Verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Lelystad, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

13 november 2018

DGETM-EO / 18267826

Procesverloop:

  • N.V. HVC heeft per brief van 14 april 2017, aangevuld op 22 maart 2018, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd Lelystad, ligt in de Provincie Flevoland, in de gemeente Lelystad. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 102,00 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar;

  • in de Staatscourant van 17 mei 2017 (Staatscourant 2017, nr. 27124) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag is geen concurrerende aanvraag ontvangen;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK), op 19 oktober 2017 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 17-10.097);

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK advies uitgebracht. Op 30 augustus 2018 is van SodM advies ontvangen (kenmerk: 18053128);

  • het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland (hierna: GS) is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 13 december 2017 advies ontvangen (kenmerk: 2144887);

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 28 september 2018 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/18249683).

Gelet op: de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan N.V. HVC (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Lelystad.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied dat ligt in de Provincie Flevoland, in de gemeente Lelystad en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de volgende punten:

Punt

X

Y

1

161340,900

510125,200

2

168568,700

503970,900

3

165849,300

498800,500

4

158406,900

498263,800

5

155097,200

501341,000

6

156139,900

504772,400

7

158467,300

507676,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 102,00 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 14 april 2017 ingediende en op 22 maart 2018 aangevulde aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat een geactualiseerd werkprogramma, dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning;

  • zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten, en vervolgens jaarlijks, overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, die aan de Inspecteur-Generaal der Mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven