De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
In overeenstemming met de Minister van Financiën;
Gelet op artikel 7, vierde lid, van de Cessantiawet BES, artikel 8, derde lid van
de Wet ongevallenverzekering BES en artikel 8, vierde lid van de Wet ziekteverzekering
BES;
Besluit:
ARTIKEL I VASTSTELLING PREMIEPERCENTAGE CESSANTIAWET BES
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Cessantiawet BES, wordt
vastgesteld op 0,1%.
ARTIKEL II VASTSTELLING PREMIEPERCENTAGE WET ONGEVALLENVERZEKERING BES
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet ongevallenverzekering
BES, wordt vastgesteld op 0,3%.
ARTIKEL III VASTSTELLING PREMIEPERCENTAGE WET ZIEKTEVERZEKERING BES
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet ziekteverzekering
BES, wordt vastgesteld op 1,3%.
ARTIKEL IV INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
Den Haag, 18 oktober 2018
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
TOELICHTING
Jaarlijks vindt de vaststelling van de percentages van de werkgeverspremies voor Caribisch
Nederland plaats. Het betreft de premies voor de Cessantia, ongevallenverzekering
en ziekteverzekering. De zorgpremie wordt door het Ministerie van VWS vastgesteld
en gepubliceerd. Deze vier premies tezamen tellen thans op tot 18,4%. De regering
heeft, voor het eerst sinds 10 oktober 2010, besloten tot een structurele verlaging
van deze werkgeverspremies met vijf procentpunt tot 13,4%. De werkgeverspremies in
Caribisch Nederland zijn dan als volgt:
| |
Huidig
|
Nieuw
|
|
Zorg
|
16,1
|
11,7
|
|
OV
|
0,5%
|
0,3%
|
|
ZV
|
1,6%
|
1,3%
|
|
Cessantia
|
0,2%
|
0,1%
|
|
Totaal
|
18,4
|
13,4
|
Door deze structurele verlaging zijn werkgevers minder kwijt aan loonkosten, omdat
zij minder premies hoeven af te dragen. Hierdoor ontstaat er loonruimte, zonder dat
de loonkosten omhoog gaan. Hoeveel loonruimte ontstaat verschilt per werkgever. Over
de loonsverhoging moet namelijk ook (pensioen)premie worden betaald. Naar verwachting
is de loonruimte voor werkgevers tussen de 3,4% en 4,4%, afhankelijk van de pensioenpremie.
De werkgeverspremies worden verlaagd, zodat werkgevers de ontstane loonruimte kunnen
omzetten in een loonsverhoging zonder dat de loonkosten toenemen.
Het wettelijk minimumloon gaat per 1 januari 2019 met 5% omhoog bovenop de reguliere
indexering voor inflatie. Dit wordt vastgesteld en gepubliceerd door het Ministerie
van SZW in een separate ministeriële regeling. Naar aanleiding van het eindrapport
over onderzoek ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland is aan de Kamer op 29 juni
2018 (Kamerstukken II 2017/18, 34 775 IV, nr. 45) meegedeeld dat het wettelijk minimumloon wordt verhoogd. Het doel van de verhoging
is om een impuls aan de koopkracht van werknemers te geven. De verhoging van het wettelijk
minimumloon komt voor rekening van de werkgevers, maar wordt gecompenseerd door verlaging
van de werkgeverspremies met hetzelfde percentage.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark