TOELICHTING
Inleiding
Artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering (Rzv) bepaalt dat de voor
een persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet (hierna
te noemen: verdragsgerechtigde) verschuldigde bijdrage wordt berekend door de grondslag
van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit
de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van
de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland
van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon uit hoofde van
de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) in Nederland. Dit is
de woonlandfactor.
Artikel 69, derde lid, van de Zvw bevat de grondslag voor het bij ministeriële regeling
vaststellen van de woonlandfactor ten behoeve van de bijdrage van verdragsgerechtigden.
De woonlandfactor wordt ook gehanteerd bij het vaststellen van de zorgtoeslag die
verdragsgerechtigden kunnen ontvangen als tegemoetkoming voor hun verdragsbijdrage.
Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag (Wzt) dient de woonlandfactor
jaarlijks uiterlijk in november bij ministeriële regeling te worden vastgesteld.
Berekeningswijze 2019
Met deze regeling wordt de woonlandfactor vastgesteld die geldt voor het jaar 2019.
Per land staat de factor vermeld in bijlage 4 van de Rzv. De woonlandfactoren zijn
berekend door het CAK.
Het CAK heeft mij daarover op 18 oktober 2018 geadviseerd. De berekeningswijze van
de woonlandfactoren is anders dan in voorgaande jaren.
De aanleiding daarvoor is dat de gehanteerde bronnen om de gemiddelde zorgkosten in
andere landen te bepalen drastisch zijn verminderd. Dit komt met name door de overgang
naar de integrale afrekening van zorgkosten binnen de Europese Unie op basis van werkelijke
kosten, waar voorheen deels op basis van vaste bedragen werd afgerekend. De lidstaten
van de Europese Unie zijn daardoor niet meer verplicht om de Rekencommissie van de
Administratieve Commissie van informatie over de gemiddelde zorgkosten te voorzien.
De World Health Organization (WHO) publiceert jaarlijks op haar website de gemiddelde
zorgkosten van de aangesloten landen, meer specifiek de indicator ‘Government schemes
and compulsory contributory health care financing schemes’. Ten opzichte van de huidige
bronnen zijn de gegevens van de WHO een stabiele, onafhankelijke, toegankelijke en
betrouwbare bron van informatie over zorgkosten in vrijwel alle landen. Het gebruik
van gegevens van de WHO heeft ook als voordeel dat de woonlandfactoren kunnen worden
geactualiseerd naar de meest recente cijfers en dat voor alle landen hetzelfde referentiejaar
geldt.
De berekening van de woonlandfactoren is dit jaar gebaseerd op de woonlandfactoren
die zijn vastgesteld aan de hand van de kosten uit het meest recente jaar voorafgaand
aan 2015, en een indexatie op basis van gegevens van de WHO over de zorgkosten1.
Dit houdt in dat de eerder vastgestelde woonlandfactoren worden bijgesteld aan de
hand van de verhouding tussen de ontwikkeling van de gemiddelde zorgkosten in het
woonland en in Nederland in de periode tot en met 2015 volgens de gegevens van de
WHO.
De berekening vindt plaats volgens de formule:
woonlandfactor 2019 = woonlandfactor 2018 x (wijzigingsfactor zorgkosten woonland
tot en met 2015 / wijzigingsfactor zorgkosten Nederland in dezelfde periode).
Hierbij geeft de wijzigingsfactor de verhouding aan van de gemiddelde zorgkosten in
het jaar dat gebruikt werd bij het berekenen van de eerder vastgestelde woonlandfactor
en het berekeningsjaar 2015. Zo leidt een verhoging van de kosten met 10% tot een
wijzigingsfactor van 1,1 en een kostenverlaging van 5% tot een wijzigingsfactor van
0,95.
Voor de toepasbaarheid op de lange termijn zal deze nieuwe berekeningswijze volgend
jaar geëvalueerd worden.
Gegevensbronnen
De woonlandfactoren voor het jaar 2019 zijn bepaald op basis van de woonlandfactoren
voor 2018 of, indien de woonlandfactor 2018 gebaseerd was op de zorgkosten in het
jaar 2015, de woonlandfactoren voor 2017 en gegevens van de WHO2 over de gemiddelde zorgkosten die te vinden zijn op de WHO-website, meer specifiek
de indicator ‘Government schemes and compulsory contributory health care financing
schemes’. De meest recente gegevens van de WHO hebben betrekking op het jaar 2015.
Het berekeningsjaar
Het berekeningsjaar voor de woonlandfactoren voor 2019 is voor alle landen gelijk
getrokken naar 2015. Dat is gedaan door de woonlandfactoren voor 2018 dan wel 2017
te indexeren naar de ontwikkeling van de zorgkosten vanaf het vorige berekeningsjaar
tot en met 2015.
Voor een deel van de landen was 2015 al het berekeningsjaar voor de woonlandfactor
voor 2018. Daarbij zijn de gemiddelde zorgkosten voor Nederland bepaald op basis van
de nota’s die Nederland bij de Rekencommissie van de Europese Unie heeft ingediend.
Voor de landen die eerst per 2019 overgaan naar het berekeningsjaar 2015 worden de
gemiddelde zorgkosten voor Nederland bepaald op basis van de gegevens van de WHO.
In 2015 is het zorgstelsel in Nederland aanzienlijk gewijzigd met de introductie van
de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wlz. De manier waarop die stelselwijziging
tot uitdrukking komt in de nota's voor de rekencommissie verschilt van de gegevens
van de WHO. Teneinde voor alle landen deze stelselwijziging op uniforme wijze in de
ontwikkeling van de zorgkosten te verdisconteren, is voor de landen die al eerder
waren overgegaan op het berekeningsjaar 2015, bij de berekening van de woonlandfactoren
voor 2019 uitgegaan van de ontwikkeling van de zorgkosten sinds het aan 2015 voorafgaande
berekeningsjaar. Dat betekent dat voor deze landen de woonlandfactor 2017 is geïndexeerd
in plaats van de woonlandfactor 2018.
Afrondingen
De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn
exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma
uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.
De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld
0,3543):
-
– indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden;
-
– indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.
In onderstaande tabel staat de berekening van de woonlandfactoren:
| |
Te indexeren jaar
|
Met berekeningsjaar
|
Te indexeren woonlandfactor
|
Wijzigingsfactor
|
Indexcijfer
|
Woonlandfactor 2019
|
|
Woonland
|
Nederland
|
|
België
|
2018
|
2014
|
0,7193
|
0,86
|
0,84
|
1,03
|
0,7392
|
|
Bosnië-Herzegovina
|
2017
|
2014
|
0,0645
|
0,87
|
0,84
|
1,04
|
0,0672
|
|
Bulgarije
|
2017
|
2014
|
0,0743
|
0,83
|
0,84
|
0,99
|
0,0735
|
|
Cyprus
|
2018
|
2014
|
0,1384
|
0,82
|
0,84
|
0,98
|
0,1363
|
|
Denemarken
|
2017
|
2014
|
0,9715
|
0,86
|
0,84
|
1,02
|
0,9951
|
|
Duitsland
|
2017
|
2014
|
0,8372
|
0,87
|
0,84
|
1,04
|
0,8701
|
|
Estland
|
2017
|
2014
|
0,2109
|
0,90
|
0,84
|
1,07
|
0,2262
|
|
Finland
|
2018
|
2014
|
0,7120
|
0,84
|
0,84
|
1,01
|
0,7161
|
|
Frankrijk
|
2017
|
2014
|
0,8245
|
0,84
|
0,84
|
1,01
|
0,8316
|
|
Griekenland
|
2017
|
2011
|
0,3590
|
0,57
|
0,83
|
0,69
|
0,2490
|
|
Hongarije
|
2017
|
2014
|
0,1310
|
0,88
|
0,84
|
1,05
|
0,1381
|
|
Ierland
|
2018
|
2014
|
0,8326
|
0,87
|
0,84
|
1,04
|
0,8667
|
|
IJsland
|
2017
|
2014
|
0,8594
|
0,95
|
0,84
|
1,14
|
0,9802
|
|
Italië
|
2018
|
2012
|
0,5569
|
0,85
|
0,86
|
0,98
|
0,5470
|
|
Kaapverdië
|
2018
|
2014
|
0,0175
|
0,85
|
0,84
|
1,01
|
0,0177
|
|
Kroatië
|
2017
|
2014
|
0,1674
|
0,84
|
0,84
|
1,00
|
0,1674
|
|
Letland
|
2017
|
2014
|
0,0915
|
0,61
|
0,84
|
0,73
|
0,0672
|
|
Liechtenstein
|
2017
|
2014
|
0,9473
|
1,14
|
1,11
|
1,03
|
0,9720
|
|
Litouwen
|
2017
|
2014
|
0,2235
|
0,90
|
0,84
|
1,07
|
0,2399
|
|
Luxemburg
|
2018
|
2014
|
0,7497
|
0,82
|
0,84
|
0,98
|
0,7358
|
|
Macedonië
|
2017
|
2014
|
0,0529
|
0,89
|
0,84
|
1,07
|
0,0565
|
|
Malta
|
2018
|
2014
|
0,3269
|
0,91
|
0,84
|
1,09
|
0,3574
|
|
Marokko
|
2018
|
2002
|
0,0125
|
3,93
|
2,54
|
1,54
|
0,0193
|
|
Montenegro
|
2017
|
2014
|
0,0763
|
0,90
|
0,84
|
1,08
|
0,0821
|
|
Noorwegen
|
2018
|
2014
|
1,4015
|
0,82
|
0,84
|
0,98
|
1,3729
|
|
Oostenrijk
|
2017
|
2014
|
0,6476
|
0,86
|
0,84
|
1,02
|
0,6632
|
|
Polen
|
2018
|
2014
|
0,1606
|
0,88
|
0,84
|
1,05
|
0,1691
|
|
Portugal
|
2018
|
2014
|
0,2521
|
0,87
|
0,84
|
1,04
|
0,2616
|
|
Roemenië
|
2017
|
2012
|
0,0630
|
1,12
|
0,86
|
1,29
|
0,0814
|
|
Servië
|
2017
|
2014
|
0,0750
|
0,80
|
0,84
|
0,95
|
0,0714
|
|
Slovenië
|
2017
|
2014
|
0,3243
|
0,87
|
0,84
|
1,04
|
0,3377
|
|
Slowakije
|
2017
|
2014
|
0,2352
|
0,86
|
0,84
|
1,02
|
0,2405
|
|
Spanje
|
2017
|
2014
|
0,3767
|
0,89
|
0,84
|
1,06
|
0,4001
|
|
Tsjechië
|
2017
|
2014
|
0,2386
|
0,85
|
0,84
|
1,01
|
0,2412
|
|
Tunesië
|
2018
|
2006
|
0,0216
|
1,53
|
1,13
|
1,35
|
0,0292
|
|
Turkije
|
2018
|
2013
|
0,0894
|
0,82
|
0,84
|
0,98
|
0,0874
|
|
Verenigd Koninkrijk
|
2018
|
2014
|
0,6789
|
0,95
|
0,84
|
1,14
|
0,7741
|
|
Zweden
|
2018
|
2014
|
0,8104
|
0,85
|
0,84
|
1,01
|
0,8213
|
|
Zwitserland
|
2017
|
2014
|
0,6824
|
0,98
|
0,84
|
1,17
|
0,8000
|
Valuta
Aangezien de gegevens van de WHO voor alle landen in dollars zijn genoteerd, spelen
de valutaverschillen voor de indexatie op basis van deze gegevens geen rol3. Dit betekent dat bij de bepaling van de woonlandfactor op basis van de nieuwe berekeningswijze
het niet langer nodig is om vreemde valuta om te rekenen naar euro’s.
Bijzonderheden
Voor enkele landen zal de woonlandfactor in sterke mate stijgen. Voor Marokko (54%)
en Tunesië (35%) ligt de oorzaak in het gebruik van meer actuele gegevens. De meest
recente informatie over zorgkosten voor deze landen is oud, namelijk voor Marokko
uit het jaar 2002 en voor Tunesië uit het jaar 2006. Door de toepassing van de hierboven
beschreven indexering wordt ineens de periode van 2002 respectievelijk 2006 naar 2015
overbrugd. Voor het Verenigd Koninkrijk (14%) ligt de oorzaak voor een belangrijk
deel in de hogere zorgkosten per persoon in het Verenigd Koninkrijk.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins