Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 februari 2018, kenmerk 1293074-173111-WJZ, houdende vaststelling van de rekenfactor ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers voor het jaar 2017

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 8, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en artikel 35d, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers;

Besluit:

Artikel 1

De rekenfactor, bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, alsmede in artikel 35d, vijfde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers bedraagt voor het jaar 2017:

100

2.683

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

De bij ministeriële regeling van 16 januari 1978, nr. XX-58000 (Stcrt. 178, 28) geïntroduceerde reeks van rekenfactoren wordt voor het jaar 2016 aangevuld met de in deze regeling genoemde rekenfactor. De factor is berekend aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gehanteerde indexcijfer van de CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen voor werknemers in de particuliere bedrijven (2010=100).

De aan deze regeling verbonden kosten zijn zeer afhankelijk van het aantal mensen dat een pensioen of een herziening daarvan aanvraagt en hun financiële situatie. Dat aantal fluctueert al enige jaren tussen de 0 en 4. De aan deze regeling verbonden kosten zullen daarom naar schatting niet hoger zijn dan € 2.000,– voor de komende vijf jaar. Deze uitgavenstijging zal worden gefinancierd uit de loonbijstelling van 2017.

Per 1 januari 2010 is de systematiek van Vaste Verandermomenten (VVM) uitgebreid naar ministeriële regelingen (brief van de Minister van Justitie en de Staatssecretarissen van Economische Zaken, Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 december 2009, TK 2009–2010, 29 515, nr. 309). Het in het kader van VVM gehanteerde uitgangspunt dat een invoeringstermijn van twee maanden vereist is tussen de publicatie van een regeling en de feitelijke inwerkingtreding ervan is op de onderhavige regeling niet van toepassing. Gelet op de strekking van deze regeling, te weten de jaarlijkse indexering van de rekenfactor ingevolge de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, is de in het kader van VVM gehanteerde uitzonderingsgrond ‘Reparatiewetgeving’ van toepassing.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven