Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2018, 68314 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2018, 68314 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op artikel 15.51, derde lid, van de Wet milieubeheer;
BESLUIT:
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 30 november 2018
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Met dit besluit stelt de Minister van Economische Zaken en Klimaat, in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de hoeveelheid CO2-emissies vast die de glastuinbouwsector in het kalenderjaar 2017 en 2018 binnen het zogenoemde kostenvereveningssysteem zonder financiële consequenties kan emitteren. Tegen dit besluit kan geen beroep worden ingesteld op grond van artikel 1 van bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht (onder Wet milieubeheer, onderdeel c). De vastgestelde hoeveelheid voor het kalenderjaar 2017 en 2018 bedraagt respectievelijk 5,1 megaton CO2-emissies en 4,8 megaton CO2-emissies. Wordt de vastgestelde hoeveelheid overschreden, dan zijn de aangewezen inrichtingen een vergoeding verschuldigd op grond van artikel 15.52 van de Wet milieubeheer.
Tot de CO2-emissies behoren ook de CO2-emissies die samenhangen met warmte welke is afgenomen van een ander bedrijf, met uitzondering van de CO2-emissies van warmte welke is afgenomen van een inrichting die deelneemt aan het kostenvereveningssysteem of aan het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten (EU ETS). De laatstgenoemde CO2-emissies worden immers verantwoord door de inrichtingen die de warmte hebben opgewekt.
Met het vaststellen van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2017 en 2018 is als volgt uitvoering gegeven aan de afspraken die hierover zijn vastgelegd in het Convenant CO2-emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013-2020 (hierna: het Convenant), hetgeen in 2018 is geactualiseerd.
In het geactualiseerde Convenant is afgesproken dat de basis voor het boekjaar 2015 (te weten 6,2 Megaton CO2-emissies) in de periode 2016-2020 lineair afneemt naar 4,6 Megaton CO2-emissies in 2020.
Uit de lineaire afname van de basis volgt voor 2017 een basis van 5,6 Megaton CO2-emissies. Vervolgens is voor de inrichtingen die op 1 januari 2017 deelnamen aan het EU ETS op grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit per inrichting het gemiddelde van de jaarlijkse allocatie in de periode 2010-2012 berekend. Het gemiddelde van deze inrichtingen is bij elkaar opgeteld en vervolgens verminderd met een factor 0,0174 maal het aantal jaren na 2010 (0,0174 x 7). Dit resulteert in 0,5 Megaton CO2-emissies. Deze emissie dient volgens het geactualiseerde convenant gecorrigeerd te worden met de verhouding tussen de huidige basis emissieruimte en de basis emissieruimte volgens het oorspronkelijke convenant (dit is de waarde voor 2017 die afgeleid wordt uit de lineaire lijn tussen 7,5 in 2013 en 6,2 in 2020, zijnde 6,8). Dit resulteert in (0,5 x 5,6/6,8) afgerond 0,4 Megaton CO2-emissies.
De 0,4 Megaton CO2-emissies wordt in mindering gebracht op de basis van 5,6 Megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in 5,1 Megaton totale CO2-emissies. Voor de tussenstappen van de berekening zijn hier afgeronde waarden getoond maar onafgeronde waarden gebruikt.
Uit de lineaire afname van de basis volgt voor 2018 een basis van 5,2 Megaton CO2-emissies. Vervolgens is voor de inrichtingen die op 1 januari 2018 deelnamen aan het EU ETS op grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit per inrichting het gemiddelde van de jaarlijkse allocatie in de periode 2010-2012 berekend. Het gemiddelde van deze inrichtingen is bij elkaar opgeteld en vervolgens verminderd met een factor 0,0174 maal het aantal jaren na 2010 (0,0174 x 8). Dit resulteert in 0,5 Megaton CO2-emissies. Deze emissie dient volgens het geactualiseerde convenant gecorrigeerd te worden met de verhouding tussen de huidige basis emissieruimte en de basis emissieruimte volgens het oorspronkelijke convenant (dit is de waarde voor 2018 die afgeleid wordt uit de lineaire lijn tussen 7,5 in 2013 en 6,2 in 2020, zijnde 6,6). Dit resulteert in (0,5 x 5,3/6,6) afgerond 0,4 Megaton CO2-emissies.
De 0,4 Megaton CO2-emissies wordt in mindering gebracht op de basis van 5,2 Megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in 4,8 Megaton totale CO2-emissies. Voor de tussenstappen van de berekening zijn hier afgeronde waarden getoond maar onafgeronde waarden gebruikt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-68314.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.