Verkeersbesluit (brom)fietspad Oosterringdijk en Weesperzijde te Amsterdam-Oost.

Logo Amsterdam

Kenmerk: Z-17-37116

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op:

de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994);

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW);

de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

de ondermandaatbesluiten van de stadsdelen.

 

overwegende:

 

dat op de Oosterringdijk, tussen kruislaan en de Linnaeuskade een fietspad is gelegen;

dat de Oosterringdijk een belangrijke langzaamverkeerverbinding tussen Diemen en Amsterdam vormt;

dat in de praktijk de Oosterringdijk veelal gebruikt wordt door brom- en snorfietsers;

dat er een logische en korte verbinding voor bromfietsers vanaf Diemen naar stadsdeel oost ontstaat, door het afsluiten van de tunnel tussen Celebesstraat en de Polderweg voor bromfietsen, in combinatie met het openstellen van de tunnel tussen de Oosterringdijk en de Linnaeuskade voor bromfietsen,

dat het bromfietsoverlast in de Indische buurt tegengaat, door het instellen van bovengenoemde maatregel;

 

dat op de Weesperzijde, tussen de Rozenburglaan en de Omval een fietspad is gelegen;

dat de Weesperzijde een belangrijke langzaamverkeerverbinding tussen Diemen en de Spaklerweg vormt;

dat in de praktijk de Weesperzijde veelal gebruikt wordt door brom- en snorfietsers;

dat het pad start aan de zijde van de Rozenburglaan buiten de bebouwde kom;

dat het pad start aan de zijde van de Rozenburglaan buiten de bebouwde kom;

dat in de landelijke regelgeving is opgenomen dat bromfietsers buiten de bebouwde kom gebruik mogen maken van fietspaden en hiermee een onduidelijke situatie ontstaat voor de bromfietsers;

dat hierdoor de huidige fietspaden Oosterringdijk (tussen de Kruislaan en de Linnaeuskade) en Weesperzijde (tussen de Rozenburglaan en de Omval) dienen te worden aangewezen als bromfietspaden.

dat het bromfietspad in de tunnel tussen de Celebesstraat en de Polderweg dient te worden aangewezen als fietspad.

 

dat krachtens artikel 2.1 Wegenverkeerswet 1994 deze maatregel genomen wordt:

om de veiligheid op de diverse wegen te verzekeren;

ter bescherming van de weggebruikers en de passagiers;

om de vrijheid van het verkeer zoveel mogelijk te waarborgen;

ter voorkoming of beperking van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade.

dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, overleg is gepleegd met de gemandateerde van de politie, eenheid Amsterdam, waarbij over dit voorstel positief is geadviseerd;

dat het desbetreffende weggedeelte gelegen is binnen de grenzen van het Amsterdam Oost, en het geen grootstedelijk project of een stedelijke taak of stedelijk belang betreft;

 

BESLUIT:

 

door het verwijderen van verkeersborden conform model G11van Bijlage I van het

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in te trekken de destijds gedane aanwijzing als verplicht fietspad:

de Oosterringdijk, tussen de Kruislaan en de Linnaeuskade (achterzijde Science Park);

de Weesperzijde, tussen de Rozenburglaan en de Omval.

 

door het plaatsen van verkeersborden conform model G12a van Bijlage I van het

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad:

de Oosterringdijk, tussen de Kruislaan en de Linnaeuskade (achterzijde Science Park);

de Weesperzijde, tussen de Rozenburglaan en de Omval.

 

door het verwijderen van verkeersborden conform model G12a van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in te trekken de destijds gedane aanwijzing als verplicht fiets/bromfietspad voor de tunnel tussen de Celebesstraat en de Polderweg.

 

door het plaatsen van verkeersborden conform model G11 van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 aan te wijden als verplicht fietspad voor de tunnel tussen de Celebesstraat en de Polderweg.

 

dat met het van kracht worden van dit besluit eerdere verkeersmaatregelen in het onderhavige verkeersgebied komen te vervallen indien met dit besluit in strijd zijn dan wel hiermede niet in overeenstemming zijn.

 

 

Amsterdam,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, namens hen,

 

 

 

Teammanager Expertisecentrum, Operationele Ondersteuning, Stadswerken

A. Lelijveld

 

Niet mee eens?

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit bezwaar maken.

Stuur uw bezwaarschrift naar:

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

T.a.v. Juridisch Bureau

Postbus 483

10000 AL AMSTERDAM

 

Vermeld in uw bezwaarschrift altijd:

uw naam, adres en telefoonnummer

de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft en uw handtekening

het besluit waartegen u bezwaar maakt, met datum en referentienummer van het besluit

waarom u bezwaar maakt.

Na ontvangst informeert de gemeente u over de manier waarop zij uw bezwaarschrift gaat behandelen.

 

Schorsende werking

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat wil zeggen: het besluit waartegen u bezwaar maakt, blijft geldig totdat over uw bezwaar is beslist.

 

Spoed? Voorlopige voorziening

Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u aan bij:

 

de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam

sector Bestuursrecht Algemeen

Postbus 75850

1070 AW AMSTERDAM

 

Dat kan ook via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor hebt u een DigiD nodig. Op deze site vindt u ook meer informatie

 

Naar boven