A
Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de rij beginnend met ‘1.3**’ wordt in de tweede en derde kolom ‘verkeersdeelnemers’
vervangen door ‘weggebruikers’.
2. De rijen beginnend met ‘1.4**’ worden samengevoegd.
3. In de rij beginnend met ‘2.1**’ wordt in de derde kolom ‘in- en uitvoegstroken’ vervangen
door ‘invoeg- en uitrijstroken’, wordt ‘passeerstrook’ vervangen door ‘passeerstrook/passeerbaan’
en wordt ‘voorsorteervakken’ vervangen door ‘voorsorteerstrook’.
4. In de rij beginnend met ‘2.5**’ wordt in de derde kolom ‘geel zwaai- of knipperlicht’
vervangen door ‘geel zwaai-, flits of knipperlicht’.
5. De rij beginnend met ‘4.1**’ komt te luiden:
4.1**
|
Kan de betekenis benoemen van aanwijzingen gegeven door bevoegde personen en kan het
gedrag benoemen dat hierdoor geadviseerd, geboden of verboden wordt.
|
Aanwijzingen:
– mondeling
– gebaar.
Aanwijzingen gegeven door:
– kenbare/bevoegde ambtenaren
– verkeersregelaars
– verkeersbrigadiers
– toezichthouders.
|
B
|
6. De rijen beginnend met ‘4.2**’ worden samengevoegd en daarin vervalt in de derde
kolom het onderdeel ‘– relevante plaatsingsvoorschriften’.
7. In de rij beginnend met ‘5.1**’ wordt in de derde kolom het onderdeel ‘– massa’s
en lastenstootbalken en zijafscherming’ vervangen door twee onderdelen, luidende:
8. In de rij beginnend met ‘6.2**’ wordt in de derde kolom ‘begrippen reglement rijbewijzen’
vervangen door ‘relevante begrippen Reglement rijbewijzen’.
9. In de rij beginnend met ‘7.’ wordt in de tweede kolom na ‘de motor,’ ingevoegd ‘het
uitlaatsysteem’.
10. In de rij beginnend met ‘7.3’ wordt in de derde kolom ‘filters’ vervangen door ‘filters/filtratiemodule’
en wordt ‘de inspuitsystemen (common rail/pompverstuiver)’ vervangen door ‘het inspuitsysteem
(common rail)’.
11. In de rij beginnend met ‘7.4’ wordt in de derde kolom ‘(common rail/pompverstuiver)’
vervangen door ‘(common rail)’ en vervalt ‘– (adaptive/predictive) cruisecontrol’.
12. Na de rij beginnend met ‘7.5**’ wordt een rij ingevoegd, luidende:
7.6**
|
Kan de aandachtspunten bij tanken van brandstof noemen.
|
Aandachtspunten:
– de voorgeschreven brandstof
– de voorgeschreven overige vloeistoffen (bijvoorbeeld AdBlue)
– geen water en/of vuil in de tank
– milieu- en veiligheidsaspecten bij vullen en lekkage
– bij voorkeur ’s avonds tanken om vocht in de tank te voorkomen.
|
B
|
13. De rijen beginnend met ‘7.8’ en ‘7.9’ komen te luiden:
7.8
|
Kan de functie van het motorsmeersysteem uitleggen.
|
De functie uitleggen van:
– oliepomp
– warmtewisselaar
– oliefilter/oliefiltratiemodule
– oliepeilstok/display
– oliecarter.
|
B
|
7.9
|
Kan de functie en de onderdelen van het koelsysteem en de functie van de koelvloeistof
uitleggen.
|
Onderdelen van het koelsysteem:
– radiateur
– thermostaat
– koelvloeistofpomp
– ventilator
– warmtewisselaar
– expansievat
– overdrukdop/ventiel.
Functie systeem:
– het brengen op/beheersen van de bedrijfstemperatuur.
Functie koelvloeistof:
– warmtetransport
– voorkomen van corrosie
– voorkomen van bevriezing
– smering.
|
B
|
14. In de rij beginnend met ‘7.10**’ wordt in de derde kolom ‘vloeistof’ vervangen door
‘ruitensproeiervloeistof’.
15. Na de rij beginnend met ‘7.10**’ wordt een rij ingevoegd, luidende:
7.11**
|
Kan de werking en functie van het uitlaatgasnabehandelingssysteem uitleggen.
|
Uitlaatgasnabehandelingsunit, zoals:
– roetfilter
– katalysator/AdBlue.
AdBlue installatie, zoals:
– tank
– vuldop
– samenstelling en kwaliteit van de AdBlue.
|
B
|
16. Na de rij beginnend met ‘8.’ wordt een rij ingevoegd, luidende:
8.1
|
Kan de alternatieve aandrijfvormen en brandstof ten opzichte van diesel noemen en
de bijbehorende voor- en nadelen noemen.
|
Zie aanvullend document www.cbr.nl
|
F
|
17. De rijen beginnend met ‘9.1**’ en ‘9.2**’ komen te luiden:
9.1**
|
Kan de soorten en het gebruik van de veersystemen en de functie en het gebruik van
de onderdelen van de wielophanging benoemen.
|
– bladvering
– luchtvering.
Hoogteregeling:
– bij laden en lossen
– bij aan- en afkoppelen.
Functie van de schokdempers.
Functie en gebruik van de hefassen.
|
F
|
9.2**
|
Kan de constructie, werking en functie van de stuurinrichting, veersystemen en wielophanging
uitleggen.
|
Stuurinrichting.
Veersystemen.
Wielophanging.
|
B
|
18. In de rij beginnend met ‘9.4**’ vervalt in de derde kolom de punt na ‘dubbellucht’
en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
19. In de rij beginnend met ‘9.5**’ wordt in de derde kolom na ‘natrekken’ ingevoegd
‘instructieboekje’.
20. In de rij beginnend met ‘10.1’ wordt in de derde kolom ‘luchtdroger’ vervangen door
‘luchtdroger/luchtverzorgingsunit’, vervalt de punt na ‘remsteller’ en wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
21. De rij beginnend met ‘10.2’ komt te luiden:
10.2
|
Kan de constructie en werking van de reminrichtingen uitleggen.
|
Principewerking:
– schijfrem
– trommelrem
– luchtdruk mechanisch
– elektronisch/mechanisch
– mechanisch.
|
B
|
22. De rij beginnend met ‘11.2**’ komt te luiden:
11.2**
|
Kan de onderdelen/componenten van het elektrische systeem herkennen.
|
Onderdelen/componenten:
– accu
– dynamo
– startmotor
– zekeringen
– relais
– CAN-bus
– verbinding tussen motorvoertuig en volgwagen.
|
F
|
23. In de rij beginnend met ‘11.3’ wordt in de derde kolom ‘i.v.m. kantelen v/d cabine’
vervangen door ‘in verband met kantelen van de cabine’ en vervalt het laatste onderdeel.
24. De rij beginnend met ‘11.4**’ komt te luiden:
11.4**
|
Kan, gegeven een situatie, waarschuwingen en defecten herkennen en de daarbij horende
maatregelen benoemen.
|
Zie aanvullend document www.cbr.nl
|
B
|
25. In de rij beginnend met ‘11.5**’ vervalt in de derde kolom ‘En raadpleeg het (merkspecifieke)
instructieboekje’.
26. De rij beginnend met ‘11.7’ wordt vervangen door twee rijen, luidende:
11.7
|
Kan de werking van noodhulpsystemen en bestuurderondersteunende systemen benoemen.
|
Zie aanvullend document www.cbr.nl
|
B
|
11.8
|
Juist gebruik instructieboekje.
|
Zie aanvullend document www.cbr.nl
|
B
|
B
Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift en de aanhef wordt ‘(R2/V2-V3)’ vervangen door ‘(R2-V2-V3)’.
2. De rijen beginnend met ‘2.1**’ en ‘2.2**’ worden vervangen door drie rijen, luidende:
2.1**
|
Kan uitleggen in welke volgorde welke maatregelen in geval van een verkeersongeval
of pech direct genomen moeten worden en de verdere afhandeling hiervan.
|
PAMAN:
– persoonlijke veiligheid
– andermans veiligheid
– markeren
– alarmeren van de hulpdiensten
– noodzakelijke maatregelen nemen waaronder het kennen van de grondbeginselen van
eerste hulp.
Afhandeling:
– (mobiel) schademelden
– gegevens vastleggen
– foto’s maken
– gegevens van omstanders noteren
– informeren belanghebbenden.
Incidentmanagement door hulpdiensten:
– ongevalslocatie beveiligen
– doorstroming bevorderen.
|
B
|
2.2**
|
Kan uitleggen wat de functie is van de veiligheidsvoorzieningen en wanneer en op welke
wijze hiervan gebruik moet worden gemaakt.
|
Hierbij komen zaken aan de orde als:
– autogordel (ook aansprakelijkheid gebruik)
– zitplaats
– hoofdsteun
– veiligheidshamer
– verbandtrommel.
|
B
|
2.3
|
Kan uitleggen wanneer en op welke wijze gebruik kan worden gemaakt van de bestuurderondersteunende/assisterende
systemen.
|
Bestuurderondersteunende/assisterende systemen:
– Lane Departure Warning System (LDWS)
– Adaptive/predictive/dynamisch cruisecontrol
– Emergency brake assist.
|
B
|
3. De rij beginnend met ‘4.1**’ wordt als volgt gewijzigd:
a. In de derde kolom worden na ‘Hoofdstuk 5: Toezicht, Handhaving en Opsporing’ twee
onderdelen toegevoegd, luidende:
b. In de vierde kolom wordt ‘F’ vervangen door ‘B’.
4. In de rij beginnend met ‘4.2**’ wordt in de derde kolom ‘(communautair vervoer)’
vervangen door ‘(communautair)’ en wordt ‘cabotagevervoer’ vervangen door ‘cabotage’.
5. In de rij beginnend met ‘4.3**’ wordt in de derde kolom ‘bestuurderskaart digitale
tachograaf’ vervangen door ‘bestuurderskaart’.
6. In de rijen beginnend met ‘4.5**’ en ‘4.6**’ wordt in de derde kolom toegevoegd ‘Afhandeling
vrachtbrief.’.
7. In de rij beginnend met ‘4.8’ vervalt in de derde kolom ‘– binnenlandse vergunning
(als bedoeld in art. 7 WWG)’ en wordt voor ‘ritmachtiging’ ingevoegd ‘universele en
bilaterale’.
8. De rij beginnend met ‘5.1**’ komt te luiden:
5.1**
|
Kan de werkingssfeer en de voor de beroepsuitoefening relevante bepalingen van de
Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit vervoer uitleggen.
|
Het doel van de ATW (Arbeidstijdenwet).
De relatie ATW / ATB (Arbeidstijdenbesluit) vervoer.
De werkingssfeer ATB vervoer.
De extraterritoriale werking ATB vervoer.
De definities:
– arbeid
– arbeidstijd
– werknemer
– werkgever
– vrachtauto
– bestuurder
– bijrijder
– rijtijd
– rust
– week
– pauze
– nachtdienst (volgens de ATW)
– onderbreking
– beschikbaarheid
– andere werkzaamheden.
Het collectief overleg.
De bepalingen rusttijd, rijtijd, pauzes, nachtarbeid, arbeid op zondag, andere werkzaamheden.
De controlemiddelen:
– tachograaf.
De verantwoordelijkheden bij overtredingen.
Toezicht en handhaving:
– controlerende instanties
– bevoegdheden.
|
B
|
9. In de rij beginnend met ‘5.4’ wordt in de tweede kolom ‘Verordening nr. 561/2006’
vervangen door ‘Verordening (EG) nr. 561/2006’.
10. In de rij beginnend met ‘5.5**’ wordt in de derde kolom ‘Het E-keurmerk, de verzegeling’
vervangen door ‘De verzegeling’ en wordt ‘print’ vervangen door ‘print-out’.
11. In de rij beginnend met ‘6.4**’ wordt in de derde kolom ‘airbags’ vervangen door
‘stuwzakken’.
12. In de rij beginnend met ‘7.6’ wordt in de derde kolom ‘vuitval’ vervangen door ‘uitval’.
13. In de rij beginnend met ‘7.7’ wordt in de derde kolom ‘vermijd ongezonde (verzadigde)
vetten’ vervangen door ‘beperk verzadigde vetten’.
14. De rij beginnend met ‘7.8’ komt te luiden:
7.8
|
Kan de soorten criminaliteit in het goederenvervoer benoemen, hoe deze voorkomen kunnen
worden en wat de gevolgen zijn.
|
Soorten criminaliteit.
– drugssmokkel
– illegalen
– diefstal (voertuig, lading, brandstof).
Preventieve maatregelen:
– alles goed op slot
– keuze parkeerplaats (verlichte plek, bij anderen parkeren, parkeerplek met toezicht,
mijden van beruchte parkeerplekken)
– het al dan niet verlaten en onbeheerd achterlaten van de vrachtauto is afhankelijk
van het parkeermoment/de parkeerplek
– voorkomen dat derden bij de lading kunnen komen
– voor het wegrijden de vrachtauto checken: rondom, in en onder de vrachtauto, verzegeling
controleren, andere potentiële verstopplekken en indien mogelijk, de lading
– zorgdragen voor persoonlijke-, lading- en voertuigdocumenten
– niet met derden praten over de samenstelling van de lading
– geen kostbaarheden en geld in de cabine achterlaten
– geen lifters meenemen
– doorgeven onveilige situaties
– identiteitsfraude voorkomen (persoonlijke documenten niet zomaar afgeven voor een
kopie).
Wat de chauffeur moet doen als hij direct met criminaliteit wordt geconfronteerd.
Gevolgen voor de werkgever en de chauffeur van het aantreffen van drugs en illegalen.
Relevante immigratiebepalingen omtrent verstekelingen.
|
B
|
15. De rij beginnend met ‘8.1’ komt te luiden:
8.1
|
Kan de taken van de chauffeur noemen in relatie tot het imago van de transportsector.
|
Vervoert goederen dat leidt tot de volgende werkprocessen:
– voert ritvoorbereiding uit
– neemt professioneel deel aan het verkeer
– voert rijklaarcontroles uit
– voert kleine reparaties uit
– koppelt voertuigen aan en af
– plant en berekent rij- en rusttijden
– beoordeelt de staat en hoeveelheid lading
– verdeelt de lading en zet de lading vast
– draagt zorg voor documenten
– handelt bij incidenten en ongevallen
– houdt zich aan de werkinstructies.
Ook blijft de chauffeur verantwoordelijk als door derden wordt geladen:
Laden:
– de zekering van de lading
– registreren voorbehoud van manco’s
– registreren schade aan lading.
Lossen:
– registreren schade aan lading.
|
B
|
16. De rij beginnend met ‘9.4’ wordt als volgt gewijzigd:
a. In de tweede kolom wordt ‘brancheorganisaties’ vervangen door ‘belangenorganisaties’.
b. In de derde kolom wordt ‘EVO’ vervangen door ‘evofenedex’ en wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
C
Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift en de aanhef wordt ‘(R2/V2-V3)’ vervangen door ‘(R2-V2-V3)’.
2. De rijen beginnend met ‘2.1**’ en ‘2.2**’ worden vervangen door drie rijen, luidende:
2.1**
|
Kan uitleggen in welke volgorde welke maatregelen in geval van een (verkeers)ongeval,
pech of onwel worden van passagiers direct genomen moeten worden.
|
PAMAN:
– persoonlijke veiligheid
– andermans veiligheid
– markeren
– alarmeren van de hulpdiensten
– noodzakelijke maatregelen nemen waaronder het kennen van de grondbeginselen van
eerste hulp.
Afhandeling:
– (mobiel) schademelden
– gegevens vastleggen
– foto’s maken
– gegevens van omstanders noteren
– informeren belanghebbenden.
Incidentmanagement door hulpdiensten:
– ongevalslocatie beveiligen
– doorstroming bevorderen.
|
B
|
2.2**
|
Kan uitleggen wat de functie is van de veiligheidsvoorzieningen en wanneer en op welke
wijze hiervan gebruik moet worden gemaakt.
|
Hierbij komen zaken aan de orde als:
– autogordel (artikel 59a RVV 1990) (ook aansprakelijkheid gebruik)
– zitplaats
– hoofdsteun
– veiligheidshamer
– verbandtrommel
– brandblusser.
|
B
|
2.3
|
Kan uitleggen wanneer en op welke wijze gebruik kan worden gemaakt van de bestuurderondersteunende/assisterende
systemen.
|
Bestuurderondersteunende/assisterende systemen:
– Lane Departure Warning System (LDWS)
– Adaptive/predictive/dynamisch cruisecontrol
– Emergency brake assist.
|
B
|
3. De rijen beginnend met ‘4.1**’, ‘4.2***’ en ‘4.3**’ komen te luiden:
4.1**
|
Kan de werkingssfeer van de Wet personenvervoer 2000 benoemen.
|
Het doel van de wet en de voor de beroepsuitoefening relevante bepalingen.
Het uitvoeringsbesluit en de voor de beroepsuitoefening relevante bepalingen.
De soorten vervoer:
– openbaar vervoer
– besloten busvervoer
– taxivervoer.
De communautaire vergunning.
De geldigheidsduur van de vergunningen/vergunningsbewijzen.
De vrijstellingen:
– bepaalde diensten
– bepaalde soorten vervoer.
De verbodsbepalingen.
Toezicht en handhaving:
– controlerende instanties
– bevoegdheden.
|
B
|
4.2**
|
Kan de verschillende vormen van personenvervoer interpreteren.
|
De vormen van nationaal vervoer:
– openbaar vervoer
– besloten busvervoer
– geregeld vervoer.
De vormen van internationaal vervoer:
– geregeld
– bijzonder geregeld
– ongeregeld
– cabotage
– vervoer voor eigen rekening.
|
B
|
4.3**
|
Kan de vervoersvoorwaarden in het openbaar en besloten busvervoer interpreteren.
|
De algemene voorwaarden voor openbaar stads- en streekvervoer.
De inhoud van het dienstregelingenboekje.
De bepalingen voor de reiziger in het openbaar vervoer.
De KNV Busvervoer voorwaarden.
De ANVR-reisvoorwaarden.
De inhoud van de ritopdracht.
|
B
|
4. In de rij beginnend met ‘4.4**’ vervalt in de derde kolom ‘digitale tachograaf’,
wordt na ‘groene kaart’ een punt toegevoegd en vervalt ‘– airco-logboek.’.
5. De rijen beginnend met ‘5.1**’ worden samengevoegd tot één rij, luidende:
5.1**
|
Kan de werkingssfeer en de voor de beroepsuitoefening relevante bepalingen van de
Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit vervoer uitleggen.
|
Het doel van de ATW (Arbeidstijdenwet).
De relatie ATW / ATB (Arbeidstijdenbesluit) vervoer.
De werkingssfeer ATB vervoer.
De extraterritoriale werking ATB vervoer.
De definities:
– arbeid
– arbeidstijd
– werknemer
– werkgever
– bus
– bestuurder
– bijrijder
– rijtijd
– rust
– week
– pauze
– nachtdienst (volgens de ATW)
– onderbreking
– beschikbaarheid
– overige werkzaamheden.
Het collectief overleg.
De bepalingen rusttijd, rijtijd, pauzes, nachtarbeid, arbeid op zondag.
Afwijkende bepalingen voor het openbaar vervoer.
De controlemiddelen:
– tachograaf
– dienstrooster.
De verantwoordelijkheden bij overtredingen.
Toezicht en handhaving:
– controlerende instanties
– bevoegdheden.
|
B
|
6. In de rij beginnend met ‘5.4’ wordt in de tweede kolom ‘Verordening nr. 561/2006’
vervangen door ‘Verordening (EG) nr. 561/2006’.
7. In de rij beginnend met ‘5.5**’ wordt in de derde kolom ‘Het E-keurmerk, de verzegeling’
vervangen door ‘De verzegeling’ en wordt ‘print’ vervangen door ‘print-out’.
8. De rij beginnend met ‘6.4**’ komt te luiden:
6.4**
|
Kan uitleggen hoe de veiligheid en het comfort van de passagiers en de bagage gewaarborgd
kan worden.
|
De bedrijfszekerheid van het voertuig.
Correct en veilig rijgedrag.
De ritvoorbereiding.
De rijklaarcontrole:
– inspectie van de passagiersruimte
– aanwezigheid van veiligheidsvoorzieningen
– bevoorrading (bij besloten busvervoer)
– inspectie voertuig.
De maatregelen ter voorkoming van diefstal.
Het documentenbeheer.
De bagagecontrole.
De passagiersvoorzieningen.
|
B
|
9. In de rij beginnend met ‘7.7’ wordt in de derde kolom ‘vermijd ongezonde (verzadigde)
vetten’ vervangen door ‘beperk verzadigde vetten’.
10. De rij beginnend met ‘7.8’ komt te luiden:
7.8
|
Kan de soorten criminaliteit in het personenvervoer benoemen, hoe deze voorkomen kunnen
worden en wat de gevolgen zijn.
|
Soorten criminaliteit:
– drugssmokkel
– illegalen
– diefstal (voertuig, lading, brandstof).
Preventieve maatregelen:
– alles goed op slot
– keuze parkeerplaats (verlichte plek, bij anderen parkeren, parkeerplek met toezicht,
mijden van beruchte parkeerplekken)
– het al dan niet verlaten van de autobus is afhankelijk van het parkeermoment/de
parkeerplek
– voor het wegrijden de autobus checken: rondom en in de autobus en andere potentiële
verstopplekken
– zorgdragen voor persoonlijke en voertuigdocumenten
– zorgdragen voor gelabelde bagage
– geen kostbaarheden en geld in de cabine achterlaten
– doorgeven van onveilige situaties
– identiteitsfraude voorkomen (persoonlijke documenten niet zomaar afgeven voor een
kopie).
Wat de chauffeur moet doen als hij direct met criminaliteit wordt geconfronteerd.
Gevolgen voor de werkgever en de chauffeur van het aantreffen van drugs en illegalen.
Relevante immigratiebepalingen omtrent verstekelingen.
|
B
|
11. In de rij beginnend met ‘8.1’ wordt in de derde kolom na het onderdeel ‘– houdt zich
aan de werkinstructies’ een onderdeel ingevoegd, luidende:
12. In de rij beginnend met ‘9.3’ wordt in de tweede kolom ‘organistaties’ vervangen
door ‘organisaties’.