De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 8.3.1 van de Jeugdwet;
Besluiten:
ARTIKEL I
De Regeling Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.2, derde lid, onder a, komt te luiden:
Artikel 4.4 komt te luiden:
-
1. Het bestuur van een jeugdhulpaanbieder levert de Jaarverantwoording Jeugd vóór 1 juni
van het jaar volgend op het verslagjaar, met gebruikmaking van het elektronisch platform
DigiMV, aan bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg. De Jaarverantwoording
Jeugd bestaat uit:
-
a. de jaarverslaggeving, bedoeld in artikel 4.3;
-
b. het jaardocument, bedoeld in artikel 4.3;
-
2. De ministers kunnen het bestuur van een jeugdhulpaanbieder of een gecertificeerde
instelling in geval van overmacht uitstel van indiening verlenen op een gemotiveerd
verzoek dat vóór 1 april van het jaar, volgend op het verslagjaar, in elektronische
vorm via het e-mailadres meldpunt@igj.nl moet zijn ingediend.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
TOELICHTING
Algemeen
Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen leggen jaarlijks verantwoording
af over hun prestaties. Daarmee leggen ze maatschappelijke verantwoording af over
de besteding van publiek geld en over de prestaties van de organisatie. Op deze manier
wordt bijgedragen aan transparantie binnen het jeugddomein. Doordat een aantal wettelijke
verantwoordingsverplichtingen is samengebracht in één jaarlijkse verantwoording, de
zogenoemde jaarverantwoording, worden de administratieve lasten zo beperkt mogelijk
gehouden.
Artikelsgewijs
ARTIKEL I
Artikel 4.2 van de Regeling Jeugdwet stelt eisen aan de jaarrekening die jeugdhulpaanbieders
(m.u.v. solisten, zie artikel 4.1 van de Regeling Jeugdwet) en gecertificeerde instellingen
moeten opstellen. Artikel 4.2, tweede lid, van de Regeling Jeugdwet verklaart dat
Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing is op de
jaarverslaggeving van de jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling, met
uitzondering van de afdelingen 1, 11 en 12.
Met deze wijziging van de Regeling Jeugdwet wordt de jaarverslaggeving ingericht overeenkomstig
de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving,
in het bijzonder hoofdstuk 655 in plaats van hoofdstuk 640. Hiermee wordt aangesloten
bij artikel 3, onderdeel a, van de Regeling verslaggeving WTZi en wordt het met name
voor gecombineerde instellingen makkelijker om de jaarrekening op te stellen omdat
zij nog maar te maken hebben met één hoofdstuk uit de Richtlijnen voor Jaarverslaggeving
(RJ655) in plaats van twee (RJ655 en RJ640).
Artikel 4.4 van de Regeling Jeugdwet stelt eisen aan het indienen van de jaarverslaggeving
en het jaardocument bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG).
Met de wijziging van de Regeling van dit artikel wordt verduidelijkt dat de Jaarverantwoording
Jeugd (de jaarverslaggeving en het jaardocument) ingediend moeten worden bij het CIBG
via digitaal aanleverportaal DigiMV. Indiening via bijvoorbeeld e-mail voldoet niet.
Ook wordt in dit artikel verduidelijkt dat als er sprake is van overmacht, het bestuur
van een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling vóór 1 april, volgend op
het verslagjaar, een gemotiveerd verzoek daartoe per e-mail moet hebben gestuurd naar
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Voor de duidelijkheid
zij opgemerkt dat dit betekent dat de hierin voorkomende wijzigingen voor het eerst
van toepassing zijn op de Jaarverantwoording Jeugd over het verslagjaar 2018.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge