Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Beursgebied Amsterdam

Logo Amsterdam

Nummer CE18-03765 d.d. 29 oktober 2018

Het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,

Overwegingen ten aanzien van dit besluit

 

Gelet op

de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

de bepalingen van de Wegenverkeerswet, de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam,

de ondermandaatbesluiten van de stadsdelen;

de bepalingen van de Wegenverkeerswet (WVW 1994),

het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW),

het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990),

de Algemene wet Bestuursrecht (Awb);

Overwegende

dat Beursplein, Beursstraat, Papenbrugsteeg en Oudebrugsteeg gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Amsterdam en in beheer zijn bij de gemeente Amsterdam;

dat de wegen, die hiervoor zijn benoemd, wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat in het kader van de Uitvoeringsagenda Mobiliteit maatregelen worden getroffen om de druk op de schaarse openbare ruimte in de (binnen-)stad beheersbaar te houden;

dat daarom in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit projecten zijn geïnitieerd om de stad bereikbaar en veilig te houden en de openbare ruimte toegankelijk en aantrekkelijk te houden voor de inwoners en bezoekers;

dat in de directe omgeving van het gebied waar het project ‘de Rode Loper’ is gerealiseerd de buitenruimte fasegewijs is/wordt heringericht waarbij het creëren van meer ruimte voor de fietsers en voetgangers de belangrijkste doelstelling is;

dat het Beursgebied (Beursplein, Beursstraat en Oudebrugsteeg tussen de Beursstraat en Damrak) onderdeel uitmaakt van het project de Rode Loper;

dat het Beursgebied als onderdeel van het project de Rode Loper een nieuwe inrichting krijgt;

dat de gemeenteraad op 16 december 2015 het Definitief Ontwerp (DO) Beursgebied heeft vastgesteld;

dat uitgangspunt voor het Beursgebied is dat de auto te gast is en dat hierdoor zoveel mogelijk ruimte voor de voetganger wordt gerealiseerd;

dat ten behoeve van de uitvoering van het DO een aantal verkeersmaatregelen is getroffen;

dat de juridische basis voor deze verkeersmaatregelen is gelegd in de publicatie van het verkeersbesluit verkeersmaatregelen Beursgebied Amsterdam in de Staatscourant van 12 augustus 2016;

dat als gevolg van de vaststelling van het DO en het verkeersbesluit de positie van de verschillende verkeersdeelnemers op de betreffende wegen is veranderd;

 

 

Overwegingen ten aanzien van Beursplein

dat het daadwerkelijke plein een kwaliteitsimpuls heeft gekregen door een nieuwe inrichting;

dat onder meer natuursteen, groenvoorzieningen en meubilair in de vorm van zitbanken zijn aangebracht;

dat om de uitstraling van het plein als geheel te benadrukken de rijbaan van Beursplein tevens is voorzien van dezelfde inrichtingskenmerken als hiervoor benoemd;

dat de rijbaan van Beursplein van het naastgelegen plein is gescheiden door middel van de aanwezigheid van verticale elementen;

dat verkeersdeelnemers in verband met het doortrekken van de natuursteen niet meer de beschikking hebben over een eigen ruimte in de vorm van bijvoorbeeld een trottoir;

dat deze zogeheten ‘shared space’ inrichting tot enige onduidelijkheid leidt voor de verschillende type verkeersdeelnemers;

dat, zoals reeds genoemd, het uitgangspunt bij vaststellen van het DO was dat de auto te gast is en dat hierdoor zoveel mogelijk ruimte voor de voetganger wordt gerealiseerd;

dat het dan ook wenselijk is om de positie van de voetganger te versterken op het Beursplein;

dat dit mogelijk is door de rijbaan gelegen aan de oostzijde van het Beursplein aan te wijzen als voetpad;

dat de overige verkeersdeelnemers worden toegestaan om de bereikbaarheid van de percelen op het Beursplein, de Beursstraat en een gedeelte van de Oudebrugsteeg te waarborgen;

dat deze verkeersmaatregel gerealiseerd kan worden door middel van het plaatsen van de verkeersborden G7 en G8 van bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord met de tekst ‘overig verkeer toegestaan’;

dat voor de hiervoor beschreven maatregel op grond van artikel 12 van het BABW een verkeersbesluit genomen dient te worden;

dat bovengenoemde verkeersmaatregel, conform artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994, strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

dat hierbij is afgewogen dat de vrijheid van het gemotoriseerd verkeer op het Beursplein minder zwaar meeweegt dan het beschermen van weggebruikers en passagiers en het verzekeren van de veiligheid op de weg;

dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gepleegd met de gemandateerde van de politie, eenheid Amsterdam en dat dit heeft geleid tot een positief advies;

 

Overwegingen ten aanzien van het laden en lossen van goederen

dat in de oorspronkelijke situatie op de rijbaan van het Beursplein zes parkeerplaatsen (drie fiscaal, drie gereserveerd) aanwezig waren;

dat de betreffende parkeerplaatsen zijn verwijderd om de positie voor de voetganger ter hoogte van het plein te benadrukken;

dat aan de westzijde van de Beursstraat twee laad- en losgelegenheden aanwezig zijn;

dat daarnaast laad- en losgelegenheden in de nabijheid aanwezig zijn op de Oudebrugsteeg;

dat na uitvoering van het DO blijkt dat met name gedurende de ochtenden een tekort aan laad- en losgelegenheden aanwezig is op het Beursplein;

dat dit tekort leidt tot onveilige en chaotische situaties veroorzaakt door expeditie verkeer op het Beursplein;

dat het dan ook wenselijk is om het laden en lossen van goederen te ordenen door aan de oostzijde van het Beursplein gedurende de ochtenden ruimte te reserveren voor een laad- en losgelegenheid;

dat een geschikte locatie is gevonden op het Beursplein aan de oostzijde ter hoogte van perceelnummer 9;

dat de hiervoor benoemde verkeersmaatregel gerealiseerd kan worden door middel van het plaatsen van de verkeersborden E7 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderborden met de tekst ‘7 – 11 h’ en onderborden met pijlen;

dat hiermee een laad- en losgelegenheid wordt gerealiseerd die dagelijks van kracht is tussen 7.00 en 11.00 uur;

dat voor de hiervoor beschreven maatregel op grond van artikel 12 van het BABW een verkeersbesluit genomen dient te worden;

dat bovengenoemde maatregel, conform artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994, strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

dat geen van de overige in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen in het geding is bij het nemen van deze verkeersmaatregel;

dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gepleegd met de gemandateerde van de politie, eenheid Amsterdam en dat dit heeft geleid tot een positief advies, onder de voorwaarde dat de laad- en losvakken worden aangegeven.

 

BESLUIT

Overzichtskaart maatregelen

  • 1.

    Door middel van het plaatsen van de verkeersborden G7 en G8 van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord met de tekst ‘overig verkeer toegestaan’ een voetpad aan te wijzen op de rijbaan gelegen aan de oostzijde van het Beursplein, waarbij overig verkeer wordt toegestaan;

  • 2.

    Door middel van het plaatsen van de verkeersbord E7 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderborden met de tekst ‘7 – 11 h’ en onderborden met pijlen een laad- en losgelegenheid aan te wijzen aan de oostzijde van het Beursplein ter hoogte van perceelnummer 9 die dagelijks van kracht is tussen 7.00 en 11.00 uur.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, namens hen,

 

 

Annelies Lelijveld

 

Teammanager Expertisecentrum, Operationele Ondersteuning, Stadswerken

 

 

Niet mee eens?

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit bezwaar maken.

Stuur uw bezwaarschrift naar:

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

T.a.v. Juridisch Bureau

Postbus 483

1000 AL AMSTERDAM

 

Vermeld in uw bezwaarschrift altijd:

uw naam, adres en telefoonnummer

de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft en uw handtekening

het besluit waartegen u bezwaar maakt, met datum en referentienummer van het besluit

waarom u bezwaar maakt.

 

Na ontvangst informeert de gemeente u over de manier waarop zij uw bezwaarschrift gaat behandelen.

Schorsende werking

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat wil zeggen: het besluit waartegen u bezwaar maakt, blijft geldig totdat over uw bezwaar is beslist.

 

 

Spoed? Voorlopige voorziening

Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u aan bij:

 

de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam

sector Bestuursrecht Algemeen

Postbus 75850

1070 AW AMSTERDAM

 

Dat kan ook via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor hebt u een DigiD nodig. Op deze site vindt u ook meer informatie

 

 

Naar boven