Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woerden | Staatscourant 2018, 8760 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woerden | Staatscourant 2018, 8760 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk,
• Het voorstel aan en besluit van het algemeen bestuur van 9 oktober 2017 tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk;
In aanmerking genomen de besluiten dienaangaande van
• de gemeenteraad van Woerden d.d. 20 december 2017 en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden d.d. 24 oktober 2017,
• de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk d.d. 13 december 2017 en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk d.d. 7 november 2017,
• de gemeenteraad van Montfoort d.d. 11 december 2017 en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort d.d. 30 oktober 2017,
• de gemeenteraad van Oudewater d.d. 14 december 2017 en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater d.d. 7 november 2017;
• artikel 30 van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk,
• de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;
Tot de hierna volgende wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk:
De gemeenschappelijke regeling Ferm Werk wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid komt te luiden:
De gemeenten Woerden, Bodegraven-Reeuwijk, Montfoort en Oudewater treffen een gemeenschappelijke regeling waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld.
Artikel 4 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 4. Belang van de regeling
De regeling is getroffen om door het bundelen van krachten de volgende belangen te behartigen:
a. het bieden van goede dienstverlening aan de inwoners van de deelnemers op het terrein van participatie, werk en inkomen, gebaseerd op een integrale gemeenschappelijke aanpak binnen het sociale domein;
b. het waarborgen van de rechtmatige, effectieve en efficiënte uitvoering van wetten en regelingen;
c. het optimaliseren van de kwaliteit van de dienstverlening en het verlagen van de uitvoeringskosten..
Artikel 5 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 5. Taken en bevoegdheden
1. Ter behartiging van de belangen zoals vermeld in het voorgaande artikel verricht de uitvoeringsorganisatie Ferm Werk als basisdienstverlening de uitvoering van de aan de deelnemers opgedragen of in de toekomst op te dragen taken in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen en de Wet inburgering.
2. De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers dragen hun bevoegdheden met betrekking tot de wetten en regelingen die behoren tot de basisdienstverlening volledig over aan de betreffende bestuursorganen van het openbaar lichaam Ferm Werk. Het openbaar lichaam Ferm Werk zorgt daarbij voor afstemming met de deelnemers alvorens beleid vast te stellen. Alvorens gebruik te maken van zijn verordenende bevoegdheden stelt het openbaar lichaam Ferm Werk de raden en colleges van de deelnemers in de gelegenheid om hun zienswijzen ten aanzien van het voorgenomen besluit kenbaar te maken tenzij het dagelijks bestuur oordeelt dat dit uitsluitend een wijziging van technische of redactionele aard betreft.
3. Naast de in het eerste lid genoemde taken kunnen de deelnemers als aanvullende dienstverlening de uitvoering van de volgende wetten en regelingen of nader te bepalen onderdelen daarvan door de uitvoeringsorganisatie Ferm Werk laten verrichten:
a. Lokale regelingen ter bevordering van maatschappelijke participatie en/of bestrijding van armoede;
b. Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening inclusief de afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 285, lid 1 onder f van de Faillissementswet;
c. Uitvoerende taken rond huisvesting van vergunninghouders in het kader van de Huisvestingswet;
d. Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
4. Voor zover een deelnemer door de uitvoeringsorganisatie Ferm Werk aanvullende dienstverlening laat verrichten als bedoeld in het voorgaande lid draagt het college en wethouders van die deelnemer de uitvoering van concreet omschreven taken over alsmede de bevoegdheid om regels te stellen die direct op die uitvoering betrekking hebben. Het openbaar lichaam Ferm Werk zorgt daarbij voor afstemming met de deelnemer alvorens dit uitvoeringsbeleid vast te stellen.
5. De deelnemers formuleren ieder voor zich de algemene beleidskaders, beleidsprioriteiten en financiële middelen m.b.t. het brede sociaal domein.
6. In samenhang met hun eigen beleid ten aanzien van het sociale domein maken de afzonderlijke deelnemers jaarlijks afspraken met het openbaar lichaam Ferm Werk over de doelstellingen en ambities ten aanzien van de door het openbaar lichaam Ferm Werk uit te voeren wetten en regelingen en de inzet van instrumenten om deze te bereiken; deze afspraken worden jaarlijks vastgelegd.
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
Het tweede lid komt te luiden:
Iedere gemeenteraad wijst één lid aan uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, en daarnaast één wethouder die de portefeuille participatie, werk en inkomen en/of financiën dient te hebben. Daarnaast wijst de raad op gelijke wijze twee plaatsvervangende leden aan.
Artikel 10 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 10. Algemeen bestuur: bevoegdheden
Aan het algemeen bestuur komen alle bevoegdheden toe die door de deelnemers zijn overgedragen tenzij wettelijke bepalingen of deze regeling anders bepalen.
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
Het vijfde lid komt te luiden:
In geval van afwezigheid of een vacature kan een lid van het dagelijks bestuur worden vervangen door de wethouder die door de raad als zijn vervanger voor het algemeen bestuur is aangewezen. Het algemeen bestuur wordt, gelet op het bepaalde in het vorige lid, door de voorzitter geïnformeerd over deze vervanging.
Artikel 13 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 13. Dagelijks bestuur: taken en bevoegdheden
1. Het dagelijks bestuur werkt ieder jaar ter voorbereiding van en in samenhang met de begroting de operationele doelstellingen van het openbaar lichaam uit ten aanzien van de overgedragen en opgedragen taken zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 en 3. Het dagelijks bestuur kan ten aanzien van de operationele doelstellingen jaarlijkse prestatie indicatoren benoemen.
2. Het dagelijks bestuur ziet toe op de realisatie van de vastgestelde doelstellingen en prestatie-indicatoren. Het dagelijks bestuur laat zich hierbij adviseren door een commissie van advies.
3. De voortgang van de realisatie wordt per kwartaal in een rapportage vastgelegd.
4. Het dagelijks bestuur heeft verder in ieder geval de volgende taken en bevoegdheden in het kader van de beheersing van de uitvoering van de aan het openbaar lichaam Ferm Werk overgedragen taken:
• het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en besluitvorming wordt voorgelegd
• het uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur
• het nemen van besluiten op grond van de overgedragen bestuursbevoegdheden van de deelnemende colleges, zoals bepaald in artikel 5 van deze regeling
• de informatievoorziening aan de deelnemende gemeentebesturen als bedoeld in artikel 16, lid 1 en 2.
• de benoeming, schorsing en ontslag van medewerkers van het openbaar lichaam
• het aanbieden en aangaan van arbeidsovereenkomsten.
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
In het vierde en vijfde lid wordt de term ‘opdragen’ gewijzigd in ‘overdragen’.
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
Er is in ieder geval een raad van advies die adviseert aan het algemeen en het dagelijks bestuur bestaande uit de leden van raad van commissarissen van Ferm Werk NV.
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
Het algemeen bestuur verstrekt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken, schriftelijk aan de deelnemende colleges of via de colleges aan de deelnemende raden de door ieder van deze bestuursorganen of door één of meer van hun leden gevraagde inlichtingen..
2. Het tweede lid komt te luiden:.
Het algemeen bestuur verstrekt aan de deelnemende colleges of via de colleges aan de deelnemende raden ongevraagd de informatie die nodig is om een juist beeld te verkrijgen van de uitvoering van de overgedragen en opgedragen taken als bedoeld in artikel 5, lid 1 en 3. Het versterkt daartoe in ieder geval vier keer per jaar gegevens over de realisatie van de doelstellingen en prestatie-indicatoren als bedoeld in artikel 13, lid 1 en 2.
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
2. Het zesde lid wordt vernummerd tot vijfde lid waarbij de laatste drie woorden ‘en de managementovereenkomsten’ worden geschrapt.
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
De overige medewerkers van de uitvoeringsorganisatie Ferm Werk worden conform dit personeelsplan door het dagelijks bestuur in dienst genomen op basis van een arbeidsovereenkomst of ambtelijke aanstelling.
2. Het vierde lid komt te luiden:
Het dagelijks bestuur stelt één of meer arbeidsvoorwaardenregelingen vast voor de medewerkers van de uitvoeringsorganisatie voor zover hierin niet is voorzien vanwege CAO-bepalingen die algemeen verbindend zijn verklaard.
Artikel 23 wordt gewijzigd en komt te luiden:
1. Jaarlijks stelt het dagelijks bestuur een planning op die erin voorziet dat de begroting en de jaarrekening tijdig aan gedeputeerde staten kunnen worden aangeboden. Deze planning bevat alle benodigde processtappen in overeenstemming met de bepalingen hieromtrent in de wet.
2. Met het oog op een beschrijving van de algemene beleidsmatige en financiële kaders voor de komende begroting informeren de deelnemers de directeur over de relevante ontwikkelingen binnen hun gemeente op het terrein van participatie, werk en inkomen, in relatie tot hun doelstellingen en ambities ten aanzien van de door het openbaar lichaam Ferm Werk uit te voeren wetten en regelingen en in te zetten instrumenten om deze te bereiken.
3. Het dagelijks bestuur stelt rekening houdend met de input van de deelnemers als bedoeld in het tweede lid een ontwerpbegroting op voor het volgende kalenderjaar inclusief een beschrijving en duiding van de beleidsmatige kaders en een raming van de te verwachten uitvoeringskosten voor de komende vier jaar.
4. Het dagelijks bestuur stelt de colleges en via de colleges de raden van de deelnemers in de gelegenheid om hun zienswijze over de ontwerpbegroting in te dienen.
5. Het dagelijks bestuur stelt rekening houdend met de zienswijzen als bedoeld in het vierde lid de definitieve ontwerpbegroting op en biedt deze voorzien van de zienswijzen en een reactie daarop ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.
6. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast.
7. Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde begroting vóór 1 augustus aan gedeputeerde staten en zendt terstond afschriften aan de deelnemers voorzien van een reactie op de ingediende zienswijzen.
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden
De uitgangspunten voor de verdeling van de cliëntgebonden kosten over de deelnemers zijn:
a. Cliëntgebonden kosten van de WSW en van beschut werken worden verdeeld naar rato van het aantal dienstverbanden uitgedrukt in SE of in fte’s dat krachtens wet aan iedere deelnemer moet worden toegerekend. Besluiten over het aangaan van dienstbetrekkingen voor onbepaalde tijd worden afgestemd met de deelnemer die de kosten hiervan voor zijn rekening moet nemen.
b. Overige cliëntgebonden kosten komen voor rekening van de deelnemer waar de betrokkenen ingezetenen zijn.
2. Het vierde lid komt te luiden:
De verdeling van de uitvoeringskosten over de deelnemers is gebaseerd op:
a. voor producten die betrekking hebben op dienstverbanden: het aantal dienstverbanden per deelnemer;
b. voor producten die betrekking hebben op financiële verstrekkingen: de uitgekeerde bedragen per deelnemer
c. voor producten die betrekking hebben op toeleiding naar werk of participatie: het aantal medewerkers (gemiddeld fte) werkzaam voor die deelnemer. Dit aantal medewerkers wordt jaarlijks toegerekend op basis van de uitgaven BUIG tenzij met de deelnemer (i.c. het College van B&W) anders wordt overeengekomen.
3. Het achtste lid komt te luiden:
Indien het algemeen bestuur constateert dat een deelnemer weigert te voldoen aan zijn betalingsverplichting als bedoeld in het zesde en zevende lid, verzoekt het aan gedeputeerde staten om onder toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet betaling door de deelnemer af te dwingen.
Artikel 26 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 26. Verrekening batig en nadelig saldo
1. Batige en nadelige saldi ten opzichte van de begroting zoals blijkt uit de jaarrekening worden met de deelnemers verrekend op de wijze waarop deze kosten in rekening zijn gebracht conform artikel 24.
2. Het algemeen bestuur kan op voorstel van het dagelijks bestuur afwijken van het bepaalde in het eerste lid en besluiten om een batig saldo op de uitvoeringskosten tot een maximum van 10% van de daarvoor begrote kosten toe te voegen aan de egalisatiereserve van het openbaar lichaam Ferm Werk dan wel een nadelig saldo hieraan te onttrekken.
Artikel 27 wordt gewijzigd en komt te luiden:
1. Een verzoek tot toetreding van raden en colleges van andere gemeenten wordt gericht aan het algemeen bestuur waarbij wordt getoetst of:
a. de toetreder de missie van de samenwerking en van het openbaar lichaam Ferm Werk onderschrijft;
b. de toetreding leidt tot synergievoordelen voor de deelnemers.
2. Als het algemeen bestuur met de toetreding instemt, dan wordt het verzoek ter besluitvorming voorgelegd aan de raden en colleges van de deelnemers. Het algemeen bestuur kan daarbij nadere voorwaarden voorstellen, waaronder financiële.
3. Toetreding gaat in op 1 januari van het jaar volgend op dat waarin de voor de toetreding noodzakelijke wijziging van de regeling in werking is getreden.
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. De laatste zin van het derde lid vervalt.
Artikel 29 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 29. Vermindering taken
1. Een deelnemer kan besluiten om de uitvoering van bepaalde taken als bedoeld in artikel 5 van deze regeling niet langer over of op te dragen aan de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk of bepaalde producten als bedoeld in artikel 24, lid 1 niet langer door Ferm Werk te laten uitvoeren. Van dit besluit worden het algemeen en het dagelijks bestuur terstond op de hoogte gesteld.
2. Het derde, vierde en zesde lid van artikel 28 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 30 wordt gewijzigd en komt te luiden:
1. Een voorstel tot wijziging van deze regeling wordt aangeboden aan het algemeen bestuur.
2. Als het algemeen bestuur met het wijzigingsvoorstel instemt, dan wordt dit ter besluitvorming voorgelegd aan de raden en colleges van de deelnemers.
3. De raden en colleges van de deelnemers nemen binnen drie maanden na ontvangst van het voorstel een besluit over het wijzigingsvoorstel en delen dit terstond mee aan het algemeen bestuur.
4. Indien de raden en colleges van alle deelnemers het voorstel hebben aanvaard, wordt de wijziging vastgesteld.
5. Het dagelijks bestuur stelt de raden en colleges van de deelnemers in kennis van de wijziging als bedoeld in het vierde lid en de besluiten van de colleges en raden van de deelnemers als bedoeld in het derde lid.
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid komt te luiden:
De regeling kan worden opgeheven door een daartoe strekkend besluit van de deelnemende raden en colleges.
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
De laatste zin van het derde lid vervalt.
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
Het tweede lid komt te luiden:
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor:
a. opneming van de regeling in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
b. beschikbaarstelling van de geconsolideerde tekst van de regeling op Overheid.nl, onderdeel wet- en regelgeving.
De toelichting bij de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk wordt als volgt gewijzigd:
De toelichting bij artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
De eerste alinea wordt gewijzigd in:
De begripsbepalingen hebben betrekking op die begrippen die door de hele regeling heen uniform gebruikt en uitgelegd moeten worden.
In de derde alinea worden de woorden “en het dagelijks bestuur” geschrapt.
In de vijfde alinea wordt de laatste zin, beginnend met “Zij voert” geschrapt.
In de zesde en laatste alinea wordt het woord “nieuw” vervangen door “tweede”.
De toelichting bij artikel 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Vermeld is dat bij het treffen van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk een openbaar lichaam is ingesteld hetgeen impliceert dat sprake is van een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam (artikel 8, lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen hierna: Wgr). De naam is vermeld omdat deze immers in het rechts- en maatschappelijk verkeer gebruikt zal worden. Ook de vermelding in het register van de Kamer van Koophandel zal onder die naam geschieden. Vermelding van het gebied is overbodig omdat dit is bepaald door de grenzen van de aan de regeling deelnemende gemeenten. Daarbuiten hebben de bestuursorganen immers geen bevoegdheden.
De toelichting bij de artikelen 4 en 5 wordt als volgt gewijzigd:
De vierde alinea beginnend met “In het derde en vierde lid” wordt gewijzigd in:
In het derde en vierde lid van artikel 5 wordt verder inhoud gegeven aan de aanvullende dienstverlening die Ferm Werk kan uitvoeren. Hier is geen sprake van delegatie maar mandatering van de uitvoering door de individuele deelnemers.
De toelichting bij artikel 6 wordt gewijzigd en komt te luiden:
In dit artikel is geregeld dat taken kunnen worden uitgevoerd door een privaat rechtelijke partij, zijnde een naamloze vennootschap. De regie over deze uitbesteding ligt bij het algemeen bestuur van het openbaar lichaam. In het voorgestelde artikel wordt dat tot uitdrukking gebracht in het eerste lid.
Bij de instelling van een NV door het openbaar lichaam moet ervoor gezorgd worden dat de eigenaars- en opdrachtrollen van de deelnemers zo goed mogelijk behouden blijven. Alleen op die wijze kan er regie gevoerd worden over de taakuitvoering van Ferm Werk.
Door onder Ferm Werk een uitvoeringsvennootschap te hangen, komt de regie over de uitvoering in formele zin op grotere afstand van de deelnemers te staan dan enkel het geval is bij een gemeenschappelijke regeling. In beginsel zijn de deelnemers immers geen eigenaar en opdrachtgever van de NV, dat is het openbaar lichaam. Doordat echter de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in personele zin samenvalt met de leden van het dagelijks bestuur, is de regie van de deelnemende gemeenten over deze uitbesteding in materiële zin gelijk aan die over de GR zelf. Met betrekking tot (het toezicht op) de bedrijfsvoering worden de aandeelhouders daarbij ondersteund door een Raad van Commissarissen. Een dergelijke constructie bestond ook al bij rechtsvoorganger van Ferm Werk: de gemeenschappelijke regeling en N.V. van de Sluis Groep.
De toelichting bij artikel 7 gewijzigd en komt te luiden:
In het eerste lid van dit artikel is geregeld dat het openbaar lichaam vergelijkbare diensten aan niet aan de regeling deelnemende gemeenten kan aanbieden.
De randvoorwaarden waarbinnen dit kan en mag gebeuren worden in de overige leden aangegeven. Om de eigenaarsrol van de deelnemers aan te geven, maar tegelijkertijd ook de flexibiliteit van marktgericht optreden mogelijk te maken, wordt voorgesteld elk verzoek te laten goedkeuren door het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam.
De toelichting bij de artikelen 8 en 9 wordt als volgt gewijzigd:
De titel wordt gewijzigd in Artikel 8
In de eerste alinea wordt de eerste zin vervangen door:
De gemeenschappelijke regeling Ferm Werk is opgezet als een gemengde regeling: zowel de raden als de colleges nemen aan de regeling deel.
In de tweede alinea worden in de eerste zin de woorden “in de Kadernota” geschrapt.
De toelichting bij artikel 10 wordt gewijzigd en komt te luiden:
De formulering van dit artikel is conform artikel 33 van de wet hetgeen inhoudt dat de overgedragen bevoegdheden in beginsel berusten bij het algemeen bestuur. Hiervan kan worden afgeweken middels de bepalingen in de regeling zelf. Op die manier ontstaat optimale flexibiliteit ten aanzien van de bevoegdheidsverdeling, althans voor zover wettelijke bepalingen hieraan niet in de weg staan.
De toelichting bij artikel 11 wordt gewijzigd en komt te luiden:
In dit artikel wordt de samenstelling van het dagelijks bestuur geregeld in aansluiting op artikel 8. Het dagelijks bestuur bestaat uit vier leden (inclusief de voorzitter): één namens elke deelnemer. Voor de aanwijzing van de leden wordt de keuze wel beperkt tot de collegeleden in het algemeen bestuur. Deze keuzebeperking is ingegeven door het uitgangspunt dat de eigenaarsrol en de opdrachtgeversrol van de deelnemers zo duidelijk mogelijk vorm en inhoud gegeven moet worden. Om te voorkomen dat na gemeenteraadsverkiezingen een bestuurlijk vacuüm ontstaat (omdat dan de leden van het algemeen bestuur collectief aftreden), is bepaald dat de leden van het dagelijks bestuur in functie blijven tot het moment dat het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling de nieuwe leden van het dagelijks bestuur heeft aangewezen. Het spreekt hierbij voor zich dat het dagelijks bestuur tijdens deze waarneming geen onomkeerbare besluiten kan nemen. Zij zorgen enkel voor een goed bestuurlijk verloop van de dagelijkse gang van zaken.
De toelichting bij artikel 13 wordt gewijzigd en komt te luiden:
In dit artikel wordt verder vorm en inhoud gegeven aan de rol van het dagelijks bestuur in de beleidscyclus. In het verlengde van de overdracht van taken zoals bepaald in artikel 5 zorgt het dagelijks bestuur in samenhang met de begroting voor de uitwerking van de strategische beleidskeuzen van de deelnemers in concrete doelstellingen voor ieder begrotingsjaar. Het dagelijks bestuur ziet toe op de realisatie van die doelstellingen en rapporteert hierover eens per kwartaal. De beleidscyclus is verweven met de begrotingscyclus die is uitgewerkt in artikel 23.
De toelichting bij de artikelen 18 t/m 20 wordt gewijzigd en komt te luiden.
Deze artikelen zien op de directiebenoeming, directievoering, de organisatiestructuur en het planmatig inzetten van medewerkers.
Binnen de organisatie zijn verschillende soorten aanstellingen mogelijk, zowel op basis van een arbeidsovereenkomst als door middel van een ambtelijke aanstelling. Op ambtenaren zijn de arbeidsvoorwaarden van de CAR-UWO van toepassing. Overige medewerkers, niet zijnde SW-medewerkers krijgen een arbeidsovereenkomst waarbij de arbeidsvoorwaarden van de CAR-UWO worden gevolgd.
SW-medewerkers kennen hun eigen arbeidsvoorwaarden op grond van de CAO sociale werkvoorziening. Deze medewerkers zijn geen ambtenaar, maar werken op basis van arbeidsovereenkomst.
De toelichting bij de artikelen 21 t/m 26 wordt als volgt gewijzigd:
De laatste alinea, beginnend met “Uitvoeringskosten worden verdeeld” wordt vervangen door:
Uitvoeringskosten worden verdeeld op basis van eenheden die per productsoort verschillen. Deze eenheden zijn zo gekozen dat ze controleerbaar zijn voor de accountant terwijl ze ook recht doen aan de afspraken met de gemeenten over de inzet van die producten.
De toelichting bij de artikelen 27 t/m 30 wordt gewijzigd en komt te luiden:
In deze artikelen zijn de bepalingen opgenomen voor toe- en uittreding, het verminderen van de door een deelnemer over- of op te dragen taken en het wijzigen van de regeling. De bepalingen gaan in op de voorwaarden alsmede de procedures om tot dergelijke besluiten te komen.
In artikel 27 worden de nadere voorwaarden voor een eventuele toetreding vermeld. Hierbij is met name van belang dat de toetreding van een nieuwe deelnemer aansluit bij de belangen die in artikel 4 van de regeling zijn vermeld en dat de toetredende partij zich daarachter schaart.
In dit artikel 28 worden de lasten van een uittreding bij de uittreder gelegd: deze mag de overblijvende deelnemers niet met lasten opzadelen die zij niet konden voorzien. Het algemeen bestuur stelt de financiële gevolgen van een uittreding vast zodat de betreffende gemeenteraad de budgettaire gevolgen van een besluit tot uittreding kan overzien.
Van belang is ook, als er een verschil van inzicht over de uittredesom blijft bestaan, de bindende adviesprocedure om te komen tot een zo objectief mogelijke vaststelling van de financiële gevolgen van een uittreding. Een dergelijke procedure verdient de voorkeur boven een advies van de accountant van het openbaar lichaam of van de betreffende gemeente.
In artikel 29 zijn regels gesteld in verband met vermindering van taken. Er is een verschil tussen het uittreden van een deelnemer in zijn totaliteit uit de GR en het partieel opzeggen van het afnemen van bepaalde diensten. In het laatste geval blijft de deelnemer immers deelnemen aan de GR.
De toelichting bij artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
De tweede zin wordt gewijzigd in:
Deze is opgenomen om aan te sluiten bij een flexibele uitvoeringspraktijk.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-8760.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.