TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
Deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten (RIUVP) geeft
uitvoering aan een aantal uitvoeringsbesluiten van de Europese Commissie.
Het betreft
-
• het Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352 van de Commissie van 14 december 2017 tot wijziging
van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen
en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2017, L 336),
-
• het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/927 van de Commissie van 27 juni 2018 tot wijziging
van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen
en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2018, L 164) en
-
• het Uitvoeringsbesluit 2018/1511 van de Commissie van 9 oktober 2018 tot wijziging
van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen
en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PbEU 2018, L 255).
Daarnaast gaat het om het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 van de Commissie van 10 augustus
2018 betreffende het toezicht, de fytosanitaire controles en de te nemen maatregelen
met betrekking tot houten verpakkingsmateriaal voor het vervoer van goederen van oorsprong
uit bepaalde derde landen (PbEU 2018, L 205) en het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203
van de Commissie van 21 augustus 2018 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk
af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien
van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, en
tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/204 van de Commissie (PbEU 2018, L 217).
1.1 Uitvoeringsbesluiten (EU) 2017/2352, (EU) 2018/927 en (EU) 2018/1511 (aanpassing
noodmaatregelen Xylella)
De Commissie heeft sinds de laatste wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789
in 2016 (Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764) geconstateerd dat er aanvullende maatregelen
moeten worden genomen en enkele bepalingen van het besluit moeten worden aangepast
om doeltreffender op te kunnen treden tegen de verdere insleep en verspreiding in
de Europese Unie van het schadelijk organisme Xylella fastidiosa (hierna: Xylella). Dit organisme veroorzaakt grote schade aan een steeds omvangrijkere groep planten
(zogenaamde waardplanten). Een uitbraak van dit schadelijk organisme kan tot grote
economische schade leiden in (delen van) de Europese Unie.
De belangrijkste wijzigingen die voortvloeien uit Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352
van 14 december 2017 hebben betrekking op de afbakening bij uitroeiing van het organisme
en de toetsingsverplichtingen. Daarnaast is de lijst van waardplanten gevoelig voor
Xylella uitgebreid. De volledige waardplantenlijst is te raadplegen op de EU website (https://ec.europa.eu/food/plant/plant_health_biosecurity/legislation/emergency_measures/xylella-fastidiosa/susceptible_en).
De maatregelen ten aanzien van de afbakening van een gebied bij een uitbraak van Xylella worden gewijzigd. Om succesvolle uitroeiing van Xylella te bevorderen, moeten alle waardplanten, ook als zij gezond zijn, binnen een straal
van 100 meter van de besmette planten onmiddellijk worden verwijderd. Voorheen werden
alleen de besmette waardplanten in zo’n cirkel vernietigd. Door deze nieuwe maatregel
kan de bufferzone die om het besmette gebied moet worden aangebracht, nu verkleind
worden van 10 km naar 5 km.
Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk de bufferzone van 5 km terug te brengen
naar 1 km. Die voorwaarden moeten de garantie bieden dat Xylella niet verder wordt verspreid. Daarom moeten de besmette planten onmiddellijk worden
verwijderd en moet er toezicht op de situatie worden gehouden. Als via een intensief
bemonsteringsschema blijkt dat Xylella afwezig is in het afgebakende gebied, kan na twaalf maanden de afbakening worden
opgeheven.
Er wordt geen afbakening ingesteld als er een besmetting van Xylella wordt gevonden op een locatie die fysiek is beschermd tegen de vectoren van Xylella (bijvoorbeeld in een kas), omdat het risico van verspreiding dan gering is en het
schadelijk organisme in zo’n omgeving meteen kan worden bestreden. Ook wanneer aannemelijk
is dat een besmetting met Xylella van buitenaf recent is binnengebracht en direct uitgeroeid, zodat verspreiding niet
heeft kunnen plaatsvinden, is geen afbakening nodig.
Van een aantal gewassen is bekend dat zij een hoog risico hebben om besmet te raken
met Xylella, waardoor zij een bron van verspreiding van deze ziekte in de EU vormen. Het gaat
om de soorten Coffea, Lavandula dentata L., Nerium oleander L, Olea europea L., Polygala myrtifolia L. en Prunus dulcis (Mill.) D.A. Webb. Daarom mogen de voor opplant bestemde planten van deze soorten,
met uitzondering van zaden, alleen in de Europese Unie worden binnengebracht en verplaatst
als zij geteeld zijn op locaties waar jaarlijks officiële inspecties, bemonstering
en tests worden uitgevoerd, volgens de aanwijzingen in het uitvoeringsbesluit, waardoor
bevestigd wordt dat Xylella niet aanwezig is.
Omdat gebleken is dat voor opplant bestemde planten van Polygala myrtifolia L. bijzonder vatbaar zijn voor Xylella gelden voor deze soort nog extra toetsverplichtingen.
Elke partij voor opplant bestemde planten van deze soort, die binnen de Unie zal worden
verplaatst of de Unie wordt binnengebracht, moet kort voor het moment dat de eerste
verplaatsing vanuit de teeltlocatie plaatsvindt, onderworpen worden aan een officiële
visuele inspectie, bemonstering en tests conform de richtlijnen in Uitvoeringsbesluit
(EU) 2018/1511.
Professionele marktdeelnemers die planten uit derde landen, waarvan niet bekend is
dat in die landen Xylella voorkomt, binnen de Unie verplaatsen, moeten de gegevens
over de planten tenminste drie jaar bewaren om traceerbaarheid te waarborgen en zo
nodig officiële follow-upinspecties mogelijk te maken.
1.2 Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203 (derogatie essenhout uit de Verenigde Staten)
Met de import van essenhout uit de Verenigde Staten van Amerika (VS) bestaat het risico
dat de schadelijke essenprachtkever (Agrilus planipennis Fairmaire) in de Europese Unie wordt geïntroduceerd. Wanneer deze kever essen aantast,
leidt dit meestal tot het afsterven van deze bomen.
De Europese Unie stelt daarom al een aantal jaren via regelgeving eisen aan de import
van hout van Fraximus (essen).
Bij een audit naar export-certificeringssystemen van gezaagd hout begin 2018 in de
Verenigde Staten heeft de Commissie echter tekortkomingen geconstateerd die strengere
inspectie en strenger toezicht op het essenhout uit de Verenigde Staten noodzakelijk
maken. De procedures die moeten worden gevolgd om het essenhout te kunnen exporteren
naar de Europese Unie worden in de Verenigde Staten onvoldoende nageleefd. Er worden
bijvoorbeeld geen systematische pre-export inspecties door daarvoor geautoriseerde
organisaties uitgevoerd. Ook het toezicht van de Animal and Plant Health Inspection
Service (APHIS) op naleving van de vereisten voor export van essenhout is beperkt.
De Europese Commissie heeft daarom besloten tot meer specifieke voorwaarden met betrekking
tot de controle op gegevens, procedures, etikettering en inspecties voorafgaand aan
de export van het betreffende hout naar de Unie en op het toezicht op erkende zagerijen.
De specifieke voorwaarden zijn beschreven in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU)
2018/1203 en stellen eisen aan onder meer het ontschorsen en het zagen van het hout,
de warmtebehandeling (tot ten minste 71 graden Celsius gedurende 1.200 minuten) en
het drogen van het hout (gedurende minimaal 2 weken en resterende vochtigheid maximaal
10%).
Elke bundel van het essenhout moet een uniek nummer krijgen en voorzien zijn van een
etiket met de woorden 'HT-KD' of 'Heat Treated-Kiln Dried' dat afgegeven is door of
onder toezicht van een aangewezen functionaris van de erkende voorziening, nadat deze
heeft gecontroleerd of voldaan is aan alle vereisten.
Aan de voorziening (bijv. bedrijf) waar het hout wordt geproduceerd, behandeld of
opgeslagen zijn ook eisen gesteld. Zo moet het bedrijf officieel erkend zijn door
APHIS of een door APHIS erkende instantie, moet het bedrijf zijn geregistreerd en
wordt ten minste eenmaal per maand geïnspecteerd door de APHIS of een door de APHIS
erkende instantie om te bekijken het voldoet aan de eisen uit de bijlage bij het Uitvoeringsbesluit.
Indien de inspectie door een APHIS erkende instantie plaatsvindt, moet de APHIS om
de zes maanden een audit uitvoeren bij de erkende instanties om de gevolgde procedures
en uitgevoerde werkzaamheden te controleren.
Het betreffende hout dat naar de Europese Unie wordt geëxporteerd moet direct voorafgaand
aan uitvoer uit de Verenigde Staten worden geïnspecteerd door de APHIS of een door
de APHIS erkende instantie om te waarborgen dat aan alle eisen is voldaan.
Deze maatregelen zijn van kracht tot en met 30 juni 2020.
1.3 Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 (Maatregelen houten verpakkingsmateriaal)
Uit fytosanitaire controles die de lidstaten de afgelopen tijd hebben uitgevoerd op
houten verpakkingsmateriaal dat gebruikt wordt voor het vervoer van specifieke goederen
en dat afkomstig is uit China en uit Wit-Rusland, is gebleken dat het betreffende
verpakkingsmateriaal niet voldoet aan de Unievoorschriften met betrekking tot het
aanbrengen van merktekens op het verpakkingsmateriaal conform International Phytosanitary
Measure 15 (ISPM15). Deze merktekens geven aan dat het verpakkingsmateriaal vrij is
van schadelijke organismen en daartoe een behandeling heeft ondergaan. Soms blijkt
het verpakkingshout bij controle besmet te zijn met schadelijke organismen, zoals
vermeld in bijlage I, deel A van Richtlijn 2000/29/EG.
De Europese Commissie heeft daarom besloten het toezicht, de fytosanitaire controles
en de maatregelen voor dat houten verpakkingsmateriaal aan te passen.
De Europese Commissie heeft bepaald dat het houten verpakkingsmateriaal voor specifieke
goederen van oorsprong afkomstig uit Wit-Rusland in het vervolg moet voldoen aan de
EU regelgeving op het gebied van houten verpakkingsmateriaal. Er is ook een groter
aantal specifieke goederen aangewezen die onder de regelgeving vallen en zijn aangeduid
met een GN-code (Gecombineerde Nomenclatuur). Een overzicht van deze goederen is opgenomen
in de bijlage bij dit Uitvoeringsbesluit.
Het houten verpakkingsmateriaal van specifieke goederen moet op regelmatige basis
onderworpen worden aan fytosanitaire controles. De lidstaten mogen echter zelf het
inspectiepercentage bepalen rekening houdend met de fytosanitaire risico’s. Het percentage
moet minimaal 1% bedragen van het totaal aantal zendingen dat uit China en Wit-Rusland
wordt geïmporteerd. Deze inspecties worden uitgevoerd op de plaats van binnenkomst
of op de plaats van bestemming als deze erkend is door de douaneautoriteiten en de
minister.
Importeurs en (lucht)havenautoriteiten zijn verplicht vooraf de op handen zijnde aankomst
van dergelijke zendingen te melden. De douane moet zendingen tegenhouden, totdat de
fytosanitaire autoriteiten hebben aangegeven dat de zending kan worden vrijgegeven.
Deze maatregelen zijn van kracht tot en met 30 juni 2020.
2. Regeldruk
Xylella
Telers die gewassen telen die tot de groep hoog risico gewassen voor Xylella behoren,
zoals Coffea, Lavandula dentata L., Nerium oleander L, Olea europea L., Polygala myrtifolia L. en Prunus dulcis (Mill.) D.A. Webb, krijgen met een toename van administratieve lasten te maken. Er
blijken zo’n vijftig bedrijven met deze hoog risico-teelten in Nederland te zijn.
Zij moesten de betreffende gewassen voor 1 maart 2018 hebben laten bemonsteren en
toetsen op Xylella. Vervolgens moeten zij jaarlijks deze planten op hun bedrijf laten
bemonsteren en toetsen. Een monstername en toetsing voor één soort gewas kost maximaal
€ 370,– (€ 223,10 voor de toetsing en circa € 150,– voor de monstername). Worden twee
of meer hoog risico gewassen op een locatie geteeld dan gelden daarvoor aangepaste
tarieven waarover via de website van Naktuinbouw informatie is te vinden. Omdat zoveel
mogelijk geprobeerd zal worden de monstername voor deze planten te combineren met
reguliere plantenpaspoortkeuringen, zullen de kosten lager kunnen uitvallen.
Voor de ongeveer 50 teeltbedrijven bedragen deze maatregelen aan eenmalige nalevingskosten
in 2018 in het totaal maximaal € 18.500,– (50 x € 370,–). Daarna zullen de jaarlijkse
lasten voor deze bedrijven in het totaal gemiddeld € 18.500,– (50 x € 370,–) bedragen.
Bedrijven die (partijen) planten uit derde landen, waar geen Xylella voorkomt, binnen
de Unie verplaatsen moeten de gegevens over de planten tenminste drie jaar bewaren.
Bedrijven zullen deze gegevens naar verwachting automatiseren en opnemen in hun bestaande
bedrijfssystemen. Gemiddeld zal een bedrijf 10 tot 20 minuten tijd besteden aan het
registreren van de gegevens. Per bedrijf zullen de kosten uitgaande van een uurtarief
van € 40,– voor administratieve handelingen tussen de € 7,– en € 14,– voor de te bewaren
gegevens bedragen. Om hoeveel partijen planten en te bewaren gegevens het per bedrijf
gaat is niet aan te geven.
Derogatie essenhout uit de Verenigde Staten
De vereisten voor de import van essenhout uit de Verenigde Staten van Amerika heeft
geen effect op de regeldruk voor bedrijven in Nederland die dit hout importeren. Wel
voor de bedrijven in de Verenigde Staten, omdat zij aan de hierboven beschreven maatregelen
moeten voldoen. Het essenhout moet voorzien zijn van een fytosanitair certificaat
dat in de Verenigde Staten is afgegeven. Bij import van dit hout wordt de aanwezigheid
daarvan door de inspectie gecontroleerd. De importeurs in Nederland moeten dit certificaat
minimaal een jaar in de bedrijfsadministratie bewaren. Deze bewaarplicht van het certificaat
alsmede de inspectie bij import zijn bestaande eisen waaraan de importeurs van dit
hout al langere tijd moeten voldoen. Er is dus geen sprake van een toename in regeldruk.
Houten verpakkingsmateriaal voor specifieke goederen uit China en Wit-Rusland
Uit douanegegevens blijkt dat in Nederland 35 van de 65 specifieke goederensoorten
worden geïmporteerd, die zijn aangeduid met een GN-code zoals opgenomen in de bijlage
van het Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137 en afkomstig uit China en Wit-Rusland. In
het totaal gaat het om circa 31.100 zendingen. Volgens het Uitvoeringsbesluit moet
minimaal 1% van deze zendingen worden gecontroleerd wat neerkomt op minimaal 311 zendingen.
Op dit moment worden er jaarlijks circa 1.700 zendingen van houten verpakkingsmateriaal
van specifieke goederen geïnspecteerd. Daarmee wordt dus voldaan aan het minimumpercentage
van 1% inspecties. Er vindt geen aanpassing van het inspectieprogramma plaats. Dit
betekent dat er t.a.v. inspecties geen effect op de regeldruk is te verwachten.
Op termijn zullen bedrijven de aankomst van zendingen met nieuwe GN-codes vooraf moeten
melden. Wanneer dit gaat gebeuren zal dit tot nalevingskosten voor het bedrijfsleven
leiden. Het is aannemelijk dat bedrijven meerdere zendingen tegelijk zullen aanmelden,
maar er is niet aan te geven hoeveel zendingen per keer zullen worden gemeld. Dit
is een keuze van het bedrijf. Daarom wordt voor er voor het berekenen van de administratieve
lasten uitgegaan van aanmelding van twee zendingen per keer. De kosten bedragen dan
maximaal € 54.425,– (15.500 meldingen x 5 minuten per melding en € 40,– uurtarief).
Via de site https://www.nvwa.nl/onderwerpen/import-planten-groenten-fruit-plantaardige-producten/import-verpakkingshout is nadere informatie te vinden.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving
van de Europese besluiten hoeft niet te worden aangesloten bij een vast verandermoment,
zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken
II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten
indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.
4. Transponeringstabellen
|
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2352
|
Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit
|
|
Artikel 1, onder 1
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 1, onder 2
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 1, onder 3
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer,
uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 1, onder 4
|
Behoeft geen uitvoering in regelgeving omdat er in Nl geen besmette zones zijn
|
|
Artikel 1, onder 5
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (Besluit bestrijding schadelijke
organismen)
|
|
Artikel 1, onder 6
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 2 en 3 Plantenziektenwet)
|
|
Artikel 1, onder 7 (artikel 9, lid 1, eerste alinea, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)
|
Artikel I, onderdeel B (artikel 12r, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 1, onder 7 (artikel 9, lid 9, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)
|
Artikel I, onderdeel B (artikel 12r, lid 11, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 1, onder 8 (Artikel 10, lid 2bis en 3, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)
|
Artikel I, onderdeel B (artikel 12r, lid 4, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 1, onder 9 (Artikel 16, tweede alinea, Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789)
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (Artikel 12r, lid 2, Regeling invoer,
uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 1, onder 10
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 2, Regeling invoer,
uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 1, onder 11
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer,
uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 1, onder 12
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer,
uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 1, onder 13
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 1, Regeling invoer,
uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 2
|
Artikel II
|
|
Artikel 3
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Uitvoeringsbesluit (EU)2018/927
|
Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit
|
|
Artikel 1
|
Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 2 en 3 Plantenziektenwet
en artikel 12r, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 2
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1137
|
Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit
|
|
Artikel 1
|
Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 1, onder b, Regeling invoer, uitvoer en verkeer
van planten)
|
|
Artikel 2
|
Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 3
|
Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 4, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 4
|
Artikel I (artikel 12o, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)
|
|
Artikel 5
|
Artikel I, onderdeel A (artikel 12o, lid 5, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 6
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 7
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 23 Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)
en Artikel II
|
|
Artikel 8
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 9
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 23, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten) en Artikel II
|
|
Artikel 10
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1203
|
Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit
|
|
Artikel 1
|
Artikel I, onderdeel A (artikel 12n, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 2
|
Artikel I, onderdeel A (artikel 12n, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 3
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 4
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 5
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 6
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 23, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten) en Artikel II
|
|
Artikel 7
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1511
|
Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit
|
|
Artikel 1
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 12r, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten) en reeds in artikel 12r, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten
|
|
Artikel 2
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten