ARTIKEL I
De Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan het slot artikel 6.2.2, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
B
In artikel 6.2.4, vierde lid, wordt ‘€ 337’ vervangen door ‘€ 347’.
C
Aan het slot van artikel 6.2.5, tweede lid, wordt toegevoegd ‘met dien verstande dat
deze verdeling niet leidt tot een verlening van minder dan € 50.000’.
D
In artikel 6.2.22 wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een
lid ingevoegd, luidende:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
TOELICHTING
Algemeen
Sinds 1 januari 2017 verstrekt het Zorginstituut Nederland op basis van de Regeling
zorgverzekering subsidies ten behoeve van anonieme e-mental health. Deze subsidiëring
wordt binnen twee jaar na introductie geëvalueerd. Vooruitlopend op deze evaluatie
worden met de onderhavige wijzigingsregeling, naast de indexering van het maximale
subsidiebedrag per interventie, enkele verbeteringen aangebracht in de subsidiesystematiek.
Deze verbeteringen, die gebaseerd zijn op de ervaringen van het Zorginstituut in de
afgelopen jaren, worden artikelsgewijs toegelicht.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Met de toevoeging van een nieuw onderdeel e aan artikel 6.2.2, derde lid, is vastgelegd
dat het gaat om de subsidiëring van reeds ontwikkelde interventies waarmee voorafgaand
aan het subsidiejaar in de praktijk al ervaring is opgedaan door de subsidieontvanger.
De interventies kunnen dan het volledige subsidiejaar toegepast worden. Hiermee wordt
voorkomen dat subsidie wordt verleend voor interventies die nog niet volledig ontwikkeld
en klaar voor gebruik zijn. In die gevallen bestaat het risico dat er meer subsidie
wordt verleend dan daadwerkelijk aangewend kan worden omdat de interventie pas later
dan gepland beschikbaar komt. Als gevolg daarvan wordt de subsidie op een lager bedrag
vastgesteld dan is verleend. Dit is onwenselijk. Daarom wordt de eis gesteld dat het
type interventie waarvoor de subsidie wordt verleend reeds in het kwartaal voorafgaand
aan het subsidiejaar uitgevoerd moeten zijn door de subsidieontvanger. Hiermee wordt
een betere benutting beoogd van budget dat voor de subsidiëring van anonieme e-mental
health beschikbaar is.
Artikel I, onderdeel B
De maximale subsidie per volledige interventie is, als gevolg van indexering, verhoogd
van € 337 naar € 347.
Artikel I, onderdeel C
De subsidie voor anonieme e-mental health kent een ondergrens van € 50.000 en een
bovengrens van € 700.000. Aanvragen van minder dan € 50.000 worden zonder meer afgewezen.
Aanvragen van meer dan € 700.000 komen hooguit voor een subsidie van € 700.000 in
aanmerking. Dit is geregeld in artikel 6.2.4.
Ook indien het subsidieplafond overschreden wordt en het beschikbare budget op grond
van artikel 6.2.5 verdeeld wordt, geldt nog steeds de ondergrens van € 50.000. Dit
is verduidelijkt in het tweede lid. Wanneer het te verlenen subsidiebedrag als gevolg
van de verdeling van het beschikbare budget lager zou zijn dan € 50.000, wordt de
aanvraag afgewezen.
Overigens blijft voor aanvragen van meer dan € 700.000 het meerdere buiten beschouwing
bij de verdeling. Deze aanvragen tellen slechts voor de bovengrens van € 700.000 mee
en worden vanaf dat bedrag naar rato verlaagd.
Artikel I, onderdeel D
Met de wijziging van artikel 6.2.22 wordt een tekortkoming in de subsidiesystematiek
gerepareerd. Zoals hierboven opgemerkt, kent de subsidie voor anonieme e-mental health
een ondergrens van € 50.000 en een bovengrens van € 700.000. Voor de verlening is
dat, zeker met de bovenstaande verduidelijking van artikel 6.2.5, geregeld. Bij de
vaststelling is het systeem echter niet sluitend. De bovengrens van € 700.000 kan
niet worden gepasseerd, omdat de subsidie nooit op een hoger bedrag wordt vastgesteld
dan verleend en er niet meer dan € 700.000 wordt verleend. Voor de ondergrens van
€ 50.000 loopt het echter niet rond. Doordat de subsidie wordt vastgesteld op basis
van het aantal gerealiseerde (on)volledige interventies, zou het bedrag van de vast
te stellen subsidie op minder dan € 50.000 kunnen uitkomen. Dat is niet de bedoeling.
Er is immers een ondergrens aan de subsidie gesteld om een balans aan te brengen tussen
een optimale stimulering van anonieme e-mental health enerzijds en het realiseren
van voldoende grootschalige voorzieningen anderzijds. Deze balans wordt verstoord
wanneer uiteindelijk toch subsidies van minder dan € 50.000 verstrekt worden. Dan
is alsnog sprake van versnippering van het aanbod van gesubsidieerde anonieme e-mental
health. Daarom is vastgelegd dat de subsidie op nihil wordt vastgesteld indien voor
minder dan € 50.000 aan interventies is gerealiseerd. Aldus wordt de ondergrens van
€ 50.000, net als ten tijde van de verlening, strikt toegepast. Subsidieontvangers
worden geacht hier rekening mee te houden. In dit verband wordt ook gewezen op de
aan de subsidie verbonden verplichtingen, zoals het verantwoorde beheer van de middelen,
de adequate administratie en de meldingsplicht. Subsidieontvangers behoren mede daardoor
in staat te zijn tijdig te anticiperen om onderschrijding van de grens van € 50.000
te voorkomen.
Artikel II
De wijzigingen van de Regeling zorgverzekering gaan per 1 januari 2019 in. Het Zorginstituut
heeft de organisaties die in 2018 subsidie ontvangen per brief van 30 augustus 2018
geïnformeerd over het voornemen van de hierboven toegelichte wijzigingen, zodat zij
daar bij hun aanvragen al rekening mee konden houden. Daarnaast is de brief samen
met het aanvraagformulier op de website van het Zorginstituut geplaatst, zodat ook
andere organisaties kennis konden nemen van de voorgenomen wijzigingen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis