De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES en artikel 4 van het Besluit
ter uitvoering van de artikelen 16 en 19 van de Wet medisch tuchtrecht BES;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. wet:
-
de Wet medisch tuchtrecht BES;
- b. College:
-
het medisch tuchtcollege, bedoeld in artikel 8 van de wet;
- c. lid:
-
de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de geneeskundige, tandheelkundige,
verloskundige en apotheker, bedoeld in artikel 1, onderdelen a, b, c en d van de wet
en hun plaatsvervangers bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de wet;
- d. zittingsdag:
-
elke dag waarop het lid, de secretaris of de plaatsvervangend secretaris op een openbaar
lichaam verblijft ter behandeling van voor het College aanhangig gemaakte schriftelijke
klachten, alsmede de dag waarop het lid van de woonplaats naar een openbaar lichaam
reist en terug.
Artikel 2
-
1. Aan de leden van het College, de secretaris of de plaatsvervangend secretaris wordt
een vacatiegeld toegekend voor het bijwonen van bijeenkomsten van het College.
-
2. Het vacatiegeld bedraagt per zittingsdag het bedrag bedoeld in artikel 6a, eerste
lid, onderdeel c van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.
-
3. Indien de bij het College aanhangig gemaakte zaak tien werkdagen of minder voorafgaand
aan de terechtzitting wordt ingetrokken, of die niet naar een terechtzitting word
verwezen, bedraagt het vacatiegeld 50% van het in het tweede lid bedoelde bedrag voor
één zittingsdag.
Artikel 3
Reis- en verblijfkosten van leden van het College, de secretaris en de plaatsvervangend
secretaris worden vergoed per zittingsdag op de voet van de Reisregeling buitenland.
Artikel 4
-
1. Degene die in aanmerking komt voor vacatiegeld of vergoeding van reis- en verblijfkosten
op grond van deze regeling, dient daarvoor een declaratie in binnen zes maanden na
de eindbeslissing van het College.
-
2. Declaraties die niet binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid zijn ingediend,
worden niet in behandeling genomen.
Artikel 5
Deze regeling is niet van toepassing op leden van het college, de secretaris en de
plaatsvervangend secretaris die uit anderen hoofde dan deze regeling een bezoldiging
of tegemoetkoming ontvangen voor het bijwonen van de bijeenkomsten van het College.
Artikel 6
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
Artikel 7
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vacatiegeld Medisch Tuchtcollege BES.
TOELICHTING
Algemeen
Op grond van de Wet medisch tuchtrecht BES is het Medisch Tuchtcollege BES belast
met de behandeling van tuchtklachten over het handelen van geneeskundigen, tandheelkundigen,
apothekers en verloskundigen op de BES. Deze regeling strekt ertoe vacatiegeld vast
te stellen voor de voorzitter, de secretaris, hun plaatsvervangers en de leden-beroepsgenoten
die als lid zitting hebben in het College.
De huidige voorzitter en de secretaris (en hun plaatsvervangers) van een regionaal
tuchtcollege of het centrale tuchtcollege ontvangen geen vacatiegeld, aangezien zij
uit dien hoofde ook voor hun werkzaamheden voor het Medisch Tuchtcollege op de BES
reeds bezoldigd worden. Omdat niet uitgesloten kan worden dat dit in de toekomst anders
kan zijn, voorziet de regeling erin dat zij in beginsel in aanmerking komen voor vacatiegeld,
tenzij zij anderszins bezoldigd worden voor deze werkzaamheden. Materieel is de regeling
thans derhalve vooral van belang voor de vaststelling van het vacatiegeld van de leden-beroepsgenoten,
alsmede hun reis- en verblijfkosten.
De (plaatsvervangende) leden die in het College zijn benoemd zijn overwegend woonachtig
in Nederland. De reden daarvan is dat de kleinschaligheid van de BES een onafhankelijke
beoordeling door collega-beroepsgenoten in de weg kan staan. Waar mogelijk zullen
ook beroepsgenoten die op de BES, Curaçao, Aruba of Sint Maarten wonen, worden ingeschakeld.
Een beroepsgenoot die in Nederland lid is van een regionaal tuchtcollege ontvangt
daarvoor op grond van de Regeling vacatiegelden tuchtcolleges voor de gezondheidszorg
2009 een vacatiegeld van € 180 per uitspraak van het tuchtcollege. Deze vergoeding
schiet naar verwachting tekort om het beroepsgenoten mogelijk te maken om zitting
te nemen in het College op de BES. Met de behandeling van een tuchtzaak aldaar zal,
de reistijd meegerekend, immers gemiddeld een periode van vier volle dagen zijn gemoeid.
Om die reden is een vacatiegeld vastgesteld dat meer recht doet aan de tijd die de
behandeling van een tuchtklacht op de BES kan vergen, gelet op reisafstand van de
BES tot Nederland. Aangezien het College een rechterlijk college is, is aansluiting
gezocht bij de vacatiegelden die aan rechters-plaatsvervangers ter beschikking worden
gesteld op grond van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Aldus is een
voorwaarde geschapen om beroepsgenoten in staat te stellen om hun essentiële rol en
verantwoordelijkheid bij de behandeling van tuchtzaken voort te kunnen zetten.
Bij elke zitting zal ten minste één lid-beroepsgenoot afkomstig zijn uit Nederland,
en de andere zo mogelijk uit Curaçao, Aruba, Sint Maarten of de BES. Dat bevordert
een onafhankelijke beoordeling van tuchtklachten op de BES en geeft ruimte om rekening
te houden met lokale omstandigheden.
Tot nu toe zijn weliswaar nog geen tuchtklachten aanhangig gemaakt op de BES, maar
daarin kan uiteraard op enig moment verandering komen. Het is daarom van belang dat
deze regeling een basis biedt voor de vaststelling van vacatiegeld.
Artikelsgewijs
Artikel 1
In onderdeel d wordt alle tijd die aan de behandeling van de tuchtklacht op de BES
moet worden besteed, met inbegrip van de reistijd, aangemerkt als zittingsdag. Uitgaande
van een gemiddelde behandelingsduur van vier dagen voor een uit Nederland afkomstig
lid zal het vacatiegeld vier keer € 294 bedragen. Voor een lid dat woonachtig is op
een van de Antilliaanse eilanden zal in verband met de kortere reistijd doorgaans
de gemiddelde behandelingsduur twee dagen zijn.
Artikel 2
Voor de vaststelling van het vacatiegeld is aansluiting gezocht bij het vacatiegeld
dat een rechter-plaatsvervanger ontvangt op grond van het Besluit rechtspositie rechterlijke
ambtenaren. Uiteraard is dit besluit niet van toepassing, maar de in dat besluit vastgestelde
vacatiegelden bieden een goed aanknopingspunt om naar analogie een passende vergoeding
vast te stellen voor leden-beroepsgenoten. Door te verwijzen naar de betreffende bepaling
in het besluit, wordt voorkomen dat de regeling bij aanpassing of indexering moet
worden gewijzigd.
De regeling in het derde lid is vastgesteld naar analogie van artikel 2, vijfde en
zevende lid, van de Regeling vacatiegelden tuchtcolleges voor de gezondheidszorg 2009.
Artikel 3
Deze bepaling is opgenomen omdat leden-beroepsgenoten geen ambtenaar zijn. Ook op
hen wordt de Reisregeling buitenland van toepassing verklaard.
Artikel 4 en 5
Deze artikelen zijn vastgesteld naar analogie van artikel 5a, eerste en vijfde lid,
en artikel 7 van de Regeling vacatiegelden tuchtcolleges voor de gezondheidszorg 2009.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis