Regeling tot wijziging van de Verkeersregeling Defensie 2015 in verband met actualisering

4 december 2018

Nr. BS2018015131

De Minister van Defensie;

Gelet op artikel 44 van de Grondwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Verkeersregeling Defensie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. de zinsnede ‘ten behoeve van de strijdkrachten’ wordt steeds veranderd in: ‘ten behoeve van Nederlandse strijdkrachten’.

2. de zinsnede ‘dan wel door een buitenlands militair bevoegd gezag’ wordt geschrapt.

3. de zin ‘militair rupsvoertuig: militair rupsvoertuig dat geheel of gedeeltelijk wordt voortbewogen op rupsbanden’ wordt geschrapt.

B

Na artikel 2 wordt artikel 3 ingevoegd dat komt te luiden:

Artikel 3

Voor vertrek naar het buitenland, stelt de bestuurder zich op de hoogte van de geldende verkeersregels en voertuigeisen in de landen van doorkomst en van verblijf.

C

In artikel 3a wordt na het tweede lid, een derde lid toegevoegd, dat luidt:

De vrijstelling is beperkt tot het rijden op militair terrein.

D

Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd;

1. in het tweede lid wordt bij de onderdelen a, b, c en d na de puntkomma steeds toegevoegd; ‘of’

2. in het tweede lid wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma, na onderdeel d, onderdeel e ingevoegd dat luidt: alle inzittenden, tijdens noodsituaties en voor zover de commandant ter plaatse dat aangewezen acht.

3. het derde lid vervalt.

E

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

  • 1. De commandant kan degene die niet in dienst is van of werkzaam bij het Ministerie van Defensie toestemming geven voor het besturen van of meerijden met een militair motorrijtuig als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. de commandant heeft voorafgaand schriftelijk toestemming verleend; en

    • b. het besturen of vervoeren dient het belang van Defensie.

  • 2. Afwijking van het eerste lid is mogelijk als de Commandant der Strijdkrachten dit aangewezen acht of als sprake is van een noodgeval.

  • 3. De rit en de bestuurder of bestuurders worden geregistreerd.

  • 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ‘commandant’ verstaan: de leidinggevende onder wiens verantwoordelijkheid het besturen of vervoeren plaatsvindt, met dien verstande dat hij leiding geeft aan een eenheid met een medezeggenschapscommissie.

  • 5. De Commandant der Strijdkrachten kan nadere uitvoeringsrichtlijnen geven.

F

Artikel 29, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Een aantekening op het militair rijbewijs is vereist voor het besturen van militaire voertuigen die een middenas-aanhangwagen voortbewegen, waarvan de toegestane maximum massa meer dan 750 kilogram maar niet meer dan 6.500 kilogram bedraagt. De aantekening luidt: ‘+Ahw MA max 6.500 kilogram TMM’ of ‘+Ahw 15kN’.

G

Artikel 34 komt te luiden:

Artikel 34

De Commandant der Strijdkrachten kan nadere regels stellen met betrekking tot het type motorrijtuig waarvoor bijscholing, scholing of familiarisatie moet worden gevolgd en de wijze waarop die bijscholing, scholing of familiarisatie moet plaatsvinden.

H

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd;

1. in het eerste lid wordt in de aanhef ‘afgegeven’ vervangen door: ‘na aanvraag afgegeven’.

2. onder vernummering van het tweede tot het derde lid, wordt na het eerste lid een tweede lid ingevoegd dat komt te luiden:

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder b, kan een buitenlands civiel of militair bewijs van bevoegdheid tot het besturen van een militair motorrijtuig, als succesvolle afronding van de vereiste rijopleiding worden aangemerkt.

I

Bijlage 3 bij de Verkeersregeling Defensie wordt vervangen door Bijlage 3 Model militair registratiebewijs, die bij deze regeling als Bijlage 1 is ingevoegd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 december 2018

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

BIJLAGE 1

Bijlage 3 Model militair registratiebewijs

Model militair registratiebewijs tot 1 september 2017

Model militair registratiebewijs per 1 november 2018

TOELICHTING

Algemeen

De Verkeersregeling Defensie 2015 (Stcrt. 2015, nr. 32411, Stcrt. 2015, nr. 39438 en Stcrt. 2017, nr. 47039) bevat voorschriften en hoofdlijnen van procedures in verband met militair verkeer. Dit strekt zich uit van bepalingen over aanduiding op militaire voertuigen en het rijden in het buitenland tot het verkrijgen van een militair rijbewijs.

Artikelsgewijs

Artikel 1 is aangepast om te verduidelijken dat de Verkeersregeling Defensie 2015 van toepassing is op Nederlandse strijdkrachten. Het artikel is daarnaast aangepast aan het feit dat een buitenlands bewijs van rijbevoegdheid op aanvraag kan worden omgezet in een Nederlands militair rijbewijs, conform artikel 35, met name het nieuwe tweede lid daarvan. Tot slot wordt de definitie van militair rupsvoertuig geschrapt, omdat deze voor zich spreekt.

Artikel 3 is toegevoegd om er voor te zorgen dat men zich bewust is van de verkeersregels en voertuigeisen in het buitenland en daar naar handelt, dus zich conform de verkeersregels gedraagt en er voor zorgt dat het voertuig aan de vereisten voldoet. Een voorbeeld daarvan is dat het militair voertuig voldoet aan de nationale regels die ter plaatse gelden over winterbanden en winterpakketten.

Artikel 3a maakt het oefenen in het rijden zonder licht in duisternis mogelijk. Dit kan alleen op militaire terreinen worden geoefend. Op de openbare weg -waar de Regeling verkeersregels en verkeerstekens geldt-, dient bij nacht altijd dimlicht te worden gevoerd (art. 32, eerste lid van de Regeling verkeersregels en verkeerstekens).

In artikel 3b, het tweede lid, wordt na de onderdelen a t/m d het woord 'of'; toegevoegd, om te verduidelijken dat voor het niet gebruiken van een gordel, voldoende is dat aan een onderdeel wordt voldaan. Het is dus niet nodig dat tegelijkertijd aan alle vijf onderdelen is voldaan. Artikel 3b is daarnaast aangepast met toevoeging van sub e, opdat de commandant in bepaalde situaties kan besluiten dat het dragen van een gordel voor inzittenden meer risico voor de fysieke veiligheid met zich meebrengt dan het niet-dragen ervan. De commandant houdt bij de afweging rekening met alle omstandigheden van het geval. De toevoeging van sub e maakt het derde lid overbodig.

In artikel 12 is bepaald dat een derde kan meerijden met een militair voertuig als de commandant schriftelijk toestemming heeft verleend en het meerijden in het belang is van Defensie. Een voorbeeld daarvan is de persoon die wordt vervoerd tijdens de door hem te verrichten werkzaamheden voor Defensie. De commandant dient een van een bepaald niveau te zijn. Dit niveau is verzekerd als hij leiding geeft aan een medezeggenschapscommissie. Artikel 12 geldt ook voor oudere of historische militaire voertuigen, zolang deze voor specifiek operationeel gebruik zijn of waren bedoeld en eigendom zijn van Defensie.

De aanpassing van artikel 29 haakt aan bij de praktijk waarin zware aanhangwagens ook door andere voertuigen dan categorie C-voertuigen kunnen worden getrokken. Het besturen van een voertuig met een zware aanhangwagen vereist succesvolle afronding van een opleiding. Vervolgens wordt dat aangetekend op het betreffende rijbewijs.

Artikel 34 is zodanig aangepast dat de Commandant der Strijdkrachten niet alleen regels kan stellen met betrekking tot bijscholing, maar ook tot initiële scholing en familiarisatie. Familiarisatie komt neer op het onder toezicht vertrouwd raken met het voertuig.

De eerste wijziging van artikel 35 is een verduidelijking van de gangbare praktijk dat voor afgifte van een rijbewijs een aanvraag is vereist. De tweede wijziging van artikel 35 geeft aan dat buitenlandse rijbewijzen onder omstandigheden in militaire rijbewijzen kunnen worden omgezet. Nu de 3e Europese Rijbewijsregeling niet op Defensie van toepassing is, wordt per geval bezien of het rijbewijs voor erkenning in aanmerking komt, dan daartoe nog bijscholing of familiarisatie is vereist.

De wijzigingen gaan in per 1 januari 2019.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven