Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 november 2018, kenmerk 1435474-182842-J, houdende wijziging van de Regeling Jeugdwet ten behoeve van het inrichten van de jaarverslaggeving en het verduidelijken van de wijze van digitaal aanleveren van de jaarverantwoording

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 8.3.1 van de Jeugdwet;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 4.2, derde lid, onder a, komt te luiden:

  • 3. In afwijking van of in aanvulling op Boek 2, titel 9, van het Burgerlijk Wetboek:

    • a. wordt de jaarverslaggeving ingericht overeenkomstig de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder hoofdstuk 655.

Artikel 4.4 komt te luiden:

  • 1. Het bestuur van een jeugdhulpaanbieder levert de Jaarverantwoording Jeugd vóór 1 juni van het jaar volgend op het verslagjaar, met gebruikmaking van het elektronisch platform DigiMV, aan bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg. De Jaarverantwoording Jeugd bestaat uit:

    • a. de jaarverslaggeving, bedoeld in artikel 4.3;

    • b. het jaardocument, bedoeld in artikel 4.3;

  • 2. De ministers kunnen het bestuur van een jeugdhulpaanbieder of een gecertificeerde instelling in geval van overmacht uitstel van indiening verlenen op een gemotiveerd verzoek dat vóór 1 april van het jaar, volgend op het verslagjaar, in elektronische vorm via het e-mailadres meldpunt@igj.nl moet zijn ingediend.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemeen

Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen leggen jaarlijks verantwoording af over hun prestaties. Daarmee leggen ze maatschappelijke verantwoording af over de besteding van publiek geld en over de prestaties van de organisatie. Op deze manier wordt bijgedragen aan transparantie binnen het jeugddomein. Doordat een aantal wettelijke verantwoordingsverplichtingen is samengebracht in één jaarlijkse verantwoording, de zogenoemde jaarverantwoording, worden de administratieve lasten zo beperkt mogelijk gehouden.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Artikel 4.2 van de Regeling Jeugdwet stelt eisen aan de jaarrekening die jeugdhulpaanbieders (m.u.v. solisten, zie artikel 4.1 van de Regeling Jeugdwet) en gecertificeerde instellingen moeten opstellen. Artikel 4.2, tweede lid, van de Regeling Jeugdwet verklaart dat Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing is op de jaarverslaggeving van de jeugdhulpaanbieder en de gecertificeerde instelling, met uitzondering van de afdelingen 1, 11 en 12.

Met deze wijziging van de Regeling Jeugdwet wordt de jaarverslaggeving ingericht overeenkomstig de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder hoofdstuk 655 in plaats van hoofdstuk 640. Hiermee wordt aangesloten bij artikel 3, onderdeel a, van de Regeling verslaggeving WTZi en wordt het met name voor gecombineerde instellingen makkelijker om de jaarrekening op te stellen omdat zij nog maar te maken hebben met één hoofdstuk uit de Richtlijnen voor Jaarverslaggeving (RJ655) in plaats van twee (RJ655 en RJ640).

Artikel 4.4 van de Regeling Jeugdwet stelt eisen aan het indienen van de jaarverslaggeving en het jaardocument bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG). Met de wijziging van de Regeling van dit artikel wordt verduidelijkt dat de Jaarverantwoording Jeugd (de jaarverslaggeving en het jaardocument) ingediend moeten worden bij het CIBG via digitaal aanleverportaal DigiMV. Indiening via bijvoorbeeld e-mail voldoet niet. Ook wordt in dit artikel verduidelijkt dat als er sprake is van overmacht, het bestuur van een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling vóór 1 april, volgend op het verslagjaar, een gemotiveerd verzoek daartoe per e-mail moet hebben gestuurd naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat dit betekent dat de hierin voorkomende wijzigingen voor het eerst van toepassing zijn op de Jaarverantwoording Jeugd over het verslagjaar 2018.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven