Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 december 2018, nr. IENW/BSK-2018/268075, tot wijziging van de Regeling omgevingslawaai luchtvaart in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/996 van de Commissie van 19 mei 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingsmethoden voor lawaai overeenkomstig Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2012 inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai (PbEU L 168)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 8a.45, vijfde lid, 8a.46, tweede lid en 8a.48, vierde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Regeling omgevingslawaai luchtvaart komt te luiden als volgt:

Artikel 2

De geluidbelasting Lden en de geluidbelasting Lnight worden bepaald overeenkomstig de Bijlage Bepalingsmethoden voor geluidsbelastingsindicatoren (als bedoeld in Richtlijn 2002/49/EG), van Richtlijn (EU) 2015/996 van de Commissie van 19 mei 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingsmethoden voor lawaai overeenkomstig Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2012 inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai (PbEU L 168).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

De onderhavige wijziging dient ter implementatie van Richtlijn (EU) 2015/996 van de Commissie van 19 mei 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingsmethoden voor lawaai overeenkomstig Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2012 inzake de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai (PbEU L 168). Op grond van Richtlijn 2002/49/EG zijn de lidstaten van de Europese Unie onder meer verplicht ervoor te zorgen dat voor luchthavens met meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen per jaar geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden vastgesteld ter voorkoming en vermindering van de hinder en andere schadelijke effecten veroorzaakt door geluidbelasting. In Nederland voldoet alleen de luchthaven Schiphol aan dit criterium. Voor luchthavens is de richtlijn geïmplementeerd in hoofdstuk 8, titel 8A.4 van de Wet luchtvaart en de Regeling omgevingslawaai luchtvaart. Deze titel en regeling zullen overgaan naar de Omgevingswet die op 1 januari 2021 in werking zal treden.

Richtlijn (EU) 2015/996 bevat in de bijlage een bepalingsmethode voor vliegtuiglawaai. Deze dient op 1 januari 2019 in de nationale regelgeving te zijn verwerkt. De wijziging zal pas effect hebben op de eerstvolgende geluidbelastingkaarten en actieplannen voor Schiphol, die op grond van artikel 8a.45 Wet luchtvaart worden uitgebracht in 2022 respectievelijk 2023. Dit zal dan niet meer zijn op grond van de Wet luchtvaart maar op grond van de Omgevingswet.

De onderhavige wijziging van de Regeling omgevingslawaai luchtvaart implementeert Richtlijn (EU) 2015/996 met een rechtstreekse verwijzing naar de Bijlage Bepalingsmethoden voor geluidsbelastingsindicatoren (als bedoeld in Richtlijn 2002/49/EG) bij de richtlijn.

De verplichting tot het vaststellen van geluidbelastingkaarten en actieplannen voor Schiphol rust op de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Om die reden heeft de onderhavige wijziging geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven en voor de handhaafbaarheid.

In verband met de implementatietermijn van de Richtlijn (EU) 2015/996 treedt de onderhavige wijziging in werking met ingang van 1 januari 2019.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven