TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2019 (verder: Regeling vergoedingen
2019) worden de vergoedingen vastgesteld die Agentschap Telecom van het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat (hierna: het agentschap) in 2019 in rekening kan
brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten
worden verricht. Voor vergoedingen die op basis van de Telecommunicatiewet (hierna:
de wet) worden opgelegd geldt dat zij zijn aan te merken als retributies en worden
bepaald voor de onderscheidenlijke categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten,
bedoeld in het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het Besluit).
Het agentschap heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan paragrafen 3.2. 3.3,
3.4, 3.5 en 3.6 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte)
en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting en radioapparaten) van de wet.
Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen.
De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking
tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en
hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.
2. Vaststelling vergoedingen
De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en
diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke
werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid,
van het Besluit. Deze categorieën zijn per 1 januari 2019 gewijzigd met de wijziging
van het Besluit (Stb. 2018, 358). In de Regeling vergoedingen 2019 is dan ook rekening gehouden met deze nieuwe categorieën.
Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit worden de directe en indirecte
kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten
voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar
de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil
meegenomen naar het volgende kalenderjaar.
De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een
kostencalculatiemodel. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap,
Emmasingel 1, Groningen.
3. Vergoedingenbeleid
Tarieven in alle categorieën
De stijging van de ICT-kosten en het doorberekenen van de loon- en prijsstijging zorgen
ervoor dat de tarieven van Agentschap Telecom in 2019 stijgen. In de jaren 2014 tot
en met 2017 zijn de loon- en prijsstijgingen ter grootte van 7,4%. niet doorberekend.1 De loon- en prijsstijging voor 2019 bedraagt 2,4%. De rest van de stijging wordt
veroorzaakt door ICT-kosten. De ICT-kosten zijn in de periode tussen 2014 en 2019
aanzienlijk gestegen. Deze kosten zijn tot nu toe betaald uit een overschot op de
begroting. Dit overschot wordt aangeduid als de post “te verrekenen met vergunninghouders”.
Hierdoor hoefden de tarieven in de jaren 2014–2017 niet verhoogd te worden. De post
“te verrekenen met vergunninghouders” is inmiddels uitgegeven aan ICT-kosten en de
andere stijgende kosten (ter dekking van de niet doorgevoerde toegestane loon-prijscompensatie
in 2014 tot en met 2017). Er is nu dus geen overschot meer. Het agentschap kan niet
anders dan de gestegen kosten nu wel doorberekenen via de tarieven. Het agentschap
moet immers kostendekkend werken.
Tot slot wordt rekening gehouden met de kostendekkendheid in meerjarig perspectief.
Dit kan ertoe leiden dat de tarieven met maximaal 10% stijgen. Ook is het mogelijk
dat het tarief met maximaal 10% daalt om te komen tot kostendekkende tarieven in meerjarig
perspectief. Hieronder wordt toegelicht of een tarief stijgt of daalt.
Tarieven artikel 4 Vergoedingen departementen
De kosten voorvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de departementen die vallen
onder de Regeling Behoefte-onderbouwingsplannen moeten door de betreffende departementen
worden gedekt. Zoals bovenstaand benoemd, zullen ook deze tarieven stijgen als gevolg
van de doorberekening van de loon- en prijsindexatie en de stijgende ICT-kosten. Voor
de departementen Justitie en Veiligheid en Infrastructuur en Waterstaat is daarnaast
van belang dat het tarief niet toereikend is om de kosten te kunnen dekken. Voor Justitie
en Veiligheid geldt daarbij dat zij steeds meer een beroep doen op ondersteuning vanuit
Agentschap Telecom bij grote evenementen. De tarieven voor deze departementen zullen
dan ook in totaal met 10% stijgen
Tarieven categorieën I.A, I.B en I.C Elektronisch communicatienetwerken en -diensten
Ook deze tarieven stijgen als gevolg van de doorberekening van de loon- en prijsindexatie
en de stijgende ICT-kosten. Bij de producten in deze categorieën zijn de kosten hoger
dan de inkomsten. De stijging in de kosten leidt dan ook tot een stijging van het
tarief met 10%.
Tarieven categorie I.D Omroep
In de categorie I.D. van bijlage 1, tabel I, was sprake van een lichte overdekking
in 2018 als gevolg van het verschil in de realisatie van de vooraf begrote werkzaamheden
en de inkomsten in deze categorie in 2018. Deze lichte overdekking wordt voor 2019
verrekend in de nieuwe tarieven die gelijk blijven aan 2018.
Tarieven categorie I.E Vergunningen straalverbindingen
In lijn met de trend van de afgelopen jaren zijn de tarieven voor het toezicht op
straalverbindingen, opgenomen in bijlage 1, tabel I, categorie E, met 10% verlaagd
ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarnaast zijn dit jaar ook de tarieven voor
de uitvoering met 10% gedaald. Dit alles als gevolg van de kostendaling van de werkzaamheden.
Tarieven categorie I.F Registraties
De kosten voortvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de registratiehouders zijn
het afgelopen jaar licht toegenomen. Dit enerzijds als gevolg van de loon- en prijsbijstelling.
Anderzijds als gevolg van de introductie van het nieuwe ICT-systeem, dat medio 2018
online toegankelijk is geworden voor aanvragers van registraties en bestaande registratiehouders.
Dit nieuwe ICT-systeem is ter vervanging van het voorgaande, verouderde systeem. De
kosten hiervan worden over meerdere jaren doorberekend een de registratiehouders,
wat in 2019 een tariefstijging van € 4,– tot gevolg heeft.
Tarief categorie II.C Eindapparaten
Voor eindapparaten, zoals opgenomen in bijlage 1, tabel II, categorie C, heeft het
agentschap voor deze categorie in 2018 minder kosten gemaakt dan vooraf begroot. Het
tarief wordt vooralsnog gelijk gehouden aan 2018. Dit resulteert in een reële daling
van het tarief, omdat de ondervonden stijging van de loon- en prijskosten niet wordt
doorberekend. Wel wordt een stijging van de kosten in de komende jaren voorzien. Dit
als gevolg van de verwachte toename van eisen voor cyberveiligheid van radioapparaten,
die vanuit de Europese Unie worden opgesteld op basis van de Richtlijn betreffende
de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden
van radioapparatuur (2014/53/EU).
Geplande Multibandveiling
In het Actieplan digitale connectiviteit van juli 2018 is aangekondigd dat nader onderzoek
noodzakelijk is naar minimale datasnelheden voor in de Multibandveiling te verdelen
vergunningen. Die snelheden zullen ambitieus, maar realistisch moeten zijn. Het onderzoek
is nog niet afgerond. De uitkomst van dit onderzoek zal een minimale datasnelheid
opleveren die van invloed kan zijn op de hoogte van het toezichtstarief voor de te
verlenen vergunningen voor openbare mobiele communicatie in de 700 MHz-band. Een hogere
minimumsnelheid zou namelijk meer toezichtsinspanningen en dus een hogere vergoeding
voor toezicht met zich kunnen meebrengen, en vice versa. Daarom is voor de 700 MHz-vergunningen
vooralsnog geen uitvoerings- en toezichtstarief in deze regeling opgenomen. Zodra
dit tarief bekend is zal dit door een tussentijdse wijziging van de Regeling vergoedingen
2019 worden doorgevoerd.
4. Regeldruk
Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten. De vergoedingen vallen niet onder het
begrip ‘regeldruk’. De stappen om te komen tot betaling daarvan veranderen met deze
regeling niet. De regeling is niet geselecteerd voor formele advisering door ATR.
5. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Hiermee is aangesloten
bij het beleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515), maar
afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden tussen publicatiedatum
en inwerkingtreding. Deze afwijking is noodzakelijk om hoge publieke kosten te voorkomen
die ontstaan indien de nieuwe vergoedingen later dan vanaf 1 januari 2019 in rekening
kunnen worden gebracht.
II. ARTIKELSGEWIJS
Bijlagen I en II
De vergoedingen genoemd in kolom I van bijlagen I en II zijn ter dekking van de kosten
voor uitvoering, zoals de eenmalige kosten die bij verlening van de vergunning in
rekening worden gebracht. De vergoedingen genoemd in kolom II zijn ter dekking van
de toezichtkosten. Deze worden jaarlijks in rekening gebracht. Deze kosten worden
immers ook jaarlijks gemaakt. De vergoedingen in kolom III zijn voor zowel uitvoering
als toezicht en worden jaarlijks in rekening gebracht.
Bijlage 1
Tabelindeling tabel I
De tabelindeling van tabel I van bijlage 1 van de Regeling vergoedingen 2019 is, in
vergelijking met de Regeling vergoedingen in voorgaande jaren gewijzigd. Aanleiding
hiervoor is de wijziging van het Besluit (Stb. 2018, 358). Daarbij zijn de categorieën, opgesomd in artikel 4, eerste lid, gewijzigd. In lijn
hiermee is de indeling in (sub)categorieën in deze regeling aangepast om, ook met
de huidige technologische ontwikkelingen en convergentie op het gebruik van frequentiegebruik,
de kostendoorberekening van het agentschap ook in de toekomst effectief en transparant
te kunnen laten plaatsvinden. Ook is beoogd de tabel beter leesbaar te maken voor
de verschillende frequentiegebruikers.
De huidige indeling in categorieën is meer bepaald aan de hand van het bereik en het
soort planning van de vergunde frequentieruimte en minder dan voorheen gestoeld op
de toepassingen waarvoor de frequenties gebruikt kunnen worden. Zo is er een categorie
voor vergunningen waarmee exclusieve landelijke dekking kan worden gerealiseerd (tabel
I, categorie A), een categorie voor algemeen geplande frequentieruimte (tabel I, categorie
B), een voor vergunningen die betrekking hebben op individueel geplande frequentieruimte
(tabel I, categorie C) en een specifiek voor straalverbindingen (tabel I, categorie
E). Binnen deze categorieën is in de subcategorieën, ten behoeven van de overzichtelijkheid,
een nadere indeling aangebracht op basis van de toepassing. Daarnaast zijn de categorieën
voor vergunningen voor omroep (tabel I, categorie D) en voor registraties (tabel I,
categorie F) bewaard gebleven.
Vergunningen in de 3,5 GHz-band
Subcategorie I.A.6 van de Regeling vergoedingen 2019 was in de voorgaande versies
van de Regeling vergoedingen opgenomen als subcategorie I.C.2. In de huidige subcategorie
I.A.6 is de 3,5 GHz-band geschrapt. Reden hiervoor is dat de vergunningen in deze
band verleend worden voor lokale mobiele breedbandnetwerken en niet als landelijke
exclusieve vergunningen voor elektronisch communicatienetwerken en -diensten, zoals
bedoeld met de vergunningen in de andere genoemde banden in deze subcategorie.
Het betreft hier zowel algemeen als individueel geplande vergunningen. Door de aard
van het frequentiegebruik komen de werkzaamheden in het kader van deze vergunningverlening
overeen met de werkzaamheden ten behoeve van vergunningen voor VHF-UHF-radiotelefonen
voor (beperkt) landmobiel gebruik. Daarom is in tabel I, aan subcategorieën B.1 en
C.1, ”lokale mobiele breedband netwerken” toegevoegd. Afhankelijk van de frequentieplanning
(individueel of algemeen) worden de kosten voor vergunninghouders in de 3,5 GHz-band
op basis van één van deze subcategorieën in rekening gebracht.
Subcategorie Point-multipoint straalverbinding WLL
In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2018 was in tabel I, subcategorie A.5
Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL (3,5 GHz en 24,5 tot
26,5 GHz) opgenomen. Deze subcategorie is komen te vervallen, omdat dit type vergunning
niet meer worden verleend in de genoemde banden. In de 3,5 GHz-band worden op dit
moment vergunningen verleend voor lokale mobiele breedband netwerken (tabel I, subcategorieën
B.1 en C.1). In de 26 GHz-band (van 24,25 GHz tot 27,5 GHz) is geen vergunning meer
van kracht en worden vooralsnog geen nieuwe vergunningen verleend. Hiervoor worden
de mogelijkheden voor nieuw uitgiftebeleid onderzocht.
Categorie Immuniteitsbeproeving
De categorie en subcategorie voor immuniteitsbeproevingen, in voorgaande regelingen
vergoedingen bekend onder categorie G en subcategorie G.1 van tabel I in bijlage 1,
is komen te vervallen. Reden hiervoor is dat dit type vergunningen niet veel wordt
aangevraagd en verleend en omdat dergelijke aanvragen en verleningen over het algemeen
maatwerk vragen. Een vergoeding op basis van een vast tarief doet daarmee niet voldoende
recht aan het maatwerk-karakter van dit type vergunningverlening. Een vergoeding op
basis van uurtarief is daarvoor meer gerechtvaardigd.
Bijlage 2
De uurtarieven zoals opgenomen in bijlage 2 bedragen gemiddeld € 117,30. Dit is een
nominale tariefstijging van 9,33% ten opzichte van het uurtarief 2018. De reële tariefstijging
bedraagt 6,91%. In deze tariefstijging zijn de loon-prijsstijgingen voor de jaren
2014–2017 en 2019 verwerkt en de stijging van de ICT-kosten.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer