Verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Alkmaar, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

16 oktober 2018

DGETM-EO / 18251735

Procesverloop:

  • N.V. HVC (hierna: HVC) heeft per brief van 22 februari 2017 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). De aanvraag is aangevuld op 8 februari 2018. Het aangevraagde gebied genaamd Alkmaar, ligt in de Provincie Noord-Holland, in de gemeenten Alkmaar, Bergen, Schagen, Hollands Kroon, Opmeer, Koggenland, Langedijk en Heerhugowaard. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 192,52 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar;

  • in de Staatscourant van 10 mei 2017 (Staatscourant 2017, nr. 25947) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag is geen concurrerende aanvraag ontvangen;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) advies uitgebracht. Op 19 oktober 2017 is van TNO advies ontvangen (kenmerk: AGE 17-10.096);

  • Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK advies uitgebracht. Op 30 augustus 2018 is van SodM advies ontvangen (kenmerk: 18053128);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland (hierna: GS) is op grond van artikel 16, Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 16 november 2017 advies ontvangen (kenmerk: 993369/1008214);

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 28 september 2018 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/18249674).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan N.V. HVC (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Alkmaar.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de Provincie Noord-Holland, in de gemeenten Alkmaar, Bergen, Schagen, Hollands Kroon, Opmeer, Koggenland, Langedijk en Heerhugowaard en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

108147,200

526389,900

2

116467,700

531931,500

3

126600,800

518930,600

4

120913,800

514969,400

5

119911,200

515917,000

6

119076,900

515322,400

7

119907,800

514270,200

8

116212,600

511697,000

9

112050,000

517470,000

10

109712,500

520332,900

11

111507,400

521757,300

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 191,73 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 22 februari 2017 ingediende en op 8 februari 2018 aangevulde aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht:

zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten, en vervolgens jaarlijks, overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de Inspecteur-Generaal der Mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven