Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, van 10 oktober 2018, nr. 2373355, houdende aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren op het Besluit subsidie rechtspersonen voor voogdij en gezinsvoogdij vreemdelingen 2015 en op subsidies ten behoeve van opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarige vreemdelingen op grond van artikel 48a van de Wet Justitie-subsidies.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 5 van de Wet Justitie-subsidies en 4:59, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van de aan een subsidie verbonden verplichtingen op grond van het Besluit subsidie rechtspersonen voor voogdij en gezinsvoogdij vreemdelingen 2015 en aan een subsidie ten behoeve van de opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarige vreemdelingen op grond van artikel 48a van de Wet Justitie-subsidies zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Op grond van het Besluit subsidie rechtspersonen voor voogdij en gezinsvoogdij vreemdelingen 2015 en de subsidie ten behoeve van de opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarige vreemdelingen op grond van artikel 48a van de Wet Justitie-subsidies wordt door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid jaarlijks aan een rechtspersoon subsidie verleend voor uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 241, zevende lid, 254, tweede lid, of artikel 302, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van vreemdelingen en subsidie verleend voor de opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

Het gaat om de volgende activiteiten: de maatregel (voorlopige) ondertoezichtstelling, voorlopige en tijdelijke voogdij, werkzaamheden voorafgaand aan de maatregel (prévoogdij en zaakwaarneming), opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarigen vreemdelingen in opvang en wonen in gezinsverband en kleinschalige opvangvoorzieningen.

Aan de verlening van de subsidie is een aantal verplichtingen verbonden die zijn opgenomen in

  • 1. het Besluit subsidie rechtspersonen voor voogdij en gezinsvoogdij vreemdelingen 2015;

  • 2. de subsidieverplichtingen die behoren bij de subsidie ten behoeve van opvang van minderjarige vreemdelingen op grond van artikel 48a van de Wet Justitie-subsidies;

  • 3. de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder titel 4.2 (Subsidies);

  • 4. de subsidiebeschikking.

In dit besluit worden de ambtenaren van de Inspectie Justitie en Veiligheid aangewezen als toezichthouder op de naleving van de subsidievoorwaarden. In afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 5:11 tot en met 5:20) wordt een aantal bevoegdheden genoemd waarover de toezichthouder beschikt, met name de bevoegdheid om inlichtingen te vorderen en de bevoegdheid inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden alsmede daarvan kopieën te maken. Een ieder is ingevolge artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht verplicht aan de toezichthouder alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is (artikel 5:13 van de Algemene wet bestuursrecht).

Op het moment dat onderhavig besluit in werking treedt werkt het terug tot en met 1 juli 2016. Op 1 juli 2016 was het nieuwe opvangmodel voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen volledig geïmplementeerd. Dit besluit sluit hierbij aan.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

Naar boven