Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 oktober 2018, nr. 2381058, houdende instelling van de Onderzoekscommissie Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder bestendig verblijfsrecht (Instellingsregeling Onderzoekscommissie Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder bestendig verblijfsrecht)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Staatssecretaris:

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

b. Commissie:

de commissie, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2

  • 1. Er is een Onderzoekscommissie Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder bestendig verblijfsrecht.

  • 2. De Commissie heeft tot taak:

    • a. onderzoek te verrichten naar alle aspecten die eraan bijdragen dat vreemdelingen, ondanks een afwijzing van een toelatingsaanvraag en de daaruit voortvloeiende vertrekplicht, vaak langdurig in Nederland verblijven, met bijzondere aandacht voor kinderen, en

    • b. op grond van het onderzoek aanbevelingen te doen gericht op de relevante aspecten die bijdragen aan dit langdurig verblijf zonder bestendig verblijfsrecht.

  • 3. Bij haar aanbevelingen gaat de Commissie in ieder geval in op:

    • a. de inrichting en de duur van (herhaalde) verblijfsrechtelijke procedures;

    • b. de invloed van rijks- en lokale voorzieningen alsmede de omgeving op de vertrekbereidheid van personen, en

    • c. de beschikbare mogelijkheden en instrumenten om daadwerkelijk vertrek te realiseren alsmede de praktische en juridische begrenzingen op dit punt.

Artikel 3

De Commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

Artikel 4

  • 1. De Commissie brengt uiterlijk 15 juni 2019 haar eindrapport uit aan de Staatssecretaris.

  • 2. In overeenstemming met de Staatssecretaris kan deze termijn verlengd worden.

  • 3. De Commissie wordt opgeheven vier weken nadat het eindrapport is uitgebracht.

Artikel 5

De Commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 6

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt vier weken na het uitbrengen van het eindrapport.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Onderzoekscommissie Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder bestendig verblijfsrecht.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 9 oktober 2018

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

TOELICHTING

Bij brief van 8 oktober 2018 is aangekondigd dat een onderzoekscommissie wordt gevraagd alle aspecten die eraan bijdragen dat vreemdelingen, ondanks een afwijzing van een toelatingsaanvraag en de daaruit voortvloeiende vertrekplicht, vaak langdurig in Nederland verblijven, met bijzondere aandacht voor (gezinnen met) kinderen, te onderzoeken.

De commissie wordt gevraagd op grond van dit onderzoek aanbevelingen te doen gericht op de relevante aspecten die bijdragen aan dit langdurig verblijf zonder bestendig verblijfsrecht, en daarbij in elk geval in te gaan op:

  • de inrichting en duur van (herhaalde) verblijfsrechtelijke procedures;

  • de invloed van rijks- en lokale voorzieningen alsmede de omgeving op de vertrekbereidheid van personen, en

  • de beschikbare mogelijkheden en instrumenten om daadwerkelijk vertrek te realiseren alsmede de praktische en juridische begrenzingen op dit punt.

De onderzoeksvragen zijn vervat in de taakomschrijving van de commissie (zie artikel 2, tweede en derde lid).

De instelling van de commissie is gebaseerd op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges, dat het mogelijk maakt om bij ministeriële regeling een adviescollege in te stellen voor de duur van de advisering. Omdat de instelling van de commissie beperkt is tot de duur van de advisering, bevat deze regeling een horizonbepaling (art. 6). Die houdt in dat de regeling vier weken na het uitbrengen van het eindrapport vervalt.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven