Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 december 2018, kenmerk 1458885-184664-Z, houdende Regeling vaststelling premiepercentage Wlz

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Gelet op artikel 11, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1

Het premiepercentage, bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, wordt met ingang van 1 januari 2019 vastgesteld op 9,65%.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling premiepercentage Wlz.

Deze regeling zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

De uitgaven in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) worden gefinancierd uit het Fonds langdurige zorg (Flz). Van 2015 tot en met 2018 werden de inkomsten van het fonds gedomineerd door de premie-inkomsten, de eigen bijdragen en de Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK).

Bij de introductie van de Wlz is het Wlz-percentage voor de periode 2015–2017 zodanig bepaald (op 9,65%) dat de premie-inkomsten samen met de inkomsten uit eigen bijdragen en de BIKK naar verwachting zouden leiden tot een fondsvermogen van nul per ultimo 2017. In 2017 is besloten om de premie in 2018 nog ongewijzigd te laten op 9,65% (dat zou naar verwachting leiden tot een fondsvermogen van circa nul per ultimo 2018) en te bezien wat er vanaf 2019 wenselijk zou zijn.

In 2019 groeien de geraamde uitgaven sterker dan de bestaande inkomsten (vooral vanwege de kwaliteitsimpuls verpleeghuizen). Gegeven de geraamde groei van de Wlz-uitgaven na 2019 ligt het in de rede dat dit ook in de jaren daarna het geval zal zijn. Het kabinet heeft daarom besloten om de Wlz-premie vanaf 2019 constant te houden op 9,65% en tot instelling van een rijksbijdrage Wlz, die zodanig wordt vastgesteld dat het vermogen van het Flz naar verwachting jaarlijks op nul uitkomt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven