Regeling incidentele projectsubsidies Koninklijke Bibliotheek

Het Algemeen bestuurscollege van de Koninklijke Bibliotheek,

gelet op artikel 1.2, eerste lid, onder a, in samenhang met het derde lid, van het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015;

besluit:

vast te stellen de navolgende Regeling verstrekking projectsubsidies incidentele activiteiten Koninklijke Bibliotheek

Artikel 1 Verhouding Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015

Voor zover in deze regeling niet iets anders is bepaald, is het bepaalde in het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015 van toepassing.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

In het kader van de activiteit ‘het aansturen van het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen’ als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onder a, van het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015, kan het Algemeen bestuurscollege projectsubsidies verlenen voor incidentele activiteiten die vallen buiten de reikwijdte van de overige vastgestelde regels als bedoeld in artikel 1.2, derde lid, van het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015.

Artikel 3 Subsidieaanvraag

Een aanvraag om subsidieverlening wordt voor afronding van het project ingediend en gaat vergezeld van de documenten die zijn vermeld in de artikelen 2.3 tot en met 2.7 van het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015.

Artikel 4 Subsidiebedrag

Het Algemeen bestuurscollege bepaalt per aanvraag welke kosten voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Naast de gronden om een subsidie te weigeren als genoemd in het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015, wordt de subsidie tevens geweigerd wanneer de activiteiten:

  • a. niet passen binnen het door de KB vastgestelde beleid met betrekking tot het aansturen van het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen of;

  • b. naar het oordeel van het Algemeen bestuurscollege onvoldoende zullen bijdragen aan het realiseren van deze beleidsdoelen of;

  • c. een langere periode dan vier jaar bestrijken.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking in de Staatscourant.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling incidentele projectsubsidies Koninklijke Bibliotheek.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen bestuurscollege, 25 januari 2018

De voorzitter van het Algemeen bestuurscollege, T.H.J. Joustra

TOELICHTING

Op 1 januari 2015 is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking getreden. De Koninklijke Bibliotheek kan subsidie verstrekken voor haar taken als bedoeld in artikel 9 van de Wsob en heeft op basis van artikel 20 van de Wsob het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015 (hierna: Subsidiereglement) vastgesteld en gepubliceerd. De Regeling incidentele projectsubsidies Koninklijke Bibliotheek is gebaseerd op het Subsidiereglement.

De Koninklijke Bibliotheek heeft onder meer als taak het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen aan te sturen door afstemming en coördinatie, educatie, informatie en reflectie, en vertegenwoordiging en promotie. In het Subsidiereglement is vermeld dat subsidie verstrekt kan worden voor activiteiten in het kader van ‘het aansturen van het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen‘. Het is wenselijk om incidentele activiteiten in het kader van deze taak, die naar het oordeel van de Koninklijke Bibliotheek zodanig bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van haar Beleidsplan 2015-2018 ‘De kracht van het netwerk’ of opvolgend beleid, in aanmerking te kunnen brengen voor subsidiëring. Deze regeling is dan ook bedoeld voor genoemde activiteiten, die vallen buiten de reikwijdte van de overige door de Koninklijke Bibliotheek vastgestelde regels, als bedoeld in artikel 1.2, derde lid, van het Subsidiereglement. Deze regeling is uitsluitend bedoeld voor projectsubsidies en niet voor instellingssubsidies.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Verhouding Subsidiereglement

De Koninklijke Bibliotheek is bevoegd nadere regels vast te stellen voor het verlenen van subsidies. Zie bijvoorbeeld artikel 1.2, derde lid en artikel 1.4, derde lid van het Subsidiereglement. De Regeling verstrekking projectsubsidies incidentele activiteiten Koninklijke Bibliotheek is zo’n nadere regeling. De bepalingen van het Subsidiereglement zijn op de subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt, van toepassing. Dat betekent onder andere dat subsidie alleen kan worden verleend aan de instellingen als bedoeld in artikel 1.3 van het Subsidiereglement.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Artikel 2 regelt de reikwijdte van deze regeling. Hierbij is aangesloten op de reikwijdte als vermeld in artikel 1.2, eerste lid, onder a, van het Subsidiereglement. Deze regeling betreft dus alleen subsidies met betrekking tot het aansturen van het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen.

Artikel 3 Subsidieaanvraag

Een aanvraag kan voorafgaand aan of lopende het project worden ingediend. Dit biedt de mogelijkheid om subsidie te verlenen wanneer tijdens de uitvoering van het project blijkt dat extra financiële middelen nodig zijn of de begrote inkomsten achterblijven bij de raming.

Artikel 4 Subsidiebedrag

Dit artikel benadrukt de beleidsvrijheid die het Algemeen bestuurscollege heeft om subsidies wel of niet te verstrekken. Per project kan het Algemeen bestuurscollege bepalen welke kosten in aanmerking komen voor een subsidie en welke niet. Daarbij houdt het Algemeen bestuurscollege rekening met de meerwaarde die een project heeft ten opzichte van de activiteiten die al op basis van deze en andere regelingen van de Koninklijke Bibliotheek worden gesubsidieerd en de mate waarin het project zal bijdragen aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Artikel 5 regelt, in aanvulling op de artikelen 3.4 en artikel 3.5 van het Subsidiereglement, de weigeringsgronden. Artikel 3.4 regelt met welke criteria rekening wordt gehouden bij het beoordelen van een aanvraag; wanneer een aanvraag op onder andere kwaliteit als onvoldoende wordt beoordeeld, kan deze worden geweigerd op grond van artikel 3.4 van het Subsidiereglement.

In aanvulling daarop is in deze regeling expliciet opgenomen dat een subsidie wordt geweigerd wanneer het project langer dan vier jaar bestrijkt, het project niet past binnen de beleidsdoelstellingen die de Koninklijke Bibliotheek voor de in artikel 2 genoemde taak heeft vastgesteld of wanneer een project naar het oordeel van het Algemeen bestuurscollege onvoldoende bijdraagt aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen. Dit artikelonderdeel geeft aan dat het Algemeen bestuurscollege beleidsvrijheid heeft bij het beoordelen van de aanvragen. Er bestaat niet zonder meer een recht op subsidie wanneer een project past binnen de beleidsdoelstellingen; het moet een meerwaarde hebben ten opzichte van de activiteiten die al op basis van deze of andere regelingen van de Koninklijke Bibliotheek worden gesubsidieerd. Of van een meerwaarde sprake is, staat ter beoordeling van het Algemeen bestuurscollege.

Naar boven