Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 15 november 2018, kenmerk 1444161-183784-S, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport in verband met verlenging van de aanvraagtermijn

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering stimulering sport wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, onder 2, wordt 'voor 1 december voorafgaand aan het boekjaar’ vervangen door 'voor 1 mei in het boekjaar’.

B

In artikel 8, onder 1, wordt ‘na 1 december van het voorafgaande jaar’ vervangen door ‘na 1 mei van het jaar’.

C

In artikel 10, onder 2, wordt ‘over het aantal maanden waarvoor de uitkering wordt verleend’ vervangen door ‘over de resterende maanden van het jaar na het moment van verlening’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 30 november 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport (hierna: de Regeling).

De Regeling ziet op het compenseren van gemeenten voor het geleden nadeel van de verruiming van de BTW-sportvrijstelling.

De wijziging is ingegeven door de constatering dat gemeentelijke uitvoeringsinstanties door uitwerking van een wijziging in het belastingplan een complexere aanvraag moeten indienen dan in eerste instantie was voorzien. Om hen tegemoet te komen, wordt de aanvraagtermijn verlengd tot 1 mei 2019.

In de artikelen 7 en 8 is derhalve de uiterlijke datum voor het indienen van een aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering aangepast. Tevens is in artikel 10 het tijdvak van de verleende uitkering, aangepast.

Deze regeling treedt in werking per 30 november 2018.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven