Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 31 oktober 2018, nr. IENM/ILT-2018/54560, houdende wijziging van het Besluit mandaat certificering binnenschepen in verband met wijzigingen in de benaming van classificatiebureaus en de toetreding van een nieuwe keuringsinstantie

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, en

De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, handelend in de hoedanigheid van bevoegde autoriteit, bedoeld in het Randnummer 1.16.2 van tabel 1 van bijlage 4 in samenhang met artikel 1, onderdeel b, onder 2°, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen, en van voorzitter van de commissie van deskundigen, bedoeld in artikel 1.19 van de Binnenvaartregeling;

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de instemming van de directeur van het Bureau Scheepvaart Certificering te Lelystad, blijkend uit de met hem gesloten ‘Overeenkomst tussen Bureau Scheepvaart Certificering (BSC) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie) ten behoeve van statutaire certificerende inspecties van binnenvaartschepen’ van 1 juni 2018 (IENM/ILT-2018/20042);

BESLUITEN:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat certificering binnenschepen wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsbepaling van bevoegde autoriteit wordt ‘de autoriteit, bedoeld, in de artikelen 1.16.2 en 1.16.13 van bijlage 1a van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (ADN)’ vervangen door ‘de bevoegde autoriteit, bedoeld in het Randnummer 1.16.2 van tabel 1 van bijlage 4 in samenhang met artikel 1, onderdeel b, onder 2°, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen’.

2. De begripsbepaling van Minister komt te luiden:

Minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;.

B

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘Lloyd’s register (GL)’ vervangen door ‘Lloyd’s Register of Shipping EMEA (LR)’.

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. de ‘director of Division Classification’ van ‘DNV-GL’ te Hamburg, Duitsland;

3. In onderdeel d wordt ‘Register Holland B.V te Enkhuizen’ vervangen ‘Register Holland BV te Steenwijk’.

4. Onderdeel f komt te luiden:

  • f. de directeur van Bureau Scheepvaart certificering (BSC) te Lelystad.

ARTIKEL II

  • 1. Dit besluit, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, onder 3, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 30 juli 2018.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, onder 3, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 14 oktober 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de gemandateerden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, J.A. van den Bos

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, t.a.v. de Inspectie Leefomgeving en Transport, afdeling Juridische zaken/team Bezwaar en beroep, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, onder vermelding van de datum en het nummer of kenmerk; en

  • een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Op grond van artikel 9 van de Binnenvaartwet verstrekt de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, onderscheidenlijk een door hem aangewezen bevoegde autoriteit, het certificaat van onderzoek voor een binnenvaartschip. Als bevoegde autoriteit is krachtens artikel 1.18, derde lid, van de Binnenvaartregeling aangewezen: de inspecteur-generaal en de voorzitter van de commissie van deskundigen. Laatstgenoemde functie wordt op grond van artikel 1.19 van de Binnenvaartregeling vervuld door de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport.

Sinds 2011 zijn de EU erkende classificatiebureaus op grond van het Besluit mandaat certificering binnenschepen gemandateerd tot afgifte van de certificaten. In aansluiting hierop is sinds 2013 een drietal keuringsinstanties eveneens gemandateerd om certificaten af te geven.

Deze keuringsinstanties zijn eerder op grond van artikel 3.25 van de Binnenvaartregeling erkend en aangewezen tot het verrichten van onderzoeken van schepen.

De reden voor wijziging van onderhavig besluit komt voort uit de toetreding van een nieuwe keuringsinstantie voor de uitvoering van certificerende inspecties en de afgifte van certificaten.

Voorts heeft zich een naamswijziging van een van de EU erkende classificatiebureaus voorgedaan en heeft eerder een fusie van twee EU erkende classificatiebureaus plaatsgevonden.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de verwijzingen in de begripsbepaling van ‘bevoegde autoriteit’ te actualiseren. De verwijzing naar de bevoegde autoriteit in de aanhef van het Besluit is slechts ter verduidelijking en heeft geen rechtsgevolgen.

Gezien de start van de werkzaamheden van de nieuwe keuringsinstantie op 30 juli jl. en eerder genoemde fusie van twee classificatiebureaus is ervoor gekozen het besluit deels met terugwerkende kracht in werking te laten treden tot het moment van de wijziging. De terugwerkende kracht is beperkt tot deze onderdelen en is niet nadelig voor de betrokkenen en derden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, J.A. van den Bos

Naar boven