ARTIKEL I
Artikel 5 van de Regeling statistieken goederenverkeer wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid word als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt '€ 1.000.000,-' vervangen door '€ 800.000,-'.
b. In onderdeel b wordt '€ 1.200.000,-' vervangen door '€ 1.000.000,-'.
2. In het tweede lid wordt 'de jaren 2018 en 2019' vervangen door 'het jaar 2019'.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
TOELICHTING
1. Aanleiding
Met deze wijzigingsregeling worden de statistische drempels voor het jaar 2019 aangepast
in de Regeling statistieken goederenverkeer. Ingevolge artikel 38c, eerste en derde
lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek worden deze drempels per
kalenderjaar bij ministeriële regeling vastgesteld.
In artikel 5 van de regeling is de hoogte vastgesteld van de drempels, bedoeld in
artikel 10, eerste lid, van verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement
en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer
tussen de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de
Raad (PbEU 2004, L 102) (hierna: de Intrastat-verordening).
Bedrijven die met hun invoerwaarde of uitvoerwaarde boven de drempel vallen, moeten
Intrastatopgaven doen, de bedrijven met minder handelswaarde worden niet bevraagd.
De drempels moeten voldoen aan de sinds 2014 geldende voorwaarden uit de Intrastat-verordening.
Dit impliceert dat 93% van de handelswaarde voor invoer en 97% van de handelswaarde
voor uitvoer wordt waargenomen.
Voor de invoer en voor de uitvoer gold in 2016 en 2017 een drempel van € 1.000.000
respectievelijk € 1.200.000. Omdat deze drempels nog steeds aan voormelde voorwaarden
leken te voldoen, zijn voor de jaren 2018 en 2019 dezelfde bedragen vastgesteld als
drempels1. De Europese Commissie (hierna: Eurostat) heeft Nederland gevraagd passende maatregelen
te nemen om te voldoen aan de voormelde vereiste dekking. Om die reden zijn voor 2019
voor de invoer en uitvoer de drempels verlaagd naar € 800.000 respectievelijk € 1.000.000.
2. Regeldruk
Deze wijziging heeft gevolgen voor de administratieve lasten. Door het verlagen van
de drempels zal het aantal bedrijven dat jaarlijks Intrastatopgaven moet doen naar
verwachting met 2.300 toenemen vanaf 1 januari 2019 waardoor de totale administratieve
lasten toe zullen nemen met € 0,4 miljoen. De toename van de administratieve lasten
heeft uitsluitend betrekking op de bedrijven die als gevolg van de aanpassing van
de drempels deze opgaven moeten gaan doen. Voor de bedrijven die voor de aanpassing
van de drempels al Intrastatopgaven moesten doen, zullen de administratieve lasten
gelijk blijven.
De administratieve lasten vloeien voort uit de implementatie van Europese regelgeving.
Bij de uitvoering van de Regeling statistieken goederenverkeer wordt ervoor zorg gedragen
dat de administratieve lasten zo gering mogelijk blijven. Dit betekent dat zoveel
mogelijk ernaar gestreefd wordt dat de bedrijven de minst belastende vorm van opgave
kunnen doen. Dat is in dit geval een jaarlijkse opgave, in plaats van een maandopgave
die in bepaalde gevallen ook vereist is om aan de Europese regelgeving te kunnen voldoen.
De verwachting is dat vrijwel alle bedrijven die door deze wijzigingsregeling onder
de opgaveplicht komen te vallen een jaaropgave kunnen doen.
Een concept van de regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk.
Het college heeft meegedeeld de concept-regeling niet te selecteren voor formele advisering.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Met de inwerkingtreding
van deze regeling wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten,
inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal
in werking treden.
Wel wordt afgeweken van de regel dat er minimaal twee maanden moeten zitten tussen
het moment van publicatie en de inwerkingtreding van de regeling. Dit wordt in dit
geval gerechtvaardigd omdat het hier de implementatie van bindende EU-rechtshandelingen
en verdragen betreft, bedoeld in aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel d, van de
Aanwijzingen voor de regelgeving.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes