Convenant beëindiging incidentele chloortransporten door Nederland, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Inleiding

Op 28 mei 2018 hebben de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mede als vertegenwoordiger van de Staat, en de besloten vennootschappen AkzoNobel Industrial Chemicals B.V. en AkzoNobel Chemicals B.V. een convenant gesloten met als doel chloortransporten per spoor van en naar de locatie van AkzoNobel in het Botlekgebied te Rotterdam permanent te doen beëindigen. Ingevolge artikel 15 van het convenant wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de Staatscourant. Met deze bekendmaking wordt aan dat artikel uitvoering gegeven.

Achtergrond en context

• i. Op 20 december 2002 is een convenant tussen AkzoNobel en de Staatssecretaris van VROM en de Minister van Economische Zaken gesloten over het beëindigen van de structurele chloortransporten door Nederland door het in evenwicht brengen van productie en verwerking van chloor op industriële sites in Nederland. In dat convenant is opgenomen dat incidentele transporten van chloor per spoor onder het chloorregime en tot een maximum van 10.000 ton per jaar mogen plaatsvinden, om voorziene (groot onderhoud van de inrichting van AkzoNobel in Rotterdam-Botlek) en onvoorziene vermindering en uitval van de lokale productie op te vangen. Op die manier kunnen de industrieën die in het Rotterdamse havengebied voor hun productieproces afhankelijk zijn van levering van chloor door AkzoNobel, hun productie voortzetten op het moment dat de chloorproductie door AkzoNobel in de Botlek gepland of ongepland stilvalt.

• ii. De looptijd van het convenant is op 31 december 2015 geëindigd. Conform artikel 15 van het convenant zijn partijen vanaf 2015 in overleg over het vervolg hiervan. In de tussentijd wordt gehandeld conform het convenant.

• iii. De Staatssecretaris heeft teneinde de risico’s van het vervoer van chloor zoveel mogelijk te beperken, de wens geuit om de incidentele chloortransporten over het spoor te doen beëindigen. De volledige beëindiging van de incidentele chloortransporten over het spoor is evenwel niet wettelijk (publiekrechtelijk) afdwingbaar en zonder medewerking van AkzoNobel derhalve niet realiseerbaar. Om die reden is de Staatssecretaris daarover in contact getreden met AkzoNobel.

• iv. AkzoNobel heeft aangegeven verantwoordelijkheid te willen nemen door mee te werken aan de beëindiging van de incidentele chloortransporten en het verwijderen van de laad- en losinstallatie. Daartoe heeft AkzoNobel zich bereid verklaard de bestaande investeringsplannen, gericht op de verbetering van de leveringszekerheid en betrouwbaarheid in het kader van de versterking van het chloorcluster aan te willen passen, mits de hiermee gepaard gaande onevenredige lasten door de Staatssecretaris worden vergoed.

• v. Voor het realiseren van een volledige balans tussen vraag en productie, die geplande en ongeplande onderbrekingen in de chloorproductie in voldoende mate opvangt, zal flexibiliteit in de productie nodig zijn. In plaats van de huidige situatie bij AkzoNobel die voorziet in één productielijn, zijn er daarvoor twee parallelle chloorproductielijnen noodzakelijk, die volledig zelfstandig van elkaar kunnen functioneren. Op die manier blijft te allen tijde chloorproductie mogelijk via één lijn, wanneer de parallelle lijn stilligt.

• vi. Om dit te bereiken en daarmee de incidentele chloortransporten te beëindigen zullen reeds bij AkzoNobel bestaande investeringsplannen op verzoek van de Staatssecretaris worden aangepast. Dit past in het eerdergenoemde streven om de komende jaren het chloorcluster in Rotterdam te versterken en de leveringszekerheid voor de toekomst te garanderen. Door deze integrale aanpak kunnen de eerdergenoemde gezamenlijke doelen gerealiseerd worden.

• vii. Het definitief beëindigen van het incidentele vervoer van chloor kan worden gerealiseerd door de laad- en losinstallatie en de direct daartoe behorende infrastructuur bij AkzoNobel te verwijderen, zodat er geen vervoer en daarmee samenhangende losactiviteiten van chloor per spoor meer mogelijk zijn en waardoor de risico’s die samenhangen met de aanwezigheid van chloorwagons, het transport en het lossen van chloor zullen worden weggenomen. Hiertoe zal de omgevingsvergunning van AkzoNobel voor de locatie Rotterdam-Botlek worden gewijzigd zodanig dat deze activiteit niet meer vergund is.

• viii. De Staatssecretaris heeft in dit kader aangegeven bereid te zijn de met de beëindiging van het incidentele vervoer van chloor en het wegnemen van de laad- en losinstallatie gepaard gaande onevenredige lasten te vergoeden door overeenkomstige toepassing te geven aan de Circulaire schadevergoedingen.

• ix. Bovenstaande is op 11 juli 2017 door partijen vastgelegd in de “Intentieverklaring beëindiging incidentele chloortransporten door Nederland”.

• x. De onevenredige lasten voor AkzoNobel om op verzoek van de Staatssecretaris een definitief einde te maken aan de chloortransporten zijn door een onafhankelijke deskundige, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ), met overeenkomstige toepassing van de Circulaire schadevergoedingen vastgesteld.

• xi. AkzoNobel zal de incidentele chloortransporten uiterlijk per 2021 beëindigen, mits de noodzakelijke vergunningen voor de bouw en het in gebruik nemen van een tweede chloorproductielijn tijdig worden verkregen en deze chloorproductielijn op dat moment in gebruik kan worden genomen.

Verplichtingen van AkzoNobel

AkzoNobel zal uiterlijk in 2021 de transporten per spoor van chloor definitief beëindigen. Dit bereikt AkzoNobel door:

• a. Het uitbreiden van de chloorproductielijn van AkzoNobel op de locatie Rotterdam-Botlek van één naar twee parallelle chloorproductielijnen die volledig zelfstandig van elkaar kunnen functioneren;

• b. Het verwijderen en verwijderd houden van de laad- en losinstallatie en de direct daarbij behorende infrastructuur bij AkzoNobel op de locatie Rotterdam-Botlek, zodat niet langer vervoer (en daarmee samenhangende laad- en losactiviteiten) van chloor per spoor mogelijk is. Verwijdering dient zo spoedig mogelijk plaats te vinden nadat de tweede chloorproductielijn door AkzoNobel in gebruik is genomen doch uiterlijk binnen een jaar na beëindiging van de chloortransporten; en

• c. Zo spoedig mogelijk nadat de tweede chloorproductielijn door AkzoNobel in gebruik is genomen, verzoekt AkzoNobel Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de omgevingsvergunning(en) van AkzoNobel op de locatie Rotterdam-Botlek te wijzigen, zodanig dat de voor het uitvoeren van chloortransport noodzakelijke laad- en losinstallaties niet langer vergund zijn.

AkzoNobel zal zo spoedig mogelijk na ondertekening van dit convenant de voor de uitbreiding en ingebruikname van de chloorproductielijn benodigde vergunningen en (plan)toestemmingen aanvragen bij de diverse bevoegde gezagen.

Verplichtingen van de Staatssecretaris

De Staatssecretaris verplicht zich om de onevenredige lasten die op AkzoNobel rusten in verband met het permanent beëindigen van het chloortransport te vergoeden. Deze voor vergoeding in aanmerking komende onevenredige lasten zijn door een onafhankelijke deskundige, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ), met toepassing van de Circulaire schadevergoedingen vastgesteld.

De Staatssecretaris zal bevorderen dat andere bestuursorganen, die publiekrechtelijke besluiten moeten nemen die noodzakelijk zijn om invulling te kunnen geven aan de verplichtingen van AkzoNobel op grond van dit convenant, hun medewerking verlenen aan het nemen van de desbetreffende besluiten, met inachtneming van ieders publiekrechtelijke bevoegdheden.

Voortzetting afspraken uit Convenant 2002

Partijen zullen de afspraken zoals vastgelegd in het Convenant Akzo chloortransporten uit 2002 voor zover verenigbaar met de in dit convenant gemaakte afspraken continueren tot en met 31 december 2021. Dit geldt in het bijzonder voor het zoveel mogelijk en in overleg met de Staatssecretaris beperken van chloortransporten per spoor als bedoeld in artikel 6 van dat convenant.

Terinzagelegging

Het convenant ligt voor de duur van zes weken gerekend vanaf de dag na de dag van deze publicatie ter inzage bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijnstraat 8 te Den Haag. Neem voor het maken van een afspraak voor het inzien van het convenant contact op via: paralegalsHBJZ@minienm.nl.