Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 15 november 2018, nr. 2362982, houdende wijziging van de Regeling wapens en munitie in verband met een verhoging van enkele leges

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 41 van de Wet wapens en munitie;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 50a van de Regeling wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:

1. in onderdeel a. wordt ‘€ 65,–’ vervangen door: € 130,–.

2. in onderdeel b. wordt ‘€ 30,–’ vervangen door: € 60,–.

3. in de onderdelen c. en d. wordt ‘€ 15,–’ telkens vervangen door: € 30,–.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Op grond van de Wet wapens en munitie is de korpschef van politie belast met de afgifte van wapenverloven. Het voornemen is de in dit verband verschuldigde leges gefaseerd kostendekkend te maken, zodat deze zogenoemde korpscheftaak niet langer ten dele uit de algemene middelen van de politie hoeft te worden gefinancierd. Tot dit uitgangspunt is in 2014 besloten op basis van gesprekken met de politie en belangenvertegenwoordigers (o.a. sportschutters, jagers en verzamelaars).

Op basis van de uitkomsten van een eerdere impactanalyse, verricht in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zijn de in artikel 50a van de Regeling wapens en munitie genoemde legesbedragen in 2015 vastgesteld op een bedrag van 50% van de personeelskosten die aan politiezijde gemoeid zijn met de uitvoering van deze korpscheftaak.

De druk op de afhandeling door de politie van een aanvraag tot verkrijging van een wapenverlof staat al enige tijd niet meer in verhouding tot de werkzaamheden die de politie hiervoor verricht. De kosten die gepaard gaan met deze extra dienst, dienen daar te liggen waar de gunst genoten wordt. De legesbedragen behoren dan ook compensatie te bieden voor de geleverde extra diensten door de politie aan deze specifieke groep. Tegelijkertijd mag de hoogte van de leges de sport- en hobbybeoefening niet wezenlijk beperken.

Als tweede stap in het zoveel mogelijk kostendekkend maken van de leges voor de afhandeling van bepaalde wapenverloven en ontheffingen worden nu de legesbedragen verdubbeld, zodat zij een volledige compensatie bieden voor de aan politiezijde gemoeide personeelskosten.

Naar boven