De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 60, derde lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004,
artikel 51, zesde lid, van de Pensioenwet, artikel 62, zesde lid, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling, artikel 31, vierde lid, van de Participatiewet en artikel
3.1, vierde lid, van de Wet tegemoetkomingen loondomein;
Besluit:
ARTIKEL I WIJZIGING PERCENTAGE BESLUIT BIJSTANDVERLENING ZELFSTANDIGEN 2004
Het percentage, genoemd in artikel 6, tweede lid, van het Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004, wordt vastgesteld op 19%.
ARTIKEL II WIJZIGING REGELING PENSIOENWET EN WET VERPLICHTE BEROEPSPENSIOENREGELING
In artikel 1a van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
wordt ‘artikel 51, vijfde lid’ vervangen door ‘artikel 51, zesde lid’ en wordt ‘artikel
62, vijfde lid’ vervangen door ‘artikel 62, zesde lid’.
ARTIKEL III WIJZIGING REGELING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ
De Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9 wordt ‘in het kalenderjaar 2018’ vervangen door ‘in het kalenderjaar
2019’.
B
In artikel 11 wordt de tabel vervangen door:
bij een netto inkomen per maand
|
bedraagt de aanspraak
op vakantietoeslag
|
gelijk aan of meer dan
|
en minder dan
|
€
|
0,00
|
€
|
547,76
|
8,00%
|
x ink
|
|
|
€
|
547,76
|
€
|
591,56
|
5,21%
|
x ink
|
|
|
€
|
591,56
|
€
|
732,34
|
8,00%
|
x ink
|
– €
|
16,51
|
€
|
732,34
|
€
|
1.436,70
|
8,00%
|
x ink
|
+ €
|
0,91
|
€
|
1.436,70
|
|
|
4,93%
|
x ink
|
+ €
|
0,56
|
C
In artikel 12 wordt de tabel vervangen door:
bij een netto inkomen per maand
|
bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag
|
gelijk aan of meer dan
|
en minder dan
|
€
|
0,00
|
€
|
521,53
|
8,00%
|
x ink
|
|
|
€
|
521,53
|
€
|
563,24
|
5,07%
|
x ink
|
|
|
€
|
563,24
|
€
|
1202,86
|
8,00%
|
x ink
|
– €
|
16,51
|
€
|
1202,86
|
€
|
1282,57
|
7,17%
|
x ink
|
– €
|
14,79
|
€
|
1282,57
|
|
|
8,00%
|
x ink
|
– €
|
25,48
|
E
In artikel 13 wordt de tabel vervangen door:
bij een netto inkomen per maand
|
bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag
|
gelijk aan of meer dan
|
en minder dan
|
€
|
0
|
€
|
996,44
|
8,00%
|
x ink
|
|
|
€
|
996,44
|
€
|
1076,16
|
7,82%
|
x ink
|
|
|
€
|
1076,16
|
|
|
8,00%
|
x ink
|
– €
|
1,97
|
F
Artikel 14, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdelen a tot en met c komen als volgt te luiden:
a. alleenstaande
|
6,08%
|
x ink
|
|
b. gehuwden, waarvan beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in
artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt
|
6,39%
|
x ink
|
|
c. gehuwden, waarvan een echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel
7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt en de andere echtgenoot
jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid,
van de Algemene Ouderdomswet, indien:
|
|
|
|
– het inkomen € 1.128,26 of meer bedraagt
|
6,39%
|
x ink
|
– € 15,25
|
– het inkomen lager is dan € 1.128,26
|
6,39%
|
x ink
|
|
ARTIKEL IV WIJZIGING WET TEGEMOETKOMINGEN LOONDOMEIN
Artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet tegemoetkomingen loondomein wordt
als volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 1° wordt ‘€ 9,82’ vervangen door ‘€ 10,05’ en wordt ‘€ 10,81’ vervangen
door ‘€ 11,07’.
2. In subonderdeel 2° wordt ‘€ 10,81’ vervangen door ‘€ 11,07’ en wordt ‘€ 12,29’ vervangen
door ‘€ 12,58’.
ARTIKEL V INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
TOELICHTING
Algemeen
Per 1 januari 2019 zijn allerlei bedragen in de SZW-regelgeving herzien. In deze verzamelregeling
zijn de nieuwe bedragen gepubliceerd, zoals voorgeschreven door de genoemde regelgeving.
De wijzigingen van alle bedragen zijn zo veel mogelijk gebundeld. Naast deze verzamelregeling
is op 3 december 2018 een verzamelmededeling gepubliceerd (Stcrt. 2018, 67779). Daarnaast wordt er nog een tweede mededeling gepubliceerd.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I Wijziging percentage Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz)
Het in artikel 6, tweede lid, van het Bbz genoemde percentage wordt op grond van artikel
60, derde lid, van het Bbz, zodanig vastgesteld dat dit gelijk is aan het gemiddeld
bedrag, dat voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd over de algemene
bijstand, verschuldigd is aan loonbelasting en premies volksverzekeringen, uitgedrukt
als een percentage van de algemene bijstand verhoogd met deze loonbelasting en premies.
Op basis van deze berekening is het percentage verlaagd van 20 naar 19 procent.
Artikel II Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 1a van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt
aangepast aan de vernummering van leden van artikel 51 van de Pensioenwet en artikel
62 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling met de Wet waardeoverdracht klein
pensioen.
Artikel III Wijziging Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ
In paragraaf 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ zijn formules opgenomen
voor de aanspraak op vakantietoeslag over inkomen in 2019. Deze formules worden jaarlijks,
overeenkomstig artikel 38, vierde lid, van de Participatiewet, geactualiseerd vanwege
de wijzigingen in de fiscaliteit.
Artikel IV Wijziging Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)
Uitgangspunt van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) is dat het
lage-inkomensvoordeel (LIV) terecht komt bij de werkgevers die werknemers in dienst
hebben of nemen die een minimumloon van 100% tot en met 125% van het wettelijk minimumloon
verdienen. Het doel is om het arbeidsmarktperspectief van laaggeschoolde werknemers
te vergroten en daarmee de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt te
stimuleren.
Op grond van artikel 3.1, vierde lid, van de Wtl worden de uurloongrenzen, genoemd
in artikel 3.1, eerste lid, Wtl bij regeling van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid jaarlijks aan het begin van het kalenderjaar geïndexeerd overeenkomstig
de wijziging van het wettelijk minimumloon per 1 januari van het betreffende jaar.
Dit betekent dat de aan het begin van het jaar vastgestelde uurloongrenzen voor het
gehele betreffende jaar van toepassing zijn.
Per 1 januari 2019 bedraagt het wettelijk minimummaandloon € 1.615,80. Het wettelijk
minimumloon per 1 januari 2018 was € 1.578,00. De indexeringsfactor is dan 1,02395.
Deze rekenregel resulteert in de volgende uurloongrenzen:
Koppeling aan het wml
|
Uurloongrens
|
100% wml
|
€ 10,05
|
110% wml
|
€ 11,07
|
125% wml
|
€ 12,58
|
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees