Regeling van de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 10 oktober 2018, nr. 2384351, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid ressorterende ambtenaren (Mandaatregeling Inspectie JenV Ministerie van Justitie en Veiligheid 2018)

De Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 en artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die zijn Inspectie betreft ondermandaat verleend aan de directeuren en het hoofd stafbureau.

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

Artikel 2

Als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hen ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de Inspecteur-Generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger;

  • b. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

Artikel 5

De in artikel 1, eerste lid, genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars bevoegdheden.

Artikel 6

De Mandaatregeling IVenJ Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Inspectie JenV Ministerie van Justitie en Veiligheid 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 en 2 bij dit besluit liggen bij het ministerie, binnen het cluster Inspectie Justitie en Veiligheid, ter inzage.

De Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, J.G. Bos

BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ ARTIKEL 2 VAN DE MANDAATREGELING IJENV MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2018

De ambtenaren bij wie in kolom 2 de letter A is geplaatst, zijn, onverminderd artikel 4 van deze regeling bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) aan het bevoegd gezag zijn toegekend.

De ambtenaren bij wie in kolom 2 de letter B is geplaatst zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens het ARAR aan het bevoegd gezag zijn toegekend, met uitzondering van de bevoegdheden tot aanstelling (hoofdstuk II, paragraaf 2, ARAR), bevorderen naar een hogere salarisschaal (artikel 8 BBRA), het opleggen van disciplinaire straffen (artikel 80, derde lid ARAR) en ontslag (artikel 93 ARAR), alsmede het nemen van besluiten over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto

   

kolom 1

kolom 2

hoofd van dienst

1

Inspecteur-Generaal

A

1.1

 

directeuren Toezicht

B

1.2

 

hoofd Stafbureau

B

BIJLAGE 2 BEHOREND BIJ ARTIKEL 2 VAN DE MANDAATREGELING IJENV MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2018

De ambtenaren genoemd in kolom 1 zijn bevoegd in overeenstemming met artikel 22, vierde lid van de Comptabiliteitswet 2001 tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven.

Indien in kolom 2 een bedrag is opgenomen betreft dit het maximumbedrag waarvoor de ambtenaar telkens een verplichting of uitgave mag doen.

Indien in kolom 2 geen bedrag is opgenomen, geldt geen maximumbedrag.

   

kolom 1

kolom 2

aangewezen ambtenaren (art. 22 CW 2001)

1

Inspecteur-Generaal

 

1.1

 

directeuren Toezicht

 

1.2

 

hoofd Stafbureau

 

TOELICHTING

Met deze regeling wordt beoogd de ondermandaatregeling IJenV in overeenstemming te brengen met de wijziging van de benaming van het hoofd van het cluster in het Organisatiebesluit.

In deze regeling wordt ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken wat betreft de aangelegenheden genoemd in artikel 5, tweede lid, onder a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Veiligheid en Justitie 2015. Het betreft de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken om voorlopige voorziening, aansprakelijkstellingen, verzoeken om schadevergoeding en civielrechtelijke procedures.

Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het F-mandaat en P-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012.

De Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid kan nadere instructies geven ten aanzien van de wijze waarop rechtspositionele besluiten worden genomen en de besteding van de budgetten waaraan een gemandateerde zich moet houden in de uitoefening van bevoegdheden.

Ingevolge artikel 4 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012, worden besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger ter instemming voorgelegd aan het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dergelijke besluiten worden door tussenkomst van de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid aan het CLB voorgelegd.

De Inspecteur-Generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, J.G. Bos

Naar boven