Instellen onverplicht fietspad op duinfietspad F001 in Wassenaar, Katwijk en Noordwijk

Logo Zuid-Holland

PZH-2018-661161071 / DOS-2018-0001501

Inleiding

Door het duingebied langs de kust van Zuid-Holland lopen diverse (recreatieve) fietspaden. Een deel van deze fietspaden is in beheer bij de provincie Zuid-Holland en administratief bekend als fietspad F001. Het noordelijke deel van dit fietspad loopt door de gemeenten Wassenaar, Katwijk en Noordwijk. Onlangs heeft de provincie Zuid-Holland onderhoud uitgevoerd aan de bij haar in beheer zijnde delen van het fietspad. Hierbij is gebleken dat vanuit het verleden er diverse maatregelen op het fietspad aanwezig zijn waarvan niet bekend is of de formele besluiten aanwezig zijn. Staatsbosbeheer, als handhavende partij in het gebied, heeft het verzoek gedaan om een nieuw verkeersbesluit te nemen voor dit fietspad waarbij de aanwezige uitzonderingen zoals vermeld op onderborden komen te vervallen. Door het nemen van een nieuw verkeersbesluit worden de verkeersmaatregelen op dit fietspad opnieuw vastgesteld conform de huidige inzichten.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2018 is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd Advies Beheer Assets van de Dienst Beheer Infrastructuur.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15 lid 1 van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken, moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15 lid 2 van de WVW.

Op grond van artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer moet het verkeersbesluit vermelden welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij moet worden aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;

is het gewenst om het duinfietspad F001 in de gemeenten Wassenaar, Katwijk en Noordwijk aan te wijzen als onverplicht fietspad, waarbij de aanwezige uitzondering voor 65-plussers en minder validen komt te vervallen.

Belangenafweging

De fietspaden door het Zuid-Hollandse duingebied kennen metname een recreatieve functie. Om die reden is een groot deel van deze fietspaden in het verleden al aangewezen als onverplicht fietspad en zijn hiervoor borden G13 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) geplaatst. Op basis van art 5, lid 3 van het RVV mag het onverplichte fietspad gebruikt worden door fietsers en snorfietsers, waarbij de laatste groep geen gebruik mag maken van een ingeschakelde verbrandingsmotor. Door middel van onderborden is aangegeven dat een uitzondering hierop gold voor 65-plussers en mindervaliden. Deze uitzondering was beoogd om deze groepen ook in staat te stellen het duingebied te kunnen bezoeken. Met het nemen van dit verkeersbesluit komt deze uitzonderingsregeling te vervallen.

De uitzonderingsregeling komt te vervallen omdat de desbetreffende doelgroepen inmiddels over alternatieven kunnen beschikken die in zijn algemeenheid al zijn toegelaten op onverplichte fietspaden. Hierbij kan worden gedacht aan fietsen met trapondersteuning of electrisch aangedreven snorfietsen. Doordat dergelijk voertuigen tegenwoordig algemeen beschikbaar zijn is de noodzaak voor de uitzonderingsregeling niet meer aanwezig.

Het niet meer aanbrengen van de uitzonderingsregeling heeft ook een positief effect op de verkeersveiligheid op het fietspad. Door geen snorfietsen met brandstofmotor toe te staan wordt het snelheidsverschil tussen de verschillende gebruikers beperkt. Ook kenmerkt een bepaald type van dergelijke snorfietsen zich door een grotere omvang en verminderde wendbaarheid ten opzichte van fietsers. Gelet op het verkeersveiligheidsbelang is het dan ook ongewenst om de uitzonderingsregeling in stand te houden.

Daarnaast is er nog een omgevingsbelang om niet langer een uitzondering te maken voor met brandstofmotor aangedreven snorfietsen op het onverplichte fietspad. Het duinfietspad F001 is onder andere gelegen in het natuurgebied Meyendel-Berkheide. Zowel het geluid van als de uitstoot door de brandstofmotoren zijn hinderlijk voor overige gebruikers en voor de natuur.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef van de Nationale Politie. Dit besluit is in concept voorgelegd aan de daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van de eenheid Den Haag. Deze heeft ingestemd met de maatregel(en).

Daarnaast is er overleg geweest met Staatsbosbeheer als beheerder van het aanliggende natuurgebied. De BOA’s van Staatsbosbeheer vervullen tevens een handhavende rol in het desbetreffende gebied. Staatsbosbeheer heeft het verzoek gedaan tot het nemen van deze verkeersmaatregelen en stemt daar dan ook mee in.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Wassenaar buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van het provinciale duinfietspad F001 de volgende verkeersmaatregel vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden G13 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) het duinfietspad F001 tussen km 9,6 en km 12.9 aan te wijzen als een onverplicht fietspad;

  • 3.

    Voor het in de gemeente Katwijk buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van het provinciale duinfietspad F001 de volgende verkeersmaatregel vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden G13 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) het duinfietspad F001 tussen km 12,9 en km 14.2 aan te wijzen als een onverplicht fietspad;

    • b.

      Door plaatsing van borden G13 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) het duinfietspad F001 tussen km 14.3 en km 15.1 aan te wijzen als een onverplicht fietspad;

  • 4.

    Voor het in de gemeente Noordwijk buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van het provinciale duinfietspad F001 de volgende verkeersmaatregel vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden G13 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) het duinfietspad F001 tussen km 15,1 en km 16.9 aan te wijzen als een onverplicht fietspad;

    • b.

      Door plaatsing van borden G13 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) het duinfietspad F001 tussen km 17,0 en km 22.1 aan te wijzen als een onverplicht fietspad;

    • c.

      Door plaatsing van borden G13 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) het duinfietspad F001 tussen km 22.2 en km 25.5 aan te wijzen als een onverplicht fietspad;

  • 5.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van publicatie ervan in de Staatscourant worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de Voorzieningen-rechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven. Alsdan verzoeken wij u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven