Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming van 31 januari 2018, nr. 2189211, inzake de Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering (Besluit Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering)

De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluiten:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Ministers:

de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming;

b. commissie:

de commissie, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2

  • 1. Er is een Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering.

  • 2. De commissie heeft tot taak de Ministers te adviseren over specifieke juridische vraagstukken inzake de modernisering van het Wetboek van Strafvordering.

  • 3. De commissie wordt ingesteld voor de duur van twee jaren te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit. De instellingsduur kan eenmaal met twee jaren worden verlengd.

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit de door de Ministers benoemde leden.

  • 2. De benoeming is voor de duur van de commissie.

  • 3. De Ministers wijzen een lid aan als voorzitter.

  • 4. Bij tussentijds vertrek van een lid kunnen de Ministers een ander lid benoemen.

  • 5. De Ministers kunnen de leden ontslaan.

  • 6. De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat nodig is voor de vervulling van haar taak.

Artikel 4

  • 1. De leden van de commissie ontvangen per vergadering een vergoeding.

  • 2. De vergoeding bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B bij het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Wanneer een lid een vergadering niet heeft bijgewoond, maar aan een tijdens deze vergadering vastgesteld advies wel een bijdrage heeft geleverd, bedraagt de vergoeding de helft van het te vergoeden bedrag.

  • 3. De voorzitter ontvangt een vaste vergoeding voor de duur van de commissie, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B bij het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,2.

Artikel 5

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden de eventuele bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 6

Het Besluit voortzetting Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering wordt ingetrokken.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2018.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 februari 2020.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Dit besluit strekt tot voorzetting van de Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering. Bij besluit van 21 augustus 2014, kenmerk nr. 550380, is de commissie ingesteld voor de periode van 1 februari 2014 tot 1 februari 2016 (Stcrt. 2014, 24852). Bij besluit van 16 februari 2016, kenmerk nr. 732603, is deze periode met twee jaren verlengd (Stcrt. 2016, 9986). Om de commissie in de gelegenheid te stellen haar werkzaamheden af te ronden, voorziet onderhavig besluit in de voortzetting van de commissie na 1 februari 2018.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven