Besluit van de directeur-generaal van Agro van 23 november 2018, nr. 18293835, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2018 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2018)

De directeur-generaal van Agro,

Gelet op artikel 10 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2017;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de directeur-generaal:

de directeur-generaal van Agro;

b. de directeuren:

de directeuren van het directoraat-generaal voor Agro;

c. de plaatsvervangend directeuren:

de plaatsvervangend directeuren van het directoraat-generaal voor Agro;

d. het MT DG Agro:

het collectief van onder a en b bedoelde functionarissen;

e. de MT-leden van een directie:

de leden van het managementteam van een directie met uitzondering van de directeur en de plaatsvervangend directeur;

f. de Chief Veterinary Officer:

de Chief Veterinary Officer van het directoraat-generaal voor Agro;

g. de plaatsvervangend Chief Veterinary Officer:

de plaatsvervangend Chief Veterinary Officer van het directoraat-generaal voor Agro;

h. de directeur Regiebureau POP:

de directeur van het Regiebureau Plattelandsontwikkelingsprogramma van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

i. de secretaris van de Raad voor Dierenaangelegenheden:

de secretaris van de Raad voor Dierenaangelegenheden van het directoraat-generaal voor Agro;

j. het bedrag:

bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de directeur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen die twee of meer directies van zijn dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur aan de directeur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur-generaal door een andere directeur moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1. Aan de directeuren en de plaatsvervangend directeuren wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 1.000.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de directeuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties.

Artikel 4

  • 1. Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de MT-leden van een directie wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties.

  • 3. In uitzondering op het eerste en tweede lid, geldt het mandaat, de volmacht en de machtiging aan de MT-leden van een directie niet voor aangelegenheden op hun werkterrein:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een MT-lid aan de directeur worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander MT-lid moeten worden behandeld.

Artikel 5

Aan de Chief Veterinary Officer en de plaatsvervangend Chief Veterinary Officer wordt, ieder voor zich, ondermandaat en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

Artikel 6

Aan de secretaris van de Raad voor Dierenaangelegenheden wordt volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 7

  • 1. Aan de directeur Regiebureau POP wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

  • 2. Aan de directeur Regiebureau POP wordt tevens voor de onder hem ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties.

§ 3. Vervanging

Artikel 8

De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een ander MT-lid van die directie.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 9

Het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro en Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2017 wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2018.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2018.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 november 2018

M. Sonnema directeur-generaal van Agro

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven