Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 november 2018, nr. WJZ/18043069, tot wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352, Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/927, Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137, Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 en Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1511

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352 van de Commissie van 14 december 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2017, L 336), Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/927 van de Commissie van 27 juni 2018 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2018, L 164), Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 van de Commissie van 10 augustus 2018 betreffende het toezicht, de fytosanitaire controles en de te nemen maatregelen met betrekking tot houten verpakkingsmateriaal voor het vervoer van goederen van oorsprong uit bepaalde derde landen (PbEU 2018, L 205), Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 van de Commissie van 21 augustus 2018 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/204 van de Commissie (PbEU 2018, L 217), Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1511 van de Commissie van 9 oktober 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2018, L 255); en artikel 2, eerste lid, van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 12m worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 12n

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder uitvoeringsbesluit 2018/1203: Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 van de Commissie van 21 augustus 2018 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/204 van de Commissie (PbEU 2018, L 217).

  • 2. Hout van Fraxinus L., van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, mag slechts in de Europese Unie worden binnengebracht indien het:

    • a. voldoet aan de voorwaarden van de bijlage bij uitvoeringsbesluit 2018/1203; en

    • b. vergezeld gaat van een in de Verenigde Staten van Amerika afgegeven fytosanitair certificaat als bedoeld in artikel 2 van uitvoeringsbesluit 2018/1203.

Artikel 12o

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a. uitvoeringsbesluit 2018/1137:

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 van de Commissie van 10 augustus 2018 betreffende het toezicht, de fytosanitaire controles en de te nemen maatregelen met betrekking tot houten verpakkingsmateriaal voor het vervoer van goederen van oorsprong uit bepaalde derde landen (PbEU 2018, L 205);

    b. GN-code:

    code als bedoeld in bijlage I van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG 1987, L 256);

    c. houten verpakkingsmateriaal:

    houten verpakkingsmateriaal als bedoeld in artikel 1, onder a, van uitvoeringsbesluit 2018/1137;

    d. professionele marktdeelnemer:

    elke publiekrechtelijke of privaatrechtelijke persoon die zich beroepshalve bezighoudt met en juridisch verantwoordelijk is voor het binnenbrengen in de Unie van houten verpakkingsmateriaal.

  • 2. Het houten verpakkingsmateriaal van een zending, van oorsprong uit Belarus of China, die in de Europese Unie wordt ingevoerd onder een van de in bijlage I van uitvoeringsbesluit 2018/1137 vermelde GN-codes, wordt onder één van de douaneregelingen, genoemd in artikel 5, zestiende lid, onderdelen a en b, van het Douanewetboek van de Unie geplaatst, indien dit verpakkingsmateriaal, blijkens inspecties als bedoeld in artikel 13 bis, eerste lid, onder b, onder iii, van richtlijn 2000/29/EG, voldoet aan de eisen, bedoeld in Bijlage IV, deel A, Rubriek I, onder 2, van richtlijn 2000/29/EG.

  • 3. Inspecties als bedoeld in het tweede lid, worden uitgevoerd op de plaats van binnenkomst of op de plaats van bestemming die door de douaneautoriteiten en door de minister is erkend overeenkomstig richtlijn nr. 2004/103/EG.

  • 4. Luchthavenautoriteiten, havenautoriteiten of professionele marktdeelnemers zijn verplicht om een op handen zijnde aankomst van een zending als bedoeld in het tweede lid, vooraf te melden bij het douanekantoor van de plaats van binnenkomst of bij de officiële instantie van de plaats van binnenkomst zodra zij hiervan op de hoogte zijn.

  • 5. Indien het houten verpakkingsmateriaal van een zending als bedoeld in het tweede lid, besmet is met een schadelijk organisme, genoemd in Bijlage I, deel A, van richtlijn 2000/29/EG of niet voldoet aan de eisen, bedoeld in Bijlage IV, deel A, Rubriek I, onder 2, van richtlijn 2000/29/EG, wordt een maatregel als bedoeld in artikel 13 quater, zevende lid, van richtlijn 2000/29/EG toegepast.

B

Artikel 12r wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Gevoelige planten met uitzondering van planten die gedurende de gehele productiecyclus in vitro zijn geteeld en planten die behoren tot de in bijlage III van uitvoeringsbesluit nr. 2015/789/EU vermelde variëteiten van gevoelige planten, die gedurende ten minste een deel van hun leven in een afgebakend gebied als bedoeld in artikel 4 van uitvoeringsbesluit 2015/789/EU zijn geteeld, mogen niet worden vervoerd, tenzij wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 9 van uitvoeringsbesluit 2015/789/EU.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Van de ontvangst en levering van gevoelige planten die gedurende ten minste een deel van hun leven in een afgebakend gebied als bedoeld in artikel 4 van uitvoeringsbesluit 2015/789/EU zijn geteeld of door een dergelijk gebied zijn vervoerd alsmede van de ontvangst en levering van voor opplant bestemde planten van de soorten Coffea, Lavandula dentata L., Nerium oleander L., Olea europaea L., Polygala myrtifolia L. en Prunus dulcis (Mill.) D.A. Webb die nooit in een dergelijk gebied zijn geteeld, houdt de professionele marktdeelnemer een register bij overeenkomstig artikel 10 van uitvoeringsbesluit 2015/789/EU. De gegevens worden tenminste drie jaar bewaard.

3. Na het tiende lid wordt er een lid toegevoegd:

  • 11. Onverminderd het negende lid mogen prebasismoederplanten zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 3, van Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU van de Commissie en prebasismateriaal zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van de soorten Juglans regia L., Olea europaea L., Prunus amygdalus Batsch, P. amygdalus × P. persica, P. armeniaca L., P. avium (L.) L., P. cerasus L., P. domestica L., P. domestica × P. salicina, P. dulcis (Mill.) D.A. Webb, P. persica (L.) Batsch en P. salicina Lindley die buiten een afgebakend gebied als bedoeld in artikel 4 van uitvoeringsbesluit 2015/789/EU zijn geteeld en ten minste een deel van hun leven buiten insectenvrije faciliteiten hebben doorgebracht, slechts binnen de Europese Unie worden vervoerd indien zij voldoen aan artikel 9, negende lid, van uitvoeringsbesluit nr. 2015/789/EU.

C

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De artikelen 12n en 12o vervallen met ingang van 1 juli 2020.

2. Het negende lid vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 november 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten (RIUVP) geeft uitvoering aan een aantal uitvoeringsbesluiten van de Europese Commissie.

Het betreft

  • het Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352 van de Commissie van 14 december 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2017, L 336),

  • het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/927 van de Commissie van 27 juni 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2018, L 164) en

  • het Uitvoeringsbesluit 2018/1511 van de Commissie van 9 oktober 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2018, L 255).

Daarnaast gaat het om het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 van de Commissie van 10 augustus 2018 betreffende het toezicht, de fytosanitaire controles en de te nemen maatregelen met betrekking tot houten verpakkingsmateriaal voor het vervoer van goederen van oorsprong uit bepaalde derde landen (PbEU 2018, L 205) en het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 van de Commissie van 21 augustus 2018 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/204 van de Commissie (PbEU 2018, L 217).

1.1 Uitvoeringsbesluiten (EU) 2017/2352, (EU) 2018/927 en (EU) 2018/1511 (aanpassing noodmaatregelen Xylella)

De Commissie heeft sinds de laatste wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 in 2016 (Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764) geconstateerd dat er aanvullende maatregelen moeten worden genomen en enkele bepalingen van het besluit moeten worden aangepast om doeltreffender op te kunnen treden tegen de verdere insleep en verspreiding in de Europese Unie van het schadelijk organisme Xylella fastidiosa (hierna: Xylella). Dit organisme veroorzaakt grote schade aan een steeds omvangrijkere groep planten (zogenaamde waardplanten). Een uitbraak van dit schadelijk organisme kan tot grote economische schade leiden in (delen van) de Europese Unie.

De belangrijkste wijzigingen die voortvloeien uit Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352 van 14 december 2017 hebben betrekking op de afbakening bij uitroeiing van het organisme en de toetsingsverplichtingen. Daarnaast is de lijst van waardplanten gevoelig voor Xylella uitgebreid. De volledige waardplantenlijst is te raadplegen op de EU website (https://ec.europa.eu/food/plant/plant_health_biosecurity/legislation/emergency_measures/xylella-fastidiosa/susceptible_en).

De maatregelen ten aanzien van de afbakening van een gebied bij een uitbraak van Xylella worden gewijzigd. Om succesvolle uitroeiing van Xylella te bevorderen, moeten alle waardplanten, ook als zij gezond zijn, binnen een straal van 100 meter van de besmette planten onmiddellijk worden verwijderd. Voorheen werden alleen de besmette waardplanten in zo’n cirkel vernietigd. Door deze nieuwe maatregel kan de bufferzone die om het besmette gebied moet worden aangebracht, nu verkleind worden van 10 km naar 5 km.

Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk de bufferzone van 5 km terug te brengen naar 1 km. Die voorwaarden moeten de garantie bieden dat Xylella niet verder wordt verspreid. Daarom moeten de besmette planten onmiddellijk worden verwijderd en moet er toezicht op de situatie worden gehouden. Als via een intensief bemonsteringsschema blijkt dat Xylella afwezig is in het afgebakende gebied, kan na twaalf maanden de afbakening worden opgeheven.

Er wordt geen afbakening ingesteld als er een besmetting van Xylella wordt gevonden op een locatie die fysiek is beschermd tegen de vectoren van Xylella (bijvoorbeeld in een kas), omdat het risico van verspreiding dan gering is en het schadelijk organisme in zo’n omgeving meteen kan worden bestreden. Ook wanneer aannemelijk is dat een besmetting met Xylella van buitenaf recent is binnengebracht en direct uitgeroeid, zodat verspreiding niet heeft kunnen plaatsvinden, is geen afbakening nodig.

Van een aantal gewassen is bekend dat zij een hoog risico hebben om besmet te raken met Xylella, waardoor zij een bron van verspreiding van deze ziekte in de EU vormen. Het gaat om de soorten Coffea, Lavandula dentata L., Nerium oleander L, Olea europea L., Polygala myrtifolia L. en Prunus dulcis (Mill.) D.A. Webb. Daarom mogen de voor opplant bestemde planten van deze soorten, met uitzondering van zaden, alleen in de Europese Unie worden binnengebracht en verplaatst als zij geteeld zijn op locaties waar jaarlijks officiële inspecties, bemonstering en tests worden uitgevoerd, volgens de aanwijzingen in het uitvoeringsbesluit, waardoor bevestigd wordt dat Xylella niet aanwezig is.

Omdat gebleken is dat voor opplant bestemde planten van Polygala myrtifolia L. bijzonder vatbaar zijn voor Xylella gelden voor deze soort nog extra toetsverplichtingen. Elke partij voor opplant bestemde planten van deze soort, die binnen de Unie zal worden verplaatst of de Unie wordt binnengebracht, moet kort voor het moment dat de eerste verplaatsing vanuit de teeltlocatie plaatsvindt, onderworpen worden aan een officiële visuele inspectie, bemonstering en tests conform de richtlijnen in Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1511.

Professionele marktdeelnemers die planten uit derde landen, waarvan niet bekend is dat in die landen Xylella voorkomt, binnen de Unie verplaatsen, moeten de gegevens over de planten tenminste drie jaar bewaren om traceerbaarheid te waarborgen en zo nodig officiële follow-upinspecties mogelijk te maken.

1.2 Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 (derogatie essenhout uit de Verenigde Staten)

Met de import van essenhout uit de Verenigde Staten van Amerika (VS) bestaat het risico dat de schadelijke essenprachtkever (Agrilus planipennis Fairmaire) in de Europese Unie wordt geïntroduceerd. Wanneer deze kever essen aantast, leidt dit meestal tot het afsterven van deze bomen.

De Europese Unie stelt daarom al een aantal jaren via regelgeving eisen aan de import van hout van Fraximus (essen).

Bij een audit naar export-certificeringssystemen van gezaagd hout begin 2018 in de Verenigde Staten heeft de Commissie echter tekortkomingen geconstateerd die strengere inspectie en strenger toezicht op het essenhout uit de Verenigde Staten noodzakelijk maken. De procedures die moeten worden gevolgd om het essenhout te kunnen exporteren naar de Europese Unie worden in de Verenigde Staten onvoldoende nageleefd. Er worden bijvoorbeeld geen systematische pre-export inspecties door daarvoor geautoriseerde organisaties uitgevoerd. Ook het toezicht van de Animal and Plant Health Inspection Service (APHIS) op naleving van de vereisten voor export van essenhout is beperkt.

De Europese Commissie heeft daarom besloten tot meer specifieke voorwaarden met betrekking tot de controle op gegevens, procedures, etikettering en inspecties voorafgaand aan de export van het betreffende hout naar de Unie en op het toezicht op erkende zagerijen.

De specifieke voorwaarden zijn beschreven in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 en stellen eisen aan onder meer het ontschorsen en het zagen van het hout, de warmtebehandeling (tot ten minste 71 graden Celsius gedurende 1.200 minuten) en het drogen van het hout (gedurende minimaal 2 weken en resterende vochtigheid maximaal 10%).

Elke bundel van het essenhout moet een uniek nummer krijgen en voorzien zijn van een etiket met de woorden 'HT-KD' of 'Heat Treated-Kiln Dried' dat afgegeven is door of onder toezicht van een aangewezen functionaris van de erkende voorziening, nadat deze heeft gecontroleerd of voldaan is aan alle vereisten.

Aan de voorziening (bijv. bedrijf) waar het hout wordt geproduceerd, behandeld of opgeslagen zijn ook eisen gesteld. Zo moet het bedrijf officieel erkend zijn door APHIS of een door APHIS erkende instantie, moet het bedrijf zijn geregistreerd en wordt ten minste eenmaal per maand geïnspecteerd door de APHIS of een door de APHIS erkende instantie om te bekijken het voldoet aan de eisen uit de bijlage bij het Uitvoeringsbesluit. Indien de inspectie door een APHIS erkende instantie plaatsvindt, moet de APHIS om de zes maanden een audit uitvoeren bij de erkende instanties om de gevolgde procedures en uitgevoerde werkzaamheden te controleren.

Het betreffende hout dat naar de Europese Unie wordt geëxporteerd moet direct voorafgaand aan uitvoer uit de Verenigde Staten worden geïnspecteerd door de APHIS of een door de APHIS erkende instantie om te waarborgen dat aan alle eisen is voldaan.

Deze maatregelen zijn van kracht tot en met 30 juni 2020.

1.3 Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 (Maatregelen houten verpakkingsmateriaal)

Uit fytosanitaire controles die de lidstaten de afgelopen tijd hebben uitgevoerd op houten verpakkingsmateriaal dat gebruikt wordt voor het vervoer van specifieke goederen en dat afkomstig is uit China en uit Wit-Rusland, is gebleken dat het betreffende verpakkingsmateriaal niet voldoet aan de Unievoorschriften met betrekking tot het aanbrengen van merktekens op het verpakkingsmateriaal conform International Phytosanitary Measure 15 (ISPM15). Deze merktekens geven aan dat het verpakkingsmateriaal vrij is van schadelijke organismen en daartoe een behandeling heeft ondergaan. Soms blijkt het verpakkingshout bij controle besmet te zijn met schadelijke organismen, zoals vermeld in bijlage I, deel A van Richtlijn 2000/29/EG.

De Europese Commissie heeft daarom besloten het toezicht, de fytosanitaire controles en de maatregelen voor dat houten verpakkingsmateriaal aan te passen.

De Europese Commissie heeft bepaald dat het houten verpakkingsmateriaal voor specifieke goederen van oorsprong afkomstig uit Wit-Rusland in het vervolg moet voldoen aan de EU regelgeving op het gebied van houten verpakkingsmateriaal. Er is ook een groter aantal specifieke goederen aangewezen die onder de regelgeving vallen en zijn aangeduid met een GN-code (Gecombineerde Nomenclatuur). Een overzicht van deze goederen is opgenomen in de bijlage bij dit Uitvoeringsbesluit.

Het houten verpakkingsmateriaal van specifieke goederen moet op regelmatige basis onderworpen worden aan fytosanitaire controles. De lidstaten mogen echter zelf het inspectiepercentage bepalen rekening houdend met de fytosanitaire risico’s. Het percentage moet minimaal 1% bedragen van het totaal aantal zendingen dat uit China en Wit-Rusland wordt geïmporteerd. Deze inspecties worden uitgevoerd op de plaats van binnenkomst of op de plaats van bestemming als deze erkend is door de douaneautoriteiten en de minister.

Importeurs en (lucht)havenautoriteiten zijn verplicht vooraf de op handen zijnde aankomst van dergelijke zendingen te melden. De douane moet zendingen tegenhouden, totdat de fytosanitaire autoriteiten hebben aangegeven dat de zending kan worden vrijgegeven.

Deze maatregelen zijn van kracht tot en met 30 juni 2020.

2. Regeldruk

Xylella

Telers die gewassen telen die tot de groep hoog risico gewassen voor Xylella behoren, zoals Coffea, Lavandula dentata L., Nerium oleander L, Olea europea L., Polygala myrtifolia L. en Prunus dulcis (Mill.) D.A. Webb, krijgen met een toename van administratieve lasten te maken. Er blijken zo’n vijftig bedrijven met deze hoog risico-teelten in Nederland te zijn. Zij moesten de betreffende gewassen voor 1 maart 2018 hebben laten bemonsteren en toetsen op Xylella. Vervolgens moeten zij jaarlijks deze planten op hun bedrijf laten bemonsteren en toetsen. Een monstername en toetsing voor één soort gewas kost maximaal € 370,– (€ 223,10 voor de toetsing en circa € 150,– voor de monstername). Worden twee of meer hoog risico gewassen op een locatie geteeld dan gelden daarvoor aangepaste tarieven waarover via de website van Naktuinbouw informatie is te vinden. Omdat zoveel mogelijk geprobeerd zal worden de monstername voor deze planten te combineren met reguliere plantenpaspoortkeuringen, zullen de kosten lager kunnen uitvallen.

Voor de ongeveer 50 teeltbedrijven bedragen deze maatregelen aan eenmalige nalevingskosten in 2018 in het totaal maximaal € 18.500,– (50 x € 370,–). Daarna zullen de jaarlijkse lasten voor deze bedrijven in het totaal gemiddeld € 18.500,– (50 x € 370,–) bedragen.

Bedrijven die (partijen) planten uit derde landen, waar geen Xylella voorkomt, binnen de Unie verplaatsen moeten de gegevens over de planten tenminste drie jaar bewaren. Bedrijven zullen deze gegevens naar verwachting automatiseren en opnemen in hun bestaande bedrijfssystemen. Gemiddeld zal een bedrijf 10 tot 20 minuten tijd besteden aan het registreren van de gegevens. Per bedrijf zullen de kosten uitgaande van een uurtarief van € 40,– voor administratieve handelingen tussen de € 7,– en € 14,– voor de te bewaren gegevens bedragen. Om hoeveel partijen planten en te bewaren gegevens het per bedrijf gaat is niet aan te geven.

Derogatie essenhout uit de Verenigde Staten

De vereisten voor de import van essenhout uit de Verenigde Staten van Amerika heeft geen effect op de regeldruk voor bedrijven in Nederland die dit hout importeren. Wel voor de bedrijven in de Verenigde Staten, omdat zij aan de hierboven beschreven maatregelen moeten voldoen. Het essenhout moet voorzien zijn van een fytosanitair certificaat dat in de Verenigde Staten is afgegeven. Bij import van dit hout wordt de aanwezigheid daarvan door de inspectie gecontroleerd. De importeurs in Nederland moeten dit certificaat minimaal een jaar in de bedrijfsadministratie bewaren. Deze bewaarplicht van het certificaat alsmede de inspectie bij import zijn bestaande eisen waaraan de importeurs van dit hout al langere tijd moeten voldoen. Er is dus geen sprake van een toename in regeldruk.

Houten verpakkingsmateriaal voor specifieke goederen uit China en Wit-Rusland

Uit douanegegevens blijkt dat in Nederland 35 van de 65 specifieke goederensoorten worden geïmporteerd, die zijn aangeduid met een GN-code zoals opgenomen in de bijlage van het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 en afkomstig uit China en Wit-Rusland. In het totaal gaat het om circa 31.100 zendingen. Volgens het Uitvoeringsbesluit moet minimaal 1% van deze zendingen worden gecontroleerd wat neerkomt op minimaal 311 zendingen. Op dit moment worden er jaarlijks circa 1.700 zendingen van houten verpakkingsmateriaal van specifieke goederen geïnspecteerd. Daarmee wordt dus voldaan aan het minimumpercentage van 1% inspecties. Er vindt geen aanpassing van het inspectieprogramma plaats. Dit betekent dat er t.a.v. inspecties geen effect op de regeldruk is te verwachten.

Op termijn zullen bedrijven de aankomst van zendingen met nieuwe GN-codes vooraf moeten melden. Wanneer dit gaat gebeuren zal dit tot nalevingskosten voor het bedrijfsleven leiden. Het is aannemelijk dat bedrijven meerdere zendingen tegelijk zullen aanmelden, maar er is niet aan te geven hoeveel zendingen per keer zullen worden gemeld. Dit is een keuze van het bedrijf. Daarom wordt voor er voor het berekenen van de administratieve lasten uitgegaan van aanmelding van twee zendingen per keer. De kosten bedragen dan maximaal € 54.425,– (15.500 meldingen x 5 minuten per melding en € 40,– uurtarief).

Via de site https://www.nvwa.nl/onderwerpen/import-planten-groenten-fruit-plantaardige-producten/import-verpakkingshout is nadere informatie te vinden.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving van de Europese besluiten hoeft niet te worden aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

4. Transponeringstabellen

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1, onder 1

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 1, onder 2

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 1, onder 3

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 4

Behoeft geen uitvoering in regelgeving omdat er in Nl geen besmette zones zijn

Artikel 1, onder 5

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (Besluit bestrijding schadelijke organismen)

Artikel 1, onder 6

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 2 en 3 Plantenziektenwet)

Artikel 1, onder 7 (artikel 9, lid 1, eerste alinea, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)

Artikel I, onderdeel B (artikel 12r, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 7 (artikel 9, lid 9, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)

Artikel I, onderdeel B (artikel 12r, lid 11, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 8 (Artikel 10, lid 2bis en 3, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)

Artikel I, onderdeel B (artikel 12r, lid 4, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 9 (Artikel 16, tweede alinea, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (Artikel 12r, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 10

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 11

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 12

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1, onder 13

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel II

Artikel 3

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU)2018/927

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 2 en 3 Plantenziektenwet en artikel 12r, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 1, onder b, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 4, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 4

Artikel I (artikel 12o, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 5

Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 5, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 6

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 7

Artikel I, onderdeel C (artikel 23 Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten) en Artikel II

Artikel 8

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 9

Artikel I, onderdeel C (artikel 23, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten) en Artikel II

Artikel 10

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I, onderdeel A (artikel 12n, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I, onderdeel A (artikel 12n, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 4

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 5

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 6

Artikel I, onderdeel C (artikel 23, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten) en Artikel II

Artikel 7

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1511

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I, onderdeel C (artikel 12r, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten) en reeds in artikel 12r, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven