Toelichting
Op grond van artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling garanties van oorsprong
(hierna: regeling) overlegt de producent die is beschreven in artikel 17, eerste lid,
een assurance rapport van een externe accountant over aan de Minister.
Het assurance rapport dient ter controle van de rapportage van de producent over de
aard en de verhouding van de in de productie-installatie verwerkte brandstoffen.
Het assurance rapport dient te worden opgesteld conform het in deze bijlage opgenomen
model, met inachtneming van het in deze bijlage opgenomen onderzoeksprotocol Assurancerapport
productie elektriciteit (en warmte) uit meerdere brandstoffen.
Het assurance rapport moet samen met de door een producent opgegeven rapportage over
de verhoudingen van de in de installatie verwerkte brandstoffen uiterlijk vier maanden
na afloop van het kalenderjaar worden opgestuurd naar de Minister. Voor iedere afzonderlijke
productie-installatie dient een assurance rapport te worden opgesteld. Enkel als er
sprake is van meerdere vergelijkbare productie-installaties die gezamenlijk een nominaal
elektrisch vermogen groter dan 2 MW hebben, kan het assurance rapport voor meerdere
productie-installaties gezamenlijk worden opgesteld. Een productie-installatie kan
uit verschillende eenheden bestaan en heeft één netaansluiting.
Assurance rapport productie elektriciteit (en warmte) uit meerdere brandstoffen
In artikel 17, tweede lid, van de regeling is bepaald dat de producent uiterlijk binnen
vier maanden na afloop van ieder kalenderjaar aan de Minister een assurance rapport
(conform NV COS richtlijn 3000)1 overlegt inzake, onder meer, de aard en de verhouding
van de in de installatie verwerkte brandstoffen.
Dit controleprotocol beoogt in aanvulling op (het stramien voor Assurance-opdrachten
en) de NV COS richtlijn 3000 (zie website NBA.nl) een handreiking aan de controlerend
accountant te geven met specifieke aandachtspunten bij de inrichting van zijn onderzoek.
De accountant onderzoekt de definitieve opgave van de producent met toelichtingen
op conformiteit met artikel 15 en 16 van de regeling (zie NV COS richtlijn 3000 nr.
33). Dit ter onderbouwing van zijn conclusies/oordeel. Hiertoe onderzoekt de accountant
de door de producent verantwoorde definitieve uitkomsten van de aard en verhouding
van de in de productie-installatie verwerkte brandstoffen.
Het doel van het assurance rapport is om – met redelijke mate van zekerheid – een
oordeel te verstrekken over de juistheid van de door de producent (of zijn gemachtigde)
opgegeven verhouding van de in de installatie verwerkte brandstoffen. In het geval
de opgewekte energie wordt aangemerkt als duurzame energie, waarvoor een subsidie-beschikking
is afgegeven, zal voor de subsidiabele hoeveelheid duurzaam opgewekte energie subsidie
worden verstrekt. De accountant dient derhalve rekening te houden met een tendentie
in de opgegeven verhouding.
In het assurance rapport moet verwezen worden naar het stramien voor Assurance-opdrachten
en de nadere voorschriften zoals opgenomen in de controle- en overige standaard (NV
COS richtlijn 3000), zoals vermeld op de website van het NBA, en naar de aanvullende
specifieke punten van aandacht zoals vermeld in het betreffende protocol.
Assurance-werkzaamheden accountant
Ten behoeve van de controle van de opgegeven verhouding van de in de installatie verwerkte
brandstoffen onderzoekt de accountant wat de aard en de calorische verhouding is van
de gebruikte brandstoffen en welke brandstoffen zijn ingezet en in welke hoeveelheid.
Reviewbeleid Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
De Auditdienst van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kan een review
uitvoeren op de uitgevoerde accountantscontrole. De accountant, die de controle heeft
uitgevoerd, verstrekt de Auditdienst desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden.
De eventuele extra kosten van de accountant in verband met de review zijn niet voor
rekening van het ministerie.
Onderzoekstolerantie en gewenste zekerheid
De aan de individuele regels van de rapportage toegerekende onderzoekstolerantie bedraagt
maximaal éénhonderdste deel van het verantwoorde percentage. Het onderzoek van de
accountant dient er op gericht te zijn om redelijke mate van zekerheid te verkrijgen
dat deze tolerantie niet wordt overschreden.
Minimaal uit te voeren onderzoekswerkzaamheden
-
1. Het beoordelen van de inrichting van de administratie teneinde vast te stellen dat
deze als basis kan dienen voor de opstelling van de jaaropgave. Daarbij stelt de accountant
vast dat er bij de producent een stelsel van al dan niet geautomatiseerde interne
controlemaatregelen aanwezig is, in opzet, bestaan en in werking, waaraan een redelijke
mate van zekerheid is te ontlenen dat de opgegeven verhouding geen fouten van materieel
belang bevat.
-
2. Het beoordelen van de opzet van de methode van bemonsteren door de producent (door
middel van het inwinnen van inlichtingen van de producent c.q. beoordelen van de relevante
AO-beschrijving van de producent) en het vaststellen van bestaan en werking daarvan
(door middel van deelwaarnemingen).
-
3. Het vaststellen (door middel van deelwaarnemingen) van correcte verwerking in de administratie,
van de resultaten van de bemonsteringen, waaruit de aard en calorische verhouding
van de gebruikte brandstoffen die zijn ingezet voor de productie van elektriciteit
en warmte blijken.
-
4. Aansluiten van de verantwoorde brandstoffen met de administratie, uitgesplitst naar
maand en soort. Vaststellen van juist gebruik van de NTA-codes of bijlage Aa, behorende
bij artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. In het verlengde hiervan
stelt de accountant vast in welke verhouding deze brandstoffen zijn verwerkt en of
deze verhouding inderdaad heeft geleid tot de percentages opgewekte warmte of elektriciteit
zoals deze door de producent of zijn gemachtigde zijn opgegeven. De accountant maakt
hierbij gebruik van de sluitende energie balans van de betreffende installatie, gebaseerd
op voldoende onderbouwde normen (omzettingsfactoren: van grondstoffen in biogas en
van biogas in elektriciteit) en juist en volledig vastgestelde meet- en installatiegegevens
en heeft hier specifieke aandacht voor de aanwezigheid van een gasaansluiting. Indien
een geëigende methode dient te worden toegepast, stelt de accountant vast of een juiste
toepassing is gegeven aan de geëigende methode.
-
5. Vaststellen dat de definitieve opgave van de producent en de daarin opgenomen verhouding
van de verwerkte brandstoffen in honderdste van procenten nauwkeurig is.
Toelichting op de opgave van de ingezette brandstoffen
In de praktijk blijkt de regeling met betrekking tot de inzet van brandstoffen complexe
materie. Dit document bevat een toelichting bij het format van de jaarlijks op te
stellen opgave en de daarbij te hanteren brandstofindeling, type installaties en de
vereisten waaraan het assurance rapport moet voldoen.
Biomassa: Zuiver, naar haar/zijn aard zuiver of niet zuiver
Op basis van de regeling is biomassa ingedeeld in zuiver en niet zuiver. Zuivere biomassa
bevat niet meer dan drie massaprocent onvermijdbare kunststoffen.
Zuivere biomassa: Een nadere indeling
Zuivere biomassa kan worden verdeeld in twee groepen: 1) Naar haar aard zuiver en
2) niet naar haar aard zuiver. Voor biogassen wordt gesproken over resp. naar zijn
aard zuiver en niet naar zijn aard zuiver. De definitie van naar haar aard zuivere
biomassa is opgenomen in artikel 1, eerste lid, van de regeling.
Niet zuivere biomassa
Niet zuivere biomassa wordt in de regeling ook wel aangeduid als mengstromen. Het
dient bemonsterd te worden (volgens BRL-K10016). Bepaald dient te worden in welke
mate het biogene gedeelte bijdraagt in de energieopwekking. Dat betekent dat het calorische
aandeel van het biogene deel dient te worden bepaald in verhouding tot de totale calorische
waarde.
Biogassen
De volgende soorten biogassen worden beschouwd als naar zijn aard zuiver: Stortgas,
rioolwaterzuiveringsgas, afvalwaterzuiveringsgas en biogas dat ontstaat door middel
van vergisting. Voor overige soorten biogas dient te worden aangetoond of het gaat
om zuiver biogas. Hiertoe dient het basismateriaal waaruit het biogas ontstaat te
worden bemonsterd. Voor mest (co-)vergisting op basis van bijlage Aa, behorende bij
artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet en voor de overige vergisting
op basis van NTA-codes.
Niet-hernieuwbare brandstoffen
Niet-hernieuwbare brandstoffen worden per soort brandstof gerapporteerd met daarbij
een omschrijving van de brandstof
Gebruikte biomassa
In het geval van hernieuwbare elektriciteit en/of warmte dienen producenten naast
de gebruikte soort tevens te rapporteren over de hoeveelheid biomassagrondstoffen,
gespecificeerd in NTA-codes. In het geval dat biogas is gebruikt, dient te worden
gerapporteerd over de soort biomassagrondstof waaruit het biogas is geproduceerd.
Voor mest (co-)vergisting op basis van bijlage Aa, behorende bij artikel 4 van de
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet en voor overige vergisting en bij inzet van vaste
en vloeibare biomassa op basis van de codes uit NTA8003:2017.
Voorbeeld assurancerapport productie duurzame elektriciteit of hernieuwbare warmte
uit biomassa
Naam accountantskantoor:
Aan*:
*. Opdrachtgever/producent
Assurancerapport
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de bijgevoegde, door ons gewaarmerkte rapportage
betreffende de aard en calorische verhouding van de gebruikte brandstoffen en de soort
en hoeveelheid daarvan die zijn ingezet voor de productie van energie in de installatie,
bekend onder EAN-code <123456789012345678>, met betrekking tot de periode van <datum>
t/m <datum> onderzocht op juistheid en overeenstemming met de wettelijke bepalingen
zoals opgenomen in artikel 17 van de Regeling garanties van oorsprong (hierna aangeduid
als de regeling),
De opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van <het bestuur van de vennootschap/de
leiding van de huishouding>. Het is onze verantwoordelijkheid om een assurance rapport
inzake deze rapportage te verstrekken.
Werkzaamheden
Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met het Nederlands recht, waaronder
Standaard 3000 assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling
van historische financiële informatie- en het onderzoeksprotocol dat als bijlage bij
de regeling is gepubliceerd.
Dienovereenkomstig dient het onderzoek zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat
een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave geen afwijkingen van
materieel belang bevat.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt
is voor onze conclusie.
Conclusie
Op grond van onze werkzaamheden concluderen wij dat de bovengenoemde rapportage juist
weergeeft en in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in de
artikelen 15 en 16 van de regeling de opgave van:
Tevens concluderen wij dat de door de <producent/gemachtigde van de producent> op
grond van artikel 15, derde lid, van de regeling meegedeelde percentages <niet> overeenstemmen
met de in bovengenoemde rapportage weergegeven verhouding van de brandstoffen
Ingeval van zuivere en niet naar haar aard zuiver biomassa
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling of het in de installatie verwerkte
materiaal als zuivere biomassa kan worden aangemerkt ten behoeve van de berekening
van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast.>
Ingeval van niet zuivere biomassa
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling van het gedeelte van de in de installatie
verwerkte niet-zuivere biomassa dat biologisch afbreekbaar is, ten behoeve van de
berekening van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast>
In geval van niet-hernieuwbare brandstoffen
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling of het in de installatie verwerkte
materiaal als fossiele brandstoffen kan worden aangemerkt ten behoeve van de berekening
van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast.>
Overige informatie
De accountant kan hier overige informatie en uiteenzettingen opnemen die niet als
doel hebben afbreuk te doen aan zijn conclusie.
Beperking in gebruik (en verspreidingskring)
Dit assurancerapport is uitsluitend bedoeld ter onderbouwing van het jaarlijks door
de directie van de onderneming te verstrekken rapportage aan de Minister (artikel
17 van de regeling) en kan derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Plaats en datum:
Ondertekening: