Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 21 november 2018, kenmerk 1447587-184174-VGP, houdende wijziging van de Regeling heroïnebehandeling in verband met aanpassingen van de specifieke uitkeringen voor 2019

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling heroïnebehandeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onder a, wordt ‘Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’ vervangen door ‘Minister voor Medische Zorg’.

B

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De Minister kan ten behoeve van het jaar 2019 aan de volgende gemeenten een specifieke uitkering van ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde bedrag verstrekken voor de werkelijke kosten van het exploiteren van het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandeleenheden met in totaal ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandelplaatsen:

    naam gemeente

    aantal behandeleenheden

    maximum aantal behandelplaatsen

    maximale uitkering 2018

    Amsterdam

    2

    108

    € 1.989.478

    Apeldoorn

    1

    23

    € 608.940

    Arnhem

    1

    25

    € 648.509

    Den Haag

    1

    65

    € 1.187.093

    Deventer

    1

    20

    € 549.586

    Eindhoven

    1

    20

    € 549.586

    Enschede

    1

    27

    € 683.683

    Groningen

    1

    46

    € 969.464

    Heerlen

    1

    35

    € 813.383

    ’s-Hertogenbosch

    1

    20

    € 549.586

    Leeuwarden

    1

    30

    € 736.443

    Maastricht

    1

    20

    € 549.586

    Nijmegen

    1

    20

    € 549.586

    Rotterdam

    1

    90

    € 1.461.874

    Tilburg

    1

    23

    € 608.940

    Utrecht

    1

    45

    € 956.274

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

In de Regeling heroïnebehandeling zijn de uitkeringen aan gemeenten met een of meer heroïnebehandeleenheden opgenomen. Met de onderhavige wijzigingsregeling zijn de bedragen voor 2019 aangepast in verband met de ontwikkeling van het prijspeil en de arbeidsvoorwaarden (OVA 2018). Bovendien is op grond van een meerjarig bezettingsoverzicht voor sommige gemeenten het maximum aantal behandelplaatsen waarvoor een specifieke uitkering wordt verleend gewijzigd ten opzichte van het aantal behandelplaatsen in 2018. De daarop gebaseerde specifieke uitkering voor 2019 is aangepast.

Volgens het huidige beleid worden uitkeringen verleend ter hoogte van de maximumbedragen die in de regeling staan. Zoals aangegeven in mijn besluit van 29 november 2012 (Stcrt. 2012, 24497) is uit bezettingsoverzichten van voorgaande jaren gebleken dat in enkele gemeenten sprake is van onderbezetting. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de populatie heroïneverslaafden kleiner geworden is en bestaat bovendien de verwachting dat het aantal heroïneverslaafden zal blijven afnemen.

Gelet op deze ontwikkelingen wordt vanaf 2015 bij de verlening van de uitkering rekening gehouden met de afnemende populatie. De betrokken colleges van burgemeester en wethouders leveren jaarlijks een overzicht van de bezetting van de behandelplaatsen, de screening en de wachtlijst over voorgaande jaren aan. Deze overzichten vormen de basis voor vaststelling van het maximale aantal behandelplaatsen waarvoor een gemeente een specifieke uitkering ontvangt. Daarbij wordt een ondergrens van 20 behandelplaatsen aangehouden.

Verder is in artikel 1, onder a, de definitie van ‘de Minister’ geactualiseerd.

Gelet op de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM) treedt deze regeling in werking met ingang van 1 januari 2019.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven