Verkeersbesluit Snorfiets naar de rijbaan met helmplicht te Amsterdam.

Logo Amsterdam

Datum: 11 december 2018

Kenmerk: ZD2018-008273

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op:

de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994);

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW);

de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met name afdeling 3.4 (Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure);

de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam met bijlagen, waaronder het Bevoegdhedenregister en het besluit van het college van 31 januari 2017, bekendgemaakt op 13 april 2017 met nr 61631, waarmee is ingestemd met het project snorfiets naar de rijbaan en dit project is bestempeld tot grootschalig project, dat een slagvaardige aanpak vergt en waarbij de taken en bevoegdheden, voor zover deze taken en bevoegdheden betreffen die moeten worden uitgeoefend ten behoeve van het project SNOR, gedurende het project SNOR zijn teruggenomen en zelf worden uitgeoefend. Met het besluit van 24 april 2018 heeft het college bepaald dat het project snorfiets naar de rijbaan en de aanwijzing tot grootstedelijk project is verlengd;

de besluiten van wethouder Verkeer en Vervoer van 27 maart 2017, 8 mei 2017 en 5 juli 2017 namens het college van burgemeester en wethouders;

het besluit van het college van 17 juli 2018 inzake de instelling van verkeerslichten;

het besluit van 6 juni 2018 tot wijziging van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ter invoering van de mogelijkheid snorfietsers in bepaalde gevallen te verplichten van de rijbaan gebruik te maken (lokale scheiding fiets en snorfiets), hierna te noemen het besluit van 6 juni 2018;

het ontwerpverkeersbesluit Snorfiets naar de rijbaan van 17 juli 2018, met kenmerk ZD2018-004513, bekendgemaakt op 13 augustus 2018 in de Staatscourant onder Nr. 45691;

 

Overwegingen ten aanzien van dit besluit:

 

 

Aanleiding

In het centrumgebied en binnen de ring van Amsterdam wordt veel prioriteit gegeven aan de fietser en voetganger om het gebied bereikbaar en leefbaar te houden. De automobilist wordt op veel plekken met name in het centrumgebied steeds meer geweerd. De groeiende drukte en de grote diversiteit aan voertuigen op de relatief smalle fietspaden vormen een steeds groter probleem voor de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van de stad per fiets. Mede door de woningbouwplannen van de gemeente en de verwachte groei van het aantal inwoners en bezoekers is de verwachting dat de drukte op de fietspaden de komende jaren alleen maar verder toe zal nemen.

Het grote aantal verkeersdeelnemers met verschillende rijsnelheden op de relatief smalle fietspaden in de stad leidt tot verkeersonveilige situaties, slechtere doorstroming en tot situaties die als verkeersonveilig worden beleefd. Omwille van de beperkt beschikbare ruimte in de binnenstad is verbreding van de fietspaden op veel plaatsen geen oplossing voor dit probleem. Een goede bereikbaarheid per fiets is wezenlijk voor het functioneren van de binnenstad. Het college heeft om die reden besloten voor een groot aantal fietspaden binnen het gebied, dat wordt omsloten door de ring A10 van Amsterdam, een verkeersbesluit in procedure te brengen omtrent het verplaatsen van de snorfiets naar de rijbaan (met helmplicht) om zo de veiligheid op de weg te verzekeren en de bruikbaarheid van met name de fietspaden te verbeteren.

Amsterdam wil al jaren de drukte op de fietspaden verminderen en de verkeersveiligheid verbeteren en heeft hiertoe als een van de maatregelen de verwijzing van de snorfiets naar de rijbaan opgenomen in het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016-2021. Dit Meerjarenplan Verkeersveiligheid is na een inspraakprocedure op 14 september 2016 vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Besluit Lokale scheiding fiets en snorfiets (de AmvB)

Het Besluit van 6 juni 2018 tot wijziging van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ter invoering van de mogelijkheid snorfietsers in bepaalde gevallen te verplichten van de rijbaan gebruik te maken (lokale scheiding fiets en snorfiets), op 1 juli 2018 in werking getreden, geeft de wegbeheerder de mogelijkheid om bij verkeersbesluit de snorfiets vanwege grote drukte op een fietspad of op plaatsen binnen het stelsel van in het verkeersbesluit betrokken fietspaden naar de rijbaan te verplaatsen. Aangezien de snorfiets maar 25 km/uur mag rijden en op de rijbaan tussen al het overige gemotoriseerde verkeer terecht komt, is aan deze maatregel de verplichting toegevoegd dat de snorfietser bij verplaatsing naar de rijbaan een helm moet dragen.

Hierbij zal aan de snorfietser duidelijk moeten worden gemaakt op welke plekken hij naar de rijbaan verplaatst wordt, zodat hij voor of tijdens de rit niet voor onverwachte situaties komt te staan. Op de in het verkeersbesluit genoemde weggedeelten dient de verkeersveiligheid van de snorfietser gewaarborgd te blijven.

 

Door middel van een toevoeging aan artikel 8, tweede lid van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, onderdeel f wordt het bevoegd gezag mogelijk gemaakt om door middel van een aanduiding bij het verkeersbord G11 het gebruik van het fietspad voor snorfietsen niet langer toe te staan.

 

Het nieuwe artikel 14a van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer bepaalt dat het verkeersbesluit van het bevoegd gezag de bijzondere redenen voor de maatregel moet aangeven. Die bijzondere redenen hebben betrekking op het vanwege grote drukte op een fietspad of op plaatsen binnen het stelsel van de in het verkeersbesluit betrokken fietspaden:

Verzekeren van de veiligheid op de weg, en

Waarborgen van de bruikbaarheid van de weg.

 

De snorfiets is op veel plaatsen een specifieke hinderlijke factor voor het volledig kunnen benutten van de capaciteit van het fietspad, door de grotere breedte en massa van het voertuig en het snelheidsverschil met fietsen. Andere weggebruikers ondervinden veel overlast: hinder, gevaarzetting en stank door snorfietsers. De drukte op de fietspaden leidt ook tot verkeersonveilige situaties, bijvoorbeeld doordat er te weinig ruimte is voor inhalende snorfietsen of door schrikreacties die ontstaan doordat gebruikers van het fietspad onvoldoende afstand kunnen houden.

 

Uit onderzoek is gebleken dat het aantal snorfietsers in Amsterdam de afgelopen jaren is gegroeid van 11.000 in 2008 naar 35.000 in 2018 (groei van 223%). Ondanks het feit dat al jaren minimaal 20% van de handhavingscapaciteit van het team Verkeershandhaving van de nationale politie eenheid Amsterdam gericht is op snelheidsovertredingen van snor- en bromfietsen, moet worden geconstateerd dat anno 2016 nog altijd 87% van de snorfietsen te hard rijdt. Meer inzet van de politiecapaciteit is disproportioneel en gaat ten koste van andere verkeersveiligheidsprioriteiten zoals alcoholgebruik in het verkeer, roodlichtnegatie, te hoge snelheid van auto’s, afleiding door de smartphone en de aanpak van veelplegers.

Ondanks dat snorfietsers een klein aandeel in het totaal aantal verkeersdeelnemers van Amsterdam hebben (slechts 1 à 2% van de dagelijkse verplaatsingen in Amsterdam worden met een snor- of bromfiets gemaakt) vormen snorfietsers na de fietsers de grootste groep onder de ernstig verkeersgewonden in Amsterdam. Vooral kruispunten zonder verkeerslichten vormen voor snorfietsers een gevaar. Op die locaties is het zicht van rechtsaf slaande automobilisten op het fietspad soms beperkt en in combinatie met de hoge snelheid van snorfietsers leidt dit regelmatig tot ongevallen (Diepteonderzoek snorfietsongevallen in Amsterdam, SWOV, 2016).

Uit de Monitor Ervaren Verkeersveiligheid Amsterdam, OIS 2015, blijkt dat vooral jonge fietsers zich onveilig voelen op het fietspad door de aanwezigheid van snorfietsers. Echter ook de fietser ouder dan 45 jaar voelt zich door de aanwezigheid van snorfietsers relatief onveilig, blijkt uit de monitor. De snelheidsverschillen op het fietspad zijn groot: zo rijdt een klein kind langzaam, rond 10 km/uur, terwijl snorfietsers met bijna 32 km/uur gaan (snelheidsmetingen uit de nationale fietstelweek en door bureau Dufec, 2016).

Het college verwacht dat door de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan de drukte op de fietspaden beter beheersbaar wordt en de doorstroming van het fietsverkeer verbetert. Tevens verwacht het college dat de veiligheid van de snorfietser met de verplaatsing naar de rijbaan, mede door alle extra maatregelen die worden getroffen, gewaarborgd blijft.

 

Verkeerskundige analyse drukte op Amsterdamse fietspaden

 

Volgens de Nota van Toelichting bij het besluit van 6 juni 2018 mogen de bijzondere redenen (voor de maatregel) uitsluitend betrekking hebben op situaties van grote drukte op bepaalde fietspaden waardoor de doorstroming ernstig belemmerd wordt.

Het begrip ‘grote drukte’ is bij het ontwerpbesluit niet gedefinieerd. De minister heeft gemeend te moeten kiezen voor een open norm.

 

Het college heeft het begrip ‘grote drukte’ uit het nieuwe artikel 14a Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer voor de situatie in Amsterdam nader geobjectiveerd.

Allereerst is geconstateerd dat de (ervaren) drukte op de fietspaden wordt bepaald door verschillende factoren:

de hoeveelheid verplaatsingen;

de (effectieve) breedte van het fietspad;

het type fietspad (1- of 2-richtingen, fietspad of (brom)fietspad etc.);

de verschillende types voertuigen die het fietspad gebruiken (grootte, snelheid etc.).

CROW heeft een richtlijn opgesteld voor de benodigde minimale breedte van fietspaden, gelet op de drukte in een spitsuur op het fietspad en gelet op het type fietspad (fietspad of bromfietspad en eenrichtings(brom)fietspad of tweerichtings(brom)fietspad). De overwegingen die daarbij voor CROW bepalend zijn zijn onder meer de veiligheid voor fietsers en bromfietsers op de wegvakken, de hinder tussen fietsers en bromfietsers, de relatief grote snelheidsverschillen tussen fietsers en bromfietsers en het illegaal fietsen in de tegenrichting (bij eenrichtingsverkeer).

De CROW-richtlijnen gaan over de werkelijke breedte van een fietspad, waarbij wordt uitgegaan van obstakelvrije ruimte langs het fietspad. In de praktijk is een fietspad met name in stedelijk gebied, zoals Amsterdam, vaak (effectief) smaller dan deze werkelijke breedte, omdat er allerlei objecten langs het fietspad, zoals bomen, langsgeparkeerde auto’s en fietsen, steigers, containers, etc., staan waar fietsers afstand van houden. De objecten langs het fietspad verkleinen de capaciteit van de fietspaden. De effectieve breedte van een fietspad is daarom kleiner dan de werkelijke breedte.

CROW heeft Amsterdam geadviseerd om met deze stedelijke situatie rekening te houden in de drukte analyses. Daarnaast geldt specifiek voor Amsterdam dat de fietspaden worden gebruikt door veel verschillende doelgroepen (o.a. forensen, recreanten en groepen buitenlandse toeristen) en veel verschillende voertuigen (zoals fietsen, snorfietsen, bakfietsen en elektrische fietsen). Dit leidt tot relatief grote snelheidsverschillen en door de grotere breedte van veel voertuigen (o.a. de snorfietsen) tot een groter risico op conflictsituaties.

Samenvattend heeft het college om de drukte op fietspaden voor de Amsterdamse situatie inzichtelijk te krijgen, gebruik gemaakt van de CROW-richtlijnen voor bromfietspaden. Voor bromfietspaden houdt CROW in haar richtlijn namelijk rekening met relatief grote snelheidsverschillen en grotere breedtes van voertuigen. Daarmee sluit deze richtlijn beter aan op de hiervoor beschreven situatie op de Amsterdamse fietspaden. In tabel 1 (zie bijlage B) zijn de aanbevolen breedtes voor een- en tweerichtingsfietspaden bij verschillende intensiteiten weergegeven.

Uit de tabel kan het volgende worden afgeleid:

fietspaden smaller dan 2,00 meter (eenrichtingsverkeer) of 2,50 meter (tweerichtingsverkeer) zijn sowieso te smal;

fietspaden breder dan 4,00 meter (eenrichtingverkeer) of 5,00 meter (tweerichtingsverkeer) zijn breed genoeg;

bij fietspaden met een breedte tussen 2,00/2,50 en 4,00/5,00 meter hangt het van de drukte op het fietspad af of zij voldoende breed zijn.

 

Toelichting rekenmethode drukte op de fietspaden

Daarnaast heeft het college in 2017 uitgebreid onderzoek gedaan naar de drukte op de fietspaden in met name het gebied binnen de ring A10. De breedte van alle fietspaden en de wijze van gebruik (eenrichting of tweerichting, parallel of tegengesteld aan de rijrichting van autoverkeer) zijn in kaart gebracht. Buiten de ring A10 is de gehele infrastructuur over het algemeen wat breder opgezet en zijn de fietspaden dienovereenkomstig.

De verkeersintensiteiten op de fietspaden binnen de ring A10 zijn berekend en gevalideerd op basis van data van de Fietstelweek 2016 en verkeerstellingen in 2016 en 2017 via tellussen op 104 verschillende locaties in het gebied. Er is niet gekozen voor het per fietspad meten van de exacte verkeersintensiteiten. CROW heeft aangegeven dat gezien de sterke correlatie tussen de data uit de Fietstelweek en de data uit de telpunten van de gemeente, de data van de Fietstelweek – vermenigvuldigd met een ophoogfactor – toepasbaar zijn voor project Snorfiets naar de rijbaan met helmplicht. Het Centrum voor Wiskunde van de Universiteit van Amsterdam heeft de gebruikte rekenmethode eveneens als betrouwbaar en toepasbaar beoordeeld.

In aanloop naar dit verkeersbesluit zijn de gebruikte verkeersgegevens getoetst aan recente tellingen. De gemeente heeft hiervoor in mei 2018 op 40 locaties aanvullende tellingen uitgevoerd.

 

Resultaat berekende drukte op de Amsterdamse fietspaden binnen de r ing A10

De drukte is op basis van de hiervoor genoemde methodiek voor elk fietspad binnen de ring A10 berekend. Het resultaat daarvan is weergegeven in figuur 1 (zie bijlage A).

In de kaart van figuur 1 is onderscheid gemaakt tussen 6 categorieën fietspaden. Deze zijn benoemd in tabel 2 (zie bijlage C) met daarbij welk aandeel qua aantal kilometer fietspad de betreffende categorie heeft ten opzichte van de totale lengte aan fietspaden waarop de maatregel snorfiets naar de rijbaan wordt ingezet.

 

Uit het onderzoek blijkt dat de meeste fietspaden binnen de ring A10 in Amsterdam niet voldoen aan de CROW-criteria en te druk zijn in relatie tot de breedte. Het gaat in het onderzochte deel van Amsterdam om 80% van de totale lengte aan fietspaden. Zoals al eerder betoogd is vanwege de infrastructuur in de stad verbreding van deze fietspaden veelal geen oplossing.

Daarnaast valt 16% van de fietspaden of delen van fietspaden in het gebied onder de noemer breder dan 3,5 meter of fietspad tussen 2,00 – 3,50 meter met lage intensiteit. Van 5% van de fietspaden zijn geen intensiteitsgegevens bekend, zodat niet kan worden vastgesteld of deze druk of niet zijn. Het gaat daarbij vooral om fietspaden die tijdens het onderzoek nog niet waren aangelegd of in onderhoud waren. (NB: bovengenoemde percentages zijn afgerond en tellen daardoor op tot 101% in plaats van 100%)

In figuur 1 is te zien dat de fietspaden die in de stad zeer druk zijn (de paarse en rode lijnen) verspreid liggen door de hele stad. Op deze fietspaden wordt de doorstroming, met name gedurende de spitsuren, ernstig belemmerd. In dezelfde figuur is te zien dat het veel kleinere aandeel fietspaden dat op basis van de CROW-richtlijnen wel breed genoeg is voor het verkeer (de blauwe en groene lijnen) in ruimtelijke zin sterk verweven is met de drukke fietspaden. Samen vormen deze fietspaden het stedelijk fietsnetwerk.

Het college meent, gesteund door adviezen van verkeerskundigen en politie, voldoende argumenten te hebben om niet alleen de categorie ‘paars en rood’ maar ook de categorie ‘blauw en groen’- fietspaden bij dit verkeersbesluit te moeten betrekken:

De meest belangrijke overweging is dat hiermee voor alle weggebruikers binnen de ring A10 in Amsterdam duidelijk kenbaar en consistent is waar de maatregel met betrekking tot de snorfiets geldt. De wegvakken die uit de analyse naar voren komen als ‘breed genoeg’ of ‘minder druk’ zijn over het algemeen niet aaneengesloten, maar verdeeld over de stad. Het zijn kleine tot zeer kleine wegvakken omringd door allerlei drukkere en/of smalle fietspaden. Hoewel in Amsterdam Noord relatief meer fietspaden uit de analyse naar voren komen als ‘breed genoeg’ of ‘minder druk’ is sprake van één samenhangend fietsnetwerk aan beide zijden van het IJ. Dit zien we terug in de grote (nog altijd toenemende) drukte op de IJ-veren. Wanneer voor slechts enkele, niet logisch af te schermen en in te richten (onderdelen van) fietspaden binnen het projectgebied een ander regime geldt, komt dat de verkeersveiligheid niet ten goede.

 

Daarnaast zijn deze fietspaden (met uitzondering van een klein gebied in Noord) vrijwel nergens solitair gelegen, maar telkens onderdeel van de vele belangrijke fietsroutes in de stad, waardoor ze behoren tot een netwerk(stelsel) van fietspaden, waar ook drukke fietspaden onderdeel van uitmaken.

 

Bovendien weegt het college mee dat Amsterdam en het verkeer in de stad in de afgelopen jaren behoorlijk en snel veranderd is en nog steeds aan verandering onderhevig blijft. Het aantal fietsers en voetgangers is flink gestegen. De fiets is populairder dan ooit in Amsterdam. De laatste fietstellingen uit 2018 laten wederom een groei in fietsgebruik zien. Dit draagt bij aan een bereikbare en aantrekkelijke stad. In een compacte wereldstad als Amsterdam is de fiets een van de belangrijkste vervoermiddelen, zo niet het belangrijkste vervoermiddel. Voor de komende jaren wordt een verdere groei van toerisme verwacht en kent de stad, zeker in stadsdeel Noord, een indrukwekkende stedelijke opgave met het woningbouwprogramma koers 2025. Door de bijbehorende verwachte groei van het aantal inwoners zal de drukte op de fietspaden, zeker binnen de ring A10, in Amsterdam alleen maar meer toenemen.

 

Ten slotte dient in ogenschouw te worden genomen dat de gehanteerde CROW-normen, zoals in tabel 1, uitgaan van de werkelijke breedtematen van fietspaden. In de praktijk is een fietspad, zeker in een stad als Amsterdam, effectief vaak veel smaller, omdat er allerlei objecten langs het fietspad staan zoals bomen, (langs)geparkeerde auto’s en fietsen, steigers, containers, etc). Deze objecten verkleinen de capaciteit van de fietspaden, omdat fietsers ook van deze objecten afstand houden.

 

Bovenstaande analyse is in 2017 uitgevoerd op basis van data uit de Fietstelweek 2016 en verkeerstellingen uit 2016 en 2017. Uit de aanvullend uitgevoerde tellingen in mei 2018 blijkt dat op die locaties de verkeersintensiteiten beduidend hoger liggen dan uit de analyse van 2017 naar voren kwam. Hieruit leidt het college af dat het in 2018 alleen maar drukker is geworden op de fietspaden.

 

Verwachte effecten verplaatsing snorfiets naar de rijbaan

 

Volgens de Nota van Toelichting bij het besluit van 6 juni 2018 moet de drukte door de permanente verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan beter beheersbaar worden en de verkeersveiligheid in ieder geval geen negatieve factor zijn.

 

Drukte op de fietspaden beter beheersbaar

Zoals eerder aangegeven verwacht het college dat met de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan de drukte op de fietspaden beter beheersbaar wordt, ondanks het feit dat snorfietsers slechts een gering percentage van het totaal aantal weggebruikers in Amsterdam beslaan. De snorfiets is op veel plaatsen een specifieke hinderlijke factor voor het volledig kunnen benutten van de capaciteit van het fietspad. Dit komt met name door de grotere breedte en massa van het voertuig (scootermodel), de beperkte breedte van de meeste fietspaden binnen de ring A10 en het snelheidsverschil tussen snorfietsen en fietsen. De drukte op de fietspaden leidt ook tot verkeersonveilige situaties, bijvoorbeeld door te weinig ruimte voor inhalende snorfietsen of schrikreacties van fietser en/of snorfietser doordat ze onvoldoende afstand kunnen houden. Vooral omdat men dan ook nog met verschillende snelheden rijdt, leidt dat tot allerlei gevaarlijke verkeerssituaties, zoals inhaalbewegingen met hinder en risico’s. Hierbij neemt het college in overweging dat ruim 80% van de snorfietsers te hard rijdt en met een gemiddelde snelheid van 32 km/uur op de fietspaden rijden, terwijl de maximum constructiesnelheid van de snorfiets 25 km/uur is. Het fietspad wordt ook gebruikt door heel jonge, kwetsbare fietsers, die zonder al te veel ervaring aan het verkeer in de stad deelnemen. Deze groep is, evenals de groep oudere fietsers, bijzonder gebaat bij de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan. Zeker voor deze groepen fietsers, die vaak met een lagere snelheid dan de gemiddelde fietser aan het verkeer deelnemen, zullen met de maatregel de gebruiksmogelijkheden van de fietspaden sterk toenemen.

 

Veiligheid snorfietser met helm op de rijbaan

Het college meent dat het in Amsterdam veiliger is wanneer de snorfietser met helm op de rijbaan rijdt in plaats van zonder helm op het fietspad:

het aantal verkeersslachtoffers als gevolg van snorfietsongevallen in Amsterdam daalt door de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan naar verwachting met 261 per jaar. Dit effect wordt bereikt door het dragen van een helm, door een meer zichtbare positie op de rijbaan (zoals ook bij de verplaatsing van de bromfiets naar de rijbaan is geconstateerd) en doordat snorfietsers voor een ander vervoermiddel gaan kiezen (modal shift). (Educated Guess van gevolgen voor verkeersslachtoffers door maatregel Snorfiets op de rijbaan in Amsterdam, SWOV, 2013);

 

er zijn nu bijna om de dag snorfietsongevallen in Amsterdam. Relatief veel van deze ongevallen vinden plaats door te laat opgemerkte snorfietsers en fouten in voorrangsverlening (Diepteonderzoek snorfietsongevallen in Amsterdam, SWOV, 2016).

 

de verplaatsing van de bromfiets naar de rijbaan in 1999 (BOR) leidde tot een vermindering van het aantal verkeersslachtoffers onder bromfietsers en andere verkeersdeelnemers. De bromfiets mocht destijds maximaal 30 km/uur rijden op 50-km-wegen (Evaluatie verkeersveiligheidseffecten ‘Bromfiets op de rijbaan’, Ministerie van Verkeer en Waterstaat 2001);

 

automobilisten zijn al meer dan 17 jaar gewend aan bromfietsers op de rijbaan. De snorfiets, het scootermodel, is met zijn uiterlijke kenmerken en verschijningsvorm hetzelfde voertuig. Qua massa en gewicht past de snorfiets beter tussen het andere gemotoriseerde wegverkeer op de Amsterdamse rijbaan dan op de veelal smalle fietspaden. De helm biedt de snorfietser daarbij extra veiligheid.

 

ondanks de snelheidsverschillen op de rijbaan tussen de snorfietsers (constructiesnelheid max 25km/uur) en het overige gemotoriseerd verkeer is de verwachting en de ervaring vanuit de verplaatsing van de bromfiets naar de rijbaan in 1999 (zie vorige bullit) dat de veiligheid van de snorfiets tevens gewaarborgd blijft door verbetering van de zichtbaarheid van de snorfietser door zijn positie op de rijbaan (rechts van het midden).

 

Het college neemt daarbij ook verschillende maatregelen ter bevordering van de veilige verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan, zoals:

 

op plaatsen waar de snorfiets van het fietspad naar de rijbaan wordt geleid worden doorsteekjes gecreëerd. In samenspraak met de Centrale Verkeerscommissie zijn hiervoor de meest veilige locaties uitgezocht. De doorsteekjes worden aangeduid met bebording (vergelijkbaar met de bebording van doorsteekjes voor bromfietsers) en met wegmarkeringen op de rijbaan worden overige weggebruikers geattendeerd op de invoeging van snorfietsers.

 

het overige gemotoriseerde verkeer wordt op cruciale punten in het gebied met definitieve bebording uitgebreid geattendeerd op de aanwezigheid van de snorfiets op de rijbaan binnen de ring A10 in Amsterdam. Bij de wegen waarop de maatregel vooralsnog niet wordt uitgevoerd (zie hieronder), worden snorfietsers gewaarschuwd dat ze op die wegen naar het fietspad moeten en worden de overige weggebruikers geattendeerd op deze uitzondering.

 

een uitgebreid monitoringsprogramma is opgezet om onder meer bovengenoemde verwachte effecten van de maatregel te meten. De maatregel wordt op basis daarvan geëvalueerd en wanneer nodig bijgestuurd.

 

De snorfietser moet natuurlijk aan de nieuwe situatie wennen. In de eerste periode na invoering van de maatregel neemt het college allerlei maatregelen ter bevordering van de benodigde gedragsverandering, zoals inzet verkeersregelaars, uitgebreide communicatiecampagne en tijdelijke wegmarkeringen.

 

De reductie van 261 ernstige verkeersslachtoffers zoals SWOV in 2013 heeft berekend is gebaseerd op drie effecten: het effect van het dragen van een helm, het effect van een betere zichtbaarheid op de rijbaan en de mate waarin snorfietsers voor een ander vervoermiddel kiezen (modal shift). De inschattingen van SWOV voor de effecten van het dragen van een helm en van de betere zichtbaarheid op de rijbaan zijn gebaseerd op historische gegevens en daarin zijn geen veranderingen bekend. De mate waarin snorfietsers voor een ander vervoermiddel kiezen na invoering van de maatregel kan wel zijn gewijzigd. De gemeente heeft in 2018 hier nogmaals onderzoek naar gedaan. Rekening houdend met de uitkomsten van dat onderzoek komt de gemeente niet tot substantieel andere inschattingen voor de reductie van het aantal ernstige verkeersslachtoffers.

In een rapportage over een diepte-analyse van 36 snorfietsongevallen in de regio van de politie-eenheid Den Haag doet SWOV een aantal aanbevelingen voor maatregelen, waaronder het verplaatsen van de snorfiets met helm naar de rijbaan (Snorfietsongevallen op het fietspad: karakteristieken en scenario’s van ongevallen op wegvakken en kruispunten, SWOV 2017, R-2017-12A). SWOV constateert dat driekwart van de onderzochte ongevallen niet zou hebben plaatsgevonden als de snorfiets op de rijbaan had gereden. Daarnaast merkt SWOV op dat op de rijbaan andere typen ongevallen zouden kunnen plaatsvinden en dat het feit dat de snorfiets zichtbaarder is niet betekent dat hij ook wordt gezien. Ook stelt SWOV dat de meeste ongevallen op kruispunten plaatsvinden. Tot slot stelt SWOV in de aanbeveling van dat rapport over snorfietsongevallen in Den Haag, dat de snorfiets alleen naar de rijbaan kan als de snelheidslimiet 30 km/uur is omdat op 50-km-wegen snelheidsverschillen groot zijn.

De gemeente heeft overlegd met SWOV over hoe zij deze aanbevelingen en conclusies kan interpreteren. Het eerder in 2013 door SWOV uitgevoerde onderzoek ging namelijk uit van verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan – ook op 50-km-wegen – in Amsterdam. SWOV heeft ook daarbij gewezen op snelheidsverschillen en geadviseerd expliciet aandacht te besteden aan het snelheidsgedrag van snorfietsers op de rijbaan. Dit was tevens de reden dat SWOV pleitte voor de helmplicht. SWOV geeft aan dat de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan in Amsterdam lokaal maatwerk betreft. SWOV heeft input geleverd over hoe de maatregel veilig in Amsterdam kan worden ingevoerd. De gemeente laat – mede op advies van SWOV - uitgebreid onderzoek doen naar de effecten van de maatregel nadat deze is ingevoerd, zodat kan worden bijgestuurd als dat nodig is. Verder heeft de gemeente Amsterdam SWOV gevraagd te helpen beoordelen hoe we de veiligheid nog meer kunnen waarborgen als de snorfiets naar de rijbaan verhuist. Hierover heeft op 31 oktober 2017 een gesprek plaatsgevonden. Voor meer informatie: www.swov.nl/nieuws/snorfiets-op-de-rijbaan-amsterdam-lokaal-maatwerk.

De gemeente heeft regelmatig contact met SWOV voor advies en heeft SWOV mee laten kijken en oordelen hoe de maatregel zo veilig mogelijk in Amsterdam kan worden ingevoerd.

 

Snorfiets op de rijbaan leidt tot betere verdeling van verkeerstypen over het fietspad en de rijbaan

Door de snorfietsers van het fietspad te halen creëren we gelijkwaardigheid tussen de gebruikers op het fietspad zonder de snorfiets te weren uit de stad. Door verplaatsing van de brede en relatief snelle, zwaardere voertuigen naar de rijbaan wordt het (ook gevoelsmatiger) rustiger op het fietspad. Tegelijkertijd kunnen snorfietsen op de rijbaan beter meerijden met en zijn ze beter zichtbaar voor het overige wegverkeer. In het grootste gedeelte van de stad rijden snorfietsers nu al tussen de auto’s op de rijbaan (zoals in de 30km-zones en op straten met uitsluitend een fietsstrook). Daarnaast rijden de auto’s in de stedelijke omgeving op de meeste wegen ook niet zo hard als de toegestane maximumsnelheid, waardoor het snelheidsverschil tussen auto’s en snorfietsen beperkt zal zijn. Om de invoering van de maatregel zo veilig mogelijk te laten verlopen plaatst de gemeente borden om het overige wegverkeer op de rijbaan te attenderen op de aanwezigheid van de snorfiets, worden verkeersregelaars ingezet en tijdelijke wegmarkeringen aangebracht en vindt een uitgebreide communicatiecampagne plaats. Bovenal wordt de maatregel uitgebreid gemonitord, waardoor tijdig kan worden bijgestuurd wanneer nodig.

 

Fietspaden waar het college voornemens is de maatregel snorfiets naar de rijbaan in te voeren

 

Het college voert de maatregel op alle verplichte fietspaden in de stad binnen de ring A10 in. Het college verwacht met de invoering van deze maatregel dat de doorstroming op de fietspaden verbetert en dat de verkeersveiligheid toeneemt.

Dit betekent in de praktijk dat de snorfiets binnen de ring A10 overal de bromfiets gaat volgen.

Echter op de belangrijkste doorstromingswegen voor auto en voor openbaar vervoer wordt de maatregel voorlopig niet ingevoerd. Voordat een besluit over die wegen wordt genomen, onderzoekt de gemeente na invoering van de maatregel op de overige wegen wat het effect van de maatregel is op de doorstroming van het verkeer.

Deze belangrijkste doorstroomwegen zijn:

Prins Hendrikkade tussen Centraal Station en IJ-tunnel (voor het openbaar vervoer);

noord-zuid-as door de stad: Nieuwe Leeuwarderweg – IJ-tunnel – Valkenburgerstraat – Weesperstraat – Wibautstraat – Gooiseweg;

oost-west-as door de stad: Transformatorweg – Spaarndammerdijk - Tasmanstraat – Van Diemenstraat – Westerdoksdijk – De Ruijterkade – Piet Heinkade – Piet Heintunnel – IJburglaan;

de S100: Houtmankade – Nassaukade – Stadhouderskade – Mauritskade – Zeeburgerdijk – Panamalaan;

Kattenburgerstraat en Prins Hendrikkade tussen IJ-tunnel en Kattenburgerstraat.

 

Specifiek is de situatie op de Schellingwouderbrug en Amsterdamsebrug. Deze bruggen zijn ooit aangelegd voor 70km/uur. Ze zijn in het verleden teruggebracht naar 50km/uur, echter zonder aanpassingen in het wegontwerp. De combinatie van een breed profiel en een ruim wegbeeld nodigt uit tot harder rijden dan de maximum snelheid van 50km/uur. Er wordt door veel verkeer 60 tot 70 km/uur gereden. Verplaatsing van de snorfiets naar deze rijbaan leidt daardoor tot relatief grotere verschillen in snelheid dan in de rest van de stad. Ondanks de onwenselijkheid van extra uitzonderingen op de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan binnen de ring A10, kiest het college ervoor om de maatregel op de Schellingwouderbrug en Amsterdamsebrug voorlopig nog niet in te voeren. Het fietspad op deze bruggen is smal en wordt deels ook als voetpad gebruikt. Zeker met het oog op toenemende stromen voetgangers, fietsers en snorfietsers ten gevolge van de planontwikkelingen op het Zeeburgereiland is het wenselijk om op termijn de snorfiets op deze route net als elders binnen de ring naar de rijbaan te verplaatsen. Daartoe moet eerst het wegbeeld op de bruggen worden aangepast, waardoor – in combinatie met handhaving – deze route minder uitnodigt tot hard rijden en de snorfiets ook op deze route veilig naar de rijbaan kan worden verplaatst.

 

Buiten deze wegen zondert het college geen fietspaden binnen de ring A10 uit van de maatregel om een consistente en daarmee zo duidelijk mogelijke en verkeersveilige wegsituatie te creëren. Om diezelfde reden geldt de maatregel permanent (en bijvoorbeeld niet alleen in de spits). De politie onderschrijft deze uitgangspunten.

Continuïteit was een belangrijk uitgangspunt bij de verplaatsing van de bromfiets naar de rijbaan in 1999 (bron: bromfiets naar de rijbaan, handleiding voor invoering). Duidelijke regels zorgen voor overzichtelijkheid en voorspelbaarheid en veilig verkeersgedrag. Uitzonderingssituaties werden ook bij bromfiets naar de rijbaan zo veel mogelijk voorkomen. Er zijn toen ook geen uitzonderingssituaties naar tijdsvakken gemaakt. Mede hierdoor is een jaar na invoering van bromfiets naar de rijbaan geconstateerd dat 75% van de bromfietsers op de rijbaan reed (bron: evaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan').

 

Wijze van invoering

 

Bebording snorfietsers op de rijbaan

Ter uitvoering van dit verkeersbesluit wordt op die weggedeelten die bij dit besluit worden genoemd bij het verkeersbord G11 van bijlage 1, behorende bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een aanduiding geplaatst inhoudende dat het gebruik van het fietspad niet is toegestaan voor snorfietsen, waaronder hier niet begrepen worden bromfietsen die zijn aangewezen op grond van artikel 20b, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Dit wordt aan de weggebruiker kenbaar gemaakt door het plaatsen van verkeerborden conform model G11 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met onderborden conform artikel 8 tweede lid onderdeel f van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, snorfietsen niet toegestaan.

Op de plaatsen waar de snorfiets van het fietspad naar de rijbaan wordt geleid en visa versa worden ter verwijzing van de snorfietsers de aanwijsborden D106 geplaatst.

Deze bebording, inclusief het te gebruiken pictogram op D106 bord ter aanduiding van de snorfiets, is besproken en goedgekeurd in het subdriehoeksoverleg.

Naast bovengenoemde bebording wordt het overige gemotoriseerde verkeer op strategische punten in het gebied met definitieve bebording uitgebreid geattendeerd op de aanwezigheid van de snorfiets op de rijbaan binnen de ring A10 in Amsterdam.

Bij de wegen waarop de maatregel vooralsnog niet wordt uitgevoerd, worden eveneens met definitieve bebording enerzijds snorfietsers gewaarschuwd dat ze op die wegen naar het fietspad moeten en anderzijds de overige weggebruikers geattendeerd op deze uitzondering op de maatregel.

Waar snorfietsers door invoering van de maatregel om moeten rijden worden extra D106L of D106R geplaatst om de snorfietsers hierop te attenderen.

 

Helm en uitzondering of ontheffing

Omwille van de veiligheid wordt de snorfietser verplicht een helm te dragen indien hij van het fietspad naar de rijbaan is verwezen. Dit wordt gerealiseerd door wijziging van artikel 60 tweede lid onder a Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Gelet op het bepaalde in artikel 60, tweede lid onder a juncto 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is het college bevoegd ontheffing te verlenen van het rijden op de rijbaan. Het college voert ten aanzien van het verlenen van een ontheffing een terughoudend beleid. Een ontheffing wordt uitsluitend in uitzonderlijke gevallen verstrekt indien er sprake is van specifieke persoonlijke omstandigheden. Een ontheffing wordt in eerste instantie voor de duur van één jaar verleend. Een commissie ex artikel 84 Gemeentewet wordt ingesteld om voor de duur van het eerste jaar a) het college te adviseren over individuele aanvragen en b) te onderzoeken of op basis van de ervaringen gedurende het eerste jaar beleidscriteria kunnen worden opgesteld en hiertoe een bestuurlijk voorstel voor te bereiden.

 

Communicatie

Voorafgaand en tijdens de eerste 3 maanden na de invoering van de maatregel vindt een uitgebreide en intensieve communicatiecampagne plaats gericht op snorfietser maar ook de andere weggebruikers. Daarbij is ook gedacht aan verkeerseducatie op onderwijsinstellingen. In het eerste kwartaal na invoering van de maatregel wordt daarnaast op strategische punten in de stad, zoals bijvoorbeeld op punten waar snorfietsers door invoering van de maatregel moeten omrijden, verkeersregelaars ingezet om het nieuwe gewenste gedrag zoveel mogelijk te stimuleren.

 

Monitoring effecten maatregel

Daarnaast worden de effecten van de maatregel uitgebreid gemonitord. Hiervoor is reeds een uitgebreid monitoringsprogramma opgesteld. Deze monitoring start met een nulmeting in 2018 en een twee- à drietal meetmomenten na invoering van de maatregel met een tussenpose van een aantal maanden. Gedurende 1 week (7 dagen) wordt dan tijdens de spits tussen 08:00 – 11:00 uur en tussen 16:30 – 19:30 uur verkeersonderzoek gedaan op de volgende onderdelen:

naleving positie van snorfiets naar de rijbaan (‘plaats op de weg’);

helmplicht;

conflicten op kruising geregeld door VRI’s (verkeersregelinstallaties);

doorstroming op hoofdnet auto;

interactie met OV (bus, taxi en tram);

naleving omrijroutes;

speciale situaties ten aanzien van naleving positie van snorfiets naar de rijbaan (‘plaats op de weg’).

Met het verkeersonderzoek kijkt de gemeente naar onder meer de drukte, snelheid, hinder, reacties van overig verkeer (onder andere rembewegingen en schrikbewegingen), beïnvloeding in de buurt van kruispunten en de interactie tussen de verkeersdeelnemers.

 

Belangenafweging

De raad heeft in het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016-2021, vastgesteld op 14 september 2016, na inspraak ingestemd met onder andere het instellen van de maatregel ‘snorfietsen naar de rijbaan’. Het collegebesluit van 31 januari 2017, waarmee is ingestemd met het project snorfiets naar de rijbaan, is bekendgemaakt op 13 april 2017 met nr 61631, in het Gemeenteblad.

 

In het voortraject (van de in te voeren maatregel) is uitvoerig overleg gepleegd met belangenorganisaties, zoals BOVAG, ANWB, Scooterbelang, Fietsersbond Amsterdam, Milieudefensie, Veilig Verkeer Nederland, actiegroep ‘Geef het fietspad terug, Cliëntenbelang Amsterdam, Macula Vereniging, stadsdeelorganisaties, Verkeerspolitie, Vervoersregio, over de inhoud en wijze van invoering van de maatregel.

 

In overeenstemming met het in de Algemene wet bestuursrecht bepaalde, heeft het ontwerpverkeersbesluit Snorfiets naar de rijbaan met helmplicht, gedurende zes weken ter inzage gelegen van 14 augustus 2018 tot en met 24 september 2018, met de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Hierop zijn 4661 zienswijzen ontvangen. De ingediende zienswijzen zijn zorgvuldig gelezen. De Nota van Beantwoording bevat samenvattingen van alle zienswijzen die voor en tegen het ontwerpverkeersbesluit zijn gericht op onderwerp. Per onderwerp is door het college op de zienswijzen gereageerd. Aan de hand daarvan heeft het college een belangenafweging gemaakt tussen het algemene belang dat met dit besluit wordt gediend (bereikbaarheid van en verkeersveiligheid binnen Amsterdam) en de individuele belangen van indieners. Een aantal zienswijzen is voor het college aanleiding om de onderbouwing van het ontwerpverkeersbesluit op sommige punten aan te scherpen en een paar aanpassingen in weggedeelten te doen waarop de maatregel al dan niet van toepassing is.

Het college begrijpt dat de maatregel voor sommige snorfietsers als ingrijpend wordt ervaren. Het college is er, na alle individuele belangen zorgvuldig te hebben overwogen, van overtuigd dat de belangen in het kader van de doorstroming en van de verkeersveiligheid van zowel de weggebruikers op het fietspad, als van de snorfietsers met het besluit worden gediend. Het college vindt dan ook dat het algemeen belang (dat wordt gediend door de verplaatsing van de snorfiets naar de rijbaan) in dit geval zwaarder weegt dan het individuele belang van de snorfietser.

De gemeente treft diverse maatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid van onder meer de snorfietsers. Door middel van bebording, veilige doorsteekjes, wegmarkeringen en een uitgebreide campagne in combinatie met handhaving en een uitgebreid monitoring – en evaluatieprogramma, is de gemeente ervan overtuigd de veiligheid van iedereen in het verkeer te kunnen waarborgen.

Het college meent dat de maatregel zorgvuldig is voorbereid en wordt getroffen in het algemeen belang van de bereikbaarheid van de stad en van de verkeersveiligheid.

De gemeente Amsterdam kiest voor zoveel mogelijk eenduidigheid in het beleid. Dit komt de verkeersveiligheid van alle weggebruikers ten goede. Iedere weggebruiker weet wat er van hem wordt verwacht binnen een logisch afgebakend gebied (binnen de ring A10).

 

De locaties van de op- en afritten voor snorfietsers van het fietspad naar de rijbaan en andersom zijn zorgvuldig afgewogen en besproken met en goedgekeurd door de Centrale verkeerscommissie van de gemeente Amsterdam. Op deze locaties en bij een aantal belangrijke omrijroutes worden tijdelijke wegmarkeringen aangebracht om de snorfietsers extra te helpen.

 

Het in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer bedoelde overleg met de vertegenwoordiger van de korpschef van de Nationale politie, regionale eenheid Amsterdam heeft plaatsgevonden en deze is akkoord met dit besluit.

 

Gevolgde procedure

Dit verkeersbesluit is voorbereid volgens de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De Nota van Beantwoording is als bijlage bij het verkeersbesluit gevoegd. De Nota van Beantwoording bevat samenvattingen van alle 4661 zienswijzen die voor en tegen het ontwerpverkeersbesluit zijn gericht op onderwerp. Per onderwerp is door het college op de zienswijzen gereageerd.

Tegen het definitieve verkeersbesluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken, ingaande op de dag na bekendmaking van dit besluit, beroep instellen bij de Rechtbank Amsterdam, sector bestuursrecht algemeen, postbus 75850, 1070 AW Amsterdam.

 

 

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    Op de hierna genoemde verplichte fietspaden de maatregel snorfiets naar de rijbaan in te stellen en deze fietspaden aan te wijzen als verplicht fietspad, waarop snorfietsen niet is toegestaan, door het plaatsen van borden G11 volgens bijlage I, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met onderborden conform artikel 8 tweede lid, onderdeel f van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, met de tekst “snorfietsen niet toegestaan”:

 

Wijk Oost 1 Tekening SNOR-BO-O1-7

 

A. de Oostelijke Handelskade, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

B. het Rietlandpark, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Fred Petterbaan en het Rietlandpark, in beide richtingen;

C. de Fred Petterbaan, het fietspad gelegen aan de zuidzijde, in beide richtingen;

D. de J.F. van Hengelstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

E. de Verbindingsdam, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Levantkade en de Verbindingsdam, in beide richtingen;

G. de Bogortuin, het fietspad, in beide richtingen;

H. het fietspad gelegen tussen de Bogortuin en de Seranggracht, in beide richtingen;

I. het fietspad gelegen tussen de Seranggracht en de Majanggracht, in beide richtingen;

J. de Taman Sapituin, het fietspad, in beide richtingen;

K. de Imogirituin, het fietspad, in beide richtingen;

L. de Tosarituin, het fietspad, in beide richtingen;

M. de Tosaristraat, tussen de Tosarituin en de Sumatrakade:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde;

N. de C. van Eesterenlaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

O. de Borneolaan tussen de C. van Eestterenlaan en de percelen 1en 8, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

 

Wijk Oost 2 Tekening SNOR-BO-O2-7

 

A. de Roomtuintjes, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Roomtuintjes en de Zeeburgerdijk, in beide richtingen;

B. de Pontanusstraat, het fietspad gelegen aan de oostzijde;

C. de Eerste van Swindenstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

D. de fietspaden gelegen onder de spoorwegonderdoorgang tussen de Javastraat en de Eerste Van Swindenstraat, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

E. de Insulindeweg, tussen de Pontanusstraat en de Sumatrastraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. de Sumatrastraat, het aan de westzijde gelegen fietspad, ter hoogte van de Eerste Atjehstraat;

G. de Celebesstraat, het fietspad gelegen tussen de Insulindeweg en de Minahassastraat, in beide richtingen;

H. de Celebesstraat het fietspad gelegen tussen de Eerste Atjehstraat en de Balistraat, in beide richtingen;

I. de Nicolaas de Roeverstraat, het fietspad gelegen aan de westzijde;

J. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Celebesstraat en de Polderweg, in beide richtingen;

K. de Archimedesweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

L. het fietspad gelegen rondom het Oosterspoorplein, in beide richtingen;

M. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Pontanusstraat en de Celebesstraat, in beide richtingen;

N. het Oetewalerpad, het fietspad, in beide richtingen;

O. de Woltera van Reesstraat, het fietspad, in beide richtingen;

P. de Linnaeusstraat:

1. het fietspad aan de oostzijde, tussen de Linnaeuskade en de Commelinstraat;

2. het fietspad aan de westzijde, tussen de Wagenaarstraat en de Ringdijk;

Q. de Wijttenbachstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

R. de Middenweg, tussen de Linnaeuskade en de Wethouder Frankeweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

S. de Eerste Oosterparkstraat:

1. het fietspad aan de noordzijde;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Beukenweg en huisnummer 60;

3. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Oetgensdwarsstraat en de Weesperzijde;

T. de Weesperzijde, tussen de Eerste Oosterparkstraat en de Burmanstraat, in beide richtingen;

U. de Gijsbrecht van Aemstelstraat, het fietspad gelegen aan de oneven zijde;

V. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Platanenweg en de Tugelaweg, in beide richtingen;

W. het Oosterpark:

1. de fietspaden gelegen aan de westzijde, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

2. de fietspaden gelegen aan de zuidzijde, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

X. de Ruyschstraat, het fietspad gelegen aan de even zijde tussen de Camperstraat en het ’s Gravesandeplein;

Y. het Linnaeusplantsoen, het fietspad in beide richtingen;

Z. het ’s Gravesandeplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

AA. de Beukenweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

BB. het Beukenplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

CC. de brug welke de verbinding vormt tussen de Beukenweg en de Maritzstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

DD. de Maritzstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

EE. het Krugerplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

FF. de Krugerstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

GG. de Schalk Burgerstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

HH. de brug welke de verbinding vormt tussen de Schalk Burgerstraat en de Nobelweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

II. de Nobelweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

JJ. het Afrikanerplein, aan de zuidzijde, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

KK. de President Steynstraat, tussen de Hofmeyerstraat en het President Steynplantsoen, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

LL. de Wibautstraat, het fietspad aan de westzijde gelegen in het verlengde van het Pauwenpad;

MM. de Ringdijk:

1. het fietspad tussen de Wibautstraat en de Schollenbrugstraat, in beide richtingen;

2. het fietspad tussen de Eerste Ringdijkstraat en de Nobelweg, in beide richtingen;

NN. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Rudolf Dieselstraat en de Ringdijk, in beide richtingen;

OO. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het President Steynplantsoen en de Wibautstraat, in beide richtingen;

PP. de Schollenbrugstraat, het fietspad gelegen aan de zuidzijde, in beide richtingen;

QQ. de Weesperzijde, tussen de Schollenbrugstraat en de Mr. Treublaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

RR. de Kamerlingh Onneslaan, tussen de Middenweg en de Nobelweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

SS. de Copernicusstraat, de fietsdoorsteek ter hoogte van huisnummer 73, in beide richtingen;

TT. de Hogeweg, de fietsdoorsteek ter hoogte van huisnummer 82, in beide richtingen;

 

Wijk Oost 3 Tekening SNOR-BO-O3-7

 

A. de Insulindeweg:

1. het fietspad aan de even zijde, tussen de Sumatrastraat en de Semarangstraat;

2. het fietspad aan de oneven zijde, tussen de Zeeburgerdijk en de Sumatrastraat;

3. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Insulindeweg en de Westelijke Merwedekanaaldijk, in beide richtingen;

4. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Kramatweg en de Insulindeweg, in beide richtingen;

B. de Zeeburgerdijk:

1. tussen de Flevoparkweg en huisnummer 53, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. het fietspad tussen de Kramatweg en de Zeeburgerdijk, in beide richtingen;

C. de Th. K. van Lohuizenlaan, het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

D. de Cruquiusweg:

1. het fietspad gelegen tussen de Veelaan en de Zeeburgerkade, in beide richtingen;

2. de fietspaden gelegen tussen de Veelaan en de C. van Eesterenlaan, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

E. het fietspad gelegen tussen de Veelaan en de Dick Greinerstraat, in beide richtingen;

F. de Veelaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

G. de Molukkenstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

H. het Javaplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

I. de Tidorestraat, het fietspad gelegen tussen het Sumatraplantsoen oost- en westzijde, in beide richtingen;

J. de Carolina Macgillavrylaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

K. de Oosterringdijk, de fietspaden welke de verbinding vormen tussen de Carolina Macgillavrylaan en het bromfietspad van de Oosterringdijk;

 

Wijk Oost 4 Tekening SNOR-BO-O4-7

 

A. de fietspaden welke de verbinding vormen tussen de Overzichtsweg en de rotonde van de Spaklerweg, ter weerszijden van de rijbaan;

B. de Overzichtsweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

C. het Julianaplein:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Hugo de Vrieslaan en de Overzichtsweg, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde, in beide richtingen;

D. de Maliebaan, het fietspad in beide richtingen;

E. de Kamerlingh Onneslaan:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Nobelweg en 100 meter vanaf de hoofdrijbaan van de Gooiseweg;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen huisnummer 97 en de Nobelweg;

3. de fietsoversteek gelegen tussen het noordelijke en het zuidelijke fietspad;

F. de Mr. Treublaan, het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen het spoorwegviaduct en de Weesperzijde;

G. de Weesperzijde, tussen de Mr. Treublaan en de Van der Kunstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

H. de Omval, het fietspad gelegen aan de waterzijde, in beide richtingen;

I. het Amstelplein, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Weesperzijde en de rotonde van de Spaklerweg, in beide richtingen;

J. de fietspaden gelegen rondom de rotonde van de Spaklerweg;

K. de Spaklerweg:

1. tussen de Daniel Goedkoopstraat en de Omval, het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

2. tussen de Daniel Goedkoopstraat en de rotonde, het fietspad gelegen aan de oostzijde;

L. de Amstelstroomlaan, het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Bella Vista straat en de Spaklerweg, in beide richtingen;

M. de H.J.E. Wenckebachweg:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen huisnummer 81-121, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde;

N. de De Heusweg, tussen de Nicolaas Tetterodestraat en de Joan Muyskenweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

O. de Joan Muyskenweg, het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de De Heusweg en de Nieuwe Utrechtseweg, in beide richtingen;

P. de Goudriaanstraat, het fietspad tussen huisnummer 9 en de Mr.Treublaan;

 

Wijk Oost 5 Tekening SNOR-BO-O5-7

 

A. het Galileiplantsoen, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

B. de Nobelweg, tussen de Kamerlingh Onneslaan en de Hugo de Vrieslaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

C. de Hugo de Vrieslaan:

1. tussen de Middenweg en de Nobelweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen het Julianaplein en de Maxwellstraat, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Bernard Russelstraat en de Nobelweg;

D. de Kruislaan:

1. het fietspad gelegen tussen de Maxwellstraat en de Radioweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Maxwellstraat en de Rozenburglaan, in beide richtingen;

E. de Middenweg, tussen het Voorlandpad en de Wethouder Frankeweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. het fietspad welke de verbinding vormt met de Middenweg en de Teslastraat, in beide richtingen;

G. het fietspad welke de verbinding vormt met de Kruislaan en de Hertzstraat, in beide richtingen;

H. het fietspad welke de verbinding vormt met de Kruislaan en de Finsenstraat, in beide richtingen;

I. de Lorentzlaan, het fietspad gelegen tussen de Pieter Zeemanlaan en de Flammarionstraat, in beide richtingen;

J. de Pieter Zeemanlaan, het fietspad gelegen tussen de Lorentzlaan en de Ostwaldstraat, in beide richtingen;

K. de Ostwaldstraat, het fietspad gelegen tussen de Kapteynstraat en de Glauberweg, in beide richtingen;

L. de Kapteynstraat, het fietspad tussen de Ostwaldstraat en de Van ‘t Hofflaan, in beide richtingen;

M. de Enthovenstraat, het fietspad tussen de Snelliusstraat en de Van ‘t Hofflaan, in beide richtingen;

N. de Maxwellstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

O. de Rozenburglaan, het fietspad tussen de Kruislaan en de Onderlangs, in beide richtingen;

P. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Rozenburglaan en de Onderlangs, in beide

richtingen;

Q. de Wethouder Frankeweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

 

Wijk Oost 6 Tekening SNOR-BO-O6-7

 

A. het fietspad, gelegen tussen de Westelijke Merwedekanaaldijk en de Oosterringdijk, in beide richtingen;

B. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Kruislaan en het Archimedesplantsoen, in beide richtingen;

C. het Sciencepark, het fietspad gelegen aan de zuidzijde, in beide richtingen;

D. de Kruislaan:

1. het fietspad aan de zuidzijde gelegen tussen de Carolina Macgillavrylaan en het Middenmeerpad, in beide richtingen;

2. het fietspad tussen het Archimedesplantsoen en de Radioweg;

E. de Radioweg:

1. het fietspad gelegen tussen het Middenmeerpad en 50 meter ten oosten van huisnummer 76, in beide richtingen;

2. de fietspaden gelegen tussen de Kruislaan en 50 meter ten oosten van huisnummer 76, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

F. de Wembleylaan , het fietspad gelegen aan de zuidzijde, in beide richtingen;

 

Wijk Oost 7 Tekening SNOR-BO-O7-7

 

A. de Leo Hornstraat, het fietspad tussen de Eef Kamerstraat en de IJburglaan, in beide richtingen;

B. de Bob Haarmslaan, het fietspad tussen de IJburglaan en de Zuider IJdijk, in beide richtingen;

C. de Zuider IJdijk, het fietspad, in beide richtingen;

D. de Faas Wilkesstraat, het fietspad vanaf de Bob Haarmslaan, in beide richtingen;

E. de fietsdoorsteken tussen de Kea Boumanstraat en de Zuider IJdijk, in beide richtingen;

 

Wijk Zuid 1 Tekening SNOR-BO-Z1-5

 

A. het Haarlemmermeercircuit, de fietspaden gelegen rondom dit circuit;

B. de Baarsstraat, het fietspad gelegen aan de zuidzijde;

C. de Amstelveenseweg:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen het Haarlemmermeercircuit en de Overtoom;

2. het fietspad gelegen tussen de Karperweg en het Haarlemmermeercircuit, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Karperweg en de Pieter Lastmankade;

4. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de Pieter Lastmankade en het Haarlemmermeercircuit;

D. de De Lairessestraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

E. de Cornelis Krusemanstraat de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. het Olympiaplein:

1. de fietspaden gelegen aan de noordzijde, tussen de Olympiaweg en de Apollolaan, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de noordelijke rijbaan en de Apollolaan, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de noordelijke rijbaan en de Apollolaan;

4. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de Apollolaan en de Stadionweg, in beide richtingen;

5. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Apollolaan en de Olympiaweg;

G. de Apollolaan:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden op de verbindingen tussen de

noordelijke en de zuidelijke rijbaan;

H. het Valeriusplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen de De

Lairessestraat en het Olympiaplein;

I. de Emmastraat, tussen de De Lairessestraat en de Jan van Goyenkade, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

J. de Willem Witsenstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

K. de Breitnerstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

L. de Koningslaan, de fietsdoorsteek gelegen tegenover de Oranje Nassaulaan;

M. de fietspaden welke de verbindingen vormen tussen de Saskia van Uilenburgstraat en de Theophile de Bockstraat en de Hodenpijlkade;

N. de Schinkelhavenstraat, het fietspad gelegen tussen de Amstelveenseweg en de Sloterkade, in beide richtingen;

O. de Schinkelhavenkade, de fietsdoorsteek naar de Schinkelhavenstraat, in beide richtingen;

P. de Theophile de Bockstraat, het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

Q. de Warmondstraat, het fietspad tussen de Albert Neuhuysstraat en de Theophile de Bockstraat, in beide richtingen;

R. het Surinameplein:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Andreas Schelfhoutstraat en de hoofdrijbaan;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde;

3. het fietspad gelegen aan de oostzijde;

4. de fietsdoorsteek gelegen tussen de noordelijke en de zuidelijke hoofdrijbaan;

5. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Andreas Schelfhoutstraat en de secundaire rijweg van het Surinameplein, in beide richtingen;

S. het Hoofddorpplein, de rondom het plein gelegen fietspaden;

T. de Aalsmeerweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

U. het fietspad gelegen tussen de Saskia van Uilenburgstraat en de Hodenpijlkade, in beide richtingen;

V. de Heemstedestraat, de fietspaden gelegen tussen de Westlandgracht en de Poeldijkstraat, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

 

Wijk Zuid 2 Tekening SNOR-BO-Z2-5

 

A. de Beethovenstraat:

1. het toeleidende fietspad tussen huisnummer 43 en de Brahmsstraat;

2. het fietspad gelegen tussen de Brahmsstraat en de Gerrit van der Veenstraat, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen tussen de Gerrit van der Veenstraat en huisnummer 27;

B. de Brahmsstraat, het fietspad gelegen tussen de Beethovenstraat en huisnummer 32, in beide richtingen;

C. de Apollolaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

D. de Joh. M. Coenenstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

E. het Roelof Hartplein:

1. het fietspad aan de westzijde tussen de Bronckhorststraat en de Joh. M. Coenenstraat;

2. het fietspad aan de oostzijde, tussen de Roelof Hartstraat en de Van Baerlestraat, in beide richtingen;

F. de Roelof Hartstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

G. de Van Baerlestraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

H. het Concertgebouwplein, het fietspad gelegen aan de zuidzijde;

I. de Eerste Jacob van Campenstraat, het fietspad tussen huisnummer 57 en de Ferdinand Bolstraat, in beide richtingen;

J. de Saenredamstraat, het fietspad tussen huisnummer 67 en de Ferdinand Bolstraat, in beide richtingen;

K. de Hobbemakade:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, tussen de Stadhouderskade en de Albert Cuypstraat;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Van Hillegaertstraat en de Albert Cuypstraat;

L. het Jacob Obrechtplein, het fietspad gelegen tussen de Heinzestraat en de Richard Holstraat, in beide richtingen;

M. Brug 79, gelegen over de Boerenwetering, het fietspad gelegen aan de noordzijde;

N. de Honthorststraat:

1. de fietsdoorsteken naar de Hobbemakade;

2. de fietsdoorsteken bij de Johannes Vermeerstraat;

3. het fietspad gelegen tussen de Paulus Potterstraat en het Museumplein, in beide richtingen;

O. de Hobbemastraat:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Paulus Potterstraat en de Jan Luijckenstraat;

2. de fietsdoorsteek tussen de Hobbemastraat en de Paulus Potterstraat;

P. de Johannes Vermeerstraat, het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen de Tenierstraat en de Hobbemastraat;

Q. de Gabriel Metsustraat:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen het Museumplein en de Van Baerlestraat;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Van Miereveldstraat en het Museumplein;

R. het Johannes Vermeerplein, het fietspad gelegen aan de noordzijde;

T. het Museumplein, het fietspad gelegen tussen de Gabriel Metsustraat en de Honthorststraat, in beide richtingen;

U. de Paulus Potterstraat, het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen huisnummer 8 en de Hobbemastraat;

V. de fietsdoorsteek tussen de Johannes Vermeerstraat en de Ruysdaelstraat, in beide richtingen;

W. de Albert Cuypstraat, het fietspad gelegen achter de tramhalte, ter hoogte van de Ferdinand Bolstraat;

X. de Hercules Seghersstraat, het fietspad, in beide richtingen;

Y. de Eerste Jan Steenstraat, het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen het Sarphatipark en de Ferdinand Bolstraat;

Z. de Tweede Jan Steenstraat, het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen het Sarphatipark en de Van Woustraat;

AA. het Sarphatipark:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Eerste van der Helststraat en de Eerste Sweelinckstraat;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Tweede van der Helststraat en de Tweede Sweelinckstraat;

BB. de Ceintuurbaan:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Tweede Sweelinckstraat en de Van Woustraat;

2. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen de Van Woustraat en de Amsteldijk;

3. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen de Hobbemakade en de percelen 69 en 258;

CC. de Hemonystraat, het fietspad gelegen tussen de Tweede Jan van der Heijdenstraat en de Tweede Jan Steenstraat, in beide richtingen;

DD. de Amsteldijk, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, tussen de Govert Flinckstraat en de Jozef Israëlskade;

EE. de Van Woustraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden ter hoogte van de Jozef Israëlskade;

FF. de Tweede van der Helststraat:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Rustenburgerstraat en de Ceintuurbaan;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Lutmastraat en de Karel du Jardinstraat;

3. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen de Lutmastraat en de Amstelkade;

GG. de Rustenburgerstraat, het fietspad tussen huisnummer 237 en 251, in beide richtingen;

HH. de Van Ostadestraat, tussen de Hendrick de Keijserstraat en de huisnummer 215, in beide richtingen;

II. het Van der Helstplein, het fietspad gelegen aan de oostzijde;

JJ. het Henrick de Keijserplein, het fietspad gelegen aan de zuidzijde;

KK. de Lutmastraat:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Van Woustraat en het Henrick de Keijserplein;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen het Henrick de Keijserplein en Tweede van der Helststraat;

3. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Tweede van der Helststraat en de Ferdinand Bolstraat;

LL. de Pijnackerstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

MM. de Van Hilligaertstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

NN. de Stadionweg, tussen de Apollolaan en de Van Hilligaertstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

OO. de brug gelegen tussen de Ferdinand Bolstraat en de Scheldestraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

PP. de Burgemeester Tellegenstraat, de fietsdoorsteek gelegen tegenover de Pieter Lodewijk Takstraat;

QQ. het Cornelis Troostplein:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Lutmastraat en de Ferdinand Bolstraat;

2. aan de zuidzijde, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen de Ferdinand Bolstraat en de Pijnackerstraat;

RR. de Ruysdaelstraat, het fietspad gelegen aan de oneven zijde tussen de Van Baerlestraat en de Pieter Baststraat;

SS. de Maasstraat, het fietspad tussen de Amstelkade en de Churchilllaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

TT. de Jozef Israëlskade, het fietspad tussen de Tweede van der Helststraat en de Ferdinand Bolstraat, in beide richtingen;

UU. de Nieuwe Amstelbrug, het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Stadhouderskade en de Weesperzijde;

 

Wijk Zuid 3 Tekening SNOR-BO-Z3-5

 

A. de Stadionweg:

1. het fietspad tussen de Olympiaweg en de Amstelveenseweg, ter weerszijden van de rijbaan;

2. de fietsdoorsteek gelegen tussen de secundaire rijweg ter hoogte van huisnummer 293 en de hoofdrijbaan, in beide richtingen;

3. het fietspad tussen de Stadionweg en de Olympiaweg, in beide richtingen;

B. de Laan van Hesperiden:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde;

3. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Laan van Hesperiden en het Piet Kranenbergpad, in beide richtingen;

C. de Afroditekade, het fietspad in beide richtingen;

D. de Amstelveenseweg:

1. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan, tussen de Pieter Lastmankade en de Stadionweg;

2. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan, tussen het Stadionplein en de Fred Roeskestraat;

E. het Stadionplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. de Fred Roeskestraat, het aan de noordzijde gelegen fietspad, in beide richtingen;

G. het fietspad gelegen tussen de Fred Roeskestraat en de Dirk Schaferstraat, in beide richtingen;

H. de Dina Apeldoornstraat, het fietspad welke de verbinding vormt naar de Fred Roeskestraat, in beide richtingen;

I. de Parnassusweg:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen het Olympiaplein en de Prinses Irenestraat;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Prinses Irenestraat en de zuidzijde van het viaduct van de ring A10, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen het Olympiaplein en de Fred Roeskestraat;

4. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Fred Roeskestraat en de zuidzijde van het viaduct van de ring A10, in beide richtingen;

J. de Strawinskylaan:

1. het aan de noordzijde gelegen fietspad, in beide richtingen;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Strawinskylaan en de Parnassusweg, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen tussen de Prinses Irenestraat en de fietsparkeergarage op het Zuidplein, in beide richtingen;

K. het Jaagpad:

1. het fietspad gelegen tussen het IJsbaanpad en de Generaal Vetterstraat, in beide richtingen;

2. de fietspaden gelegen tussen het Jaagpad en het IJsbaanpad, in beide richtingen;

L. de Generaal Vetterstraat:

1. het fietspad tussen het Spijtellaantje en het Jaagpad, in beide richtingen;

2. het fietspad tussen huisnummer 24 en 27, in beide richtingen;

3. het fietspad tussen de hoofdrijbaan en het Jaagpad, in beide richtingen;

M. het Olympiaplein:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Patroclosstraat en de Watteaustraat;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen het Olympiaplein west- en oostzijde;

3. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Stadionweg en het Olympiaplein;

N. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Anthony Fokkerweg en de Rijnsburgstraat, in beide richtingen;

O. de fietspaden gelegen rondom de rotonde van de kruising van wegen van de Henk Sneevlietweg, de Rijnsburgstraat, de Aalsmeerweg en de Vlaardingenlaan;

P. de Vlaardingenlaan tussen de Naaldwijkstraat en de rotonde, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

Q. de Anthony Fokkerweg, het fietspad aan de oostzijde, tussen de Valschermkade en de Luchtvaarstraat, in beide richtingen;

R. de Valschermkade:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

3. de fietspaden welke de verbinding vormen naar het Jaagpad, in beide richtingen;

S. het IJsbaanpad:

1. tussen de Jachthavenweg en de Amstelveenseweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

2. tussen huisnummer 123 en 135, het fietspad, in beide richtingen;

T. de Amstelveenseweg:

1. het fietspad aan de oostzijde tussen huisnummer 355 en de Fred Roeskestraat, in beide richtingen;

2. het fietspad aan de westzijde tussen huisnummer 400 en de Fred Roeskestraat;

U. het Burgerweeshuispad, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

V. het Piet Kranenbergpad, het fietspad welke de verbinding vormt tussen het IJsbaanpad en de Havenstraat, in beide richtingen;

W. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Amstelveenseweg en het Burgerweeshuispad, in beide richtingen;

X. de Stadionkade:

1. het fietspad gelegen tussen de Minervalaan en de Rubensstraat, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen tussen de Stadionkade en het Stadionplein, in beide richtingen;

Y. de fietsbrug gelegen tussen de Stadionkade en de Prinses Margrietstraat, in beide richtingen;

Z. het fietspad gelegen aan de westzijde van het Zuidplein, in beide richtingen;

 

Wijk Zuid 4 Tekening SNOR-BO-Z4-5

 

A. de Beethovenstraat:

1. tussen de Stadionweg en Prinses Irenestraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. tussen de Prinses Irenestraat en Matthijs Vermeulenpad, het fietspad aan de westzijde van de hoofdrijbaan, in beide richtingen;

3. tussen de Prinses Irenestraat en Christian Neefestraat, het fietspad aan de oostzijde van de hoofdrijbaan, in beide richtingen;

B. het fietspad gelegen onder de Beethovenstraat, ter hoogte van de Strawinskylaan, in beide richtingen;

C. de Stadionweg, tussen de Beethovenstraat en de Apollolaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

D. de Diepenbrockstraat, het weggedeelte gelegen tussen de Bernard Zwierskade en de Herman Gorterstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

E. de Diepenbrockstraat, de weggedeelten gelegen over de kruisingen ter hoogte van de Herman Heijermansweg en het Boerenweteringpad, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. de Wielingenstraat, het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Diepenbrockstraat en het Europaplein;

G. het Scheldeplein, de fietspaden gelegen aan de west- en oostzijde, tussen de Scheldestraat en het Europaplein;

H. de Scheldestraat:

1. tussen de Churchilllaan en het Scheldeplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. tussen de Amstelkade en de Churchilllaan, het fietspad gelegen aan de westzijde;

I. de Churchilllaan:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Scheldestraat en huisnummer 212;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen huisnummer 42 en 50;

3. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen huisnummer 41 en 47;

4. de fietspaden gelegen tussen de noordelijke en zuidelijke rijbaan, ter hoogte van de Maasstraat;

J. de Vrijheidslaan, tussen de Rijnstraat en het Victorieplein, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

K. het Europaplein, tussen het Scheldeplein en de Niersstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

L. de Niersstraat, de fietsdoorsteek naar het Europaplein, in beide richtingen;

M. de Rooseveltlaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

N. het Victorieplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, aan de zuidoost- en de noordzijde;

O. de President Kennedylaan:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Gelrestraat en het Martin Luther Kingpark;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Uiterwaardenstraat en de Kuinderstraat;

3. de fietsdoorsteek naar het President Kennedyplantsoen, in beide richtingen;

4. de fietsdoorsteken naar de secundaire rijweg, in beide richtingen;

P. de Maasstraat:

1. de toeleidende fietspaden naar de President Kennedylaan;

2. de toeleidende fietspaden naar de Churchilllaan;

Q. het Muzenplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

R. de Veluwelaan, de toeleidende fietspaden naar de President Kennedylaan;

S. de Waalstraat, de toeleidende fietspaden naar de President Kennedylaan;

T. de Mirandalaan, de toeleidende fietspaden naar de President Kennedylaan;

U. de Betuwestraat, het fietspad gelegen tussen de Gelrestraat en de Graafschapstraat, in beide richtingen;

V. de Graafschapstraat, het fietspad gelegen tussen de Betuwestraat en de Zuidelijke Wandelweg, in beide richtingen;

W. het fietspad gelegen tussen het Rozenoordpad en de Gaasterlandstraat, in beide richtingen;

X. de Gaasterlandstraat, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Zuidelijke Wandelweg en het niet met name genoemde fietspad leidende naar het Rozenoordpad, in beide richtingen;

Y. de Zuidelijke Wandelweg, het fietspad gelegen tussen de Veluwelaan en de Gelrestraat, in beide richtingen;

Z. het Rozenoordpad, het fietspad gelegen tussen de Europaboulevard en de Amsteldijk, in beide richtingen;

AA. Waalstraat:

1. het fietspad gelegen aan de even zijde tussen de huisnummers 120 en 132 ;

2. het fietspad gelegen aan de oneven zijde van huisnummer 103 tot de Uiterwaardenstraat;

 

Wijk Zuid 5 Tekening SNOR-BO-Z5-5

 

A. de Amsteldijk:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden tussen de Jozef Israëlskade en de President Kennedylaan;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Amsteldijk en het Martin Luther Kingpark, in beide richtingen;

B. de Berlagebrug, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

C. de Vrijheidslaan, tussen de Rijnstraat en de Amsteldijk, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden en de doorsteken naar de secundaire rijweg;

D. de Rijnstraat tussen de secundaire rijweg van de President Kennedylaan en de Vrijheidslaan, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

E. de President Kennedylaan:

1. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de secundaire rijweg en het fietspad naar het Martin Luther Kingpark, in beide richtingen;

2. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, tussen de Amsteldijk en de Eemsstraat en de doorsteken naar de secundaire rijweg;

F. het fietspad gelegen tussen de Kuinderstraat en het Martin Luther Kingpark, in beide richtingen;

G. de Rijnstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, tussen de President Kennedylaan en de Jozef Israëlskade;

 

Wijk Centrum 1 Tekening SNOR-BO-C1-4

 

A. de Planciusstraat, het fietspad gelegen aan de even zijde tussen de Schiemanstraat en het Haarlemmerplein;

B. het Haarlemmerplein, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Korte Marnixstraat en de Haarlemmerdijk, in beide richtingen;

C. de Haarlemmer Houttuinen:

1. het fietspad aan de oneven zijde, tussen huisnummer 489 en de Buiten Brouwersstraat;

2. het fietspad aan de spoorzijde tussen de Buiten Brouwersstraat en Tussen de Bogen;

D. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Ketelmakerstraat en de Haarlemmer Houttuinen in beide richtingen;

E. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Westerdokskade en het Westerdoksplein, in beide richtingen;

F. de Spuistraat, het fietspad gelegen aan de even zijde;

G. de Korte Korsjespoortsteeg, het fietspad tussen de Oude Nieuwstraat en de Spuistraat, in beide richtingen;

H. de Korte Kolksteeg, het fietspad, in beide richtingen;

I. de Molsteeg, het fietspad, in beide richtingen;

J. de Torensteeg, het fietspad, in beide richtingen;

K. de Nieuwezijds Voorburgwal, het fietspad aan de even zijde, tussen de Raadhuisstraat en huisnummer 228;

L. de Paleisstraat, het toeleidende fietspad naar de Spuistraat;

M. de Westermarkt, het fietspad gelegen aan de even zijde;

N. de Raamsteeg, het fietspad, in beide richtingen;

O. het Rokin:

1. het fietspad, gelegen aan de westzijde tussen de Dam en huisnummer 106;

2. het fietspad, gelegen aan de westzijde tussen het Spui en het Muntplein;

P. de Heisteeg, het fietspad, in beide richtingen;

Q. de Elandsgracht, het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Marnixstraat en brug 169;

R. de Marnixstraat:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de Elandsgracht en de Rozengracht;

2. de fietsdoorsteek gelegen aan de oostzijde, ter hoogte van de Rozengracht;

3. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan, tussen het Marnixplein en de Korte Marnixstraat;

4. het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen huisnummer 152 en de Rozengracht;

S. het Marnixplein, het fietspad gelegen aan de oostzijde van de oostelijke rijbaan;

T. de Korte Marnixstraat, het fietspad aan de westzijde gelegen tussen het Haarlemmerplein en de Korte Marnixkade;

U. de Rozengracht zuidzijde, het fietspad gelegen tussen de Groenmarktkade en de Marnixstraat;

 

Wijk Centrum 2 Tekening SNOR-BO-C2-4

 

A. de Prins Hendrikkade:

1. het fietspad welke de verbinding vormt tussen huisnummer 20 a en de fietsbrug, gelegen over het Open Havenfront, in beide richtingen;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen huisnummer 1a en de fietsbrug, gelegen over het Open Havenfront, in beide richtingen;

B. de Nieuwe Batavierstraat, het fietspad, in beide richtingen;

C. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Singel en de Prins Hendrikkade, in beide richtingen;

D. het Hekelveld, het fietspad gelegen aan de even zijde, tussen huisnummer 8 en het Kattengat;

E. de fietsbrug die is gelegen over het Open Havenfront tussen het Stationsplein en de Prins Hendrikkade, in beide richtingen;

F. de Oude Hoogstraat, het fietspad, in beide richtingen;

G. de Nieuwe Hoogstraat, het fietspad in beide richtingen;

H. de Geldersekade, het fietspad gelegen aan de oneven zijde, in beide richtingen;

I. MR. J.J. van der Veldebrug, de fietsbrug gelegen tussen Oosterdok en de Oosterdokskade, in beide richtingen;

J. de Jodenbreestraat, tussen de Sint Antoniesbreestraat en de Uilenburgersteeg, de fietspaden ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

K. de Staalstraat, het fietspad, in beide richtingen;

L. het Damrak, het fietspad gelegen aan de huizenzijde tussen de Prins Hendrikkade en de Dam;

M. Oosterdokskade, het fietspad gelegen tussen de Oostertoegang en de Simon Carmiggeltstraat, in beide richtingen;

N. de Warmoesstraat, het fietspad gelegen tussen de Nieuwebrugsteeg en de Papenbrugsteeg, in beide richtingen;

O. de Lange Niezel, het fietspad, in beide richtingen;

P. de Oudebrugsteeg, het fietspad, in beide richtingen;

Q. de Sint Olofspoort, het fietspad, in beide richtingen;

 

Wijk Centrum 3 Tekening SNOR-BO-C3-4

 

A. de Marnixstraat, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen het Leidseplein en de Leidsekade;

B. het Leidseplein:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Leidsekade en het Kleine-Gartmanplantsoen;

2. de fietspaden, welke de verbinding vormen tussen het Kleine-Gartmanplantsoen en de Marnixstraat;

C. het Kleine-Gartmanplantsoen, de fietspaden gelegen tussen de Weteringschans en het Leidseplein, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

D. het Max Eeuweplein, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Stadhouderskade en de Weteringschans, in beide richtingen;

E. de Weteringschans:

1. het fietspad gelegen aan de oneven zijde tussen de Spiegelgracht en het Kleine-Gartmanplantsoen;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Spiegelgracht en het Tweede Weteringplantsoen;

F. de Museumbrug, gelegen over de Singelgracht, het fietspad gelegen aan de westzijde van de hoofdrijbaan;

G. de fietspaden gelegen rondom het verkeersplein tussen de Nieuwe Vijzelstraat en de Weteringlaan;

H. de Weteringlaan, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Weteringschans en de Freddy Heinekenbrug;

I. het fietspad gelegen op de Van Gendtbrug aan de oostzijde, in beide richtingen;

J. het Oosteinde, het fietspad gelegen aan de oneven zijde;

K. het Frederiksplein:

1. het fietspad gelegen dwars over het plein van zuidoost naar noordwest, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Utrechtsestraat en de Weteringschans;

L. de Spiegelgracht, aan de waterzijde tussen de Prinsengracht en de Lijnbaansgracht;

M. de Nieuwe Spiegelstraat, het fietspad, tussen de Prinsengracht en de Kerkstraat, in beide richtingen;

N. de Magere brug, de fietsverbinding over de Amstel tussen de Kerkstraat en de Nieuwe Kerkstraat, in beide richtingen;

 

Wijk Centrum 4 Tekening SNOR-BO-C4-4

 

A. de Voormalige Stadstimmertuin, tussen huisnummer 1 en de Amstel, het fietspad, in beide richtingen;

B. de Sarphatistraat:

1. het fietspad gelegen aan de huizenzijde tussen het Alexanderplein en de Zeeburgerstraat;

2. het fietspad gelegen tussen de Nieuwe Vaart en de Hoogte Kadijk;

C. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Nieuwe Herengracht en het Hortusplantsoen, in beide richtingen;

D. het Hortusplantsoen, het fietspad gelegen tussen huisnummer 6 en het Dr. D.M. Sluyspad, in beide richtingen;

E. de Czaar Peterstraat, het fietspad gelegen tussen de percelen 21-23 en de 1e Coehoornstraat;

F. De Plantage Middenlaan:

1. het fietspad gelegen aan de even zijde tussen de Plantage Parklaan en de Plantage Muidergracht;

2. het fietspad gelegen aan de oneven zijde tussen de Plantage Parklaan en de Plantage Badlaan;

G. Het Alexanderplein, de toeleidende fietspaden naar de Sarphatistraat;

H De Zeeburgerstraat, tussen de Funenkade – Alexanderkade en de Sarphatistraat, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

I. De brug gelegen over de Nieuwe Vaart, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

J. De Cruquiuskade, tussen de Czaar Peterstraat en de Keerwal, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

K. De Eerste Coehoornstraat, tussen de Czaar Peterstraat en de Blankenstraat, het fietspad, in beide richtingen;

L. De Blankenstraat, het fietspad gelegen tussen de Cruquiuskade en Cruquiusstraat, in beide richtingen;

M. De Tweede Coehoornstraat, het fietspad, in beide richtingen;

N. De Kraijenhoffstraat, het fietspad gelegen tussen de Cruquiusstraat en de Tweede Coehoornstraat, in beide richtingen;

O. Het Oostenburgerpark, het fietspad gelegen tussen de Conradstraat en de Admiraliteitstraat, in beide richtingen;

P. De Compagniestraat, het fietspad gelegen tussen de Admiraliteitstraat en de Oostenburgergracht, in beide richtingen;

Q. Brug 1904, het fietspad gelegen over de Wittenburgervaart, in beide richtingen;

R. het fietspad gelegen tussen de Kleine Wittenburgerstraat en de Grote Wittenburgerstraat, ter hoogte van de Poolstraat, in beide richtingen;

S. de Kattenburgerkade, het fietspad gelegen tussen de Marinierskade en de Kattenburgerstraat, in beide richtingen;

T. het fietspad gelegen over de Kattenburgervaart, welke de verbinding vormt tussen de Jacob Burggraafstraat en de Kattenburgerkade, in beide richtingen;

U. de Marinierskade, het fietspad gelegen aan de waterzijde, in beide richtingen;

V. de Kattenburgerkruisstraat, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de rijbaan;

W. de Overhaalsgang, het fietspad, in beide richtingen;

X. het fietspad dat de verbinding vormt tussen de Hoogte Kadijk en de Laagte Kadijk, in beide richtingen;

Y. het Entrepotdok:

1. het fietspad welke de verbinding vormt naar de Laagte Kadijk, in beide richtingen;

2. tussen de Geschutswerf en de Sarphatistraat, het fietspad, in beide richtingen;

Z. de Plantage Kerklaan, het fietspad gelegen tussen het Entrepotdok en de Plantage Doklaan, in beide richtingen;

AA. de Nieuwe Herengracht, het fietspad gelegen aan de waterzijde tussen de Anne Frankstraat en het Rapenburgerplein;

BB. het Rapenburgerplein, het fietspad gelegen aan de waterzijde tussen de Nieuwe Herengracht en de Foeliedwarsstraat;

CC. het Waterlooplein:

1. het fietspad gelegen aan de stadhuiszijde;

2. het fietspad gelegen aan de huizenzijde tussen de Nieuwe Amstelstraat en de Turfsteeg;

DD. brug 187, het fietspad gelegen over de Singelgracht tussen de Spinozastraat en de Mauritskade, in beide richtingen;

EE. de Amstel, het fietspad gelegen aan de stadhuiszijde, welke de verbinding vormt tussen het Waterlooplein en de Zwanenburgwal, in beide richtingen;

FF. de Wittenburgergracht, het fietspad gelegen aan de huizenzijde tussen de Oostenburgergracht en deKleine Wittenburgerstraat, in beide richtingen;

GG. de Oostenburgergracht, het fietspad gelegen aan de huizenzijde, in beide richtingen;

 

Wijk West 1 Tekening SNOR-BO-W1-3

 

A. de Spaarndammerdijk, het fietspad gelegen tussen de Transformatorweg en de Tasmanstraat, in beide richtingen;

B. de Tasmanstraat, het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Le Mairestraat en de Spaarndammerstraat, in beide richtingen;

C. het Suikerplein, het fietspad gelegen tussen de Spitsbergenstraat en de Van Noordtkade, in beide richtingen;

D. de Spaarndammerstraat, de weggedeelten ter geleiding van het fietsverkeer;

E. de Haarlemmerweg:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Den Brielstraat en de Van Hallstraat, in beide richtingen;

2. tussen de Van Hallstraat en het Nassauplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. de Vredenhofweg, het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

G. de Zeebergweg, de fietsverbinding naar de Vredenhofweg;

H. de Van Hallstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

I. het Frederik Hendrikplantsoen:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

2. aan de zuidzijde, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

J. de Frederik Hendrikstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

K. de Tweede Hugo de Grootstraat:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Jan van Galenstraat en de Van Oldenbarneveldtstraat;

L. de brug gelegen over de Singelgracht ter hoogte van de Tweede Hugo de Grootstraat, het fietspad gelegen aan de zuidzijde;

M. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Van Reigersbergenstraat en de Tweede Hugo de Grootstraat, in beide richtingen;

N. het Hugo de Grootplein, de rondom dit plein gelegen fietspaden;

O. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Buyskade en de Jan van Galenstraat, in beide richtingen;

P. de Jan van Galenstraat:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Tweede Hugo de Grootstraat en de Marcantilaan, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Marcantilaan en de Willem de Zwijgerlaan;

3. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Tweede Hugo de Grootstraat en de Willem de Zwijgerlaan;

Q. de Willem de Zwijgerlaan tussen de Karel Doormanstraat en de Jan van Galenstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

R. de fietsbrug gelegen tussen de Henk Curièrekade en Martin Vlaarkade, in beide richtingen;

 

Wijk West 2 Tekening SNOR-BO-W2-3

 

A. de Admiraal de Ruijterweg, tussen de Willem Leevendstraat en de Jan van Galenstraat, de fietspaden ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

B. de Willem Leevendstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

C. de Krelis Louwenstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

D. de Gulden Winckelstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

E. het Gulden Winckelplantsoen, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

F. de Leeuwendalersweg tussen de Gulden Winckelstraat en de Jepthastraat, het fietspad in beide richtingen;

G. de Bos en Lommerweg:

1. tussen het Gulden Winckelplantsoen en de secundaire rijweg van de Haarlemmerweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Bos en Lommerweg en de Hertspieghelweg, in beide richtingen;

H. de Wilthzanghlaan tussen de Jepthastraat en de Admiraal de Ruijterweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

I. de Willem de Zwijgerlaan tussen de Bos en Lommerweg en de Karel Doormanstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

J. de Joos Banckersweg, de fietsdoorsteek welke de verbinding vormt tussen de Erasmusgracht en de Roelantstraat, in beide richtingen;

K. de Roelantstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

L. de Rijpstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, in beide richtingen;

M. de Erasmusgracht:

1. tussen de James Rosskade en de Orteliusstraat, het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

2. het fietspad tussen de Egidiusstraat en Joos Banckersweg, in beide richtingen;

N. de Hoofdweg:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen huisnummer 995 en de Jan van Galenstraat;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de Jan van Galenstraat en huisnummer 578;

O. de Jan van Galenstraat, tussen de Orteliusstraat en de Willem de Zwijgerlaan, de fietspaden ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

P. de fietsdoorsteek welke de verbinding vormt tussen de Joos Banckersweg en de Jan van Galenstraat, in beide richtingen;

Q. de fietsdoorsteek welke de verbinding vormt tussen de Pieter van der Doesstraat en de Jan van Galenstraat, in beide richtingen;

R. de Haarlemmerweg, het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Den Brielstraat en de Nieuwpoortkade, in beide richtingen;

S. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de James Rosskade en de Dr. Jan van Breemenstraat;

 

Wijk West 3 Tekening SNOR-BO-W3-3

 

A. de De Clercqstraat:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Da Costastraat en de Admiraal de Ruijterweg;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen huisnummer 4 en de Admiraal de Ruijterweg;

B. de Admiraal de Ruijterweg, tussen de Jan van Galenstraat en de De Clercqstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

C. de Willem de Zwijgerlaan tussen de Jan van Galenstraat en de Admiraal de Ruijterweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

D. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Bilderdijkkade en de Van Reigersbergenstraat, in beide richtingen;

E. de Bilderdijkstraat:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen het Bilderdijkpark en de Hugo de Grootkade, in beide richtingen;

F. de Cabotstraat, het fietspad gelegen tussen de Vasco da Gamastraat en het Magalhaensplein, in beide richtingen;

G. de Eerste Constantijn Huygensstraat:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. het fietspad gelegen tussen de Bosboom Toussaintstraat huisnummer 7 en 21, in beide richtingen;

H. de Tweede Constantijn Huygensstraat, het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen de Overtoom en de Vondelstraat;

I. de Vondelstraat, het fietspad gelegen aan de west zuidzijde, welke de verbinding vormt tussen de Tweede Constantijn Huygensstraat en de toegang tot het Vondelpark;

J. de Overtoom:

1. de noordzijde, het fietspad gelegen tussen huisnummer 40 en de Surinamestraat;

2. de zuidzijde, het fietspad gelegen tussen de Amstelveenseweg en de Kattenlaan;

3. de zuidzijde, het fietspad gelegen tussen de Kattenlaan en de Jan Pieter Heijestraat, in beide richtingen;

4. de zuidzijde, het fietspad gelegen tussen de Jan Pieter Heijestraat en huisnummer 13;

K. de Potgieterstraat, het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Da Costakade en de Bilderdijkstraat, in beide richtingen;

L. de Kinkerstraat:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Jan Pieter Heijestraat en de Bilderdijkkade;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen huisnummer 56 en de Jan Pieter Heijestraat;

M. de Willem Schoutenstraat, het fietspad gelegen tussen het Magalhaensplein en de Hoofdweg, in beide richtingen;

N. de Witte de Withstraat, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

O. de Nicolaas Beetsstraat:

1. het fietspad gelegen tussen de Bellamystraat en de Hasebroekstraat, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Hasebroekstraat en de Borgerstraat;

3. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de Borgerstraat en de Jacob van Lennepkade;

P. de brug welke de verbinding vormt tussen de noord- en zuidzijde van de Jacob van Lennepkade, gelegen in het verlengde van de Nicolaas Beetsstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

Q. de Jacob van Lennepkade, het fietspad gelegen tussen de Nicolaas Beetsstraat en het Nicolaas Beetsplantsoen, in beide richtingen;

R. de Jan Pieter Heijestraat:

1. de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, tussen de Kinkerstraat en de Overtoom;

2. het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen huisnummer 50 en de Kinkerstraat;

S. de Borgerstraat, het fietspad gelegen tussen de Hildebrandstraat en de Nicolaas Beetsstraat, in beide richtingen;

T. het Ketelhuisplein, de fietsdoorsteek gelegen tussen de Anna Spenglerstraat en de Gerard Borstkade, in beide richtingen;

U. de Anna Spenglerstraat, tussen de Eerste Helmersstraat en de Ite Boeremastraat, het fietspad inbeide richtingen;

V. de fietsbrug welke de verbinding vormt tussen de Tweede Constantijn Huygensstraat en de Bilderdijkkade, in beide richtingen;

W. de Rhijnvis Feithstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

X. de Hoofdweg:

1. tussen het Mercatorplein en het Surinameplein, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

2. tussen de Jan van Galenstraat en de Jan Evertsenstraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

Y. het Surinameplein:

1. de rondom de rotonde gelegen fietspaden;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Curaçaostraat en de hoofdrijbaan, in beide richtingen;

Z. de Surinamestraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

AA. de Postjesweg, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden, tussen de Witte de Withstraat en de Derkinderenstraat;

BB. de Nachtwachtlaan, het toeleidende fietspad naar de Postjesweg;

CC. de Staalmeesterslaan, het toeleidende fietspad naar de Postjesweg;

DD. de Orteliuskade, het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Jan Evertsenstraat en de Jan van Galenstraat, in beide richtingen;

EE. de Jan Evertsenstraat:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen huisnummer 146 en de Admiraal Helfrichstraat;

2. het fietspad aan de zuidzijde tussen de Staalmeesterslaan en huisnummer 139;

3. tussen het Mercatorplein en de Admiraal de Ruijterweg, het fietspad, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

FF. het Magalhaensplein:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

GG. het Mercatorplein:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Hoofdweg en de Mercatorstraat, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Hoofdweg en de Jan Evertsenstraat;

3. het fietspad gelegen aan de west zuidzijde, tussen huisnummer 53 en de Hoofdweg;

4. het fietspad gelegen aan de oost zuidzijde, tussen de Cabralstraat en huisnummer 102;

 

Wijk Noord 1 Tekening SNOR-BO-N1-8

 

A. de Schutterweg, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Dierenriem en de Oostzanerdijk;

B. de Molenaarsweg, het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Oostzanerdijk en de Molenwijk, in beide richtingen;

C. de Molenwijk, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Noordkaperweg en de Stellingweg, in beide richtingen;

D. de Stellingweg, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Platenwagenweg en het Kermispad, in beide richtingen;

E. het Kermispad, het fietspad, in beide richtingen;

F. het Circusplein, de fietsdoorsteken naar het Kermispad, in beide richtingen;

G. het Plejadenplein:

1. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het Orionplantsoen en huisnummer 44, in beide richtingen;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen huisnummer 31en huisnummer 44;

 

Wijk Noord 2 Tekening SNOR-BO-N2-8

 

A. de Stellingweg, het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Appelweg en het fietspad van de Molenwijk;

B. de Molenwijk, de aldaar gelegen fietspaden, in beide richtingen;

C. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het Zuideinde en de Stellingweg, in beide richtingen;

D. het fietspad gelegen langs de oostzijde van de Kometensingel, de Meteorensingel en het Aldebaranplein, in beide richtingen;

E. het Bessenpad, het fietspad, in beide richtingen;

F. de Pomonastraat, het toe- en afleidende fietspad naar de Meloenstraat;

G. de Meloenstraat, het fietspad gelegen tussen de Pomonastraat en de Meteorenweg;

H. de Werktuigstraat:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Meteorenweg en de IJzerwerkerstraat;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Meloenstraat en de Moestuinlaan, in beide richtingen;

3. de fietsdoorsteek gelegen ter hoogte van de IJzerwerkstraat;

I. de Scheepsbouwweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

J. de Buiksloterdijk:

1. de fietsdoorsteek gelegen aan de westzijde ter hoogte van huisnummer 479;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen huisnummer 479 en het Vikingpad, in beide richtingen;

3. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Buiksloterbreek en de Buiksloterdijk, in beide richtingen;

4. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Metaalbewerkerweg en huisnummer 479, in beide richtingen;

K. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Krasseurstraat en de Nageljongenstraat, in beide richtingen;

L. de Appelweg, het fietspad gelegen ter hoogte van de Pomonastraat, in beide richtingen;

M. de Klinkerweg, de fietsdoorsteek gelegen ter hoogte van de Kraandrijverstraat, in beide richtingen;

N. de Stenendokweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Klaprozenweg en de Meteorenweg;

O. de Meteorenweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Meteorensingel en de Stenendokweg;

P. de Molenaarsweg, het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Molenwijk en het Zuideinde, in beide richtingen;

Q. de IJdoornlaan, het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

R. de fietsbrug gelegen over Zijkanaal I, tussen de Landsmeerderdijk en het Druivenpad, in beide richtingen;

S. het Druivenpad, het fietspad, in beide richtingen;

T. de Banne Buikslootlaan, het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen het Loodskotterhof en de Schoenerstraat;

U. de Schoenerstraat, het fietspad leidende naar het Barkpad, in beide richtingen;

V. het fietsviaduct gelegen onder de Banne Buikslootlaan en welke de verbinding vormt tussen de Viermasterstraat en het Barkpad, in beide richtingen;

W. het Barkpad, het fietspad, in beide richtingen;

X. de Lange Vonder, het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen Zuideinde en Zoutberg, in beide richtingen;

 

Wijk Noord 3 Tekening SNOR-BO-N3-8

 

A. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Westerlengte en het Vikingpad, in beide richtingen;

B. het Vikingpad, het fietspad gelegen tussen de IJdoornlaan en de Achtersteven, in beide richtingen;

C. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Westerlengte en het Parlevinkerpad;

D. de Westerlengte:

1. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Voorsteven en het fietspad van de IJdoornlaan, in beide richtingen;

3. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Westerlengte en de Noorderbreedte, in beiderichtingen;

E. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de hoofdrijbaan van de Noorderbreedte en de secundaire rijweg ter hoogte van huisnummer 113, in beide richtingen;

F. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de G.J. Scheurleerweg en een punt 100 m ten oosten van de Buikslotermeerweg, in beide richtingen;

G. de Fokkemast, het fietspad tussen het Zeevaarthof en de Westerlengte, in beide richtingen;

H. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Voordewind en de Noordhollandschkanaaldijk, in beide richtingen;

I. het Jan Thoméepad, het fietspad, in beide richtingen;

J. de Statenjachtstraat:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen het Jan Thoméepad en de IJdoornlaan, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de zuidzijde tussen de Schepenlaan en het Jan Thoméepad, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de zuidzijde ter hoogte van het Koopvaardersplantsoen;

4. het fietspad gelegen aan de noordzijde ter hoogte van de percelen 600 tot en met 824;

5. het fietspad leidende langs de Ankerplaats, in beide richtingen;

K. de fietspaden gelegen om de rotonde op de kruising van de Statenjachtstraat en de Schepenlaan;

L. de Schepenlaan:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Spyridon Louisweg en de Statenjachtstraat, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen huisnummer 145 en de Statenjachtstraat, in beide richtingen;

M. het Koopvaardersplantsoen, het fietspad, in beide richtingen;

N. de Lichterstraat, het fietspad welke de verbinding vormt naar het fietspad van het Koopvaardersplantsoen, in beide richtingen;

O. de Klipperstraat, het fietspad welke de verbinding vormt naar het fietspad van het Koopvaardersplantsoen, in beide richtingen;

P. het Parlevinkerpad, het fietspad, in beide richtingen;

Q. de Banne Buikslootlaan:

1. het fietspad tussen de Statenjachtstraat en het Aakpad, in beide richtingen;

2. het fietspad tussen de Statenjachtstraat en huisnummer 240, in beide richtingen;

3. het fietspad tussen huisnummer 300 en het Bezaanjachtplein;

4. het fietspad tussen het Bezaanjachtplein en de IJdoornlaan, in beide richtingen;

5. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Aakstraat en het Loggerhof;

R. het Blazerpad, het fietspad, in beide richtingen;

S. de IJdoornlaan :

1. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het Blazerpad en huisnummer 24, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, vanaf het Vikingpad, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen tussen de Statenjachtstraat en de brug gelegen over het Noordhollandschkanaal, in beide richtingen;

T. de Binnenvaart, het fietspad gelegen tussen huisnummer 1en het Parlevinkerpad, in beide richtingen;

V. de Oosterlengte, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Binnenvaart en Reling;

W. de Parlevinker, het fietspad gelegen tussen de Zeevaarthof en de Oosterlengte, in beide richtingen;

X. het fietspad gelegen tussen de G.J. Scheurleerweg en de Buikslotermeerdijk, in beide richtingen;

Y. de Elzenhagensingel, het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

Z. het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Buikslotermeerweg en de G.J. Scheurleerweg, in beide richtingen;

 

Wijk Noord 4 Tekening SNOR-BO-N4-8

 

A. de Klaprozenweg:

1. het fietspad tussen de Papaverweg en de Draaierweg, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

2. het fietspad tussen de Draaierweg en de ventweg ter hoogte van huisnummer 63, aan de zuidzijde;

B. de Ridderspoorweg, het fietspad ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

C. de Floraweg:

1. het fietspad aan de oostzijde tussen de Klaprozenweg en de Slijperweg;

2. het fietspad aan de westzijde tussen de Klaprozenweg en de Klimopweg;

D. de Metaalbewerkerweg, het fietspad gelegen aan de noordoostzijde, in beide richtingen;

E. de Vuurwerkerweg, het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen de Metaalbewerkerweg en de Floraweg, in beide richtingen;

F. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Metaalbewerkerweg en de Buiksloterbreek, in beide richtingen;

G. de Marjoleinstraat, het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

H. de Kamperfoelieweg, het fietspad welke de verbinding vormt tussen het fietspad van de Marjoleinstraat en het Koopvaardersplantsoen, in beide richtingen;

I. de Buiksloterdijk, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Marjoleinstraat en de Sneeuwbalweg, in beide richtingen;

J. de Pinasstraat, tussen huisnummer 29 en het fietspad gelegen langs de Kamperfoelieweg, in beide richtingen;

K. de Raderbootstraat, tussen huisnummer 14 en het fietspad gelegen langs de Kamperfoelieweg, in beide richtingen;

L. de Baron de Coubertinlaan, tussen de Spyridon Louisweg en de Buiksloterdijk, het fietspad, in beide richtingen;

M. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Buiksloterdijk en de Floraweg, in beide richtingen;

N. de Buiksloterweg, het fietspad gelegen langs het Noordhollandschkanaal, in beide richtingen;

O. de Floraparkweg, het fietspad, in beide richtingen;

P. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Wingerdweg en het fietspad van de Buiksloterweg, in beide richtingen;

Q. de Nieuwe Purmerweg:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Buikslotermeerdijk en de Nieuwe Leeuwarderweg, in beide richtingen;

2. de fietspaden gelegen langs de dubbele rotonde bij de af-opritten van de Nieuwe Leeuwarderweg, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, in beide richtingen;

R. de Rode Kruisstraat, het fietspad tussen de Texelweg en de huisnummer 83, in beide richtingen;

S. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het fietspad van de Rode Kruisstraat en het fietspad langs de Loenermark, in beide richtingen;

T. de Loenermark:

1. het fietspad gelegen aan de noordwestzijde tot huisnummer 647, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen tussen het J.H. Hisgenpad en de Loenermark, in beide richtingen;

U. de Waddenweg:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen huisnummer 96 en de Waddendijk;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Rode Kruisstraat en de Nieuwe Purmerweg, in beide richtingen;

3. de fietspaden tussen de Waddendijk en de Rode Kruisstraat, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

4. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen huisnummer 81 en huisnummer 51;

5. de fietsdoorsteek gelegen aan de oostzijde, tussen de Meeuwenlaan en huisnummer 2a;

6. het fietspad gelegen aan de westzijde welke de verbinding vormt tussen de Meeuwenlaan en de Waddenweg, in beide richtingen;

7. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen huisnummer 1a en de Leeuwarderweg;

V. de Meeuwenlaan:

1. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de west- en oostzijde, ter hoogte van de Adelaarsweg, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de Adelaarsweg en de Merelstraat;

3. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen huisnummer 134 en 140;

W. het Mosplein:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen huisnummer 22 en de Berberisstraat;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen huisnummer 22 en de Hagedoornweg, in beide richtingen;

3. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de oost- en westzijde, in beide richtingen;

4. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Papaverhoek en de Distelweg, in beide richtingen;

5. het fietspad gelegen tussen de Hagedoornweg en de Distelweg, in beide richtingen;

X. het Mosveld, het fietspad gelegen tussen de Wingerdweg en het Mosplein, in beide richtingen;

Y. de Distelweg:

1. de fietsdoorsteken gelegen ter hoogte van de percelen 24 en 46, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen langs de percelen 48 tot en 62;

Z. de Hulstweg, het fietspad gelegen aan de oostzijde, in beide richtingen;

AA. de Papaverweg:

1. het fietspad gelegen aan de oostzijde, tussen de Kamperfoelieweg en de Ribesstraat;

2. het fietspad gelegen aan de westzijde, tussen het Mosplein en huisnummer 7, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de oneven zijde, tussen de Klaprozenweg en het NDSM-plein, in beide richtingen;

BB. de Kamperfoelieweg:

1. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de oostzijde en de Floraweg;

 

Wijk Noord 5 Tekening SNOR-BO-N5-8

 

A. de H.J. Cleyndertweg, het fietspad gelegen ten westen tussen de Bakkerswaal en de onderdoorgang ring A10, in beide richtingen;

B. de J.H. van Heekweg, het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

C. het fietspad gelegen onder de Waddenweg, tussen Het Breed en de Loenermark, in beide richtingen;

D. de Jisperveldstraat, het fietspad gelegen aan de westzijde tussen het J.H. van Heekpad en de toegangsweg naar de percelen 505-612, in beide richtingen;

E. de De Wieden:

1. het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen het Dijkwater en de Kampina, in beide richtingen;

F. de Kampina, het fietspad welke de verbinding vormt tussen huisnummer 34 en het fietspad van de Wieden, in beide richtingen;

G. het Dijkwater, het fietspad gelegen aan de noordzijde welke de verbinding vormt tussen de west- en oostzijde van de De Wieden, in beide richtingen;

H. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het Dijkwater en het Buikslotermeerplein, in beide richtingen;

I. het Buikslotermeerplein:

1. de fietspaden welke de verbinding vormen tussen het fietspad van de Loenermark en huisnummer 101, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de noordoostzijde, tussen huisnummer 101 en de Slufter, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen aan de oostzijde, welke de verbinding vormt tussen de noordoostzijde van het plein met de zuidwestzijde van het plein, in beide richtingen;

4. de fietsgeleidingsstroken gelegen aan de noordoostzijde ter hoogte van de Th. Weeversweg;

5. het fietspad gelegen aan de zuidwestzijde, tussen de Th. Weeversweg en de Werengouw;

6. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het stadsloket Noord en de Loenermark, in beide richtingen;

J. het Dollardpad, het fietspad, in beide richtingen;

K. de Werengouw:

1. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan, tussen de Volendammerweg en het Buikslotermeerplein;

2. de fietspaden gelegen rondom de rotonde ter hoogte van de Beemsterstraat;

L. de Beemsterstraat, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Watergangseweg en de IJdoornlaan;

M. de IJdoornlaan, het fietspad gelegen aan de zuidoostzijde tussen de Duinluststraat en huisnummer 301, in beide richtingen;

N. de Duinluststraat, tussen de Beemsterstraat en de IJdoornlaan, het fietspad, in beide richtingen;

O. de Alkmaarstraat, het fietspad leidende naar de Duinluststraat, in beide richtingen;

P. Slufter, het fietspad tussen het Savelbos en het Buikslotermeerplein, in beide richtingen;

Q. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Werengouw, de Watergangseweg en de Ilperveldstraat, in beide richtingen;

R. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Rode Kruisstraat en het Het Breed, in beide richtingen;

S. het Het Breed:

1. het fietspad gelegen langs het Het Hoogt en het Het Laagt, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen langs de Benedenlangs en de Bovenover, in beide richtingen;

T. de Nieuwe Purmerweg:

1. het fietspad gelegen aan de zuidzijde, tussen de Rode Kruisstraat en de Purmerweg, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen aan de noordzijde, tussen de Purmerweg en het Het Breed, in beide richtingen;

3. het fietspad gelegen tussen de Rode Kruisstraat en de Nieuwe Purmerweg, in beide richtingen;

U. de Loenermark, het fietspad tussen de H.J. Cleyndertweg en het Het Breed, in beide richtingen;

 

 

Wijk Noord 6 Tekening SNOR-BO-N6-8

 

A. de Van der Pekstraat, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

B. de Grasweg, het fietspad gelegen aan de westzijde, in beide richtingen;

C. de Ranonkelkade, het fietspad gelegen aan de zuidoostzijde, tussen de Meidoornweg en de Buiksloterweg, in beide richtingen

D. de Buiksloterweg:

1. het fietspad gelegen aan de zuidoostzijde tussen de Ranonkelkade en de pont, in beide richtingen;

2. het fietspad gelegen langs het Noordhollandschkanaal tussen het Hagedoornplein en de Johan van Hasseltweg, in beide richtingen;

E. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Varenweg en het fietspad van de Buiksloterweg, in beide richtingen;

F. Brug 357, gelegen over het Noordhollandschkanaal, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

G. het Hagedoornplein, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

H. de Sixhavenweg, het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Meeuwenlaan en de Sluis, in beide richtingen;

I. het Hollandia Kattenburgpad, het fietspad, in beide richtingen;

J. de Meeuwenlaan:

1. het fietspad gelegen aan de zuidoostzijde tussen de pont en het IJplein, in beide richtingen;

2. de fietspaden gelegen tussen het IJplein en de Fazantenweg, ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

3. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de Fazantenweg en het Meeuwenplein, in beide richtingen;

4. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen het Meeuwenplein en de Merelstraat;

5. het fietspad gelegen aan de westzijde tussen de ingang naar het Vliegenbos en de fietsoversteek naar de oostzijde, in beide richtingen;

6. het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de ingang naar het Vliegenbos en de Fazantenweg;

K. de Lijsterweg, het fietspad, in beide richtingen;

L. de Johan van Hasseltweg, tussen huisnummer 114 en de Meeuwenlaan, de fietspaden ter weerszijden van de rijbaan;

M. de Van der Pekbrug, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

N. de Adelaarsweg:

1. het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

2. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Adelaarsweg en de Brug 491, in beide richtingen;

O. het Albatrospad, het fietspad, in beide richtingen;

P. de Kievitstaat, het fietspad welke de verbinding vormt naar het Albatrospad, in beide richtingen;

Q. de Varenweg, het fietspad gelegen aan de noordzijde, in beide richtingen;

R. het fietspad welke de verbinding vormt tussen het Plein Spanje 36-39 en het fietspad van de Buiksloterweg, in beide richtingen;

S. Brug 491, gelegen over het Noordhollandschkanaal:

1. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

2. de toe- en afleidende fietspaden naar Brug 491, in beide richtingen;

 

Wijk Noord 7 Tekening SNOR-BO-N7-8

 

A. de Nieuwendammerkade, het fietspad leidende naar het Vliegenbos, in beide richtingen;

B. het fietspad gelegen in het verlengde van de Nieuwendammerdijk, tussen de Monnikendammerweg en de Schellingwouderdijk, in beide richtingen;

C. de Volendammerweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

D. de Purmerweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan;

 

Wijk Noord 8 Tekening SNOR-BO-W8-8

 

A. de Werengouw, het fietspad gelegen tussen de Werengouw en het Zuiderzeepark, in beide richtingen;

B. de Volendammerweg, de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Werengouw en de IJdoornlaan;

C. de fietspaden gelegen rondom de rotonde van de Volendammerweg met de IJdoornlaan;

D. de Hilversumstraat, het fietspad gelegen tussen de Gooiluststraat en de IJdoornlaan, in beide richtingen;

E. de IJdoornlaan, het fietspad gelegen aan de oostzijde tussen de Hilversumstraat en de Zuiderzeeweg, in beide richtingen;

F. de Zuiderzeeweg:

1. het fietspad gelegen aan de zuidwestzijde, tussen de Schellingwouderdijk en de Liergouw, in beide richtingen;

2. de fietspaden welke de verbinding vormen tussen het oostelijke en westelijke fietspad ter hoogte van de Liergouw;

3. de fietspaden gelegen ter weerszijden van de hoofdrijbaan tussen de Liergouw en de op– en afrit van de fietspaden van de Schellingwouderbrug;

G. de Liergouw, het fietspad gelegen aan de zuidzijde leidende naar de Zuiderzeeweg;

H. de Wijkergouw:

1. het fietspad tussen huisnummer 36 en de Zuiderzeeweg, in beide richtingen;

2. het fietspad tussen huisnummer 6 en de Schellingwouderdijk, in beide richtingen;

I. het Weerslootpad, de fietspaden leidende naar het fietspad van de Zuiderzeeweg, in beide richtingen;

J. het fietspad welke de verbinding vormt tussen de Hilversumstraat en de Zuiderzeeweg, in beide richtingen;

K de Naardermeerstraat, de fietsdoorsteek tussen de percelen 47 en 59, in beide richtingen;

L. het Waterlandplein, de fietsdoorsteek naar de Volendammerweg, in beide richtingen;

M. de Schellingwouderdijk, het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de ring A10 en huisnummer 34, in beide richtingen;

N. de Durgerdammerdijk, het fietspad gelegen aan de noordzijde tussen de Schellingwouderdijk en de toegang naar het Volkstuinenpark, in beide richtingen;

 

 

2. Door het verwijderen van verkeersborden conform model G13 van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in te trekken het destijds in gestelde toeristische fietspad:

 

de Jan Pieter Heijestraat, de ter weerszijden van de hoofdrijbaan gelegen fietspaden;

Tekening SNOR-BO-W3-3.

 

3. Door het plaatsen van verkeersborden conform model C14 met tekst onderbord “uitgezonderd snorfietsen”, van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in te stellen een geslotenverklaring voor fietsen en gehandicaptenvoertuigen zonder motor:

 

A. de Haarlemmer Houttuinen, de hoofdrijbaan, in beide richtingen; Tekening SNOR-BO-C1-4

B. de Stellingweg, de hoofdrijbaan tussen de Tjasker en de Molenaarsweg, in beide richtingen; Tekening SNOR-BO-N1-8

C. de Johan van Hasseltweg, de hoofdrijbaan, in beide richtingen; Tekening SNOR-BO-N6-8

D. de Molenaarsweg, de hoofdrijbaan ter hoogte van de ingang naar de Molenwijk in de richting van de Noordkaperweg; Tekening SNOR-BO-N2-8

E. de Waddenweg, de hoofdrijbaan tussen het Buikslotermeerplein en de IJdoornlaan, Tekening SNOR-BO-N5-8

F. het Buikslotermeerplein, de oprit naar de hoofdrijbaan van de IJdoornlaan ter hoogte van huisnummer 321; Tekening SNOR-BO-N5-8

G. de J. Drijverweg, de hoofdrijbaan tussen de Spelderholt en de IJdoornlaan, in beide richtingen; Tekening SNOR-BO-N5-8

H. de Th. Weeversweg:

1. de hoofdrijbaan tussen de Bosplaat en de IJdoornlaan; Tekening SNOR-BO-N5-8

2. de hoofdrijbaan tussen de Zuidgorsstraat en de IJdoornlaan; Tekening SNOR-BO-N5-8

I de IJdoornlaan, de hoofdrijbaan tussen de Zuiderzeeweg en het Vikingpad; Tekening SNOR-BO-N3-8, SNOR-BO-N5-8, Tekening SNOR-BO-N7-8

J. de H.J. Cleyndertweg, de hoofdrijbaan tussen de Bakkerswaal en de IJdoornlaan; Tekening SNOR-BO-N5-8

 

4. Door het plaatsen van verkeersborden conform model C2 van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: in te stellen een eenrichtingsweg, in deze rijrichting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- en trekdieren en vee, met onderborden conform artikel 8, tweede lid van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer met de teksten “uitgezonderd fietsers” en “snorfietsen niet toegestaan”:

 

A. de Marnixstraat:

het weggedeelte gelegen aan de westzijde tussen de Bloemgracht en de Rozengracht, gesloten in de richting van de Rozengracht; Tekening SNOR-BO-C1-4

B. het weggedeelte gelegen aan de oostzijde tussen de Leidsegracht en de Elandsgracht;

Tekening SNOR-BO-C3-4

C. de Paleisstraat, tussen de Nieuwezijds Voorburgwal en de Spuistraat, gesloten in de richting van de Spuistraat; Tekening SNOR-BO-C1-4

D. de Damstraat, gesloten in de richting van de Oudezijds Voorburgwal; Tekening SNOR-BO-C2-4

E. de Oude Doelenstraat gesloten in de richting van de Oudezijds Achterburgwal;

Tekening SNOR-BO-C2-4

F. de Jodenbreestraat, gesloten in de richting van de Uilenburgersteeg;

Tekening SNOR-BO-C2-4

G. de Sint Antoniesbreestraat, gesloten in de richting van de Jodenbreestraat;

Tekening SNOR-BO-C2-4

H. de Weteringschans, tussen het Tweede Weteringplantsoen en de Nicolaas Witsenstraat, gesloten in de richting van de Nicolaas Witsenstraat; Tekening SNOR-BO-C3-4

 

 

5. Door het plaatsen van verkeersborden conform model D5R - L met tekstonderbord “uitgezonderd fietsers” van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in te stellen het gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven:

 

A. de Rechtboomsloot, met de kruising van de Geldersekade; Tekening SNOR-BO-C2-4

B. de Marnixstraat:

1. de voorrijweg voor huisnummer 252 en de hoofdrijbaan; Tekening SNOR-BO-C1-4

2. met de kruising van het Raamplein; Tekening SNOR-BO-C3-4

3. met de kruising van de Nieuwe Passeerdersstraat; Tekening SNOR-BO-C3-4

B. de Tasmanstraat, ter hoogte van de kruising met de Le Mairestraat;

Tekening SNOR-BO-W1-3

C. de Insulindeweg met de kruising van de Kramatweg; Tekening SNOR-BO-O3-7

 

6. Door het plaatsen van verkeersborden conform model D6R - L met tekstonderbord “uitgezonderd fietsers”, van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in te stellen het gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven:

 

A. de Elandsgracht oost, met de kruising van de Marnixstraat; Tekening SNOR-BO-C1-4

B. de Leidsegracht met de kruising van de Marnixstraat; Tekening SNOR-BO-C3-4

C. de Leidsekade met de kruising van de Marnixstraat; Tekening SNOR-BO-C3-4

 

 

 

 

 

Mededelingen

Tegen het definitieve verkeersbesluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken, ingaande op de dag na bekendmaking van dit besluit, beroep instellen bij de Rechtbank Amsterdam, sector bestuursrecht algemeen, postbus 75850, 1070 AW Amsterdam.

 

Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Hiervoor moet tevens een voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, sector bestuursrecht algemeen. Als de voorzieningenrechter het verzoek toekent, is het besluit opgeschort.

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

Femke Halsema Wil Rutten

burgemeester waarnemend gemeentesecretaris

Bekendmaking van dit besluit geschiedt op de voorgeschreven wijze

Naar boven