante meter voor de sloop van de betonnen of geasfalteerde erfverharding rondom de nertsenhouderij.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van het besluit, is € 95.000.

Artikel 3 Subsidie voor sloop met asbestverwijdering

  • 1. De bedragen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden verhoogd met:

    • a. € 3,70 voor de sloop van asbesthoudende daken, dakgoten of gevelplaten van een gebouw of bouwwerk;

    • b. € 17,50 voor de sloop van andere asbesthoudende delen van een gebouw of bouwwerk dan genoemd in onderdeel a.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 3, derde lid, van het besluit, is € 120.000.

HOOFDSTUK 3. OMBOUW

Artikel 4 Subsidie voor ombouw

Het bedrag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het besluit, is € 95.000.

Artikel 5 Subsidie voor ombouw met asbestverwijdering

Het bedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het besluit, is € 120.000.

Artikel 6 De-minimisverklaring

Bij een aanvraag van subsidie als bedoeld in artikel 10 van het besluit overlegt de nertsenhouder een de-minimisverklaring als bedoeld in artikel 6 van verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 VWEU van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L352/1).

HOOFDSTUK 4. BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE SUBSIDIEVERSTREKKING KRACHTENS HOOFDSTUKKEN 2 EN 3

Artikel 7 Hoogte subsidie bij samenloop sloop en ombouw

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het besluit, is € 95.000.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 11, tweede lid, van het besluit, is € 120.000.

Artikel 8 Aanvraag

Bij de aanvraag wordt ten minste de volgende informatie verstrekt:

  • a. gegevens over de aanvrager, waaronder het nummer waaronder de onderneming geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres, en het rekeningnummer;

  • b. gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

  • c. een verklaring of sprake is van een grote onderneming;

  • d. gegevens over de sloop- dan wel ombouwactiviteiten, waaronder:

    • 1°. een projectplan;

    • 2°. een begroting;

    • 3°. het bouwjaar van de te slopen of om te bouwen gebouwen of bouwwerken;

    • 4°. adresgegevens van de plaats of plaatsen;

  • e. indien bij de sloop of ombouw asbest wordt verwijderd, een asbestinventarisatierapport van een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat als bedoeld in artikel 4.54d, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, onder vermelding van het nummer dat is toegewezen in het landelijk asbestvolgsysteem;

  • f. een verklaring dat de aanvrager over de juiste vergunningen beschikt voor de sloop of ombouw.

Artikel 9 Aanvraag door een grote onderneming

Onverminderd artikel 8 wordt bij de aanvraag door een grote onderneming de volgende informatie verstrekt:

  • a. een door bewijsstukken ondersteunde beschrijving van de situatie waarin geen steun zou worden verleend;

  • b. een bedrijfsplan waaruit blijkt naar welke agrarische sector zij ombouwt,

  • c. een beschrijving waaruit blijkt hoe de subsidie wordt ingezet in het nieuwe landbouwbedrijf, en

  • c. de boekhouding van het nieuw op te richten landbouwbedrijf.

HOOFDSTUK 5. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 10 Aanwijzing toezichthouders

Als ambtenaren als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het besluit, worden aangewezen de ambtenaren van:

  • a. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

  • b. de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, en

  • c. de Auditdienst Rijk.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het besluit in werking treedt.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Deze ministeriële regeling strekt ter uitwerking van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij (hierna: het besluit) dat is vastgesteld op grond van de Wet verbod pelsdierhouderij (hierna: de wet).

De wet verbiedt het houden, doden of doen doden van een dier dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gehouden ter verkrijging van diens pels. In het kader van de regulering van het eigendomsrecht, bedoeld in artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM, voorziet de wet in flankerende maatregelen. Zo geldt voor nertsenhouders die op 15 januari 2013 een nertsenhouderij hadden een overgangstermijn waardoor zij – onder bepaalde voorwaarden – hun bedrijf kunnen voortzetten tot 1 januari 2024. Hiernaast bepaalt artikel 7, eerste lid, van de wet, dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over een tegemoetkoming in de kosten van sloop of ombouw van gebouwen die als gevolg van het verbod hun functie verliezen. In het besluit is bepaald dat nertsenhouders die vóór het verstrijken van de overgangstermijn willen stoppen met hun bedrijf subsidie kunnen aanvragen voor het slopen of ombouwen van hun gebouwen.

De subsidiebedragen die de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ten hoogste kan verstrekken voor sloop, ombouw, of voor samenloop van sloop en ombouw, worden op grond van het besluit bij ministeriële regeling bepaald. Deze regeling voorziet hierin. Daarnaast is in deze regeling uitgewerkt welke informatie moet worden aangeleverd bij het indienen van een subsidieaanvraag, en zijn de ambtenaren aangewezen die toezien op de naleving van de voorschriften van het besluit en deze ministeriële regeling.

2. Subsidie voor sloop

2.1 Bedragen subsidie voor sloop

Van sloop is sprake als de gebouwen, bouwwerken en betonnen of geasfalteerde erfverharding die behoorden tot de nertsenhouderij verwijderd worden, zoals het geheel of gedeeltelijk verwijderen van muren of daken, en het verwijderen van asbest. Op grond van artikel 3, tweede lid, van het besluit, bedraagt de subsidie ten hoogste een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag per vierkante meter en ten hoogste een bedrag per plaats. Dit betekent dat in een concreet geval niet meer subsidie kan worden verstrekt dan het maximumbedrag per plaats van 95.000 euro of, indien dat lager is, het maximumbedrag dat volgt uit de vermenigvuldiging van het aantal vierkante meters met het bedrag per vierkante meter.

Als maxima per vierkante meter zijn in artikel 2, eerste lid, van deze regeling, drie bedragen bepaald die zijn gebaseerd op onderzoek van LEI Wageningen Economic Research naar de kosten van sloop en ombouw van nertsenhouderijen1.

De eerste twee bedragen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, van deze regeling, hebben betrekking op de sloop van gebouwen en bouwwerken. Voor gebouwen en bouwwerken die een staalconstructie bevatten, is in artikel 2, onderdeel b, een lager maximumbedrag bepaald dan in artikel 2, onderdeel a, is bepaald voor gebouwen en bouwwerken zonder staalconstructie, omdat de verkoop van het bij de sloop verwijderde staal de totale kosten voor sloop verlaagt. Als derde bedrag is in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, een maximumbedrag per vierkante meter bepaald voor de sloop van betonnen of geasfalteerde erfverharding.

2.2 Verhoging bedragen subsidie voor sloop met asbestverwijdering

In artikel 3, eerste lid, van deze regeling, zijn bedragen bepaald waarmee de bedragen per vierkante meter, bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden verhoogd voor de sloop van asbesthoudende gebouwen of bouwwerken. Deze bedragen zijn gebaseerd op marktprijzen voor het verwijderen van asbest. Hiernaast is in artikel 3, tweede lid, een hoger maximumbedrag bepaald dat per plaats aan subsidie kan worden verstrekt als bij de sloop asbest wordt verwijderd. Het maximumbedrag per plaats met asbestverwerking is daardoor € 120.000 in plaats van € 95.000.

In artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van deze regeling, is een bedrag bepaald waarmee het maximumbedrag per vierkante meter wordt verhoogd wanneer sprake is van zogenaamd ‘buitenasbest’. In dit geval gaat het om de sloop van asbesthoudende daken, dakgoten of gevelplaten. Hiernaast is in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, een bedrag bepaald voor de verwijdering van asbest op andere plaatsen dan in daken, dakgoten of gevelplaten. Dit is asbest dat afkomstig is uit het interieur van gebouwen, en is doorgaans duurder om te verwijderen dan ‘buitenasbest’.

Voor de verstrekking van subsidie voor sloop met asbestverwijdering geldt als uitgangspunt het aantal vierkante meters dat is opgenomen in de getekende opdracht voor de asbestverwijdering. Aan deze getekende opdracht moet op grond van artikel 8, onderdeel e, van deze regeling, altijd een asbestinventarisatierapport van een gecertificeerd bedrijf ten grondslag liggen. Hierin moet worden aangetoond dat sprake is van verwijdering en gescheiden afvoer van het asbesthoudende materiaal door een gecertificeerde instantie.

3. Subsidie voor ombouw

3.1 Bedragen subsidie voor ombouw

Onder ombouw wordt verstaan het investeren in de bouw of verbetering van onroerende goederen op dezelfde plaats waar de nertsenhouderij zich bevond ten behoeve van een nieuw landbouwbedrijf, of van een nieuw ander bedrijf. Op grond van artikel 7, tweede lid, van het besluit, bedraagt de subsidie voor ombouw ten hoogste een bedrag per plaats dat bij ministeriële regeling wordt bepaald. In de artikelen 4 en 5 zijn met deze regeling maximumbedragen per plaats bepaald van € 95.000 voor reguliere ombouw en van € 120.000 voor ombouw met asbestverwijdering. Daarmee is aangesloten bij de maximumbedragen per plaats voor subsidie voor sloop.

3.2 Ombouw naar niet-landbouwbedrijf

Op grond van artikel 6, tweede lid, van het besluit, komen nertsenhouders niet alleen in aanmerking voor subsidie voor ombouw naar een nieuw landbouwbedrijf, maar ook voor ombouw naar een niet-landbouwbedrijf. De verstrekking van subsidie voor ombouw naar een niet-landbouwbedrijf wordt aangemerkt als staatssteun, maar valt niet onder de goedkeuring onder de landbouwrichtsnoeren. Op grond van verordening (EU) nr. 1407/2013 kan de subsidie echter worden verstrekt als de-minimissteun indien het totale bedrag aan steun door een lidstaat aan één onderneming niet hoger ligt dan € 200.000 over een periode van drie belastingjaren, en de onderneming daarvoor een zogenaamde de-minimisverklaring overlegt. De verplichting een dergelijke verklaring te overleggen volgt – naast uit de verordening – uit artikel 5 van deze regeling.

4. Samenloop subsidie voor sloop en ombouw

Nertsenhouders kunnen op grond van het besluit subsidie aanvragen voor zowel sloop als ombouw. Op grond van artikel 11 van het besluit bedragen beide subsidies tezamen dan ten hoogste een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag. Artikel 7 van deze regeling voorziet in dit bedrag. Hieruit volgt dat bij samenloop van subsidie voor sloop en ombouw een maximumbedrag per plaats geldt van € 95.000, of van € 120.000 indien sprake is van sloop of ombouw met asbestverwijdering.

5. Indienen van en beslissing op de aanvraag

De subsidieverstrekking wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). De artikelen 8 en – voor grote ondernemingen – 9 vermelden de informatie die de nertsenhouder bij de aanvraag moet verstrekken. Aanvragen kunnen worden ingediend via internet of via een daartoe beschikbaar gesteld formulier.

6. Aanwijzing toezichthouders

In artikel 9 van deze regeling zijn de ambtenaren van RVO en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) aangewezen als ambtenaren die toezicht houden op de naleving van hetgeen bij of krachtens het besluit is bepaald. Daarbij zal RVO de administratieve controles uitvoeren, en de NVWA de feitelijke controles op locatie.

Hiernaast zijn ambtenaren van de Auditdienst Rijk aangewezen als toezichthouder. Dit is conform de aanwijzing van deze ambtenaren als toezichthouder op grond van de Kaderwet EZ-subsidies.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt tegelijk met het besluit in werking.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

A. van den Ham, P. van der Wielen, W. Baltussen, ‘Naar een sloop- en ombouwregeling nertsenhouderij’, 18 juni 2013, met update per 12 november 2014, beschikbaar op: https://www.internetconsultatie.nl/nertsenhouderij.

Naar boven