Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2018, nr. 2018-0000961310, houdende wijziging van de Regeling personeelsgesprek sector Rijk in verband met de toepassing ervan voor de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, het Kabinet van de Koning, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het secretariaat van de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de niet rechterlijke leden van de Raad voor de Rechtspraak en van de besturen van de voornoemde gerechten daaronder en de gemeenschappelijke diensten die twee of meer van de in dit onderdeel genoemde organisaties in stand houden

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 71, vijfde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Aan artikel 7 van de Regeling personeelsgespreken sector Rijk wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het eerste lid treedt deze regeling met ingang van 1 januari 2019 in werking voor de ambtelijke diensten van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, het Kabinet van de Koning, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het secretariaat van de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de niet rechterlijke leden van de Raad voor de Rechtspraak en van de besturen van de voornoemde gerechten daaronder en de gemeenschappelijke diensten die twee of meer van de in dit onderdeel genoemde organisaties in stand houden.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Algemeen

Sinds 1 juli 2016 kunnen de ministeries en andere instanties binnen de sector Rijk conform de rijksbrede gesprekscyclus sector Rijk gaan werken en uiterlijk per 1 januari 2019 hanteren alle ministeries en instanties deze werkwijze. Tot deze gefaseerde invoer is besloten om de ministeries en anders instanties de gelegenheid te geven zelf het geschikte moment te bepalen om over te stappen op de gesprekscyclus sector Rijk. Dit hangt samen met de inspanningen die ze moeten verrichten om de instelling en het gedrag bij de gebruikers op het ministerie te veranderen en in afstemming met andere prioriteiten en ontwikkelingen, zoals omvangrijke organisatiewijzigingen. Dit alles is neergelegd in de Regeling personeelsgesprek sector Rijk.

Met ingang van 1 januari 2019 zijn de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, het Kabinet van de Koning, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het secretariaat van de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de niet rechterlijke leden van de Raad voor de Rechtspraak en van de besturen van de voornoemde gerechten daaronder en de gemeenschappelijke diensten die twee of meer van de in dit onderdeel genoemde organisaties in stand houden overgestapt op de gesprekscyclus sector Rijk.

Gevolgen voor regeldruk

Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten met zich mee.

Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Daarmee is voldaan aan de vaste-verandermomenten. Wel is afgeweken van de vaste invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. Dit is niet problematisch, omdat de regeling alleen gevolgen heeft voor de instanties die thans onder de werking van de Regeling personeelsgesprek sector Rijk vallen en deze hebben aangegeven de gesprekscyclus Rijk per 1 januari 2019 in te voeren of de gesprekscyclus al te hebben ingevoerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven