ARTIKEL I
De Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, eerste lid, door een puntkomma,
wordt aan artikel 1, eerste lid, een onderdeel toegevoegd, luidende:
x. teeltperiode: de feitelijke periode van teelt van een ras van een gewas in het
kader van technisch onderzoek in de zin van artikel 35, eerste lid, onderdeel a, van
de wet.
B
In artikel 3c, tweede lid, wordt '€ 265' vervangen door '€ 272'.
C
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt '€ 445' telkens vervangen door '€ 456'.
b. In het eerste lid, onderdelen b en c, wordt '€ 603' telkens vervangen door '€ 618'.
c. In het tweede lid wordt '€ 58' vervangen door '€ 59'.
d. In het derde lid wordt '€ 158' vervangen door '€ 162'.
e. In het vijfde lid wordt '€ 43' vervangen door '€ 44'.
f. In het zevende lid wordt '€ 50' vervangen door '€ 51'.
g. Na het zevende lid wordt een lid toegevoegd luidende:
D
Na artikel 20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 20a
In geval de Raad inlichtingen bij een instelling in het buitenland inwint voor werkzaamheden
in het kader van artikel 15, vierde lid, van het besluit, is de aanvrager bedoeld
in artikel 15, eerste lid, van het besluit, een bedrag van € 130 verschuldigd.
E
In artikel 29 wordt '€ 23' vervangen door '€ 23,50'.
F
Artikel 30 komt te luiden:
Artikel 30
-
1. Voor iedere inschrijving in het rassenregister van:
-
a. een licentie;
-
b. het proces-verbaal van inbeslagneming van een kwekersrecht;
-
c. de titel waaruit de opheffing van het beslag blijkt;
-
d. de titel waaruit de toewijzing van de verkoop van een in beslag genomen kwekersrecht
blijkt, of
-
e. andere stukken, waarvan de belanghebbende inschrijving heeft verzocht, is per ras
een bedrag verschuldigd van € 23,50 voor zover hiervoor geen bijzonder tarief verschuldigd
is.
-
2. Voor het vaststellen van de voorlopige karakteriserende beschrijving van een ras
en het inschrijven op grond van artikel 25, derde lid, van de wet, in samenhang met
artikel 31, eerste lid, van de wet, is een bedrag verschuldigd van € 95.
G
In artikel 31 wordt '€ 8' vervangen door '€ 8,50'.
H
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, wordt '€ 20' vervangen door '€ 21'.
b. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd luidende:
I
In artikel 42a wordt 'zitting' vervangen door 'vergadering' en vervalt 'en de secretaris'.
J
In artikel 42b vervalt ', met uitzondering van de secretaris'.
K
Bijlage 1 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Doel en aanleiding
Onderhavige regeling wijzigt de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen (hierna:
de regeling). Op grond van artikel 6, tweede lid, van de Zaaizaad- en plantgoedwet
2005 (hierna: Zzp 2005) stelt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
de tarieven vast voor de in dat lid genoemde activiteiten van de Raad voor plantenrassen
(hierna: de Raad).
Op grond van artikel 6, derde lid, Zzp 2005 is het uitgangspunt dat de tarieven van
de Raad niet meer belopen dan nodig is ter dekking van de door de Raad gemaakte kosten
(kostendekkendheid) en dat die kosten toerekenbaar zijn aan de in artikel 6, tweede
lid, Zzp 2005 genoemde activiteiten van de Raad. Dit is conform het kabinetsbeleid
over doorberekening van toelatings-en handhavingskosten opgenomen in het rapport Maat
Houden 2014. Op grond van artikel 6, vierde lid, Zzp 2005 is in artikel 33 van de
regeling uitgewerkt dat de in paragraaf 1 van Hoofdstuk 6 van de regeling opgenomen
tarieven periodiek worden aangepast aan de ontwikkeling van de lonen en prijzen. Deze
regeling strekt tot een dergelijke wijziging.
Op de tarieven van de Raad in 2018 is een indexatie toegepast van 2,5% gebaseerd op
de te verwachten loon- en prijskostenontwikkeling. De tarieven zijn steeds afgerond
op hele bedragen. Een aantal tarieven is met meer dan 2,5% gestegen omdat in het verleden
geen of slechts gedeeltelijke indexatie heeft plaatsgevonden.
De tarieven van de Raad in artikel 21 van de regeling die verband houden met de kosten
van het technisch onderzoek, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder a, van de Zzp
2005 zijn via kostprijsberekening per afzonderlijk gewas of per categorie van gewas
vastgesteld en stijgen ook met 2,5%.
2. Regeldruk
Retributies, zijnde concrete en directe verplichtingen om een geldbedrag over te maken
aan de overheid of het bevoegd gezag, vallen niet onder de definitie van regeldruk.
Dat neemt niet weg dat de betrokken bedrijven eenmalig kosten dienen te maken om kennis
te kunnen nemen van de wijzigingen in retributies. De huidige wijzigingen leiden in
deze echter tot een verwaarloosbaar effect.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2019. Het kabinetsbeleid inzake vaste
verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) biedt de mogelijkheid om bij tariefsaanpassingen af te wijken van de normale termijn
voor bekendmaking van twee maanden voorafgaande aan de inwerkingtreding.
II. ARTIKELEN
Artikel I
Onderdeel A (artikel 1)
In artikel 1, eerste lid, onder x is een definitie opgenomen van 'teeltperiode'. Deze
term wordt gebruikt in artikel 21 van de regeling. Een teeltperiode van een ras van
een gewas kan bestaan uit meerdere jaren en daarom wordt in artikel 21, vierde lid
van de regeling ook gesproken over eerste, tweede en volgende teeltperiode. Voor artikel
21 is relevant of gedurende een jaar nog technisch onderzoek naar het betreffende
ras van het gewas wordt verricht of niet. Het tarief in een jaar van de feitelijke
teelt van een ras van een gewas is steeds van toepassing en dat kan leiden tot verschillende
onderzoekstarieven in één teeltperiode.
Onderdeel C (artikel 17)
Aan artikel 17 wordt een achtste lid toegevoegd met nieuwe verlaagde tarieven voor
elektronische aanvragen tot verlening van kwekersrecht en toelating van een ras van
respectievelijk een tuinbouwgewas, fruitgewas of een landbouwgewas.
Onderdeel D (artikel 20a)
In artikel 15 van het Besluit werkzaamheden Raad voor plantenrassen wordt de aanwijzing,
op verzoek, van andere instandhouders van toegelaten rassen geregeld. Om de systematische
instandhouding van een ras te beoordelen dient de Raad soms conform het vierde lid
van genoemd artikel 15 inlichtingen in te winnen bij een buitenlandse instelling die
belast is met de keuring van teeltmateriaal van dat ras. Voor deze specifieke situatie
is artikel 20a in de regeling opgenomen.
Onderdeel F (artikel 30)
Aan artikel 30 van de regeling is een tweede lid toegevoegd met een tarief voor de
werkzaamheden van de Raad voor het vaststellen van de voorlopige karakteriserende
beschrijving van een ras en het inschrijven in het rassenregister op grond van artikel
31, eerste lid, van de wet. Artikel 25, derde lid, van de wet geeft aan dat inschrijving
in het rassenregister geschiedt door de Raad door vermelding van de door de Raad vastgestelde
karakteriserende beschrijving.
Onderdeel H (artikel 32)
Aan artikel 32 wordt een derde lid toegevoegd in verband met legalisatie van documenten.
Aan de Raad kan worden gevraagd de authenticiteit van documenten te bevestigen. De
documenten die het betreft zijn gecertificeerde kopieën van aanvragen, rasbeschrijvingen
en afschriften uit het door de Raad beheerde Nederlands Rassenregister. Het tarief
dat hiervoor in rekening wordt gebracht is € 23 plus de doorrekening van eventuele
kosten die aan de Raad in rekening worden gebracht door derden betrokken bij de autorisatie.
Onderdelen I en J (artikelen 42a en 42b)
Artikelen 42a en 42b van de regeling zijn aangepast aan artikel 3, derde lid, van
de wet. Uit dit laatste artikel blijkt dat de secretaris geen lid is van de Raad,
maar daaraan enkel is toegevoegd. Ook is in artikel 42a de term 'zitting' door 'vergadering'
vervangen. De Raad kent enkel vergaderingen en geen zittingen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten