Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 19 december 2018, nr. IENW/BSK-2018/256964, tot wijziging van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai in verband met het verhogen van het subsidieplafond voor 2018, het vaststellen van het subsidieplafond voor 2019 en het aanpassen van de voorbereidingssubsidie

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 8, eerste lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M,

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 19a komt te luiden:

Artikel 19a

  • 1. Het subsidieplafond voor het tijdvak van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 wordt vastgesteld op € 14.757.000,00.

  • 2. Het subsidieplafond voor het tijdvak van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 wordt vastgesteld op € 22.390.000,00.

2. Bijlage A, onderdeel 6, komt als volgt te luiden:

  • 6. Hoogte subsidiebedrag bij vaststelling VBT-subsidie voor gevelmaatregelen

    Het in artikel 25, eerste lid, onder b, bedoelde bedrag bestaat uit de som van het totaalbedrag uit deel A, B en C van de onderstaande tabellen.

    Deel A: Bedrag akoestisch onderzoek

    Vast bedrag

    € 1.250,–

    Bedrag per woning

    € 40,–

    Deel B: Bedrag per woning*

    Resultaat procedure hoofdstuk 6

    subsidiebedrag

    Weigeraar deelname onderzoek/geen reactie

    n.a.v. mededelingen art. 6.4 Besluit geluidhinder

    € 175,–

    Schouwingsonderzoek

    (incl. besluit woning voldoet)

    € 175,–

    Volledige woningopname en toetsingsberekening

    (incl. eventueel besluit weigeraar)

    € 500,–

    Maatregelpakket benodigd en begeleiding uitvoering (incl. besluit weigeraar)

    € 1000,–

    Deel C: Bedrag ten aanzien van de uitvoering maatregelen en afhandeling van de uitvoering

    Dienst

    Subsidiebedrag

    Aanbesteding

    € 1.650,–

    Controlemeting (1 woning per 20 woningen)

    € 825,–

    * Een woning kan maar onder één categorie vallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (hierna: de subsidieregeling) bevat regels over het van rijkswege verstrekken van subsidie voor de kosten van maatregelen die worden getroffen in het kader van de sanering van verkeerslawaai, voor zover niet op andere wijze in deze kosten wordt voorzien. Onderhavige wijzigingsregeling ziet op twee wijzigingen:

  • 1. wijziging van de bepalingen ten aanzien van het jaarlijkse subsidieplafond, zoals opgenomen in artikel 19a van de subsidieregeling;

  • 2. wijziging van de hoogte van het bedrag van de subsidie voor voorbereiding van, begeleiding van en toezicht op de uitvoering van geluidwerende maatregelen (voorbereidingssubsidie).

Subsidieplafond 2018 en 2019

Met deze wijziging van de subsidieregeling wordt het subsidieplafond voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 verhoogd. Dit is mogelijk door meevallers, onder meer voor de Beleidsregels tegemoetkoming sanering windturbines, op dezelfde begrotingspost. Voorts wordt met deze wijziging van de subsidieregeling het subsidieplafond voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 vastgesteld.

Hoogte voorbereidingssubsidie

De hoogte van de subsidie inzake de kosten van voorbereiding van, begeleiding van en toezicht op de uitvoering van geluidwerende maatregelen (voorbereidingssubsidie) zoals opgenomen in de tabel in Bijlage A, onderdeel 6 van de subsidieregeling sluit niet meer goed aan bij de werkelijke kosten die gemeenten voor deze activiteiten moeten maken. Dat blijkt uit diverse signalen van gemeenten en omgevingsdiensten als ook van ingenieursbureaus die zich hier mee bezig houden.

De hoogte van de subsidie in deel B en deel C van de tabel is sinds 2015 niet gewijzigd. Om de subsidie weer beter aan te laten sluiten bij het huidige prijsniveau zijn deze bedragen met gemiddeld 10% verhoogd. De verhoging draagt er tevens aan bij dat gemeenten gestimuleerd worden om de sanering voortvarend te blijven oppakken. De laatste jaren konden alle aanvragen voor een subsidie binnen het plafond worden toegekend. In de praktijk is gebleken dat de aanvragen steeds vaker betrekking hebben op woningen met lagere geluidbelastingen. Dit komt voort uit het feit dat de hoogst belaste woningen vaak al gesaneerd zijn. Veel van deze nu aangevraagde woningen voldoen ook zonder maatregelen aan de binnenwaarde, zodat geluidwerende maatregelen in die gevallen niet nodig zijn. De kosten van de verhoging van de voorbereidingssubsidie worden dus gecompenseerd door lagere kosten voor maatregelen.

Omdat deze wijziging van toepassing is op de vaststelling van de voorbereidingssubsidie heeft deze wijziging ook gevolgen voor nu lopende projecten waarvoor de verleende voorbereidingssubsidie nog niet is vastgesteld.

Tot slot wordt met deze wijziging een fout hersteld in de aanhef bij de tabel waarin een onjuiste verwijzing naar artikel 25, tweede lid, was opgenomen.

Gevolgen van de wijziging

De subsidieregeling wordt vooral gebruikt door gemeenten en in een enkel geval door een provincie. De wijziging van de subsidieregeling heeft geen gevolgen voor de bestuurlijke lasten van gemeenten en provincies. De wijziging van de subsidieregeling heeft naar haar aard ook geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers.

De financiële gevolgen voor de rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de subsidieregeling vallen binnen de kaders van de rijksbegroting. Er wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld voor de sanering van verkeerslawaai.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De inwerkingtreding van de onderhavige regeling wijkt af van de in het Kabinetsstandpunt inzake vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn neergelegde uitgangspunten. Het betreft onder meer de wijziging van een subsidieplafond waarvoor afwijking in dat kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 1 (de regelgeving heeft een directe relatie met andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en de doelgroepen zijn gebaat bij een spoedige inwerkingtreding) in dit geval is toegestaan.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven