Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 30 november 2018, nr. WJZ/ 18278561, tot wijziging van het Besluit mijnbouwschade Groningen in verband met een wijziging van het mandaat

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3 van het Besluit mijnbouwschade Groningen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt na ‘het tweede lid’ ingevoegd: ‘, het voeren van beroepsprocedures tegen beslissingen op bezwaar en het voeren van hoger beroepsprocedures tegen uitspraken van de rechtbank over de door de deelcommissie bezwaar genomen beslissingen op bezwaar’.

2. In het achtste lid wordt ‘het nemen van besluiten en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met de in het tweede, respectievelijk derde lid bedoelde taken’ vervangen door: ‘aangelegenheden die verband houden met de in het tweede respectievelijk derde lid bedoelde taken waaronder begrepen het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene verordening gegevensbescherming, de Wet hergebruik overheidsinformatie en voor de afhandeling van interne klachten en verzoeken van de Nationale Ombudsman’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 november 2018

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

Met dit besluit wordt het mandaat, de volmacht en de machtiging van de voorzitters van de Tijdelijke commissie Mijnbouwschade Groningen, de deelcommissie mijnbouwschade en de deelcommissie bezwaar in het Besluit mijnbouwschade Groningen (hierna: Besluit) op enkele punten aangepast. In de eerste plaats wordt de taak van de deelcommissie bezwaar in artikel 3, derde lid, uitgebreid met:

  • het voeren van beroepsprocedures inzake de door de deelcommissie bezwaar genomen beslissingen op bezwaar, en

  • het voeren van hoger beroepsprocedures inzake uitspraken van de rechtbank over de door de deelcommissie bezwaar genomen beslissingen op bezwaar.

Onder de in artikel 3, derde lid, opgenomen taken wordt ook verstaan het voeren van voorlopige voorziening procedures die met die taken samenhangen.

In de tweede plaats wordt met de wijziging van artikel 3, achtste lid, de reikwijdte van het mandaat, de volmacht en de machtiging voor de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de deelcommissie mijnbouwschade en de voorzitter van de deelcommissie bezwaar verduidelijkt. Hierbij wordt geëxpliciteerd dat dit mede omvat het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene verordening gegevensbescherming, de Wet hergebruik overheidsinformatie en voor de afhandeling van interne klachten en verzoeken van de Nationale Ombudsman. Als gevolg van de wijziging van artikel 3, derde lid, omvatten het mandaat, de volmacht en de machtiging van artikel 3, achtste lid, mede de feitelijke handelingen en rechtshandelingen die nodig zijn om beroepsprocedures inzake de door de deelcommissie bezwaar genomen beslissingen op bezwaar en hoger beroepsprocedures tegen uitspraken van de rechtbank over deze beslissingen te voeren.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven