Regeling Cultuurmakers van nu

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 december 2018;

besluit:

vast te stellen de Regeling Cultuurmakers van nu.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Actieve cultuurparticipatie:

kunstzinnige of erfgoedactiviteiten die door een cultuurmaker in de vrije tijd worden beoefend;

b. Algemeen Subsidiereglement:

Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

c. Bestuur:

het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

d. Cultuurmaker:

persoon die in zijn of haar vrije tijd actief is als deelnemer op het gebied van kunst, e-cultuur, erfgoed of media

e. Fonds:

stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

f. Nederland:

het Koninkrijk der Nederlanden, inclusief Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Artikel 2. Doel

Met deze regeling stimuleert het Fonds voor Cultuurparticipatie de (door)ontwikkeling van eigentijdse vormen van actieve cultuurparticipatie door kleinschalige projecten van cultuurmakers te ondersteunen.

Artikel 3. Wie kan aanvragen

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

  • a. een in Nederland gevestigd natuurlijk persoon van 18 jaar of ouder met een geldige verblijfstitel, zijnde een cultuurmaker, namens een groep van minimaal drie cultuurmakers; of

  • b. een in Nederland gevestigde culturele instelling met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk.

Artikel 4. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1. De aanvrager kan subsidie aanvragen voor een kleinschalig en vernieuwend project op het vlak van de actieve cultuur- of erfgoedparticipatie in de vrije tijd, dat ontwikkeld en uitgevoerd wordt door een groep cultuurmakers en waarbij zij met nieuwe inhoud en/of vormen van cultuurparticipatie aan de slag gaan.

  • 2. Het project heeft een maximale looptijd van een jaar en start uiterlijk binnen zes maanden na subsidieverlening.

  • 3. Het project start niet eerder dan 8 weken na indiening van de aanvraag.

Artikel 5. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 625.000.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal € 5.000 per project.

  • 2. De subsidieontvanger draagt aan de kosten van het project minimaal hetzelfde bedrag bij als het gevraagde subsidiebedrag, hetzij uit eigen middelen, hetzij door bijdragen van andere financiers.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Subsidie aan een culturele instelling wordt in ieder geval geweigerd indien aan een aanvrager reeds een instellingssubsidie is of zal worden verleend op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid, door het Fonds, of door één van de andere publieke cultuurfondsen.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:5 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a. voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is of zal worden verleend door het Fonds of door één van de andere publieke cultuurfondsen;

    • b. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd ten tijde van de aanvraag reeds worden uitgevoerd;

    • c. de aanvraag gericht is op activiteiten die kunnen worden aangemerkt als reguliere of terugkerende activiteiten danwel redelijkerwijs gefinancierd kunnen worden uit het reguliere (taakstellings)budget van de aanvrager.

  • 3. Subsidie kan worden geweigerd als een aanvrager in voorgaande jaren subsidie van het Fonds heeft ontvangen en niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 4. Subsidie kan tevens worden geweigerd als het plan niet, of niet voldoende aansluit bij het doel van de regeling.

Artikel 8. Voorwaarden en beperkingen

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover:

    • a. er sprake is van een begrotingstekort en de behoefte aan ondersteuning door het Fonds wordt aangetoond; en

    • b. de aanvrager aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om het project uit te voeren.

  • 2. De subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de totale voor subsidie in aanmerking komende projectkosten.

  • 3. De hoogte van de subsidie dient in redelijke verhouding te staan tot de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd.

  • 4. Slechts direct aan het project gerelateerde kosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5. De post onvoorzien op de begroting mag niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van het project.

  • 6. Maximaal 20% van de subsidie van het Fonds mag worden ingezet voor materiële investeringen die benodigd zijn voor het project.

  • 7. Indien de subsidieontvanger een natuurlijk persoon is, dan wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde dat een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) wordt overgelegd.

Artikel 9. Bijzondere verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht tot kennisdeling van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt.

  • 2. Indien de subsidieontvanger een rechtspersoon is, werkt deze overeenkomstig de principes van de Governance Code Cultuur.

HOOFDSTUK 2. AANVRAAG

Artikel 10. Indieningstermijnen

Een aanvraag kan worden ingediend van maandag 7 januari 2019 tot en met vrijdag 30 oktober 2020.

Artikel 11. Indieningsvereisten

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van een projectplan voor de gehele looptijd van het project, een samenwerkingsovereenkomst en een sluitende begroting.

Artikel 12. Beoordelingscriteria

  • 1. Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. Inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. Organisatorische kwaliteit;

    • c. Samenwerking door de groep cultuurmakers.

  • 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag te voldoen aan alle criteria.

Artikel 13. Beoordelen aanvragen

Het Fonds beoordeelt de aanvragen en het bestuur besluit over de aanvragen.

Artikel 14. Beoordelingswijze

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen.

Artikel 15. Beslistermijn

Het bestuur beslist binnen 8 weken nadat een volledige aanvraag is ontvangen.

Artikel 16. Bevoorschotting en vaststelling

  • 1. In afwijking van artikel 25 van het Algemeen Subsidiereglement geldt voor gehonoreerde aanvragen dat:

    • a. het toegekende bedrag in gedeelten en bij wijze van voorschot wordt verstrekt;

    • b. het eerste gedeelte van het voorschot 90% van het bedrag betreft;

    • c. na de subsidievaststelling de resterende 10% wordt verstrekt.

  • 2. In de beschikking is nader uitgewerkt welke verplichtingen er aan de verstrekte subsidie verbonden zijn, voordat de subsidie kan worden vastgesteld.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 17. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een aanvrager van bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18. Algemeen subsidiereglement

Voor zover deze regeling daar niet in voorziet zijn de bepalingen uit het Algemeen Subsidiereglement van toepassing.

Artikel 19. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Cultuurmakers van nu.

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, J.J.K. Knol directeur-bestuurder

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Met de regeling Cultuurmakers van nu geeft het Fonds voor Cultuurparticipatie vervolg aan het digitale platform Jij maakt het mee. Sinds 2013 heeft het Fonds via deze route cultuurmakers aangemoedigd om zich in gezamenlijkheid te ontwikkelen, nieuwe toepassingen van tradities te creëren, innovatieve samenwerkingen te verkennen, andere doelgroepen bij hun project te betrekken of zichzelf op voor hen ongewone plekken te laten zien en horen. Hiermee geven wij uitvoering aan het programma Innovatie in Cultuur, Maak het mee uit het beleidsplan 2017–2020 Cultuur maakt iedereen 1. Eind 2017 zijn de regeling en het online platform geëvalueerd door een extern bureau. Hieruit kwam naar voren dat het belangrijk is om ruimte te blijven bieden voor experiment. De aanvraagprocedure en de laagdrempeligheid bleken aanscherping te verdienen. Met de regeling Cultuurmakers van nu geven wij hieraan gehoor.

Inhoudelijk laten wij als Fonds ons continu inspireren door actuele trends en ontwikkelingen binnen de actieve cultuur- en erfgoedbeoefening. Zoals aangegeven in ons beleidsplan staan co-creatie en do-it-yourself hierbinnen steeds meer centraal. Wij constateren dat veel mensen individueel aan cultuur doen of zich hiervoor informeel organiseren. Uit de Monitor Amateurkunst 2017 2 van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) blijkt dat 6,4 miljoen mensen van 6 jaar en ouder meerdere malen per jaar actief cultuur beoefenen. Een derde van hen is aangesloten bij een vereniging, instelling of particuliere aanbieder. Wij vinden het van belang ook nieuwe groepen en generaties cultuurmakers de mogelijkheid te blijven bieden om hun activiteiten en projecten, ontstaan vanuit eigen verhalen en behoeften, op te zetten en te delen. Om de grootste groep cultuurmakers beter te kunnen bedienen, kiezen wij er in deze regeling expliciet voor de cultuurmaker niet alleen als deelnemer maar ook als maker aan te spreken. Daarbij verruimen wij onze aanvraagmogelijkheden door deze regeling toegankelijk te maken voor zowel rechtspersonen als natuurlijke personen namens een groep als aanvrager.

Met deze verruiming willen wij het veld van de cultuurparticipatie, in al zijn diversiteit, nog meer mogelijkheden bieden om nieuwe terreinen te exploreren, het experiment op te zoeken en van onderop vernieuwing te brengen. Daarom stimuleren wij groepen cultuurmakers, van koorleden tot beatproducers en van houtsnijders tot VR-makers, om vanuit eigen ideeën en behoeften kleinschalige projecten te ontwikkelen. Met ruimte voor nieuwe cultuuruitingen, makers en bottom-up initiatieven, stimuleren we de (door)ontwikkeling van eigentijdse vormen van actieve cultuurparticipatie en het vergroten van de diversiteit van het culturele leven. Hiermee blijven we aansluiten bij onze missie ‘cultuur maakt iedereen’ en ons beleidsplan 2017-2020 en sluiten wij tevens aan bij de visiebrief ‘Cultuur in een open samenleving’ van de Minister van OCW3.

2. Inhoud van de regeling

Met de subsidieregeling Cultuurmakers van nu stimuleert het Fonds kleinschalige projecten door en voor cultuurmakers, die een bijdrage leveren aan de (door)ontwikkeling van de actieve cultuurparticipatie. Een groep cultuurmakers geeft in gezamenlijkheid vorm aan het project en treedt daarbij op als maker in plaats van (enkel) deelnemer. Zij stappen buiten de voor hen gebaande paden en betreden nieuw terrein. Activiteiten kunnen bijvoorbeeld gericht zijn op het experimenteren met een ongebruikelijke aanpak, het aangaan van een verrassend partnerschap of het verdiepen van een bijzondere cross-over. In de uitvoering van het project kan de expertise en begeleiding van professionals worden ingeroepen, waarbij de regie vanuit en het ontwikkelproces van de betrokken cultuurmakers voorop blijven staan.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2.

Met deze regeling ondersteunt het Fonds kleinschalige projecten op het vlak van de actieve cultuur- of erfgoedbeoefening in de vrije tijd, die door groepen cultuurmakers, al dan niet formeel georganiseerd, zelf ontwikkeld en uitgevoerd worden. Door activiteiten te ontwikkelen vanuit de cultuurmaker en daarmee actief aan te sluiten bij hun huidige en toekomstige wensen, behoeften en mogelijkheden, en door aan de slag te gaan met nieuwe inhoud en/of vormen, ontstaan eigentijdse vormen van cultuurparticipatie.

Artikel 3.

Subsidie kan worden aangevraagd door culturele instellingen of natuurlijke personen van 18 jaar of ouder. Natuurlijke personen kunnen alleen een aanvraag indienen indien dit namens een groep van minimaal drie cultuurmakers wordt gedaan. Houdt er hierbij rekening mee dat het Fonds voor dezelfde activiteiten maar met één (rechts)persoon een subsidierelatie aan kan gaan. Er wordt geen subsidie verleend voor projecten van individuen, maar voor projecten die met andere cultuurmakers worden ontwikkeld en uitgevoerd.

Artikel 4.

De ontwikkeling en uitvoering van de beoogde projecten ligt bij de groep cultuurmakers. Daarbij ontwikkelt de groep zich van deelnemer naar maker en voert daarmee de regie over het project. De groep cultuurmakers treedt daarbij buiten de voor hen gebaande paden en gaat met nieuwe inhoud en/of vormen van cultuurparticipatie aan de slag. Daarmee overstijgt het project de reguliere activiteiten van de betrokken cultuurmakers. Deze subsidie is dus niet bedoeld voor projecten die voor het grootste deel bestaan uit activiteiten die tot de gebruikelijke beoefeningspraktijk van de betrokken cultuurmakers behoren. De omvang en reikwijdte van de projecten moet een kleinschalig karakter hebben.

Artikel 7.

Gezien het stimuleringskarakter van de regeling kunnen in de aanvraag geen activiteiten worden opgevoerd die reeds tot de reguliere activiteiten van de aanvrager kunnen worden gerekend.

Artikel 8.

Voor subsidie komen alleen projectkosten in aanmerking die relevant zijn in het licht van het doel van deze regeling. Tot deze projectkosten behoren alleen de investeringen die direct op de realisatie van het project zijn gericht, zoals de inzet van artistiek en organisatorisch personeel en de huur van repetitieruime of podiumvoorzieningen om de projectactiviteiten te realiseren. Lasten die op enigerlei wijze tot de normale exploitatiekosten kunnen worden gerekend, zoals vaste huur, aanschaf van inventaris en investeringen die niet direct op de realisatie van de activiteiten zijn gericht komen niet voor ondersteuning in aanmerking. Maximaal 20% van de subsidie van het Fonds mag worden besteed aan materiaalkosten, zoals aanschaf van apparatuur of instrumenten.

Natuurlijke personen moeten na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) overleggen. Het aanvraagformulier daarvoor wordt meegestuurd bij de beschikking. Dit formulier kan verder worden ingevuld, ondertekend en ingeleverd bij de gemeente waar de aanvrager woont. Hieraan zijn kosten verbonden. Deze kosten kunnen worden meegenomen bij het project en worden opgevoerd op de begroting. Pas na ontvangst van de VOG betalen we de subsidie uit.

Artikel 9.

Om de opbrengsten en effecten van de regeling in zicht te krijgen en breder te delen, organiseert het Fonds bijeenkomsten waar cultuurmakers hun kennis en ervaringen vanuit de projecten met elkaar en het Fonds delen. Ook wordt via online kanalen ruimte geboden voor het presenteren van verhalen en beeldmateriaal van projecten en cultuurmakers. Daarnaast evalueert het Fonds specifiek de ervaringen van de natuurlijke personen met het aanvragen van subsidie bij deze regeling.

Artikel 11.

De subsidieaanvraag bestaat uit de volgende documenten:

  • 1. Een volledig ingevuld digitaal aanvraagformulier

  • 2. Een projectplan

  • 3. Een volledig ingevulde (model)begroting

  • 4. Een (model)samenwerkingsovereenkomst ondertekend door de groep cultuurmakers

Aanvraagformulier

Via ons digitaal aanvraagsysteem MijnFonds dient het aanvraagformulier Cultuurmakers van nu te worden ingevuld.

Projectplan

Het projectplan van maximaal 2.000 woorden dient in ieder geval de volgende onderdelen te bevatten:

Inhoud, werkwijze en samenwerking

  • Beschrijf de inhoud, opzet en aanpak van het project en waarin dit nieuw, onderscheidend of ongebruikelijk is van andere projecten of activiteiten voor cultuurmakers

  • Beschrijf waarom de realisatie van dit project van belang is voor de betrokken cultuurmakers

  • Beschrijf hoe het project aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van de betrokken cultuurmakers en hen in hun ontwikkeling als cultuurmaker versterkt

  • Beschrijf de samenwerking en rol- en taakverdeling binnen de groep en geef aan hoe de verantwoordelijkheid voor het project wordt belegd

Begroting

Aanvragers kunnen een eigen begroting indienen. We verzoeken de modelbegroting te gebruiken. De begroting moet sluitend zijn.

Samenwerkingsovereenkomst

In het geval van een aanvraag door een natuurlijk persoon is een samenwerkingsovereenkomst ondertekend door de desbetreffende groep cultuurmakers verplicht onderdeel van de aanvraag. Hierin wordt aangegeven wat de titel van het project en wie de hoofdcontactpersoon voor het Fonds is. De overeenkomst is ondertekend door de betrokken cultuurmakers uit de groep die de aanvrager vertegenwoordigt. We verzoeken de model samenwerkingsovereenkomst te gebruiken.

Artikel 12.

Aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a. Inhoudelijke kwaliteit van het project in relatie tot het doel van de regeling: bij het toetsen van dit criterium kijkt het Fonds of de inhoud en aanpak van het project bijdraagt aan de (door)ontwikkeling van eigentijdse vormen van cultuurparticipatie. Er wordt gekeken naar de regierol van de (groep) cultuurmakers, van waaruit het project ontwikkeld en uitgevoerd wordt. Daarnaast kijkt het Fonds naar de relevantie van het project voor de betrokken cultuurmakers, waarbij aandacht is voor de aansluiting van de activiteiten op de behoeften en mogelijkheden van de deelnemers en de (mogelijkheden tot) ontwikkeling van de cultuurmakers als (co-)creator en/of deelnemer.

  • b. Organisatorische kwaliteit: binnen dit criterium wordt beoordeeld of er sprake is van een helder en realistisch plan van aanpak dat aansluit bij het beoogde doel of resultaat. Ook wordt bekeken of de rollen, taken en verantwoordelijkheden voor de uitvoering helder belegd worden. Daarnaast wordt getoetst of de begroting redelijk en dekkend is.

  • c. Samenwerking door de groep cultuurmakers: binnen dit criterium beoordeelt het Fonds of de plannen in gezamenlijkheid ontwikkeld zijn door de groep cultuurmakers. Er wordt daarbij gekeken of er binnen de groep sprake is van een gelijkwaardige samenwerking en hoe de onderlinge uitwisseling en afstemming vorm krijgt.

Alleen aanvragen die voldoen aan alle drie beoordelingscriteria, komen in aanmerking voor subsidie. Indien het subsidieplafond nog niet is bereikt, wordt de subsidie toegewezen. Aanvragen die niet voldoen aan alle beoordelingscriteria, worden afgewezen.

Artikel 14.

De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van ontvangst. Op basis van volgorde van binnenkomst (datum en tijdstip) worden de aanvragen opgenomen in een lijst. Een onvolledige aanvraag kan binnen een redelijke termijn worden aangevuld. De datum van aanvulling geldt dan als de datum van binnenkomst van de aanvraag.

Artikel 16.

Wanneer subsidie wordt toegewezen, verleent het bestuur een voorschot van 90% van het subsidiebedrag. Na afloop van het project ontvangt de aanvrager via Mijn Fonds een formulier, om daarin de gerealiseerde prestaties in te vullen. Door ondertekening en inzending van het formulier verklaart de aanvrager dat de afgesproken prestaties zijn gerealiseerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. Na de definitieve subsidievaststelling wordt de resterende 10% van het subsidiebedrag verstrekt.

Artikel 17.

In het Algemeen Subsidiereglement zijn regels opgenomen die van toepassing zijn op alle subsidies die het Fonds verstrekt. Deze regels gaan bijvoorbeeld over de subsidieverlening, verantwoording en bevoorschotting.

Naar boven