TOELICHTING
I Algemeen deel
Sinds 1 januari 2017 is de Regeling specifieke uitkering aankoop woningen onder een
hoogspanningsverbinding (kortweg: de Uitkoopregeling) van kracht. Op basis van deze
regeling kunnen gemeenten een specifieke uitkering aanvragen bij het Rijk, voor de
aankoop van woningen die recht onder een hoogspanningsverbinding gelegen zijn. Eigenaren
van deze woningen kunnen, als zij dat willen, hun woning verkopen aan de gemeente.
De kosten die de gemeente hierbij maakt, worden op basis van deze regeling vergoed
door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK).
De onderhavige wijzigingsregeling past de Uitkoopregeling aan, naar aanleiding van
de inwerkingtreding van artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998 per 1 januari 2019.
Op grond van artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998 wijst de minister van EZK hoogspanningsverbindingen
aan, die in opdracht van de gemeente en/of de provincie onder de grond gebracht (verkabeld)
of verplaatst kunnen worden. Het betreft hoofdzakelijk hoogspanningsverbindingen die
door of nabij een bevolkingskern lopen, nabij woonbebouwing, een spanning van 50,
110 of 150 kV hebben en minimaal 1 kilometer lang zijn (of 500 meter als ze aansluiten
op een tussen- of eindstation). Op grond van de onderhavige Uitkoopregeling komen
woningen die loodrecht onder één van de aangewezen tracés staan niet in aanmerking
voor de Uitkoopregeling. Het is in zijn algemeenheid in deze situaties efficiënter
om de hoogspanningsverbinding te verplaatsen of onder de grond te brengen dan om de
individuele woningen aan te kopen. Bovendien kan verplaatsing of verkabeling nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken. Het is aan het gemeentelijk en/of provinciaal
bestuur om de beslissing te nemen om wel of niet tot verplaatsing of verkabeling van
een aangewezen hoogspanningsverbinding over te gaan. In de praktijk leidt de – met
deze wijziging doorgevoerde – afstemming tussen de Uitkoopregeling en artikel 22a
van de Elektriciteitswet 1998 niet tot inhoudelijke veranderingen. Ook in de oorspronkelijke
Uitkoopregeling (die van kracht was sinds 1 januari 2017) werden woningen die loodrecht
onder hoogspanningsverbindingen staan die voor verplaatsing of verkabeling in aanmerking
komen al uitgesloten van uitkoop.
De afstemming met artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998 is aanleiding geweest
om tegelijkertijd enkele andere wijzingen in de Uitkoopregeling door te voeren. Op
verzoek van enkele gemeenten is de mogelijkheid toegevoegd dat gemeenten op basis
van de Uitkoopregeling een uitkering kunnen aanvragen voor de verplaatsing of verkabeling
van hoogspanningsverbindingen waaronder woningen staan die onder de reikwijdte van
de Uitkoopregeling vallen (en welke hoogspanningsverbindingen dus niet zijn aangewezen
op grond van artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998). Ook voor hoogspanningsverbindingen
die niet onder de reikwijdte van artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998 vallen,
geldt dat gemeenten er soms de voorkeur aan geven om het tracé te verplaatsen of te
verkabelen. Omdat het in deze gevallen om hoogspanningstracés gaat waarvoor het niet
kostenefficiënt is om tot verplaatsing of verkabeling over te gaan (dat wil zeggen
dat uitkoop van de woningen loodrecht onder het tracé goedkoper is dan verplaatsing
of verkabeling), dienen gemeenten en/of provincies alle kosten van verplaatsing of
verkabeling in dat geval in beginsel zelf te betalen. Verplaatsing of verkabeling
van een hoogspanningsverbinding leidt er echter toe dat het Rijk geen uitkering verstrekt
voor uitkoop van woningen. In het nieuwe artikel 2, zesde lid, en artikelen 12a tot
en met 12e is geregeld dat de gemeente de gelden die anders voor de uitkoop van woningen
beschikbaar zouden zijn (tot een maximum van 50% van de begrote kosten van verkabeling
of verplaatsing), mogen inzetten voor de financiering van de verplaatsing of verkabeling
van de betreffende hoogspanningsverbinding.
Regeldruk
Deze wijzigingsregeling leidt niet tot extra administratieve lasten en/of nalevingskosten
voor burgers of bedrijven. De wijzigingen bieden extra mogelijkheden aan gemeenten,
waar gemeenten – indien gewenst – gebruik van kunnen maken.
II Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel B
Het nieuwe zesde lid in artikel 2 biedt de basis voor het verstrekken van een uitkering
aan een gemeente die – in plaats van aankoop van woningen – in overleg met de netbeheerder
kiest voor de verplaatsing of verkabeling van het desbetreffende (niet op basis van
artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998 aangewezen) hoogspanningstracé. Het betreffen
woningen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, waarvoor een gemeente
in beginsel een uitkering kan ontvangen ten behoeve van aankoop van deze woningen.
De met deze regeling ingevoegde paragraaf 2a bevat de nadere bepalingen over de verstrekking
van de uitkering.
Het nieuwe zevende lid regelt de afbakening van de Uitkoopregeling met artikel 22a
van de Elektriciteitswet 1998. In het zevende lid is geregeld dat de Uitkoopregeling
niet van toepassing is op woningen die zijn gelegen onder een hoogspanningsverbinding
die op grond van artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998 is aangewezen voor verkabeling
of verplaatsing.
Artikel I, onderdeel C
Met deze wijziging wordt verduidelijkt dat de minister de marktwaarde die hij heeft
laten bepalen van de woning of woningen kan gebruiken voor de verstrekking van de
uitkering.
Artikel I, onderdeel D
Met dit onderdeel wordt een onjuiste verwijzing gecorrigeerd.
Artikel I, onderdeel E
Met dit onderdeel wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, inhoudende de nadere bepalingen
ten aanzien van de aanvraag, de hoogte van de uitkering en de verlening, bevoorschotting
en vaststelling van de uitkering.
Artikel 12a bevat de eisen aan de aanvraag voor een uitkering voor de verplaatsing
of verkabeling van een hoogspanningsverbinding. Gevraagd wordt onder meer naar de
adresgegevens van de desbetreffende woningen. Als bijlagen stuurt het college van
burgemeester en wethouders per woning een taxatierapport van een deskundig taxateur
mee, evenals het haalbaarheidsonderzoek van de netbeheerder van de hoogspanningsverbinding
waarin is onderzocht of de verplaatsing of verkabeling technisch, ruimtelijk en gelet
op leveringszekerheid haalbaar is. Het college stuurt eveneens de documenten mee waaruit
blijkt dat de gemeente daadwerkelijk de beslissing heeft genomen om over te gaan tot
verplaatsing of verkabeling.
Op basis van artikel 12a worden adresgegevens en gegevens over de waarde van de woning
opgevraagd. Deze gegevens zijn nodig om te kunnen beoordelen of de woningen loodrecht
onder de hoogspanningsverbinding zijn gelegen. Ook moet de minister de waarde van
die specifieke woningen kennen om de hoogte van de uitkering te bepalen en moet hij
in staat worden gesteld om eventueel een eigen taxatie uit te laten voeren. Een gemeente
zal een aanvraag veelal doen na overleg met de betrokken bewoners en verondersteld
mag worden dat de verkabeling of verplaatsing van de hoogspanningsverbinding in het
belang is van de woningeigenaar. Om deze redenen weegt de noodzaak om de gegevens
te verkrijgen op tegen de privacy-belangen van de woningeigenaar.
In artikel 12b is geregeld hoe de hoogte van de uitkering wordt bepaald. De uitkering
bedraagt ten hoogste de som van de bedragen die horen bij de posten in het eerste
lid, met dien verstande dat de uitkering is gemaximeerd op 50% van de (in het onderzoek
van de netbeheerder, zoals genoemd in artikel 12a, tweede lid, onderdeel b) begrote
kosten van verplaatsing of verkabeling van de hoogspanningsverbinding. Dit maximum
is ingesteld om te voorkomen dat artikel 2, zesde lid, van deze Uitkoopregeling gebruikt
wordt als (een voor de gemeente goedkoper) alternatief voor artikel 22a, zesde lid,
van de Elektriciteitswet 1998. Artikel 22a, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998
maakt het mogelijk dat gemeenten de minister van EZK verzoeken hoogspanningsverbindingen
aan te wijzen voor verkabeling of verplaatsing, als de kosten van verkabeling of verplaatsing
niet hoger zijn dan de kosten van uitkoop.
De kostenposten in het eerste lid van artikel 12b zijn vergelijkbaar met de posten
die bij uitkoop de hoogte van de uitkering bepalen (zie artikel 6). Kostenposten als
verhuis-, sanerings- en sloopkosten zijn bij verplaatsing of verkabeling uiteraard
niet aan de orde en zijn om die reden niet opgenomen. Als de gemeente eerder een voorschot
heeft ontvangen op de uitvoeringskosten (van € 3.500 per woning) worden deze kosten
op grond van het tweede lid, onderdeel a, in mindering gebracht op de uitkering. Eventuele
eerder verstrekte uitkeringen voor de aankoop van woningen worden op grond van het
tweede lid, onderdeel b, in mindering gebracht.
Artikel 12c bevat enkele nadere bepalingen ten aanzien van de taxatie en de uitvoeringskosten.
Hierbij is aangesloten bij het vergelijkbare artikel 7.
In artikel 12d zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de beschikking tot verlening
van de uitkering. De minister neemt hierin onder meer de datum op waarop de verplaatsing
of vervanging uiterlijk moet zijn gerealiseerd. Overschrijding van de termijn heeft
op grond van artikel 12e, tweede lid, tot gevolg dat de uitkering op nul wordt vastgesteld.
Op grond van het derde lid is de gemeente verplicht om de minister op de hoogte te
houden van eventuele vertraging die leidt tot overschrijding van de termijn. Bij eventuele
overschrijding van de termijn kan de gemeente in overleg met de minister een aanvraag
tot wijziging van de verleningsbeschikking doen, waarna de minister de datum in de
verleningsbeschikking kan aanpassen. Op grond van artikel 12d, tweede lid, verstrekt
de minister bij de verlening direct een voorschot van 100%. De gemeente hoeft daar
geen aparte aanvraag voor in te dienen. De beschikking tot voorschotverlening wordt
aldus gecombineerd met de beschikking tot verlening van de uitkering.
Mocht een gemeentelijk en/of provinciaal bestuur – met instemming van de betreffende
netbeheerder – overgaan tot de verplaatsing of verkabeling van een hoogspanningsverbinding
waaronder woningen staan die onder de reikwijdte van de Uitkoopregeling vallen, dan
geldt op grond van artikel 12d, tweede lid, onderdeel a, als voorwaarde voor gemeenten
dat woningeigenaren die (voorheen) onder de reikwijdte van de Uitkoopregeling vielen,
nog een jaar lang hun woning tegen marktwaarde aan de gemeente kunnen verkopen, als
zij dat willen. Eerder is immers – zowel door het Rijk als de gemeente – met de betreffende
woningeigenaren gecommuniceerd dat zij hun woning in het kader van de Uitkoopregeling
aan de gemeente konden verkopen. Het zou onzorgvuldig zijn als deze mogelijkheid door
het gemeentelijke besluit tot verkabeling of verplaatsing van de hoogspanningslijn
plotseling komt te vervallen.
Artikel I, onderdeel F
Ingevolge artikel 22, eerste lid, legt de ontvanger van de specifieke uitkering jaarlijks
verantwoording af over de besteding van de uitkering. Op grond van artikel 12e, eerste
lid, stelt de minister de uitkering op aanvraag vast. In artikel 22, tweede lid, is
geregeld dat de verantwoordingsinformatie over de besteding van de uitkering geldt
als aanvraag tot vaststelling van de specifieke uitkering, indien de gemeente daarin
vermeldt dat de verplaatsing of verkabeling is gerealiseerd.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes