Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 12 december 2018 nr. IENW/BSK-2018/265795, tot wijziging van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet en de Regeling tarieven scheepvaart 2005 in verband met indexering van de tarieven en de introductie van twee nieuwe tarieven

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 4, tweede lid, 17, eerste lid, en 21, eerste lid, van de Meetbrievenwet 1981, artikel 14, derde lid, van de Wet havenstaatcontrole, de artikelen 2, derde lid en 10, van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, artikel 311a, derde lid, van het Wetboek van Koophandel,artikel 49, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de artikelen 6, derde lid, en 6a, derde lid, van de Zeebrievenwet, artikel 37, derde lid, van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, artikel 62, aanhef en onderdelen a, b, c, d, e, h, i, j en k, van de Wet zeevarenden, artikel 72, eerste lid, van de Schepenwet, artikel 51, tweede lid, van de Binnenvaartwet, artikel 40, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en artikel 34 van de Wet bestrijding maritieme ongevallen;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 167’ vervangen door ‘€ 171’.

B

In artikel 5 wordt ‘€ 461’ vervangen door ‘€ 472’.

C

In artikel 7 wordt ‘€ 884’ vervangen door ‘€ 906’.

D

In artikel 8 wordt ‘€ 650’ vervangen door ‘€ 666’.

E

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 152’ vervangen door ‘€ 156’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 246’ vervangen door ‘€ 252’.

F

In artikel 13 wordt ‘€ 106’ vervangen door ‘€ 109’.

G

In artikel 14 wordt ‘€ 491’ vervangen door € 503’.

H

Artikel 14a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘USD 2.199’ vervangen door ‘USD 2.253’.

2. In het tweede lid wordt ‘USD 175’ vervangen door ‘USD 179’.

I

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel in het eerste lid komt te luiden:

 

< 24 meter

≥ 24 meter

Geklasseerde vissersvaartuigen

   

Onderzoek eerste afgifte certificaat

 

€ 15.635

Periodiek onderzoek vernieuwing/handhaving certificaat

 

€ 2.275

Onderzoek overname met langlopend certificaat

 

€ 5.228

Niet-geklasseerde vissersvaartuigen

   

Onderzoek eerste afgifte certificaat

€ 12.625

€ 28.566

Periodiek onderzoek vernieuwing/handhaving certificaat

€ 2.123

€ 2.613

Onderzoek overname met langlopend certificaat

€ 4.938

€ 6.083

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 2.654’ vervangen door ‘€ 2.719’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 2.938’ vervangen door ‘€ 3.010’.

3. In het vijfde lid wordt ‘€ 152’ vervangen door ‘€ 156’ en wordt ‘€ 307’ vervangen door ‘€ 314’.

4. In het zesde lid wordt ‘€ 307 vervangen door ‘€ 314’.

J

In artikel 18 wordt ‘€ 884’ vervangen door ‘€ 906’.

K

In artikel 21 wordt ‘€ 146’ vervangen door ‘€ 150’.

L

In artikel 22, eerste lid, wordt ‘€ 78’ vervangen door ‘€ 80’.

M

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘€ 1.285’ vervangen door ‘€ 1.316’.

2. Onder vernummering van het tweede tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien een onderzoek als bedoeld in deze regeling geheel of gedeeltelijk buiten Nederland worden uitgevoerd, is voor de reistijd buiten Nederland en voor de eventuele wachttijd tijdens het verblijf buiten Nederland een aanvullend tarief per manuur verschuldigd van € 150.

N

In artikel 24, eerste lid, wordt ‘€ 152’ vervangen door ‘€ 156’.

O

De twee tabellen in bijlage 1 komen te luiden:

 

<500 GT

≥500 GT

Vrachtschip

   

Hernieuwde afgifte

€ 5.592

€ 7.163

Viseren certificaten

€ 1.275

€ 2.097

Aannemersmateriaal met voortstuwing

   

Hernieuwde afgifte

€ 6. 516

€ 8.842

Viseren certificaten

€ 1.369

€ 2.191

Aannemersmateriaal zonder voortstuwing

   

Hernieuwde afgifte

€ 2.469

€ 3.129

Viseren certificaten

€ 796

€ 906

Aannemersmateriaal zonder voortstuwing, inclusief bemand werken

   

Hernieuwde afgifte

€ 2.469

€ 3.129

Viseren certificaten

€ 906

€ 906

Supply- en supportschip

   

Hernieuwde afgifte

€ 4.693

€ 7.163

Viseren certificaten

€ 796

€ 2.097

Sleepboot ≥24 meter

 

Hernieuwde afgifte

€ 5.703

Viseren certificaten

€ 1.547

Personentender ≥24 meter

 

Hernieuwde afgifte

€ 4.693

Viseren certificaten

€ 1.431

Patrouille-, peil- en meetvaartuig ≥24 meter

 

Hernieuwde afgifte

€ 4.693

Viseren certificaten

€ 1.431

ARTIKEL II

De Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.510’ vervangen door ‘€ 1.549.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 958’ vervangen door ‘€ 981’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 429’ vervangen door ‘€ 439’.

B

In artikel 1.5, eerste en tweede lid, wordt ‘€ 165’ telkens vervangen door ‘€ 169’.

C

In artikel 1.7 wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

D

In de artikelen 1.7, 1.14, 2.10, 2.18 en 2.29 wordt ‘Minister van Infrastructuur en Milieu’ vervangen door ‘Minister van Infrastructuur en Waterstaat’.

E

In artikel 1.8 wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

F

In artikel 1.10, eerste en tweede lid, wordt ‘€ 106’ telkens vervangen door ‘€ 109’.

G

In artikel 1.11 wordt ‘€ 126’ vervangen door ‘€ 129’.

H

Artikel 1.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 270’ vervangen door ‘€ 277’.

I

Artikel 1.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 412’ vervangen door ‘€ 422’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 121’ vervangen door ‘€ 124’.

J

In artikel 1.18 wordt ‘€ 213’ vervangen door ‘€ 218’.

K

Artikel 1.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 114’ vervangen door ‘€ 116’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 560’ vervangen door ‘€ 557’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 183’ vervangen door ‘€ 186’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 44’ vervangen door ‘€ 45’.

L

Artikel 1.31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 143’ vervangen door ‘€ 146’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 143’ vervangen door ‘€ 146’ en wordt ‘€ 94’ vervangen door ‘€ 96’.

M

In artikel 1.32 wordt ‘€ 32’ vervangen door ‘€ 33’.

N

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 152’ vervangen door ‘€ 156’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 322’ vervangen door ‘€ 330’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 280’ vervangen door ‘€ 287’.

O

In artikel 2.3 wordt ‘€ 152’ vervangen door ‘€ 156’.

P

In artikel 2.4 wordt ‘€ 430’ vervangen door ‘€ 440’.

Q

In artikel 2.5 wordt ‘€ 1.096’ vervangen door ‘€ 1.123’.

R

Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 155’ vervangen door ‘€ 159’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 54’ vervangen door ‘€ 55’.

S

In artikel 2.7 wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

T

In artikel 2.8 wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

U

In artikel 2.9 wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

V

Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.514’ vervangen door ‘€ 1.551’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 163’ vervangen door ‘€ 167’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 135’ vervangen door ‘€ 138’.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 465’ vervangen door ‘€ 476’.

5. In het vijfde lid wordt ‘€ 155’ vervangen door ‘€ 159’.

W

Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 298’ vervangen door ‘€ 305’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 180’ vervangen door ‘€ 184’.

X

In artikel 2.12 wordt ‘€ 171’ vervangen door ‘€ 175’.

Y

In artikel 2.13, onderdeel a, wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

Z

In artikel 2.14 wordt ‘€ 120’ vervangen door ‘€ 123’.

AA

In artikel 2.16 wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

BB

Artikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel in het eerste lid komt te luiden:

Type onderzoek

≤75 m

>75 m

Onderzoek eerste afgifte

€ 156

 

Onderzoek eerste afgifte

 

€ 312

Viseren certificaten

€ 80

 

Viseren certificaten

 

€ 80

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 156

 

Onderzoek hernieuwde afgifte

 

€ 156

2. In het tweede lid wordt ‘€ 375’ vervangen door ‘€ 384’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 562’ vervangen door ‘€ 576’.

CC

In artikel 2.19 wordt ‘€ 178’ vervangen door ‘€ 182’.

DD

Artikel 2.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 178’ vervangen door ‘€ 182’.

2. In het eerste lid wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

EE

In artikel 2.21 wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

FF

Artikel 2.21a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 171’ vervangen door ‘€ 175’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

GG

Artikel 2.21b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 152’ vervangen door ‘€ 156’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 243’ vervangen door ‘€ 249’.

HH

Artikel 2.21c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 474’ vervangen door ‘€ 486’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 149’ vervangen door ‘€ 153’.

II

In artikel 2.21d wordt ‘€ 167’ vervangen door ‘€ 171’.

JJ

Artikel 2.22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 236’ vervangen door ‘€ 242’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

KK

In artikel 2.24 wordt ‘€ 73’ vervangen door ‘€ 74’.

LL

Artikel 2.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 112’ vervangen door ‘€ 114’.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 75’ vervangen door ‘€ 76’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor de afgifte van een erkenning van een vaarbevoegdheidsbewijs of bekwaamheidsbewijs als bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeevaart is een tarief verschuldigd van € 120.

MM

In artikel 2.26 wordt ‘€ 152’ vervangen door ‘€ 156’.

NN

In artikel 2.28 wordt in beide leden ‘€ 141’ vervangen door ‘€ 144’.

OO

In artikel 2.30 wordt ‘€ 94’ vervangen door ‘€ 96’ en wordt ‘€ 143’ vervangen door ‘€ 146’.

PP

Artikel 2.33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 143’ vervangen door ‘€ 146’ en wordt ‘€ 94’ vervangen door ‘€ 96’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 33’ vervangen door ‘€ 34’.

QQ

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.537’ vervangen door ‘€ 1.575’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 528’ vervangen door ‘€ 541’.

RR

Artikel 3.1a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en het tweede lid wordt ‘USD 2.199’ vervangen door ‘USD 2.253’.

2. In het derde lid wordt ‘USD 175’ vervangen door ‘USD 179’.

SS

In artikel 3.2 wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

TT

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt ‘€ 244’ vervangen door ‘€ 250’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 306’ vervangen door ‘€ 313’.

UU

In artikel 3.5 wordt ‘€  149,–‘ vervangen door ‘€ 153’.

VV

In artikel 3.9 wordt ‘€ 138’ vervangen door ‘€ 141’.

WW

In artikel 3.10 wordt ‘€ 281’ vervangen door ‘€ 288’.

XX

In artikel 4.1 wordt ‘€ 167’ vervangen door ‘€ 171’.

YY

In artikel 4.2 wordt ‘€ 78’ vervangen door ‘€ 80’.

ZZ

In artikel 4.3, eerste lid, wordt ‘€ 146’ vervangen door ‘€ 150’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in het kader van de wijziging van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet tevens in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet en de Regeling tarieven scheepvaart 2005 in verband met indexering van de tarieven en de introductie van een nieuw tarief.

De laatste jaren is toegewerkt naar een wijziging van het tariefstelsel om het transparanter en eenvoudiger te maken. In de loop van 2019 zal nadere informatie over het nieuwe tariefstelsel, dat het oude stelsel moet vervangen, volgen. De stelselherziening blijkt complexer en daardoor langer te duren dan eerder voorzien.

Tarieven ILT

Voor de vergunningverlenende werkzaamheden van de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) worden tarieven in rekening gebracht. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is ook ten aanzien van de ILT-tarieven dat zoveel mogelijk kostendekkende tarieven in rekening worden gebracht. De tarieven zullen per 1 januari 2019 slechts worden aangepast voor de ontwikkeling van de kosten van de vergunningverlening. Door het toepassen van een gewogen gemiddelde van de percentages Prijs overheidsconsumptie netto materieel (IMOC) en CAO sector Overheid (publicatie CPB september 2018) zullen de tarieven per 1 januari 2019 stijgen met 2,44%. Hierbij kan de tariefwijziging per product iets afwijken door het afronden van de bedragen.

Naast deze wijzigingen in verband met de kostenontwikkeling wordt er één nieuw tarief geïntroduceerd, in onderdeel M van artikel I (artikel 23 van de Regeling Nederlandse tarieven schepenwet). In de artikel 4.3, eerste lid, van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt reeds voorzien in een tarief voor reistijd naar het buitenland. Naar analogie wordt nu ook een tarief voor reistijd naar het buitenland in artikel 23 van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet opgenomen, uit het oogmerk van kostendekkendheid van de tarieven. Artikel 72, eerste lid, van de Schepenwet biedt voor dit tarief de grondslag.

Tarieven Kiwa

Op 1 juni 2010 is de afgifte van een aantal vergunningen in ondermandaat gegeven aan Kiwa N.V. (hierna: Kiwa). De overeenkomst met Kiwa voorziet in een jaarlijkse stijging van de door Kiwa gehanteerde tarieven met een inflatiecorrectie en vanaf 1 januari 2014 tevens in een daling van de tarieven met een efficiencyfactor. Deze factor bedraagt per 1 januari 2019 voor de binnenvaart 2% en voor de koopvaardij en visserij 1,5%. De efficiencyfactoren, zoals overeengekomen in de overeenkomst met Kiwa, zijn alleen toegepast op de kostendekkende tarieven. Dit is gebeurd met het oog op het Rijksbeleid zoveel mogelijk kostendekkende tarieven te hanteren. Immers het toepassen van efficiencyfactoren op niet-kostendekkende tarieven zou tot een verlaging van het tarief leiden wat haaks staat op het rijksbeleid. Per saldo leidt dit bij een inflatiecorrectie over 2018 van 1,6% tot een tariefmutatie voor de binnenvaart van 0,4% en voor de koopvaardij en visserij van -0,1%. Hierbij kan de tariefwijziging per individueel product iets afwijken vanwege afronding.

Er wordt één nieuw tarief geïntroduceerd, in onderdeel LL van artikel II (artikel 2.25 van de Regeling tarieven scheepvaart 2005). Dit tarief hangt samen met de ratificatie van het IMO Verdrag betreffende de normen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van personeel van vissersschepen, in de praktijk het STCW F-verdrag genoemd, met als doel het internationaal harmoniseren van bemanningseisen: de mogelijkheid tot een erkenning van een buitenlands vaarbevoegdheidsbewijs of bekwaamheidsbewijs is hierom nieuw opgenomen. Het tarief hiervoor is vastgesteld op € 120. De onderbouwing hiervoor is dat de verificatiewerkzaamheden identiek zijn aan de vergelijkbare werkzaamheden die Kiwa voor de koopvaardij uitvoert. Kiwa moet de echtheid van het aangeboden document in het buitenland verifiëren. Om die reden is het tariefvoorstel gelijk aan het starttarief van de koopvaardij toen daar de verificatiemethodiek in 2014 werd ingevoerd. Het STCWF-verdrag treedt naar verwachting per 1 april 2019 in werking. De erkenning kan dan ook pas na inwerkingtreding van het STCWF- verdrag worden afgegeven.

Effecten op de administratieve lasten en nalevingskosten

Voor de sector scheepvaart wordt het financiële kosteneffect van de wijziging van de tariefregeling in verband met de introductie vergoeding gemaakte reiskosten buitenland op € 23.200 per jaar becijferd. Het betreft voor deze sector een gering bedrag. De jaarlijkse opbrengst tarieven scheepvaart bedraagt ca. € 3,1 mln. De administratieve lasten voor de sector blijven ongewijzigd. Inhoudelijke nalevingskosten zijn de directe kosten voor het bedrijfsleven van naleving van inhoudelijke verplichtingen als gevolg van wet- en regelgeving. Het zijn dus niet de door de overheid gemaakte kosten. Het zijn bijvoorbeeld de tijd en daarmee samenhangende kosten die een bedrijf nodig heeft om een aanvraag in te dienen. Inhoudelijke nalevingskosten zijn hier niet van toepassing.

Met de invoering van de gewijzigde wetgeving voor de visserij, die is voorzien voor de eerste helft van 2019, wordt het mogelijk om buitenlandse vaarbevoegdheidsbewijzen voor de visserij om te zetten in een zogenaamde erkenning van het vaarbevoegdheidsbewijs. De kosten voor het verstrekken van dat vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning bedragen € 120. De MOU’s dienen echter nog te worden afgesloten zodat de afgifte in 2019 nog beperkt zal zijn, hierbij is de inschatting dat de financiële kosten voor de sector in 2019 circa € 6.000 bedragen. De inhoudelijke nalevingskosten en administratieve lasten voor de omzetting bedragen totaal circa € 27.000.

De regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Naar aanleiding van het advies van ATR is de toelichting op enkele punten aangepast.

Internetconsultatie

Het ontwerp van de regeling is aangeboden voor internetconsultatie.

De reacties op de internetconsultatie hebben niet geleid tot inhoudelijke wijzigingen.

Inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding is gelegen op het eerstvolgende vaste verandermoment (1 januari 2019). Omdat deze regeling niet voor 1 november 2018 is gepubliceerd, zal wat betreft de vereiste invoeringstermijn worden afgeweken van de daarvoor geldende twee maanden. De reden hiervoor is dat vertraging van de inwerkingtreding van de regeling zal leiden tot nadelige financiële gevolgen voor de ILT en Kiwa. Ook voor de doelgroepen van de onderhavige regelingen is latere inwerkingtreding nadelig omdat daardoor de nieuw geïntroduceerde producten niet kunnen worden afgenomen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven