Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 30 oktober 2018, nr. 2391968, tot verlenging van de Tijdelijke regeling aannemelijkheid slachtofferschap mensenhandel

De Minister voor Rechtsbescherming;

Overwegende dat met het Schadefonds Geweldsmisdrijven overeenstemming is bereikt over deze regeling;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling aannemelijkheid slachtofferschap mensenhandel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9, eerste en tweede lid, wordt ‘31 december 2018’ telkens vervangen door ‘30 juni 2019’.

B

In artikel 16 wordt ‘1 januari 2019’ vervangen door ‘1 juli 2019’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 oktober 2018

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Op 1 januari 2018 is de Tijdelijke regeling aannemelijkheid slachtofferschap mensenhandel in werking getreden voor de duur van een jaar. Met die regeling is het Schadefonds Geweldsmisdrijven bij wijze van proef uitgebreid met een Subcommissie slachtofferschap mensenhandel, die tot taak heeft om op aanvraag een multidisciplinair deskundigenbericht uit te brengen over de vraag of het aannemelijk is dat de aanvrager slachtoffer van mensenhandel is in de zin van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Dat deskundigenbericht kan de aanvrager helpen bij de aanvraag van een verblijfsvergunning op humanitaire gronden of een andere collectieve voorziening.

Aangezien aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2018, regelt het huidige artikel 14 dat de regeling na 2018 van toepassing blijft op tijdig ingediende aanvragen die op 1 januari 2019 nog in behandeling zijn. Artikel 14 laat echter in het midden wat dat betekent voor de in artikel 9 opgenomen benoemingstermijn van de leden van de Subcommissie. Om daarover duidelijkheid te geven, worden die termijn en de looptijd van de regeling met een half jaar verlengd tot 1 juli 2019. Gedurende dit half jaar kunnen er geen nieuwe aanvragen meer worden ingediend (zie het ongewijzigde artikel 3, vierde lid).

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven