De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 2.2, eerste lid en 2.10, eerste lid, van het Besluit genetisch
gemodificeerde organismen milieubeheer 2013;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt;
2. In het tweede lid wordt na ‘de aanvraag’ ingevoegd ‘om toelating als biologischeveiligheidsfunctionaris’.
B
De artikelen 13, vierde lid, 32, vierde lid, 42 en 43, tweede lid, vervallen.
C
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt;
2. In het tweede lid wordt na ‘de aanvraag’ ingevoegd ‘om toelating als milieuveiligheidsfunctionaris’.
D
Lijst A1 van bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Bij het geslacht Clostridium wordt na ‘thermopapyrolyticum’ ingevoegd ‘thermosuccinogenes’.
2. Bij het geslacht Mycobacterium wordt na ‘pulveris’ ingevoegd ‘smegmatis’.
E
Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in § 4.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
a. Bij de familie Flaviviridae wordt bij het geslacht Flavivirus in de tweede kolom na ‘Tick-borne encephalitis virus Siberian subtype’ ingevoegd ‘Usutu virus’ en wordt in de derde kolom ingevoegd ‘2’.
b. Bij de familie Herpesviridae wordt bij het geslacht Varicellovirus in de tweede kolom na ‘bovine herpesvirus 1’ ingevoegd ‘Cercopithecine alphaherpesvirus 9’ en wordt in de vierde kolom ingevoegd ‘2’.
2. De tabel van punt 4.2 wordt als volgt gewijzigd:
a. Bij het geslacht Vibrio wordt na ‘ordalii’ ingevoegd ‘parahaemolyticus’ en wordt in de tweede kolom ingevoegd ‘2’.
b. Bij het geslacht Mycobacterium vervalt ‘smegmatis’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
TOELICHTING
Inleiding
De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Regeling
ggo) bevat technische voorschriften voor activiteiten met genetisch gemodificeerde
organismen (hierna: ggo's).
De Regeling ggo bevat een aantal bijlagen die van toepassing zijn op het doen van
een risicobeoordeling voor activiteiten met ggo’s in ingeperkte ruimten. Het doel
van die risicobeoordeling en de daaruit voortvloeiende maatregelen is te bewerkstelligen
dat het risico voor de mens en het milieu bij het werken met ggo’s niet hoger is dan
verwaarloosbaar klein. Vermelding van organismen in een of meer bijlagen stelt gebruikers
in staat een risicobeoordeling op te stellen en op basis daarvan kennisgevingen en
vergunningaanvragen te doen. Deze bijlagen moeten regelmatig worden aangepast om te
voldoen aan de laatste stand van de techniek, dat wil zeggen de laatste wetenschappelijke
kennis. Om aan te blijven sluiten bij de nieuwste wetenschappelijke inzichten worden
viermaal per jaar een of meer bijlagen bij de Regeling ggo aan de stand der techniek
aangepast. Bureau genetisch gemodificeerde organismen van het RIVM (hierna: BGGO)
adviseert of en hoe een organisme wordt opgenomen in een of meer bijlagen. Dit gebeurt
op basis van alle beschikbare informatie over de kenmerken van het organisme, waaronder
de gegevens van de gebruikers van ggo’s in individuele procedures, de definities van
de klassen van pathogeniteit, de literatuur en eventueel een advies van de Commissie
genetische modificatie (hierna: COGEM). De vraag of een organisme moet worden opgenomen,
hangt af van de vraag of het algemeen geclassificeerd kan worden en of het een organisme
is dat door meer gebruikers wordt gebruikt. Deze wijzigingsregeling bevat aanpassingen
van twee van die bijlagen.
Aanpassing artikelen 12, 13, 31, 32, 42 en 43 (artikel I, onderdeel A tot en met C)
Gebleken is dat de verplichting voor de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
om formulieren vast te stellen die in het kader van ingeperkt gebruik of introductie
in het milieu worden gebruikt voor een aanvraag, kennisgeving of melding, overbodig
is en tot aanzienlijke bestuurlijke lasten zou leiden. De formulieren zijn nog niet
formeel vastgesteld, maar worden al wel op de website van BGGO beschikbaar gesteld.
In de praktijk is gebleken dat deze formulieren aan de gebruikers zoveel gemak bieden
dat ze ook zonder formele vaststelling gebruikt worden. Deze verplichting, voor zover
die voortvloeit uit het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013
(hierna: Besluit ggo), is vervallen met de wijziging van het Besluit ggo met ingang
van 1 november 20181. Zie voor een nadere toelichting paragraaf 3.2 Formulieren, in het algemeen deel
van de nota van toelichting bij die wijziging van het Besluit ggo2. Deze verplichting zoals die is opgenomen in de Regeling ggo vervalt met deze wijzigingsregeling.
Aanpassing bijlage 2 bij de Regeling ggo (artikel I, onderdeel D)
Op lijst A1 van bijlage 2 bij de Regeling ggo zijn de gastheerorganismen opgenomen
waarvan is vastgesteld dat zij geschikt zijn voor de vervaardiging van ggo’s van inperkingsniveau
I. Via artikel 16 van de Regeling ggo werkt bijlage 2 ook door in de reguliere risicobeoordeling
overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Sinds de wijzigingsregeling van 1 oktober
20183 is voor een aantal nieuwe gastheerorganismen vastgesteld dat zij geschikt zijn voor
de vervaardiging van ggo's van inperkingsniveau I. Daarnaast is voor één micro-organisme,
de bacterie Mycobacterium smegmatis, die vermeld stond op bijlage 4, vastgesteld dat dit organisme geschikt is voor de
vervaardiging van ggo’s van inperkingsniveau I. De COGEM heeft in haar advies van
13 september 2018 (CGM/180913-01) vastgesteld dat deze bacterie ingedeeld kan worden
in pathogeniteitsklasse 1. De onderhavige wijzigingsregeling strekt ertoe deze organismen
op te nemen op lijst A1 van bijlage 2 en Mycobacterium smegmatis te laten vervallen in bijlage 4.
Aanpassing bijlage 4 bij de Regeling ggo (artikel I, onderdeel E)
In bijlage 4 bij de Regeling ggo zijn de pathogene micro-organismen opgenomen, waarvan
de klasse van pathogeniteit is vastgesteld. Sinds de wijzigingsregeling van 1 oktober
2018 (zie noot 3) is voor een aantal pathogene micro-organismen (virussen en bacteriën)
de klasse van pathogeniteit vastgesteld. De onderhavige wijzigingsregeling strekt
ertoe om deze pathogene micro-organismen toe te kunnen passen bij de risicobeoordeling
overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Daarvoor is het overeenkomstig artikel
16 van de Regeling ggo noodzakelijk deze gastheerorganismen op te nemen in bijlage
4. De vermelding van Mycobacterium smegmatis als klasse 2 pathogeen op bijlage 4 bij de Regeling ggo is vervallen. Zoals hierboven
aangegeven is deze bacterie opgenomen op bijlage 2 bij de Regeling ggo.
Voor een verdere toelichting op de klassen van pathogeniteit wordt verwezen naar de
begripsomschrijving van micro-organismen van klasse 1, 2, 3 en 4 in artikel 2 van
de Regeling ggo en de daarop betrekking hebbende passages in de toelichting bij die
regeling4. Op de toepassing van bijlage 4 bij de Regeling ggo wordt ook ingegaan in de inleiding
die in de betreffende bijlage is opgenomen.
Aanpassingen van ondergeschikte betekenis, consultatie en regeldruk
Het laten vervallen van de verplichting gebruik te maken van een door de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat vastgesteld formulier is een technische wijziging.
De aanpassingen van de bijlagen 2 en 4 zijn eveneens van zuiver technische aard en
kunnen worden gekenschetst als aanpassingen aan de stand van de techniek. Toevoeging
van een organisme aan een bijlage vindt namelijk plaats op grond van criteria zoals
vastgelegd in de Regeling ggo. Daarmee zijn deze aanpassingen van ondergeschikte betekenis
en is inspraak daarop niet zinvol. Gelet hierop is, met toepassing van artikel 1.9,
tweede lid, onderdeel b, van het Besluit ggo, afgezien van voorpublicatie.
Vanwege het feit dat deze wijzigingsregeling geen ingrijpende verandering teweegbrengt
in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en evenmin ingrijpende gevolgen
heeft voor de uitvoeringspraktijk, kon worden afgezien van internetconsultatie. De
aanpassingen bieden voor de doelgroep het voordeel dat zij voor het doen van een risicobeoordeling
gebruik kunnen maken van classificatie zoals die in de bijlagen is opgenomen. Daardoor
behoeven zij voor de in de bijlagen opgenomen organismen niet meer om een besluit
op grond van artikel 2.8 van het Besluit ggo te verzoeken. Een dergelijk verzoek vergt
immers indiening van een groot aantal gegevens en er geldt een beslistermijn voor
van 45 dagen. Een kennisgeving of een vergunningaanvraag kan bovendien pas worden
gedaan nadat een verzoek om een inschalingsbesluit is genomen en van die organismen
kan pas na kennisgeving of vergunningverlening gebruik worden gemaakt.
Tot slot is ervan afgezien de ontwerpregeling aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk
(ATR) voor te leggen omdat deze wijzigingsregeling geen gevolgen heeft voor de regeldruk.
Inwerkingtreding
Overeenkomstig het stelsel van vaste verandermomenten, treedt deze wijzigingsregeling
in werking met ingang van 1 januari 2019. Er is afgeweken van de invoeringstermijn
van ten minste twee maanden. In dit geval is het gerechtvaardigd omdat de wijziging
van de Regeling ggo, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private nadelen
voorkomt. Met het voorkomen van aanmerkelijke ongewenste private nadelen wordt bedoeld
dat voorkomen wordt dat leden van de doelgroep op grond van individuele besluiten
toestemming moeten krijgen om bepaalde organismen te mogen gebruiken, zoals hierboven
onder ‘Aanpassingen van ondergeschikte betekenis’.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer