Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018, nr. 2018-0000157985, houdende wijziging van bedragen en vaststelling van percentages en bedragen voor Caribisch Nederland ten gevolge van de consumentenprijsindexcijfers voor 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 7, vierde lid, van de Arbeidsvrederegeling BES, artikel 21, eerste, derde en vierde lid, van het Besluit onderstand BES, artikel 7b, derde lid, van de Pensioenwet BES, artikel 2.4, eerste lid, van de Regeling beëindiging arbeidsovereenkomsten BES 2012, de artikelen 7b, derde lid, 8a, eerste, tweede en vierde lid, 14, eerste lid, en 27 van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, de artikelen 12a, eerste, tweede en vierde lid, 17, eerste lid, en 30 van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, artikel 10, eerste lid, van de Wet kinderbijslagvoorziening BES, artikel 13, eerste, tweede en derde lid, van de Wet minimumlonen BES, de artikelen 5, negentiende lid en 5a, eerste en derde lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, en artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES;

Besluit:

ARTIKEL I ARBEIDSVREDEREGELING BES

Het bedrag per uur, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Arbeidsvrederegeling BES, komt te luiden: USD 108.

ARTIKEL II BESLUIT ONDERSTAND BES

Het Besluit onderstand BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 165.

2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 206.

3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 198.

B

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 62.

2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 78.

3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 75.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 59.

2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 74.

3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 71.

D

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 29.

2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 36.

3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 35.

4. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 15.

5. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 19.

6. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 18.

E

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 109.

2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 136.

3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 131.

4. Het bedrag, genoemd in het derde lid, komt te luiden: USD 45.

ARTIKEL III REGELING AOV EN AWW BIJDRAGEN AAN ZORGINSTELLINGEN BES

Artikel 1 van de Regeling AOV en AWW bijdragen aan zorginstellingen BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 64.

2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 80.

3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 78.

ARTIKEL IV REGELING BEËINDIGING ARBEIDSOVEREENKOMSTEN BES 2012

De vergoeding, bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, van de Regeling beëindiging arbeidsovereenkomsten BES 2012, bedraagt vanaf 1 januari 2019 USD 55,- per zitting.

ARTIKEL V REGELING PENSIOENWET BES

Artikel 7 van de Regeling Pensioenwet BES komt te luiden:

Artikel 7. Hoogte bedragen

De bedragen, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de wet, worden vastgesteld op:

  • 1. USD 1587, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • 2. USD 1582, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

  • 3. USD 1575, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en

  • 4. USD 1575, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL VI WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Het bedrag van het ouderdomspensioen, genoemd in artikel 7, komt te luiden:

USD 644, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 805, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 774, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 644, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

B

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag van de toeslag, genoemd in artikel 7a, eerste lid, komt te luiden:

USD 441, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 551, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 530, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 441, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. Het bedrag van het gezamenlijk inkomen per jaar, genoemd in artikel 7a, eerste lid en derde lid, onderdeel e, komt te luiden:

USD 14.103, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 17.633, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 16.960, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 14.103, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL VII VASTSTELLING BEDRAGEN EN PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, wordt vastgesteld op:

    USD 0 voor het openbaar lichaam Bonaire, USD 45 voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en USD 64 voor het openbaar lichaam Saba.

  • 2. Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, wordt vastgesteld op 25%.

ARTIKEL VIII WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES

De Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe jonger dan 40 jaar, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

USD 298, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 372, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 358, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 298, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 40 tot en met 48 jaar, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

USD 390, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 488, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 469, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 390, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 49 tot en met 57 jaar, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

USD 488, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 611, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 587, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 488, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

4. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 58 tot de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat, genoemd in het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

USD 644, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 805, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 774, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 644, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

5. Het bedrag van het weduwenpensioen voor een weduwe die invalide is of die een of meer kinderen heeft die geheel te harer laste komen en recht hebben op wezenpensioen, genoemd in het derde lid, komt te luiden:

USD 644, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 805, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 774, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 644, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd in het eerste lid, komt te luiden:

USD 235, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 294, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 282, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 235, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 15 jaar, genoemd in het eerste lid, komt te luiden:

USD 257, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 322, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 310, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 257, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd in het tweede lid, komt te luiden:

USD 216, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 270, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 259, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 216, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

4. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 15 jaar, genoemd in het tweede lid, komt te luiden:

USD 235, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 294, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 282, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 235, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

5. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen a of b, komt te luiden:

USD 257, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 322, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 310, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 257, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

6. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen c of d, komt te luiden:

USD 297, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 371, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 357, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 297, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL IX VASTSTELLING PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES

Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt vastgesteld op 1,3%.

ARTIKEL X WET KINDERBIJSLAGVOORZIENING BES

Artikel 9 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Het bedrag in onderdeel a komt te luiden: USD 62.

  • 2. Het bedrag in de onderdelen b en c komt te luiden: USD 64.

ARTIKEL XI WET MINIMUMLONEN BES

Artikel 9, eerste lid, van de Wet minimumlonen BES komt te luiden:

  • 1. Het bruto minimumuurloon bedraagt voor werknemers van 21 jaar en ouder in het openbaar lichaam:

    • a. Bonaire: USD 5,16;

    • b. Sint Eustatius: USD 6,46; en

    • c. Saba: USD 6,21.

ARTIKEL XII WET ONGEVALLENVERZEKERING BES

Het bedrag, genoemd in artikel 5, negende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, komt te luiden: USD 620.

ARTIKEL XIII VASTSTELLING BEDRAGEN WET ONGEVALLENVERZEKERING BES

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:

    • a. USD 114,91, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 143,71, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

    • c USD 138,15, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf dagen vastgesteld op:

    • a. USD 137,89, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 172,45, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

    • c. USD 165,78, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

ARTIKEL XIV VASTSTELLING BEDRAGEN WET ZIEKTEVERZEKERING BES

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:

    • a. USD 114,91, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. USD 143,71, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

    • c. . USD 138,15, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf dagen vastgesteld op:

    • a. USD 137,89, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. . USD 172,45, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

    • c. USD 165,78, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

ARTIKEL XV INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 november 2018

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Jaarlijks vindt de vaststelling van consumentenprijsindexcijfers voor Caribisch Nederland plaats, alsmede in aansluiting daarop aanpassing van bedragen van tegemoetkomingen en uitkeringen, van het wettelijk minimumuurloon, van premiepercentages van werknemersverzekeringen en volksverzekeringen, van het maximumdagloon voor de werknemersverzekeringen, van de bedragen genoemd in de Regeling Pensioenwet BES, van de begrafeniskosten en van de schadeloosstelling voor de bemiddelaar (Arbeidsvrederegeling BES). Uit praktisch oogpunt is gekozen om de vaststelling van de bedragen en percentages zoveel mogelijk te bundelen. De premiepercentages van de Cessantiawet BES, de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet ziekteverzekering BES zijn eerder vastgesteld en bekendgemaakt (Stcrt. 2018, 60288). Bij deze vaststelling zijn de premiepercentages voor deze verzekeringen voor het jaar 2019 verlaagd met in totaal 5 procentpunt.

Net als voorgaande jaren is gekozen voor verschillende indexcijfers per openbaar lichaam, met uitzondering van de indexatie van bedragen voor buiten de openbare lichamen woonachtige uitkeringsgerechtigden. Voor deze bedragen is telkens aangesloten bij het openbaar lichaam dat het laagste bedrag heeft. Voor de tegemoetkoming begrafeniskosten Wet ongevallenverzekering BES en de schadeloosstelling van de bemiddelaar is het gemiddelde van de consumentenprijsindexcijfers van de drie eilanden gekozen (dit is 3%).

De onderhavige indexatie geschiedt per 1 januari 2019, met daarbij als basis het consumentenprijsindexcijfer voor het derde kwartaal van 2018 zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De door het CBS gemeten ontwikkeling is respectievelijk 3,5% voor Bonaire, 1,1% voor Sint Eustatius en

4,4% voor Saba.

Gelijktijdig met de indexatie is sprake van een extra verhoging van 5% van het wettelijk minimumuurloon en de uitkeringen AOV, AWW, onderstand en tevens de maximum daglonen OV en ZV. Door de verlaging van de werkgeverspremies voor de Cessantiawet BES, de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet ziekteverzekering BES met 5 procentpunt is deze extra loonruimte mogelijk gemaakt.

Hoewel er (nog) geen indexeringsgrondslag is voor de bedragen in artikel 1 van de Regeling AOV en AWW bijdragen aan zorginstellingen BES, worden de vastgestelde bedragen uit 2017 toch op dezelfde manier geïndexeerd als de bedragen van de onderstand. De bedragen worden, gelet op artikel 14, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES en artikel 17, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, opnieuw vastgesteld.

De aanpassing (inclusief indexatie) vindt telkens plaats vanuit onafgeronde bedragen (niveau 2018), waarbij de uitkomst wordt afgerond op twee decimalen (minimumuurloon en maximum dagloon) dan wel op hele bedragen (uitkeringsbedragen en pensioenbedragen).

Het bruto minimumuurloon wordt op grond van deze regeling geïndexeerd voor werknemers van 21 jaar en ouder. Volgens het Besluit op basis van artikel 8, tweede lid, van de Wet minimumlonen BES wordt het minimumuurloon van lagere leeftijdsklassen berekend als een percentage daarvan (voor 20-jarigen: 90%; voor 19-jarigen: 85%; voor 18-jarigen: 75%; en voor 16- en 17-jarigen: 65%).

De telkens voor één jaar vast te stellen premiepercentages volksverzekeringen zijn ten opzichte van 2018 ongewijzigd gebleven.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven